• No results found

Invloeden van buitenaf

In document Geweldsmeldingen bij de politie (pagina 105-108)

geweld jegens leerkrachten

6.2 Partnergeweld in de literatuur

6.3.3 Invloeden van buitenaf

Uit het voorgaande komt duidelijk naar voren dat de sociale omgeving van het slachtoffer een belangrijke factor is in het wel of niet melden bij de politie. Als de vrouw wordt gesteund door haar familie, is de kans groter dat de vrouw het geweld bij de politie meldt. Ook als de vrouw andere sociale contacten heeft dan met haar familie, kan dit een positieve invloed hebben op het doen van aangifte.

Een Turkse respondente van 40 jaar, sinds een jaar woonachtig in Nederland en recentelijk in een Blijf van mijn Lijfhuis, vertelde dat haar collega’s een ondersteu-nende rol speelden in haar beslissing aangifte te doen:

“Mijn collega‘s hebben meerdere malen de blauwe plekken op mijn lichaam gezien. Ze adviseerden me om naar de politie te gaan. Eerder had ik nooit over mishandeling met iemand gesproken. Mijn man dreigde namelijk dat als ik er met iemand over zou praten, ik dan nog meer problemen zou krijgen.”

Een andere invloed van buitenaf is de media. Een van de slachtoffers zag op de migrantentelevisie een programma over huiselijk geweld, en dit leidde ertoe dat zij in contact kwam met de MVVA:

“Ik kon mijn problemen met niemand bespreken, ik heb geen familie, geen vrienden en geen kennissen. Bovendien spreek ik de taal niet. Alle buren waren Nederlanders. Ik had met niemand contact in de buurt. Ik heb een keertje op migranten-tv een programma gezien over huiselijk geweld. Ik heb toen meteen contact opgenomen via het getoonde telefoonnummer en ze hebben me doorgewezen naar de Marokkaanse Vrouwenvereniging.” (Marokkaanse vrouw, 31 jaar, 3,5 jaar in Nederland, twee maanden in de opvang).

In een interview met een sleutelfiguur van de Stichting Vrouwenopvang Amster-dam, kwam naar voren dat vrouwen die in een opvangvoorziening terechtkomen,

soms aangifte doen als zij hiertoe worden geadviseerd. Zoals eerder vermeld, als migrantenvrouwen een van hun echtgenoot afhankelijke verblijfsvergunning hebben, is aangifte van partnergeweld soms noodzakelijk omdat het proces-verbaal van aangifte kan dienen als bewijs om aan te tonen dat sprake is van huiselijk geweld, waardoor een verblijfsvergunning om redenen van humanitaire aard mogelijk wordt.

In diverse wijken van Amsterdam bestaan Steunpunten relationeel geweld, die vaak ondergebracht zijn in gezondheidscentra en een dag in de week open zijn. De vrouwen die hier komen willen doorgaans bij hun partner blijven en zoeken hulp om het geweld te stoppen. Er wordt kortdurende praktische en psychosociale hulp geboden. Er wordt ook informatie gegeven over het doen van aangifte bij de politie en de voor- en nadelen ervan worden samen met de vrouw op een rijtje gezet.

Soms gaat iemand mee naar het politiebureau om aangifte te doen.

De Stichting Vrouwenopvang Amsterdam wijst op het belang van het steeds meer samenwerken van verschillende organisaties om de vrouwen beter te kunnen helpen. Dus ook op de langere termijn, niet alleen op het moment van melding, maar ook daarna.

”Vanuit al die stukjes van ons aanbod werken we samen met veel andere organisaties, onder andere de politie. Vroeger hebben we uitsluitend gewerkt voor de vrouw en haar kinderen. Bijna alle kinderen waar we mee te maken hebben zijn getuigen van huiselijk geweld. Nu werken we vanuit een systeemgerichte visie waarin ook veel aandacht wordt besteed aan de plegers van het geweld en ook aan het sociale netwerk. Dus we kijken nu meer naar het geheel.”

6.3.4 Beleid van de politie

Of aangifte wordt gedaan van partnergeweld, hangt ook af van hoe de politie reageert op een melding van huiselijk geweld. Als de politie een beleid heeft ontwikkeld hoe om te gaan met crisissituaties van huiselijk geweld, is de kans groter dat de man en vrouw gescheiden worden gehoord over de situatie,

waardoor de vrouw gemakkelijker over het geweld kan praten. Een Marokkaanse vrouw vertelt:

“Ik wou dat de politie iets voor mij had kunnen doen, bijvoorbeeld door me apart te nemen en te vragen wat er aan de hand was. Dan had ik het misschien nog kunnen zeggen als ik alleen was geweest. Je kon op mijn nek zien hoe hard hij me beetgepakt heeft. Hij heeft me bont en blauw geslagen.” (Marokkaanse vrouw, 23 jaar)

Door voor een tolk te zorgen, kunnen allochtone vrouwen ook werkelijk hun verhaal doen. Het kan eraan bijdragen dat signalen van geweld dan serieus worden genomen, en dat de verhalen van de man of zijn familie dat er niets aan de hand is, minder snel voor waar worden aangenomen. De politie zal bij een pro-actief beleid sneller bij buren informeren of zij op de hoogte zijn van geweld in het gezin. De Marokkaanse vrouw vertelt verder:

“Ik had een Portugese buurvrouw. Ik ging af en toe bij haar langs en probeerde met haar over het geweld van mijn man te praten, wat me niet goed lukte doordat ik geen Nederlands spreek. Maar met gebarentaal probeerde ik het haar toch duidelijk te maken. Ik had op dat soort momenten echt behoefte om te praten. Zij was de enige die wist wat er allemaal bij mij thuis gebeurde.”

In geval van een pro-actief beleid zal de politie samen met het slachtoffer zoeken naar de beste oplossing om de veiligheid van de vrouw en eventueel haar kinderen te waarborgen. Daarnaast zal de pleger van geweld worden aangesproken op zijn gedrag en zo mogelijk meegenomen worden naar het politiebureau. Ook kunnen mogelijkheden tot hulpverlening worden aangeboden en in ernstige gevallen kan hulpverlening als voorwaarde bij een schorsing van de voorlopige hechtenis of als voorwaardelijke straf worden opgelegd. Als de aangifte op een goede manier wordt opgenomen, wordt niet alleen het incident (het fysieke geweld) waarvan aangifte wordt gedaan opgenomen, maar ook de achtergronden van het incident en andere vormen van geweld, zoals bedreigingen, psychische terreur en seksueel geweld (Van de Endt en Evers, 1996; Spapen e.a., 2001). Bij het ontbreken van zo’n pro-actief beleid wordt de vrouw soms niet geloofd, wordt de situatie gebagatelli-seerd en gaat de vrouw zonder enige hulp of verandering van de gezinssituatie terug naar een onveilige omgeving. De kans op een aangifte is dan zeer klein.

“De politie vroeg naar mijn adres. Ik zei dat ik getrouwd was en mijn man me uit het huis gegooid had. Ze geloofden me niet. Ze dachten dat ik niet getrouwd was. En dat die man op dat adres helemaal niet getrouwd was met mij [de agenten dachten dat ze een prostituée was]. Toen wist ik niet hoe ik het moest bewijzen dat hij echt mijn man is en dat zijn huis mijn huis hoort te zijn. Ze hebben de ambulance voor mij gehaald en ik ben opgenomen in het ziekenhuis waar ik drie dagen ben gebleven. De politie heeft toch gecheckt dat het mijn man is die in ons huis woont en had hem met zijn moeder naar het ziekenhuis gehaald. Na de opname moest ik naar huis. Ik had besloten om met mijn man naar huis te gaan. Ik had geen andere keuze!” (Marokkaanse, 31 jaar, 3,5 jaar in Nederland, twee maanden in de opvang).

In de regio Amsterdam-Amstelland heeft de politie een beleid huiselijk geweld opgezet, en de uitvoering van dit beleid is volop in ontwikkeling. Er moeten nog veel agenten worden getraind en de samenwerking met reclassering, Openbaar Ministerie en hulpverleningsinstanties is nog niet uitgekristalliseerd. De wijkpolitie van de Houtmankade heeft inmiddels een samenwerkingsverband met het Blijf-van-mijn-Lijfhuis De Roggeveen. De politie die de situatie thuis niet veilig acht voor de vrouw (en kinderen), verwijst deze niet alleen door naar de vrouwenop-vang, maar belt ook met de opvang of er plaats is en brengt haar ook regelmatig naar een opvangplaats. Zoals de sleutelinformant van de Stichting Vrouwenop-vang Amsterdam zegt:

“Het komt voor dat de politie belt en zegt: ik heb een man een aantal uren vastgehouden, maar er zijn te weinig bewijzen en ik moet hem vrijlaten. Deze man gaat weer naar huis en ik ben bang dat hij zijn vrouw weer wat aandoet. Kan de vrouwenopvang ervoor zorgen dat de vrouw daar weggaat?”

In het interview met de sleutelpersoon van ‘De Roggeveen’ werd duidelijk dat door de verbeterde samenwerking tussen opvangvoorziening en de politie het belang van melding en aangifte duidelijker is geworden; de politie zal sneller ingrijpen als ze weten dat er op een adres sprake is van huiselijk geweld. Vrouwen zijn daardoor eerder geneigd om aangifte te doen. De respondent van De Rogge-veen:

“Het samenwerkingsverband met de wijkpolitie functioneert redelijk goed. Bij ernstige mishandeling is de politie goed opgetreden, heeft een tolk geregeld en heeft in alle gevallen de vrouwen zelf opgehaald. Door de samenwerking tussen politie en hulpverlening is het belang van melding en aangifte duidelijker geworden. Vrouwen zijn nu sneller geneigd tot aangifte. De Roggeveen adviseert altijd om melding te doen.”

In document Geweldsmeldingen bij de politie (pagina 105-108)