• No results found

Kanje dat niet verstaen ick wel, Nieukoop is een Dorp het geeft gheen Sparendams geldt,Sparendams geldt: Na de verzanding van de oude Rijnmonding bij Katwijk

liep de Rijnlandse uitwatering via Spaarndam. Voor nieuwe sluizen e.d. dienden

gemeenten per morgen land een zeker bedrag te betalen via de hoogheemraden die

het college van Rijnland vormden (Giebels 1994). Nieuwkoop echter bekleedde

hierin een uitzonderingspositie. De gemeente had vrije uitwatering in de Rijn in ruil

voor wat onderhoudsklusjes aan polderkaden en watergangen. Het verhaal hierachter

is, dat Nieuwkoop vanouds tot het Grootwaterschap Woerden behoorde. Toen

Woerden na 1366 in de IJssel ging lozen, scheidde het zich van Rijnland af en

behoorde Nieuwkoop noch tot het ene noch tot het andere hoogheemraadschap.

Vervolgens is er een minnelijke schikking getroffen, zodat Nieuwkoop via de Meije

vrij kon uitwateren in de Rijn. Deze schikking heeft eeuwenlang voor conflicten

gezorgd tussen Rijnland en Nieuwkoop. dienvolgens laegh int ongelt,laegh int ongelt:

weinig belasting betalend (WNT X, 1607). als hy een beleeftbeleeft: zachtzinnig,

goedertieren (WNT II, i, 1685-1687). Man was als HensbeeckHensbeeck: Heijndrick

Dircksz van Hensbeek. Baljuw van Nieuwkoop en Noorden van 1620 tot 1628

(Jansen/Verlooij 1996: 134). wel eer plach te wesen soo souder weynich ongelt te

gheven wesen, maer nu dien BelBel: afkorting van Belsbuyck (= Beëlzebub). soo

aengaet,aengaen: tieren, razen (WNT I, 130). want hy heyt veel Priesterspriester:

iemand die zich aan iets wijdt, bijv. kunst (WNT XII, ii, 4121-4124). Hier wellicht

bedoeld als ironische toespeling op het oogluikend toegelaten katholicisme. Van

Sevenhoven was waarschijnlijk katholiek en wordt hier als duivelse leider van andere

slechterikken in het dorp gevisualiseerd. te houwen;houwen: onderhouden (WNT

VI, 1143). hij heyt een Dorps Schuyt laten maecken tot sijn gerijf, die kan alleen niet

varen, 't Dorp moet Schuyt en Schippers betalen, en noch Waghen en Paerden half

ten tijdt daer by, dats een: en ten anderen 1700. gulden verteert in de gouwe Waghen

op een jaer, en dan noch op andere plaetsen de Teer-kosten:teer-kosten: verblijfskosten

(WNT XVI, 1219). ten derden 1700. gulden voor sijn salaris in een jaer, en dan de

Secretaris die hy mee bedurven heyt, (het jammert mijn van dien Man die was te

vooren goet, en ick meen dat moch wel gaen sou waren wy dien Belsbuyck quijt)

ettelijckeettelijk: in een vrij groot aantal; tal van; verscheidene (WNT III, 2-3, 4259).

hondert gulden, dat maeckt te samen ettelijcke duysent guldens alle jaer aen kosten

op het Dorp; en ten is oock geen nieuw dat het hoogh loopt,hoogh loopen: hoog

oplopen. want soo als hy aengaet, kan 't niet minder wesen: want 't is al een out

spreeck-woort onder de Geleerde Fit cito per multas, preda petita manus.Fit cito per

multas, preda petita manus: de bron voor dit Latijnse citaat is Ovidius, Amores 1, 8,

92.

Dat is:

Haest wordt den Roof groot, my gelooft: Die met veel handen is gerooft.

In sommain somma: kortom (WNT XIV, 2508). dat komt al op de

Morgen-TalMorgen-Tal: het getal morgens in een gemeente of polder waarover de

belasting wordt omgeslagen (WNT IX, 1143). en Ingesetenen aen, dat maeckt dan

dat de Stee-luy, al komter al een Bruyckweer LandtsBruyckweer Landts: (pacht)hoeve

met bijbehorende landerijen (WNT III, i, 1654). te koop, daer niet na om-sien willen,

gelijcksegelijck: zoals (WNT IV, 1177). aers wel doen souwen, of sy moetent soo

veel minder koopen als recht heen: en de Inwoonders verarmen te met door al het

geven en dat in dese dieren tijdt;dieren tijdt: tijd dat de levensmiddelen duur zijn

(WNT III, 2-3, 2583). en dan als 't niet precijs op die Sit-dagenSit-dagen: dagen

waarop de zittingen gehouden werden. betaelt wordt, ghelijck het somtijdts beurt dat

de Luy 't geldt niet en hebben dat sy haer Turff soo ratrat: rap. niet verkoopen en

konnen, komen datelijck met een Deurwaerder daer after her,after her: achter hem

aan (WNT VI, 581). enen: waardoor. de onkosten viermael grooter ghemaeckt als

de schult, jae somtijdts achtmael grooter: jae 't is ghebeurt dat daer waren die 't gelt

geleent hebben en hadden betaelt, anderwerfanderwerf: wederom (WNT II, 1-2,

443). hebben met groote kosten moeten betalen om dat sy niet tegen hem opstaen

konnen met pleyten; jae daer zijnder geweest die 't bewijsen konnen dat sy betaelt

hadden, en dat is alle jaer weer an:dat is ... an: dat is aan de gang (WNT I, 50). jae

hy heeft een Huys by parate Executieparate executie: vonnis of beslag, dat zonder

verdere vorm van proces ten uitvoer kan worden gelegd. doen verkoopen om een

Kroon of Rijcksdaelder van ongelt, tot merckelijcke schade van de Crediteuren die

daer by te kort gekomen zijn, ten was te vooren by Mans leven in Nieukoop niet

ghebeurt, en dat heyt dit Beest edaen, soo dat het Landt soo doende al meer of

slaetafslaen: in waarde verminderen (WNT I, Suppl., 671). als Melten-buer eseyt

heyt.

Goos.

Ick loof wel dat het geen goet daer in en doet, maer 't scheelt soo veel niet, je moet

wat oversienoversien: door de vingers zien (WNT XI, 2253). hy is nog jongh, 't is

gemeenlijckgemeenlijck: gewoonlijk, doorgaans (WNT IV, 1380). met de

Officiersofficier: een ieder die een ambt bekleedt, bijv. baljuw, schout (WNT X, 96).

soo, alsser eersteerst: voor het eerst (WNT III, 2-3, 3921). aen komen dan is 't

quaetste,quaetste: ergste. hout maer moet, 't sal wel beteren, hy sal beginnen te denken

aen 't oude spreeck-woordt, dat in Politijcke Regeringhe behoort plaets te hebben,

salus populi supremo lex esto.salus populi supremo [= suprema] lex esto: het welzijn

van het volk moet de hoogste wet zijn. De bron voor dit Latijnse citaat is Cicero, De

legibus 3,3,8. Dat is: laet 'sVolcks Heyl de hoochste Wet

A4r

zijn. En hy hout weer goe Regelregel houden: regels stellen (WNT cd-rom). in 't

Dorp, daer wordt nu soo niet gestruyckrooft als 't plach,als 't plach: zoals dat

regelmatig gebeurde (WNT XII, i, 2498). noch geen schelmery bedreven, noch gheen

Glasenglazen: ruiten. gesmeten, daer moetje oock om dencken.

Melt.

Daer is geen beteren an, ick vrees dattet al in 't gebeent is; de Boeren hebben voor