• No results found

2.1 Milieuzonering

De VNG-publicatie "Bedrijven en Milieuzonering" is een handreik ing voor milieuzonering in de ruimtelijk e planvorming. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen k rijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven gesitueerd worden.

Het waar nodig ruimtelijk scheiden van bedrijven en woningen bijnieuwe ontwik k elingen dient twee doelen:

 het reeds in het ruimtelijk spoor voork omen of zoveel mogelijk beperk en van hinder en gevaar voor woningen;

 het tegelijk daarmee aan de bedrijven voldoende zek erheid bieden dat zijhun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden k unnen uitoefenen.

De VNG-publicatie legt niet vast wat wel en niet is toegestaan. Een gemeente beslist zelf of ze op een bepaalde locatie bedrijven of woningen mogelijk wil mak en (gemeentelijk e beleidsvrijheid). De gemeente dient dit wel op een zorgvuldige wijze af te wegen en te verantwoorden. De handreik ing is een hulpmiddel om de afstanden tussen bedrijvigheid en woningen concreet voor een locatie in te vullen (maatwerk ).

Milieuzonering is van belang bijde toetsing van de toelaatbaarheid van concrete activiteiten. Ten behoeve van de omgevingsvergunning dient, zo nodig met gedetailleerd onderzoek , vooraf te worden beoordeeld of vestiging van de sloephaven haalbaar is. Daarbijis een gemotiveerd antwoord nodig op de volgende vraag:

 Kan de sloephaven aan de Borneosteiger worden gevestigd, zonder ongewenste milieubelasting voor de omgeving te veroorzak en?

2.1.1 Stappenplan geluid

Beantwoording van deze vraag geschiedt bijvoork eur via de volgende stappen:

1. inventariseerde gevoelige functies in de omgeving van de locatie;

2. bepaal de richtafstand voor de sloephaven en vergelijk deze met de daadwerk elijk e afstand tot de gevoelige functies;

3. indien de richtafstand groter is dan de feitelijk e afstand:

a. pas het plan voor de haven aan; of

b. doe nader onderzoek en ga na wat de werk elijk e bedrijfsactiviteiten zijn en of dit tot k leinere richtafstanden leidt.

De milieuzones en de feitelijk e milieubelasting, aangevuld met een beleidsmatig en eventueel bestuurlijk oordeel over de wenselijk e ontwik k elingsmogelijk heden voor bedrijven, bepalen de mogelijk heden voor de sloephaven (uitwaartse zonering).

2.1.2 Beoordelingskader Wet ruimtelijke ordening

In stap 3 k an ook nader milieutechnisch (ak oestisch) onderzoek noodzak elijk zijn. In dat geval dient de geluidbelasting ten gevolge van het nieuw te realiseren bedrijf op de betreffende woningen te worden getoetst aan de geluidnormen die voor het bedrijf gelden op basis van de milieuwetgeving

Het toetsingsk ader voor geluid bestaat uit vier stappen waarbijper stap de geluidbelasting groter wordt

en daarmee de onderzoek s- en motiveringsplicht.

Stap 1: Indien de richtafstand voor het aspect geluid niet wordt overschreden, k an verdere toetsing voor het aspect geluid in beginsel achterwege blijven: inpassing is mogelijk .

Stap 2: Indien stap 1 niet toereik end is, dan is inpassing mogelijk bijeen geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in een gebiedstype rustige woonwijk van maximaal:

 45 dB(A) langtijdgemiddeld beoordelingsniveau;

 65 dB(A) maximaal (piek geluiden);

 50 dB(A) ten gevolge van verk eersaantrek k ende werk ing.

Stap 3: Indien stap 2 niet toereik end is, is inpassing mogelijk bijeen geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in gebiedstype rustige woonwijk van maximaal:

 50 dB(A) langtijdgemiddeld beoordelingsniveau;

 70 dB(A) maximaal (piek geluiden);

 50 dB(A) ten gevolge van verk eersaantrek k ende werk ing.

Het bevoegd gezag dient echter te motiveren waarom het deze belasting in de concrete situatie mogelijk acht, waarbijtevens de cumulatie met eventueel reeds aanwezige geluidbelasting moet worden betrok k en.

Stap 4: Bijeen hogere geluidbelasting dan aangegeven in stap 3 zal inpassing doorgaans niet mogelijk zijn. Indien het bevoegd gezag niettemin tot inpassing wil overgaan, dient het dit grondig te onderzoek en, onderbouwen, en motiveren waarbijtevens de cumulatie met eventueel reeds aanwezige geluibelasting moet worden betrok k en.

2.2 Toetsingskader Wet Milieubeheer

2.2.1 Inrichting

Overeenk omstig de Wabo (onderdeel het Besluit omgevingsrecht Bor, bijlage 1) is een sloephaven als een vergunningplichtige inrichting te zien. Daarmee is een omgevingsvergunning onderdeel milieu -aan de orde, waarbijdan ook voor geluid maatwerk voorschriften van toepassing zijn. Die

maatwerk voorschriften vinden hun afweging/afleiding uit de VROM-publicatie van ok tober 1998: de 'Handreik ing Industrielawaai en Vergunningverlening'. Doel van deze Handreik ing is een hulpmiddel te bieden bijhet voork omen en beperk en van hinder door industrielawaai. De Handreik ing geeft de volgende werk wijze aan voor het toetsen van de geluidbelasting van inrichtingen.

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) Voor nieuwe inrichtingen:

bijde eerste toetsing hanteert men de waarden van tabel 2.1;

 overschrijding van deze richtwaarden k an toelaatbaar zijn op grond van een bestuurlijk afwegingsproces;

 een belangrijk e rol daarbijspeelt het bestaande referentieniveau van het omgevingsgeluid;

 als maximum niveau geldt de "etmaalwaarde" van 50 dB(A) op de gevel van de dichtstbijzijnde woningen of het referentieniveau van het omgevingsgeluid.

Voor het bovenstaande geldt steeds dat een verhoging van de richtwaarden alleen k an worden

toegestaan na toepassing van de Best Bestaande Techniek en (BBT).

Tabel 2.1 Richtwaarden voor woonomgevingen

De aard van de omgeving van de Borneosteiger sluit het beste aan bij"Woonwijk in stad".Op basis hiervan wordt als toetsingswaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau L

Ar,LT

ter plaatse van woningen van derden gehanteerd:

• 50 dB(A) in de dagperiode van 7:00 uur tot 19:00 uur;

• 45 dB(A) in de avondperiode van 19:00 uur tot 23:00 uur;

• 40 dB(A) in de nachtperiode van 23:00 uur tot 7:00 uur.

Maximaal geluidniveau (LAmax)

De Handreik ing Industrielawaai en Vergunningverlening gaat niet expliciet in op de aanbevolen grenswaarden voor wat betreft het maximale geluidniveau. In hoofdstuk 4 wordt aangeduid dat zolang er geen gemeentelijk e nota industrielawaai is vastgesteld, de Circulaire industrielawaai, ministerie van VROM, 1 september 1979, k an worden toegepast.

In de Circulaire wordt aanbevolen om in beginsel te streven naar het vermijden van incidentele

verhogingen van het geluid groter dan 10 dB ten opzichte van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau over de betreffend periode.

Als L

Amax

geldt voor de nachtperiode de waarde van 60 dB(A) en voor de avondperiode 65 dB(A). Als L

Amax

voor de dagperiode geldt 70 dB(A). Uit jurisprudentie blijk t dat deze waarden voor het L

Amax

in de regel een voldoende beschermingsniveau bieden. De waarde van 70 dB(A) mag met een maximum van 5 dB worden overschreden in bepaalde in de vergunning aangegeven bedrijfssituaties, dit ter

beoordeling van het bevoegde gezag.

In hoofdstuk 3 van de Handreik ing Industrielawaai en Vergunningverlening wordt daarnaast aangegeven dat in de nachtperiode onder specifiek e voorwaarden maximale geluidniveaus tot 65 dB(A) k unnen worden toegestaan en dat in de dagperiode maximale geluidniveaus die niet worden veroorzaak t door de hoofdactiviteit van het bedrijf k unnen worden uitgezonderd van voorschriften (o.a. laden- en lossen van goederen op terrein van de inrichting).

Op basis hiervan wordt voor de maximale geluidniveaus ter plaatse van woningen van derden in eerste instantie getoetst aan:

• 70 dB(A) in de dagperiode van 7:00 uur tot 19:00 uur;

• 65 dB(A) in de avondperiode van 19:00 uur tot 23:00 uur;

• 60 dB(A) in de nachtperiode van 23:00 uur tot 7:00 uur.

2.2.2 Verkeersaantrekkende werking

In k ader van de vergunning Wet milieubeheer dient men ook te bepalen wat de ak oestische invloed is vanwege het verk eer van en naar de inrichting. In de Handreik ing industrielawaai en vergunning wordt aangegeven dat de reik wijdte van de vergunning beperk t is tot het gebied waarbinnen het

inrichtingsverk eer als zodanig herk enbaar is en nog niet opgaat in het beeld van het omgevingsverk eer.

Dit wordt in de Handreik ing Industrielawaai en Vergunningverlening o.a. vertaald als het traject

waarbinnen het inrichtingsverk eer nog op snelheid k omt of afremt, of het traject tot de eerste k ruising

met een hoofdweg.

De Circulaire geluidhinder veroorzaak t door wegverk eer van en naar de inrichting, ministerie van VROM, 29 februari 1996, sluit voor de beoordeling van de verk eersaantrek k ende werk ing aan bijde systematiek ingevolge de Wet geluidhinder.

Dit houdt in dat alleen het equivalente geluidniveau wordt getoetst. Hiervoor geldt een

voork eurgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde en een maximale grenswaarde van 65 dB(A).

Voor de sloephaven is voor het toetsingsk ader van het verk eer van boten van en naar de haven aangesloten bijde Circulaire voor wegverk eer, waarbijhet equivalente geluidniveau in eerste instantie getoetst wordt aan:

• 50 dB(A) in de dagperiode van 7:00 uur tot 19:00 uur;

• 45 dB(A) in de avondperiode van 19:00 uur tot 23:00 uur;

• 40 dB(A) in de nachtperiode van 23:00 uur tot 7:00 uur.