• No results found

Deze interviewguide is gebruikt als leidraad voor de verschillende interviews. Niet elke vraag is in dezelfde volgorde gesteld. Tijdens de interviews werd er gekeken welke vraag er aansloot bij het onderwerp van dat moment. Ook waren sommige vragen niet altijd nuttig bij elk interview.

Voorstellen

- Vragen of het interview opgenomen mag worden

- Uitleg bedoeling interview.

- Het doel van dit onderzoek is om te kijken of en hoe de gemeente de visie van Collaborative Planning toepast bij het proberen op te lossen van de winkelleegstand in de binnenstad in de casus Roosendaal om daarmee een bijdrage te leveren aan het inzichtelijker maken van deze bestrijding.

Algemene vragen functie

1. Wat is uw rol als... (afhankelijk van respondent ? a. Hoe bent u terechtgekomen op deze functie?

b. Welke rol heeft u met betrekking op winkelleegstand in het stadscentrum? Algemene vragen leegstand

2. Roosendaal kent in verhouding tot veel vergelijkbare steden percentueel veel leegstand van winkelpanden in de binnenstad (Dit blijkt uit verschillende publicaties). Welke redenen zijn er volgens u die bijdragen aan deze leegstand of deze leegstand veroorzaken?

a. Hoe ernstig is de winkelleegstand in de binnenstad volgens u?

b. Welke partijen hebben een bijdrage geleverd aan de groeiende leegstand? En in welke fase worden deze partijen betrokken?

c. Welke partijen zijn juist niet betrokken bij leegstand, en waarom niet?

d. Wat is volgens u dé oplossing voor winkelleegstand? (In zover er 1 oplossing genoemd kan worden).

- 45 - 3. In hoeverre wordt er op het gebied van beleidsvorming samengewerkt tussen de gemeenten en

overige partijen?

a. Hoe worden de verschillende belangen opgenomen in het beleidsproces?

b. Op welke manier worden de verschillende belangen afgebakerd en geselecteerd? En wie is hier verantwoordelijk voor?

c. Is het vanuit u wenselijk om meer samenwerking aan te gaan met andere partijen? d. Op welke manier kunnen private partijen actief meedenken over de strijd tegen de

leegstand van winkels in de binnenstad?

e. Wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van hulp of expertise van externe?

4. In hoeverre wordt er op het gebied van implementatie van beleid samengewerkt tussen de gemeenten en overige partijen.

a. Hoe worden de verschillende belangen opgenomen in het beleidsproces?

b. Op welke manier worden de verschillende belangen afgebakerd en geselecteerd? En wie is hier verantwoordelijk voor?

c. Is het vanuit u wenselijk om meer samenwerking aan te gaan met andere partijen? d. Op welke manier kunnen private partijen actief meedenken over de strijd tegen de

leegstand van winkels in de binnenstad?

e. Wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van hulp of expertise van externe? Collaborative Planning

o Plaats en toegang. Waar dient de discussie plaats te vinden, in welke opzet; hoe verkrijgt men toegang?

o In welke stijl zal de discussie plaatsvinden? Welke stijlen zullen in staat zijn om ervoor te

zorgen dat de diversiteit aan talen en inzichten tot een gemeenschappelijke uitkomst kunnen leiden?

o Hoe kunnen de hoeveelheid aan problemen, argumenten, claims voor aandacht en

ideeën over de aanpak die zich voordoen in de discussie worden uitgezocht?

o Hoe kan er een strategie worden gecreëerd die leidt tot een nieuw discours over de

manier waarop ruimtelijke en ecologische veranderingen in de stedelijke regio kunnen worden beheerd?

- 46 - 5. In hoeverre is het leegstandsbeleid van Roosendaal interactief te noemen?

a. Hoe wordt de interactie tussen de private partijen, belanghebbenden en de gemeente vormgegeven? (vragen naar contactmomenten, discussiestijlen/voorlichting).

b. In hoeverre wordt het leegstandsbeleid top-down opgelegd in Roosendaal?

6. Een manier om beleid te voeren dat legitiem en daadkrachtig kan zijn, is om voor een open beleidsvormingsproces te kiezen. Op deze manier kunnen eventuele nieuwe actoren toetreden in elke fase.

a. Hoe is de toegang tot dit proces in Roosendaal geregeld?

b. Hoe is de toetreding geregeld voor de wat minder grote/belangrijke actoren? c. Ziet u iets in deze open houding? Of werkt een latere toetreding juist tot meer

onenigheid doordat men niet het hele proces meemaakt?

d. Kent het proces exit-regels? Zo ja, welke zijn dit en werken deze voldoende?

7. Uit verschillende interviews blijkt, dat er een grote rol ligt voor de vastgoedhandelaren. Vooral met het oog op herverdeling en lagere huren. Ziet u iets in deze rol? Waarom wel of niet?

8. Soms is het belangrijk om niet in een te vroeg stadium oplossingsrichtingen te kiezen, om zo eventuele tunnelvisie te voorkomen en andere oplossingen dus een kans te geven. Er dient door middel van argumentatie voor een bepaalde strategie gekozen te worden.

a. In hoeverre is de gemeente Roosendaal naar uw inzichten in geslaagd om een dergelijke visie na te leven?

b. Op het gebied van beleid maken speelt consensus building vaak een grote rol. Is dit merkbaar in Roosendaal en in hoeverre ziet u consensus als een oplossing voor de geschetste problemen rondom leegstand?

c. Als het over consensus gaat, gaat het vaak ook over vertrouwen en kennis. Hoe gaat de gemeente daar mee om, vanuit uw perspectief als procesmanager?

9. Welk discours (ontwikkelingsrichting en strategie) is het meest dominant in Roosendaal op het gebied van leegstand? Is dit volgens u vernieuwend of houdt de gemeente zich vast aan oude patronen?

- 47 - 10. In hoeverre denkt u dat Collaborative Planning zoals dat nu geschetst is, van toepassing is op het

Roosendaalse winkelleegstandbeleid?

a. ( Mocht het niet zijn toegepast, ziet u wat in Collaborative Planning)? En hoe zou dit in de praktijk zijn doorwerkingen hebben? (ivm betrokkenen etc).

- 48 -