• No results found

Kings status op een hoogtepunt (1964-1965)

Inleiding

1964 en 1965 waren Kings succesvolste jaren als burgerrechtenactivist. In deze jaren organiseerde hij succesvolle burgerrechtencampagnes en kreeg hij vele onderscheidingen. Aan het eind van 1965 ontstonden echter ook de eerste grote onrusten in zwarte wijken in noordelijke Amerikaanse steden. King realiseerde zich daardoor dat hij niet alle zwarte

Amerikanen had weten te bereiken.

Dat King in 1964 en 1965 zijn succesvolste periode had als burgerrechtenactivist was ook in Nederland te merken. In deze jaren bereikte de verslaggeving over hem bijvoorbeeld zijn hoogtepunt en werd de dominee tot tweemaal toe naar Nederland gehaald. In dit hoofdstuk zal onderzocht worden welk beeld er in Nederland in 1964 en 1965 van King bestond. Opnieuw zal achtereenvolgens gekeken worden naar het beeld van de media en de politiek. Aansluitend wordt nog stilgestaan bij andere relevante organisaties, zoals de ARK en de PSP.

Media

Inleiding

Het onderzoek naar het beeld van de media over King gebeurt aan de hand van vier gebeurtenissen in zijn leven die veel Nederlandse media-aandacht opleverden. Het gaat om zijn bezoek aan de Europese Baptisten Conferentie in augustus 1964, zijn winst van de Nobelvredesprijs in december 1964, zijn Selmacampagne en de Alabama boycot in de periode februari-april 1965 en ten slotte de uitreiking van het eredoctoraat van de VU aan hem in oktober 1965.

Kings eerste bezoek aan Nederland

In 1964 en 1965 werd door de media dus veel vaker bericht over King dan in de jaren daarvoor. Daarnaast valt op dat vooral de kranten in deze jaren uitgesprokener waren. Er verschenen bijvoorbeeld meer commentaarberichten en profielschetsen over de dominee. Dat de kranten duidelijker hun mening gaven was direct zichtbaar tijdens Kings eerste bezoek aan Nederland.

De Telegraaf schreef relatief weinig en was nog het minst uitgesproken over zijn eerste bezoek. Het was in 1964 en 1965 sowieso de krant met de minste berichten over King. Toch wijdde ook deze krant een korte profielschets aan hem. Een niet nader genoemde correspondent schreef dat hij ‘Amerika’s eerste neger’ en ‘de voorman van de burgerlijke ongehoorzaamheid’ was. De auteur betoogde tevens dat King in de laatste jaren had geleerd om minder impulsief te reageren. Hij beschreef dit als een rijpingsproces.105 Hoewel De Telegraaf dus niet erg uitgesproken was over King, zag het hem duidelijk wel als de belangrijkste burgerrechtenleider. Bovendien was de krant tevreden over de ontwikkeling die hij de laatste jaren had doorgemaakt.

De verslaggeving van De Telegraaf stond in schril contrast met de berichtgeving van Het Vrije Volk. Deze krant publiceerde namelijk een lovend commentaarbericht over King. Hierin werd al in de kop beweerd dat hij het symbool van de zwarte bevolking en het geweten van de kerk was. Hij zou een integer man zijn en het ‘hemelhoog oprijzend symbool’ van het onrecht dat de zwarte bevolking werd aangedaan. Net als alle kranten in de vorige periode, benadrukte Het Vrije Volk dat King geweldloos te werk ging en dat Gandhi zijn voorbeeld was. In de afsluiting van het artikel werd er nogmaals vol lof over de dominee gesproken. Hij zou een ‘leer van liefde en verzoening’ hebben en beschikken over een enorme zelfdiscipline.106 Het Vrije Volk vertoonde kortom veel continuïteit met de voorgaande

periode, toen het ook al lovend was over King.

Ook de Volkskrant was bijzonder positief. Jan Rogier schreef namens de krant bijvoorbeeld een profielschets waarin King zondermeer op een voetstuk werd geplaatst. Volgens Rogier maakte King Westerse christenen verlegen, omdat hij een intelligente predikant was die een brief kon schrijven zoals Paulus. Dat wekte naar de mening van Rogier heimwee op, maakte ‘ons’ beschaamd en deed een beroep op ‘ons’ geweten.107

Opvallend is dat Rogier King zag al iemand die meer was dan alleen een Amerikaanse burgerrechtenstrijder.

‘King is niet alleen negerpredikant van de zuidelijke staten. Hij is een levend appel op iedereen, een bestrijder van de gevestigde levenspatronen, kampioen van het non-conformisme. Met zachte stem en welsprekende gebaren rafelt hij al onze zekerheden uiteen.’108

Rogier en de Volkskrant deden hier hetzelfde als Het Vrije Volk in de periode 1960-1963. Zij maakten King tot iemand met betekenis voor de hele wereld. Later in deze profielschets gebeurde dit nogmaals. Rogier betoogde namelijk dat de dominee niet alleen voor Amerikaanse zwarten sprak, maar dat zijn woorden ook waren voor de blanke wereld die een spiegel nodig had. Hij doorbrak de blanke hoogmoed.109

Hiervoor bleek al dat Rogier King vergeleek met Paulus. Hij noemde deze burgerrechtenstrijder daarnaast nog ‘de Mozes die zijn volk uit het diensthuis zou leiden’ en omschreef zijn beschrijving van de Amerikaanse samenleving als ‘profetisch’. De profielschets stond kortom vol met Bijbelse vergelijkingen. Er werd dus de nadruk gelegd op Kings christelijke identiteit. Ten slotte werd ook Kings geweldloosheid benadrukt. King was

106 Het Vrije Volk, 11 augustus 1964, 7. 107 De Volkskrant, 14 augustus 1964, 19. 108 Ibidem, 19.

er in geslaagd om een verdeelde en aan verdrukking gewend geraakte zwarte bevolking tot een langdurig verzet te bewegen. Dit verzet verliep volgens Rogier voorbeeldig in discipline en zonder geweld.110

De Volkskrant was duidelijk veel positiever geworden over King dan in voorgaande jaren. Een mogelijke verklaring hiervoor is de al eerder genoemde vervanging van hoofdredacteur Lücker in 1964 voor Van der Pluijm. Als resultaat werd de Volkskrant kritischer op katholiek Nederland en regelmatig de stem van progressief Nederland. Bovendien was er meer plaats binnen De Volkskrant voor journalisten met andere achtergronden en overtuigingen.111 Rogier schreef bijvoorbeeld ook voor het linkse Vrij Nederland. Het blijft wel de vraag, vanwege die verschillende overtuigingen bij Volkskrantjournalisten, of de mening van Rogier representatief kan worden genoemd voor de mening van de Volkskrant.

Ook Trouw was lovend over King. De krant benadrukte daarbij sterk zijn christelijke identiteit. In een commentaar werd bijvoorbeeld gesteld dat zijn idealisme was ‘doortinteld met de blijdschap en de kracht van het christelijk geloof’. King zou volgens de krant een dringend appél doen op het christelijk geweten. Hij wilde niet alleen vrome woorden, maar ook vrome daden. Dit appél deed hij naar de mening van Trouw zonder geweld en door onafgebroken te blijven kloppen op de deur. Deze laatste zin was een indirecte vergelijking met Jezus, die in een van zijn gelijkenissen ook klopte op de deur van zondaren. Daarna volgde een directe vergelijking met Jezus. Volgens Trouw was Kings boodschap geworteld in het verlossingswerk van Christus. Ook in de afsluiting van het commentaar werd hij sterk verbonden met het christelijk geloof. Trouw betoogde dat Kings woorden ‘ons’ lieten zien ‘dat de eis van christelijke politiek en van christelijk sociaal handelen ook onder veranderde tijdsomstandigheden onverminderd van kracht blijft’.112

Voor Trouw was King dus absoluut niet alleen een geweldloze Amerikaanse burgerrechtenstrijder. Zijn christelijk geloof was ook een belangrijk onderdeel van zijn identiteit. Het is niet opvallend dat juist Trouw in zijn berichtgeving Kings christelijke identiteit benadrukte. Trouw was een protestant-christelijk dagblad en stond dus qua geloof het dichtst bij King. Dat deze christelijke krant Kings christelijke identiteit benadrukte, toont hoezeer het hem bewonderde.

Ook op televisie was veel aandacht voor Kings bezoek. Zijn preek werd bijvoorbeeld in zijn geheel uitgezonden en hij werd daarnaast ook nog geïnterviewd. Over het algemeen

110 Ibidem, 19.

111 Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 330. 112 Trouw, 18 augustus 1964, 1.

waren de televisieverslagen neutraler dan de krantenberichten. Het enige dat echt duidelijk werd, was dat ook op televisie Kings geweldloosheid benadrukt werd. Hij werd namelijk meermaals aangeduid als ‘de leider van de geweldloze actie voor rassengelijkheid’.113

Ook in het televisie-interview met King, gehouden door Nick Heizenberg (NCRV), kwam geen duidelijke mening naar voren. Uit het interview bleek wel dat ook de protestant- christelijke NCRV nadruk wilde leggen op zijn christelijk geloof. Heizenberg vroeg namelijk veelvuldig naar zijn relatie met de kerk. Verder was het interview niet erg kritisch, King kon ongeremd zijn boodschap overbrengen. Heizenberg vroeg wel naar zijn mening over de Amerikaanse kritiek op hem. Hij benadrukte daarbij echter steeds dat anderen die kritiek hadden.114

Het interview zelf maakte dus niet veel duidelijk over de visie van televisiemakers. Achteraf heeft Heizenberg echter nog wel interessante opmerkingen gemaakt. In 2002 liet hij weten dat het een te vlak interview was en dat hij King meer het vuur aan de schenen had moeten leggen. Dit deed hij echter niet, mede omdat hij het met hem eens was. Heizenberg gaf overigens niet aan in welk opzicht hij King kritischer had willen interviewen.115

Hoogstwaarschijnlijk was een groot gedeelte van christelijk Nederland het met King eens. Heizenberg betoogde dat deze dominee een beetje het ‘troeteldier’ van de Nederlandse kerken was. De NCRV was dan ook tevreden met Heizenbergs onkritische interview.116

De Nobelvredesprijs voor King

In de berichtgeving omtrent Kings Nobelprijswinst was een aantal continuïteiten en kleine veranderingen te zien. Een verandering was bijvoorbeeld dat De Telegraaf zich meer uitsprak. Zo werd in een commentaar gesteld dat King veel had gedaan voor de burgerrechtenstrijd, de vrede in Amerika en de zwarte bevolking. Verder omschreef De Telegraaf hem als iemand waar vuur onder zat en waar iedereen zich nederig bij voelde. Hij was dus volgens de krant een persoon met veel gezag. Ook De Telegraaf legde ten slotte nadruk op het feit dat hij een ‘absolute aanhanger was van de tactiek van geen geweld’.117

De Telegraaf sprak zich dus vaker op een positieve manier uit over King. Andere

113 NIBG ID onbekend, Inleiding Baptistenkerkdienst (IKOR), 16 augustus 1964, omtrent min. 10; Polygoon

Bioscoopjournaal ( versie 17 augustus 1964),

http://in.beeldengeluid.nl/collectie/details/expressie/411039/false/true (geraadpleegd 14 april 2017).

114 NIBG ID onbekend, Gesprek met Ds. Martin Luther King (NCRV), 18 augustus 1964.

115 König, Zwart Nieuws, 56 en 57. 116 Ibidem, 56 en 57.

kranten waren echter nog steeds uitgesprokener. Ook naar aanleiding van zijn Nobelprijswinst. Het Vrije Volk gaf bijvoorbeeld een duidelijke mening over deze winst. De krant noemde het een ‘eerlijke zaak’. Het verheugende van deze winst was volgens Het Vrije Volk vooral dat zwarte Amerikanen er een morele steun in konden vinden. Dit was belangrijk omdat ‘deze minderheid een eerlijke zaak dient’.118 Naast deze blijdschap over de

Nobelprijswinst, benadrukte Het Vrije Volk wederom Kings geweldloosheid. Zo stelde de krant dat hij al tien jaar met levensgevaar, maar zonder geweld, vooraan meestreed in de burgerrechtenstrijd.119 Het Vrije Volk liet dus continuïteit zien, het bleef uiterst positief over

King en over zijn geweldloze methode.

Ook de Volkskrant was wederom uitgesprokener dan De Telegraaf. Zelfs in een gewoon nieuwsbericht gaf de krant een mening. Het bericht waarin werd medegedeeld dat King de Nobelprijs had gewonnen, had bijvoorbeeld de kop: geweldloosheid beloond. Later in dit artikel legde De Volkskrant nogmaals nadruk op zijn geweldloosheid door te stellen dat hij niet voor niets de bijnaam ‘de nieuwe Gandhi’ had.120

In een commentaar gaf de Volkskrant nog duidelijker zijn mening. King werd in dit stuk wederom in een traditie geplaatst met Gandhi. Volgens de krant had hij namelijk het passieve verzet gebruikt zoals ‘zijn grote voorganger’ Gandhi dat voorstond. In het artikel werd ook betoogd dat de Nobelprijswinst een erkenning en waardering was van ‘de grote verdiensten van het streven naar een vredelievende oplossing van geschillen’. Deze prijswinst bewees dat Kings betekenis ver buiten de grenzen van Amerika reikte.121 Het idee dat deze

burgerrechtenstrijder een betekenis had voor de hele wereld bestond dus binnen de Volkskrant niet alleen bij Rogier, maar was hoogstwaarschijnlijk wijdverspreid in de jaren 1964 en 1965. Trouw was de enige krant die over Kings Nobelprijswinst geen mening gaf. De krant schreef wel verschillende artikelen over de Nobelprijswinst en vond het hoogstwaarschijnlijk ook een belangrijke gebeurtenis. Het nieuwsbericht over de Nobelprijswinst stond namelijk op de voorpagina.122 Trouw vond het echter niet belangrijk genoeg om een commentaar of

profielschets over King te schrijven. Wat hier exact de reden voor was, is onduidelijk. Waarschijnlijk was het gewoonweg een uitzondering. Naar aanleiding van veel andere belangrijke gebeurtenissen in Kings leven schreef Trouw namelijk wel verschillende profielschetsen en commentaren.

118 Het Vrije Volk, 16 oktober 1964, 3. 119 Ibidem, 3.

120 De Volkskrant, 15 oktober 1964, 9. 121 De Volkskrant, 16 oktober 1964, 2. 122 Trouw, 15 oktober 1964, 1.

Ten slotte liet de televisieverslaggeving bijna hetzelfde patroon zien als bij de vorige gebeurtenis. Alleen in de journaals kwam Kings Nobelprijswinst aan de orde. Deze verslaggeving was, net als bij Trouw, neutraal.123

De Selmacampagne en de Alabama boycot

Tijdens de Selmacampagne en vooral tijdens Kings aankondiging van de Alabama boycot kreeg King voor het eerst in meerdere kranten kritiek. Bijvoorbeeld vanuit De Telegraaf. In het begin was de krant nog positief over hem. Zo stelde De Telegraaf op 20 maart dat hij door zijn grote naam, vlammende redevoeringen en magnetische leiderschap veel zwarten wist te overtuigen om zich te laten registreren als stemmer. Vervolgens zette de krant de demonstranten in Selma neer als de slachtoffers en de autoriteiten van Alabama als de slechte daders. De Telegraaf meldde dat er kritiek was op King omdat hij zelf niet aanwezig was bij een protestactie en omdat hij een andere protestactie niet door liet gaan. De krant wees er echter op dat de protestacties de federale wetten zouden overtreden en dat hij zelf de protestactie wel wilde leiden, maar tegengehouden was door zijn medewerkers.124 Hier stond

de krant dus nog achter King.

Een maand later was de toon echter veranderd. De Telegraaf was van mening dat Kings burgerrechtenacties soms te ver dreigden te gaan. De Alabama boycot zou bijvoorbeeld de burgerrechtenbeweging sterk verdelen. Bovendien zouden de door hem toegepaste methodes, van voortgezette betogingen en boycotten, meer kwaad dan goed doen bij de blanke bevolking. Dit terwijl het nu cruciaal was voor King om zich een weg te banen tot het hart van de blanke bevolking.125

De Telegraaf leverde ook kritiek op het feit dat King zich vaak met Gandhi vergeleek. De krant vond dit onterecht, omdat er grote verschillen waren. Gandhi verzette zich bijvoorbeeld tegen alle wetten, terwijl de dominee een onderscheid maakte tussen goede en slechte wetten. Daarnaast kreeg King volgens De Telegraaf het verwijt dat hij al naar een of twee dagen de cel verliet, terwijl Gandhi juist bleef zitten en bovendien in hongerstaking ging. De Telegraaf stemde in met deze Amerikaanse kritiek, door te wijzen op een dergelijk voorval in Florida.126

De Telegraaf had dus vooral kritiek op King, omdat sommige acties tegen gerechtelijke bevelen ingingen en zijn aanhangers zouden kunnen verdelen en wegdrijven.

123 NIBG ID 413222, Jaaroverzicht Journaal Buitenland 1964 (NTS), 31 december 1964, omtrent min. 23. 124 De Telegraaf, 20 april 1965, 7.

125 De Telegraaf, 23 april 1965, 9. 126 Ibidem, 9.

Deze rechtse krant, vond trouw aan de (federale) gerechtelijke macht duidelijk een belangrijk principe. Hoewel de krant over het algemeen een positief beeld had van King, waren er binnen deze krant dus ook bedenkingen bij zijn persoon. Van de Nederlandse kranten was De Telegraaf het meest kritisch. De Volkskrant deed echter, zoals zo dadelijk zal blijken, in 1965 ook een gooi naar die titel.

Het Vrije Volk zag de Selmacampagne en de Alabama boycot niet als momenten om kritiek te leveren. In verschillende commentaren plaatste de krant King wederom op een voetstuk. Zo werd hij onder meer omschreven als ‘het symbool van de negerrevolutie’ en werd er bewondering geuit voor zijn moed.127

‘Hij heeft ook de moed om vooraan te staan waar de klappen vallen. In de letterlijke zin van het woord. En dat maakt hem tot één van die mensen die werkelijk moed tonen. Een soort moed waarnaar onze wereld dorst.’128

Verder viel op dat King ook werd afgeschilderd als een nederig persoon. Volgens Het Vrije Volk stond bij hem de boodschap op de voorgrond en hijzelf op de achtergrond. In datzelfde commentaar werd tevens beweerd dat hij de zwarte bevolking niet gebruikte om zelf op de voorgrond te treden. Hij gebruikte zichzelf juist om de zwarte bevolking zich van hun mens-zijn bewust te laten maken.129 Voor Het Vrije Volk was King dus een martelaar die ten

koste van zichzelf de ander wilde verheffen.

Ten slotte bleek wederom dat voor Het Vrije Volk Kings geweldloosheid belangrijk was. Zijn geweldloosheid werd namelijk meerdere keren benadrukt. Zo stelde de krant onder meer dat zijn strijd heroïsch mag worden genoemd. Het was namelijk een strijd zonder ‘wapenen der barbaren’, maar met de geestelijke en lichamelijke inzet van de hele persoon.130 Het Vrije Volk bleef kortom, ook tijdens gebeurtenissen die voor andere kranten een reden waren kritiek te leveren, vol bewondering over King praten.

De Volkskrant sprak tijdens de Selmacampagne ook vol lof over King. In een commentaar werd hij bijvoorbeeld omschreven als de burgerrechtenleider die ‘met grote zelfbeheersing zijn devies van geweldloosheid trouw is gebleven’.131 De krant vond daarnaast,

anders dan De Telegraaf, dat zijn burgerrechtenacties in Selma wel gerechtvaardigd waren. Ze waren namelijk ‘de hefboom’ die president Johnson nodig had om eindelijk maatregelen te

127 Het Vrije Volk, 10 februari 1965, 2; Het Vrije Volk, 26 februari 1965, 3. 128 Het Vrije Volk, 10 februari 1965, 2.

129 Het Vrije Volk, 26 februari 1965, 3. 130 Het Vrije Volk, 11 maart 1965, 2. 131 De Volkskrant, 13 maart 1965, 10.

nemen tegen de Amerikaanse rassendiscriminatie.132

De Alabama boycot werd echter wel veroordeeld in de Volkskrant. In het commentaar waarin dit gebeurde, begon de niet nader genoemde auteur nog lovend over King. Hij stelde dat de dominee onbetwist het leiderschap over de zwarten naar zich toe had getrokken. Zijn acties ‘ademden waardigheid’ en zijn tactiek van geweldloosheid stond in schrille tegenstelling tot het geweld van zijn tegenstanders. Vervolgens vroeg de auteur zich echter af of een economische boycot zou helpen bij het oplossen van het rassenprobleem. Een boycot was namelijk onpersoonlijk en zou de zwarten nog het meest treffen. Daarnaast werd er nog een ander argument aangedragen.

‘Een boycot is nooit een sieraad voor hem die dit wapen gebruikt. De kruistocht van de Amerikaanse neger-apostel is te eerlijk en te oprecht om door een blinde actie, die een zekere vorm van geweldpleging inhoudt, te worden aangetast.’133

De Volkskrant sprak dus doorgaans nog vol bewondering over King. Het zag hem als de grote leider van de burgerrechtenbeweging en gebruikte zelfs Bijbelse termen om hem te beschrijven. Een boycot ging voor de Volkskrant echter te ver, vooral vanwege het daar aan vastzittende gewelddadige element. Dit laat wederom zien dat Kings geweldloosheid een belangrijke rol speelde in de bewondering die de Volkskrant voor King had.

Trouw reageerde op ongeveer dezelfde manier als de Volkskrant op de Selmacampagne en de Alabama boycot. De krant was erg enthousiast over de campagne, vooral over de afsluitende mars. In een commentaar stemde Trouw bijvoorbeeld in met een vergelijking van deze mars met de tocht van Mozes door de Rode Zee. Zelf voegde het daaraan toe dat de mars ook wel te vergelijken was met de tocht van Israël om Jericho heen. King en zijn mars werden dus door Trouw met meerdere belangrijke Bijbelse personen en