• No results found

Voor de kerk heeft dat ook gevolgen. Het is heel goed mogelijk dat mensen met een verstandelijke beperking de kerkdiensten bezoeken, mee willen doen in allerlei doordeweekse kerkelijke activiteiten en pastorale zorg en aandacht vragen.

Het lijkt haast niet mogelijk om de betrokkenheid van deze mensen te negeren – niet door de week en niet op zondag. En dat mag ook niet gezien het feit dat zij in de allereerste plaats mens zijn, door God geschapen naar Zijn beeld met wie Hij ook een relatie wil aangaan.

Al is er in de afgelopen jaren binnen de verschillende kerken heel wat op touw gezet voor deze mensen, toch is het taboe nog niet volledig doorbroken. Er is nog steeds een bepaalde schroom – en angst, misschien wel – om deze mensen de plaats te geven binnen de kerk die hen toekomt. Vaak wordt het wel geaccepteerd dat

mensen met een verstandelijke beperking in de kerkdienst aanwezig zijn, maar dan vaak nog niet als medemens, als medesubject, als evennaaste71. Er wordt nog vooral tegen deze mensen aangekeken als die zielige stakkers die het toch niet al te best getroffen hebben…

12.2.1. Waar gaat het om?

Betekent dat dan dat kerken alles zouden moeten aanpassen aan deze specifieke groep?

Nee, dat denk ik niet. We passen ons kerkelijk bezig zijn ook niet aan andere specifieke doelgroepen (ouderen, jongeren, asielzoekers, …) aan.

Belangrijk is wel om te kijken naar mogelijkheden om zoveel mogelijk mensen zo goed mogelijk thuis te laten voelen in de kerk en bij al het kerkelijk werk dat gebeurt. Om de woorden van Van der Werf nog maar eens aan te halen: “Als de kerkdienst

voluit kerkdienst is, is deze viering geschikt voor de geestelijk gehandicapten”72

(waarbij je voor geestelijk gehandicapten natuurlijk elke willekeurige doelgroep zou kunnen invullen…).

Het gaat in kerkdiensten om inclusiviteit. Er zijn verschillen in uiterlijk, verstandelijke vermogens, beleving en wat niet meer. Maar dat kan en mag er niet toe leiden dat

70

Drs. A. Trapman, De minste allermeest, 42.

71

Ibid. 43.

72

32 mensen zich – juist in de kerk – van elkaar afkeren of elkaar apart zetten als een doelgroep. We moeten op zoek naar manieren van vieren en ons geloof beleven die voor alle kerkgangers toegankelijk, herkenbaar en eigen kunnen worden en zijn. Kerkenraden en predikanten hanteren over het algemeen een vaste liturgische orde. Zo is dat ontstaan – door de eeuwen heen, en zo is men dat gewend – al jaren, decennia, eeuwen lang. Op zich is daar niets mis mee. Herkenbaarheid is belangrijk, zich thuis voelen in de kerkdienst ook. Veranderingen worden dan ook niet altijd even goed en met open armen ontvangen. Er is nogal eens sprake van wat huivering „voor al die veranderingen; moet dat nu allemaal?‟

Men zou zich kunnen afvragen of die bepaalde orde van dienst – die men al lange tijd gewend is – ook daadwerkelijk de hele gemeente aanspreekt. Soms zou men kunnen denken dat het allemaal wat statisch is en dat er weinig wisselwerking is tussen dominee en gemeente.

Zeker als het mensen met een verstandelijke beperking betreft. Zij kunnen zich nog wel eens wat verloren voelen; meer subject dan object.

Dat heeft vaak ook te maken met het feit dat lang niet alle predikanten feeling hebben met deze mensen. Ze weten vaak niet goed hoe hen te benaderen, hoe werkelijk aandacht te geven en hen te betrekken bij de verschillende onderdelen van een kerkdienst. Het lijkt soms veel gemakkelijker om hen als aanwezigen te

accepteren, maar verder niet meer dan dat.

Maar de kerk is een plaats van ontmoeten: ontmoeten tussen God en mensen, en ook tussen mensen onderling, of zij nu op de kansel staan, in de

(kerkenraads)banken zitten, of „gewoon‟ in de rijen. Er zou een wisselwerking moeten zijn die voor iedereen herkenbaar en acceptabel is om zich thuis te voelen.

12.3. Aanbevelingen.

Hoe zou dat er in een gewone zondagmorgendienst er uit kunnen zien? Meestal wordt er een vaste orde van dienst gebruikt.

Vaak hebben de Tien Geboden een plek in de liturgie. De woorden klinken ons bekend in de oren; we kunnen ze – zeker als we al wat ouder worden – haast letterlijk in onszelf meezeggen (al is dat vandaag de dag wel afhankelijk van de Bijbelvertaling die gebruikt wordt). Ook voor mensen met een verstandelijke beperking kunnen de woorden en klanken herkenbaar zijn, al zullen zij niet alle woorden even goed begrijpen.

Tegenwoordig wordt er in steeds meer kerken gebruik gemaakt van een beamer om daarmee de liederen en Schriftlezing(en) te projecteren die gezongen en gelezen worden in de dienst. Het gebeurt zelfs al dat predikanten hun preek af en toe ondersteunen met kernwoorden, foto‟s of afbeeldingen die via de beamer voor iedereen zichtbaar zijn.

Het zou een idee kunnen zijn om – in eerste instantie bijvoorbeeld één keer per maand – de Tien Geboden te ondersteunen met visueel materiaal, geprojecteerd via de beamer. Dat zal overigens niet alleen voor mensen met een verstandelijke

beperking verhelderend werken!

Natuurlijk zijn er gemeenten waar men (vooralsnog) absoluut tegen het gebruik van bijv. een beamer in de kerkdienst is. Dergelijke gemeenten kunnen er dan voor kiezen om het alleen bij woorden te laten, maar ook een mogelijkheid is om via (grote) platen de Tien Geboden te ondersteunen.

33 Bij het gebruik van de Tien Geboden in een zogenaamde aangepaste dienst kan de voorganger een inleidende vraag stellen of opmerking maken waarbij duidelijk wordt dat de Tien Geboden als een leidraad willen zijn voor elke dag, om zo goed mogelijk te doen wat God van ons vraagt.