Hoofdstuk 8. Het toekomstperspectief: De consument bepaalt, groei vrije sector huursector 57
8.2 Kansrijke ontwikkelingen 57
Factoren die de toekomstige vraag naar vrije sector huurwoningen beïnvloeden
De ontwikkelingen in de koop-‐ en sociale huur sector (afbouwen koopstimuleringsmaatregelen, beperking en het afbakenen van de taken van de woningbouwcorporatie) zorgen de komende jaren voor een groeiende vraag naar een alternatief, de vrije sector huurwoning. Een aantal factoren en ontwikkelingen versterken de vraag naar vrije sector huurwoningen of hebben anderszins impact hierop. Onderstaand worden de belangrijkste omschreven.
Huidige omvang vrije sector
Het aandeel vrije sector huurwoningen in eigendom van institutionele beleggers bedraagt slechts 1% (135.000 eenheden) van de woningvoorraad. De vrije sector in zijn geheel bedraagt slechts 5% van de woningvoorraad. Dit is in internationaal perspectief een klein aandeel. Omdat de vrije sector momenteel klein is zorgt een relatief kleine verschuiving, bijvoorbeeld 5% van de woningvoorraad al voor een verdubbeling van de gehele vrije sector. Een verschuiving van 1% van de woningvoorraad richting de vrije sector (in bezit van institutionele beleggers), zorgt al voor een verdubbeling van vrije sector woningen in eigendom van institutionele beleggers.
Eigendomsneutraal overheidsbeleid
De overheid streeft naar een eigendomsneutraal beleid. Het beleid is erop gericht voorwaarden te scheppen om de consument keuzemogelijkheden te bieden. Hier is in de praktijk decennialang geen sprake van geweest.
Verhuis en arbeid flexibiliteit
De consument wenst (deels noodgedwongen) steeds flexibeler te wonen. Een huurwoning is een woonvorm die hier naadloos op aansluit. De trends die de mate van flexibiliteit beïnvloeden zijn onder andere de arbeidsflexibiliteit (kortlopende contracten en het wisselen van de werkomgeving) en de impact van de crisis.
Mogelijkheden huur-‐ versus koopwoning
Ğ ĐƌŝƐŝƐ ŚĞĞĨƚ ŐĞƌĞƐƵůƚĞĞƌĚ ŝŶ ďĞǁƵƐƚǁŽƌĚŝŶŐ ǀĂŶ ĚĞ ƌŝƐŝĐŽ͛Ɛ ǀĂŶ (hypothecaire) krediet verstrekking bij consumenten, banken en de overheid. Nadat de huizenprijzen zijn gedaald is gebleken dat (anno 2013) 1,4 miljoen huishoudens een hypotheek hebben die onder water staat. De politiek heeft diverse maatregelen ŐĞŶŽŵĞŶ ;ŝŶƉĞƌŬĞŶ >d/͕ >dsͿ ĚŝĞ ĞƌǀŽŽƌ ŵŽĞƚĞŶ njŽƌŐĞŶ ĚĂƚ ďĂŶŬĞŶ ͚ŐĞnjŽŶĚĞƌ ǁŽƌĚĞŶ͛ ĞŶ ŽǀĞƌ ŵĞĞƌ ĞŝŐĞŶ
Het toekomstperspectief 58
vermogen beschikken. Daarnaast wordt de hypotheekrenteaftrek de komende 30 jaar afgebouwd met 0,5% per jaar. De consument heeft hierdoor weliswaar meer keuzemogelijkheden en meer zekerheden (minder schuld, meer aflossing), maar tegelijkertijd minder mogelijkheden op de hypotheekmarkt(lagere hypotheeksom).
Vermogensopbouw risico koopwoning
De prijsdaling op de koopmarkt vanaf 2008 heeft ervoor gezorgd dat de consument bewuster is als het gaat om het risico van een koopwoning. De vraag is hoelang consumenten bij aantrekken van de koopmarkt zich bewust ;ǁŝůůĞŶͿďůŝũǀĞŶǀĂŶĚĞnjĞƌŝƐŝĐŽ͛Ɛ͘
Woontekort en toename aantal huishoudens
Er is sprake van een woontekort op landelijk niveau van circa 2,2%, voornamelijk in de sterk stedelijke gebieden. In de periode 2014 tot en met 2025 bedraagt de geprognosticeerde huishoudensgroei 8,2%. Mede als gevolg van deze huishoudenstoename loopt het woontekort op landelijk niveau op tot 3,73%. Hierdoor neemt de vraag naar woningen structureel toe.
Leeftijdsgroepen op de woningmarkt
Jongeren en starters met een midden-‐ tot hoog inkomen zullen als gevolg van de beperkte mogelijkheden op de financieringsmarkt en de gewenste flexibilisering langer blijven huren alvorens een woning te kopen of wellicht zelfs een voorkeur houden voor huur. Daarnaast neemt het aantal ouderen relatief sterk toe. Een gedeelte van deze groep wil dichtbij de (zorg)voorzieningen wonen en het kapitaal dat zij middels een koopwoning hebben opgebouwd consumeren. Zowel jongeren als de groep ouderen gaan dus in toenemende mate huren.
Urbanisatie en concentratie in stedelijk gebied
Er is sprake van een trek van huishoudens richting het stedelijk gebied. Waarbij niet alleen de stad maar ook de agglomeratie op basis van het aantal huishoudens groeit. De agglomeraties hebben een grote aantrekkingskracht op gezinnen. In de stedelijke gebieden ligt het inkomen relatief hoog. Ook in krimpgebieden speelt de stedelijke hiërarchie een belangrijke rol en bieden alleen de stadsgewesten beperkte kansen.
Inkomenstoets sociale huursector
De inkomenstoets bij woningcorporaties, die geldt bij het afsluiten van het huurcontract dient ervoor te zorgen dat de gereguleerde huurwoning bewoont wordt door de primaire doelgroep (laagste inkomenscategorie volgens het doelgroep huurbeleid). Deze inkomenstoets zorgt ervoor dat er minder huishoudens met een midden of hoog inkomen worden toegelaten tot een gereguleerde huurwoning.
Factoren die het toekomstige aanbod van vrije sector huurwoningen beïnvloeden
Mede door bovenstaande factoren, die de vraag naar vrije segment huurwoningen beïnvloeden, hebben de institutionele beleggers meer interesse in dit segment. Daarnaast spelen de onderstaande aanbodfactoren een rol in de mate waarin de institutionele beleggers daadwerkelijk gaan investeren in het middensegment.
Prijsontwikkeling
De woningprijs is sinds de kredietcrisis met circa 16,5% gedaald. Anno mei 2014 is de gemiddelde woningprijs echter gestabiliseerd en in veel buurten en wijken zelfs weer licht gestegen (landelijk met 1,5%). Daarnaast neemt het aan transacties toe. Dit impliceert dat de woningprijzen het dieptepunt hebben bereikt waardoor het aantrekkelijk kan zijn om in te stappen. Als institutionele belegger heb je namelijk een relatief grote kans op een positief indirect rendement. Dit komt het totaal rendement op een portefeuille logischerwijs ten goede.
Liberalisatiepotentieel en aankoopmogelijkheden
In potentie is er op basis van het aantal punten in het woningwaarderingsstelsel (in bepaalde gebieden) een groot aantal te liberaliseren corporatiewoningen (880.000 eenheden). De praktijk moet uitwijzen hoe groot dit liberalisatiepotentieel daadwerkelijk is. Dit hangt onder andere af van de markthuur in relatie tot de liberalisatiegrens. Deze woningen kunnen door intreding van de circulaire verkoop corporatiewoningen vereenvoudigd worden overgenomen. Indien het aanbod aansluit op de wensen van de belegger kan dit een versneld effect hebben op de groei van de vrije sector.
Verhuurderheffing en inkomensafhankelijke huurverhoging
De verhuurderheffing in relatie tot de door te berekenen inkomenafhankelijke huurverhoging zorgt ervoor dat beleggers minder interesse hebben in het gereguleerde segment. In het gereguleerde segment gaan de rendementen namelijk als gevolg van deze regelgeving omlaag. Dit heeft gevolgen voor de rendement op de (woning)portefeuille. De prijs/kwaliteit verhouding van de gereguleerde huurwoning en een eventueel beschikbare vrije sector huurwoning zullen gaan bepalen of de huurder de overstap wil maken naar de vrije sector.
Investeringskaders
Institutionele beleggers richten zich voor een groot deel op het sterk verstedelijkte gebied, mede omdat hier het inkomen relatief hoog ligt en het aantal huishoudens zal toenemen. Grootschalige uitbreidingslocaties komen het komende decennia minder voor. Binnenstedelijke ontwikkelingen zullen daarentegen in toenemende mate de dagelijkse praktijk worden. Omdat de bouwproductie lastiger faseerbaar is wordt het voor ontwikkelaars interessanter om beleggers juist in de binnenstedelijke projecten te betrekken.