• No results found

Jaardag Nationale Academie voor Crisisbeheersing

Crises worden steeds complexer en grootschaliger. Ze gaan letterlijk en figuurlijk over grenzen heen. Ruim 150 professionals vanuit de nationale crisisorganisatie en verschillende partners in de regio deelden 19 september nieuwe inzichten en keken vooruit naar het nieuwe programma van de Nationale Academie voor Crisisbeheersing (NAC) - voorheen de NCC Academie. Aan de vooravond van nieuwe dreigingen en uitdagingen werd heldere taal gesproken…

Foto’s: Robert Huiberts

Media en overheid: zes tips om samen sterker te staan

Het belang van de informele relaties binnen netwerken, klonk Marcel Gelauff, hoofdredacteur NOS Nieuws, als muziek in de oren. In de crisiscommunicatie hebben de NOS en de overheid een gedeeld belang: het feitelijk en correct informeren van het publiek. Met de komst van social media is crisisbeheersing en -communicatie compleet veranderd. Burgers zijn journalist geworden.

Dat vraagt om een andere manier van reageren door de overheid. Juist in de voorfase kunnen media en overheid van gedachten wisselen en achtergrond-informatie delen. Gelauff gaf het publiek nog een zestal tips mee om samen sterker te staan in tijden van crises:

1. denk met de pers mee: vraag je af wat de NOS nodig heeft;

2. wees zichtbaar, toegankelijk en aanspreekbaar;

3. leg uit wat je weet en vooral wat je niet weet;

4. spreek de taal van je publiek;

5. lever regelmatig updates;

6. let op belangrijke deadlines.

“Het speerpunt van nu is communicatie en dat brengt beide werelden nader tot elkaar. De deur van de NOS staat open”, zo besloot Gelauff. Een eerste handreiking om samen verder te komen is gedaan.

Een adequaat crisisapparaat: verstaat u uw vak?

Nationale veiligheid is één van de speerpunten van dit kabinet. Volgens minister Opstelten is bundeling van krachten met alle partijen noodzakelijk om problemen zoals cybersecurity, cybercrime terrorisme en radicalise-ring aan te pakken. Zoiets kan per definitie alleen in de vorm van een netwerkgerichte samenwerking tussen nationale en internationale, publieke en private partijen.

Voor de nationale veiligheid is een adequaat crisis-apparaat onontbeerlijk. Zo is minister Opstelten van mening dat een crisisorganisatie valt of staat met medewerkers die op hun taak zijn berekend. Een goede voorselectie van mensen is essentieel: zijn ze crisis-bestendig en verstaan ze hun vak? De minister sloot zijn toespraak af met een verwijzing naar Plato, die het ambitieniveau weergeeft van de organisatie:

“Opleiding, dat was waar de Griekse filosoof Plato zich mee bezighield. Zijn leerlingen kwamen samen in een openbare tuin in Athene, de “Akademeia”, dat nadien het algemene woord is geworden voor plaatsen van wetenschap, studie en opleiding.

Een passende naam dus voor de ambitie van de Nationale Academie voor Crisisbeheersing om crisisbeheersing verder te professionaliseren”.

Kerncompetenties: daadkracht, durf en moed Maureen Sarucco, voormalig directeur Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam, stelde dat Panel met van links naar rechts: Dick Schoof (NCTV), André Kleinmeulman (pSG VWS), Erik Akerboom (SG Defensie), André van der Zande (DG RIVM) en Marcel Gelauff (NOS Nieuws)

we ervan doordrongen moeten zijn dat de informatie op het moment van crisis, nooit volledig is. Besluitvorming valt of staat met een gedegen informatieanalyse die vooraf georganiseerd dient te worden. Ze sprak over kerncompetenties waaraan de crisisprofessional moet voldoen. Na ruim 30 jaar crisisbeheersing in Amsterdam had Sarucco geleerd dat de meest belangrijke eigen-schappen zijn: daadkracht, durf, en moed om af te wijken van procedures daar waar nodig. Een crisis-professional houdt overzicht, kan snel schakelen en is een bruggenbouwer.

Ervaring als beste leermeester

De vraag is hoe mee te bewegen met veranderingen in de samenleving en als gevolg daarvan het manifesteren van andere risico’s? Tijdens een levendig slotdebat tussen Erik Akerboom (SG Defensie), Marcel Gelauff, André Kleinmeulman (plv. SG ministerie VWS), Dick Schoof en André van der Zande (DG RIVM) waren allen het met elkaar eens over het antwoord op die vraag:

de ervaring als beste leermeester. Het gaat om ervaring in het beheersen van crises, het evalueren van crises en het trekken van lessen uit crises of het doen van oefeningen. Dit zijn sleutelbegrippen voor een optimale voorbereiding in de crisisbeheersing. Het panel was het erover eens dat ‘van elkaar leren’ nog te vaak binnen de eigen kleine kringen gebeurt, in plaats van tussen departementen. Bovendien worden lessen niet altijd

‘gefiled’. Mentorschap en meer training voor en met bestuurders tot aan het kabinet zou het antwoord hierop kunnen zijn.

De NAC heeft de afgelopen jaren een gedegen oplei-dingsprogramma aangeboden en zal dit in de toekomst blijven doen, zij het in aangepaste vorm. Altijd meebe-wegend en inspelend op de behoeften en wensen van haar doelgroep: de crisisfunctionarissen van alle departe-menten, en een toekomstige verbreding naar private partijen, de vitale sector en de media. Beweegt u met ons mee?

Wat is de Nationale Academie voor Crisisbeheersing?

De Nationale Academie voor Crisisbeheersing (NAC) is onderdeel van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De NAC richt zich op de verdere professionalisering van de nationale crisisorganisatie. Het doel van de NAC is functionarissen, die binnen overheidsorganisaties belast zijn met risicobeheersing en crisiscoördina-tie, voor te bereiden op hun rol en taken op dit terrein. Het leeraanbod van de Academie is optimaal toegespitst op de doelgroep en biedt opleidingen, trainingen en oefeningen gericht op het individu en het team. Daarnaast richt de NAC zich op het testen, evalueren en leren van lessen uit oefeningen en crises.

Voor meer informatie stuur een mail naar nac@nctv.minvenj.nl of zie www.nctv.nl/nac

Bob de Graaff,

hoogleraar inlichtingen- en veiligheidsstudies aan zowel de Universiteit Utrecht als de Nederlandse Defensie Academie te Breda.

Hij is auteur van ‘Op weg naar Armageddon. De evolutie van fanatisme’.

Kant niet kon voorzien hoe de wereld er ruim twee eeuwen na zijn voorspelling uit zou zien. Andere volgen uit het feit dat aan Kants voorwaarden niet is voldaan.

Men zou zelfs kunnen stellen dat niet de eeuwige vrede, maar de eeuwige oorlog is uitgebroken.

Nieuwe oorlogen

De belangrijkste reden is dat de realiteit en de opvatting van oorlog zijn verschoven. In zijn illustere boekje geeft Kant geen definitie van het begrip oorlog, maar het is duidelijk dat hem een conflict voor ogen stond tussen twee staten of naties die elkaar te land of over zee konden bevechten. Het in 1832 verschenen standaard-werk Vom Kriege (Over de oorlog) van de eveneens Pruisi-sche Carl von Clausewitz ging echter uit van een veel bredere opvatting van oorlog, die veel beter aansluit bij de werkelijkheid van nu. Oorlog was volgens Von Clausewitz ‘een gewelddadige handeling om de tegen-stander te dwingen onze wil in vervulling te doen gaan’.

In het licht van recente ontwikkelingen ontkomen we er niet aan om te tenderen in de richting van de ruimere definitie van oorlog. Zoals gezegd, nam na de Koude Oorlog het aantal intrastatelijke conflicten toe. Zulke typen oorlogen staan bekend om hun relatief lange duur ten opzichte van conflicten tussen staten.

Sinds de aanslagen van 11 september 2001 (‘9/11’) in New York en Washington D.C. kennen we bovendien een war on terror(ism), die veel reëler is dan sommigen dachten toen de Amerikaanse overheid die term lanceerde. Voor die oorlog werd voor het eerst in het bestaan van de NAVO artikel 5 van haar Handvest ingeroepen. Op de aanslagen volgden twee oorlogen, in Afghanistan en Irak, die op het Vietnamconflict na de langste oorlogen zijn uit de Amerikaanse geschiedenis.

Ook in andere delen van de wereld, zoals Pakistan, Jemen, Somalië en Nigeria, woedt de war on terror. Het is een wereldwijde oorlog, waarin naar schatting al een kwart miljoen doden en een half miljoen gewonden zijn gevallen. Over de duur van dit conflict hebben de regeringen-Bush en -Obama geweigerd zich uit te laten, anders dan dat het een langdurig conflict gaat worden.

Dat het bij deze vorm van terrorismebestrijding vaak daadwerkelijk om oorlog gaat wordt verbloemd door

‘fraaie’ aanduidingen als discrete military operations, military operations other than war of wars far from declared war zones.

Anderen stellen die mystificaties aan de kaak door te spreken van bijvoorbeeld stealth wars, remote-control wars of ever-expanding dirty wars. Hoe dan ook, de wereld is een slagveld geworden waarvoor troepen over de hele aardbol kunnen worden verplaatst. Westerse legers zijn vanaf 1989 vaker in actie gekomen dan ooit tijdens de Koude Oorlog, hetzij in de zogeheten 9/11 wars, hetzij Eeuwige vrede of eeuwige oorlog?

In 1795 schreef de Pruisische filosoof Immanuel Kant Zum ewigen Frieden (Naar de eeuwige vrede), waarin hij verklaarde dat eeuwige vrede mogelijk was indien aan een aantal voorwaarden werd voldaan. Staten zouden

‘republieken’ moeten zijn waarin de algemene volks-wil doorslaggevend zou zijn. Deze staten moesten beloven elkaars soevereiniteit te respecteren, ook als het politieke regime in het andere land hen niet aanstond. De enige vorm van oorlogvoering die geoorloofd zou zijn was zelfverdediging door de weerbare burgers, en als alles ging zoals Kant hoopte, zou zelfs dat niet nodig zijn. Oneervolle krijgslisten als sluipmoord, gifmengen en uitlokken van verraad waren uit den boze. Er moest, en er zou, een wereldbond voor vrede komen doordat burgers zouden begrijpen dat alleen vrede voor welvaart kon zorgen. Staten zouden burgers uit andere landen als gasten op hun grondge-bied moeten toelaten, maar deze zouden hun oorspron-kelijke nationaliteit behouden. Kant geloofde namelijk niet in wereldburgerschap; de band tussen een staat en zijn burgers was onverbrekelijk.

Na de Tweede Wereldoorlog had het er veel van weg dat Kant gelijk kreeg. Het aantal oorlogen tussen staten daalde. Na afloop van de Koude Oorlog nam weliswaar het aantal intrastatelijke conflicten toe, maar slechts in geringe mate. En over de hele linie nam het aantal slachtoffers van oorlogen en geweld af. Velen zagen in de Europese Unie het begin van de Kantiaanse wereld-bond voor vrede en anderen hoopten dat de Verenigde Naties zich daartoe zouden ontwikkelen. Sommige auteurs gebruikten het woord ‘debellicization’ om aan te duiden hoezeer oorlog uit het wereldbeeld van velen was verdwenen. Uiteraard waren dit vooral schrijvers uit het Westen.

De afgelopen tien, vijftien jaar hebben twijfel gezaaid aan de Kantiaanse illusie. Daar zijn veel redenen voor aan te wijzen. Sommige vloeien voort uit het feit dat