• No results found

Interview Jaak Vlasveld, CEO GreenIT Amsterdam [Dutch spoken]

8.2: Interview with an employee of a network society on the Zuidas [Dutch spoken]

8.4 Interview Jaak Vlasveld, CEO GreenIT Amsterdam [Dutch spoken]

Interviewer (IV): Anna Ida Hudig

Interviewee (IE): Jaak Vlasveld, CEO greenIT Amsterdam [Kort inleidend gesprek].

IV Wat zijn de mogelijkheden - heel breed - voor het inzichtelijk en toegankelijk maken van, ja, dus die verzamelde data voor stakeholders en beleidsmakers, zodat zij beter kunnen anticiperen en reageren op die informatie. Dus eigenlijk hebben we het daarnet ook al over gehad. Hoe vorm je die brug?

IE Okee, ja. Dan moet ik wel hardop nadenken over smart energy systems. Dus dat gaat dan over energienetwerken, zowel elektriciteit als warmte bijvoorbeeld, waar je energiestromen twee kanten op kunt hebben en waarbij je heel veel sensor data genereert op allerlei stukken in het netwerk. Wat zijn daar dan de mogelijkheden van wat betreft het inzichtelijk en toegankelijk maken. Dus inzichtelijk is dat je die data krijgt, kunt begrijpen en dat je er iets mee kan.

IV Ja, bijvoorbeeld een energieprofiel voor een gebouw creëren.

IE Dit is datavisualisatie eigenlijk. Okee dit is wel heel erg gaaf. We gebruiken hier zelf een framework voor. Het project heet IREEN, en dat staat voor ICT Roadmap for Energy Efficient

Neighbourhoods. Daar hebben wij een kader uitgewerkt voor precies deze vraag, maar dan gaat het op

stadsniveau, nee eigenlijk op wijkniveau. En dan hebben wij een onderverdeling gemaakt in planning, management en applicatie, volgens mij waren dat de drie onderdelen. En vanuit verschillende perspectieven ga je verschillende manieren zien om data te gebruiken. Dus voor gebiedsplanning kun je gebruik maken van historische data. Maar het is misschien voor gebiedsplanning ook gebruik te maken van real-time data. Of als je een systeem ontworpen en in gebruik genomen hebt, dan wil je hem bijsturen, dat is management, en dan heb je misschien meer aan real-time data, dan aan historische data. Dit is een manier om eigenlijk de miljoenen mogelijkheden wat terug te brengen in complexiteit. Wat wij gedaan hebben met die roadmap, is we zijn langs steden gegaan en gevraagd: wat vinden jullie nou echt super belangrijk. En die steden hebben gezegd: van alle ICT-systemen die

21

jullie daar beschreven hebben vinden wij open data de meest relevante op dit moment. Dus dat is op korte termijn, over een periode van vijf jaar. Maar we weten niet precies wat we ermee moeten. Wij hebben in kaart gebracht voor steden van wat moeten ze daar nou echt mee, en daar zijn eigenlijk een viertal verschillende applicaties uit voortgekomen die echt wel te maken hebben met datavisualisatie.

De ene is het ondersteunen van eindgebruikers - bewoners van een pand, kantoorgebouw, whatever - in het begrijpen van hun eigen gedrag en in het begrijpen van de voordelen van energie- efficiëntie, dus awareness. Dat is de eerste. De tweede is, je kunt het onderdeel maken van een proces van gaming, om daadwerkelijk gedragsverandering te ondersteunen. Dus dan creëer je met data eigenlijk uitdagingen voor mensen om iets te doen. De derde is het visualiseren van voortgang, en dat koppelen aan een doel. Bijvoorbeeld steden hebben beleidsdoelstellingen op het gebied van duurzaamheid. Die willen 40% CO2-reductie, zoiets. Maar als je nou 1000 kton CO2 gereduceerd hebt, is het dan 5% van het totaal, of 100% of weet ik veel. Dat weet je niet. Maar als je dat gaat mappen, dus als je daar een sommetje van gaat maken, dan kun je dat weten en uitdrukken. Als je daar rijkere datasets voor gebruikt, dan kun je ook. Ik bedoel: het is misschien 10% van de totale CO2 die we willen reduceren, maar dit was 20% van de moeite die we erin moeten steken om het allemaal te doen. Dus het is niet lineair, het is niet als je 10% gereduceerd hebt, dat je dan ook al 10% op weg bent. Dat kan minder zijn, zegmaar. Dat vinden steden heel erg belangrijk. Ik weet niet of dat voor individuele gebouwen ook geldt, maar je kunt dus data op een slimmere manier gebruiken om te zien hoe ver je van je uiteindelijke doel af bent. Dat was de derde. En de vierde is de data gebruiken voor het introduceren van nieuwe triggers voor actie. Bijvoorbeeld andere marktsystemen: dat je ergens prijzen aan gaat koppelen en dan slimmer gaat handelen. Dat waren een beetje de vier hoofdmogelijkheden die wij in de praktijk gezien hebben op dit vlak.

IV Heel interessant. En in hoeverre worden deze mogelijkheden al gebruikt? Hoe groot is de potentie?

IE De potentie is enorm. Dit wordt wat men gaat doen de komende jaren. Die getallen zijn zo groot, ik zou het eigenlijk niet weten. Het wordt eigenlijk een significant deel van de economie die bezig gaat met het mogelijk maken en dit doen. Dit geldt voor één huis, voor een blok woningen, voor een bedrijvenpark en voor een stad. Men gaat dit doen.

22

IE Ja, tuurlijk. Ik weet iets meer van publieke organisaties dan van bedrijven direct.

IV Okee, wat weet u van bedrijven? [Sidenote: vragen stonden in de mail]

IE Bedrijven zijn bewoners van een bedrijvenpark zeg maar, zo kijken we meestal naar bedrijven. En dat is ook voor energie misschien zinvoller, omdat een bedrijf nooit helemaal alleen. Bijvoorbeeld bedrijven waar wij heel veel mee samenwerken zijn datacenters. Een datacenter is een hele grote loods met elektriciteit en datanetwerkaansluitingen en die gebruiken heel erg veel stroom. Wat wij dan doen is die datacenters helpen om op een andere manier met energie om te gaan. Dus dat zijn het soort bedrijven waar wij heel veel mee werken. En dan zie je dat datacenters bijvoorbeeld warmte produceren en onderdeel van hun energieplan is dat ze in het verleden dus warmte de lucht in stuurden, en nu stoppen ze het de grond in in de hoop dat iemand anders het gaat gebruiken. Dat is leuk, als een datacenter dat puur zelf doet, maar het is leuker als hij dat overlegt met zijn buren om de buren ervan te overtuigen of ze daadwerkelijk te gaan gebruiken. Dat is dus een uitdaging die, nou ja. Dat is het soort uitdagingen dat ervoor zorgt dat een bedrijf eigenlijk nooit in zijn eentje bezig kan zijn met energievraagstukken. Het moet altijd samen met anderen.

Drijfveren voor bedrijven om te investeren zijn er meerdere. Dat kun je eigenlijk ook wel zelf verzinnen. Voor bedrijven helpt het heel erg dat ze willen doen wat hun klanten willen. Dus als een klant wil dat een bedrijf op een duurzame manier bezig is, dan gaat een bedrijf dat doen, zo simpel is het. Dus meer met datacenters, waar ik het net over had, die investeren in smart grids, in duurzame energie, omdat ze bijvoorbeeld een publieke klant hebben, een overheid of een bank als klant hebben. En die klant zegt: wij nemen diensten af van een datacenter die investeert in duurzame energie. Daarom gaat een datacenter dat vervolgens doen. Dat is de voornaamste drijfveer die wij zien: een bedrijf doet het omdat ze klanten hebben die willen zien dat een bedrijf het doet. Daarnaast is er dus daadwerkelijk het verantwoordelijkheidsgevoel, en dat kan ik ook het beste uitleggen aan de hand van een datacenter. In de regio Amsterdam gebruiken datacenters ongeveer 8 tot 10% van de totale elektriciteit. Dus dat is verschrikkelijk veel. Als het netwerk minder stabiel wordt, dan hebben die datacenters allemaal een probleem. Dan valt het uit, valt het bedrijf stil en maken ze enorm veel verlies. Dus dat wil een datacenter niet. Dus een datacenter werkt samen met energiebedrijven en een netbeheerder. De netbeheerder in Amsterdam is Alliander. Die werkt met hen samen om ervoor te

23

zorgen dat het energienet stabiel blijft. Nou, wanneer wordt het energienet minder stabiel, als er heel veel zonne-energie of windenergie opgewekt wordt. Dat is nog niet het geval, nu is het misschien 5% van de totale elektriciteit op het energienetwerk in Nederland, maar de verwachting is dat het snel 10% wordt en 20% wordt en als het 30% wordt, dan is het net eigenlijk heel erg moeilijk stabiel te houden. En stabiel betekent op ieder moment in de tijd geldt dat er evenveel energie op het net gezet moet worden, als dat eraf gehaald wordt. Een datacenter voelt zich daar deels verantwoordelijk voor. Want hij wil dat hij altijd gewoon energie kan blijven gebruiken. En dat is een reden voor een datacenter om te gaan nadenken, kunnen wij ook niet aan demand-response gaan doen? Kunnen wij ook niet, wanneer Alliander in de problemen komt, heel snel meer of minder energie gaan gebruiken? Dat gebeurt nu nog niet, maar langzaam maar zeker beginnen bedrijven te geloven dat er een rol is voor hen om dat te gaan doen. Dat is een tweede motivatie om mee te werken aan smart energy systems voor bedrijven. Dat is dat ze mede-verantwoordelijk zijn voor het stabiel houden van het energienetwerk bij de energietransitie. En de derde is energie besparen en geld besparen.

IV Ja, dat komt ook wel overeen met onze resultaten, het eerste en het derde punt. Zullen we verder naar de volgende vraag? Dat is de breedste vraag: wat zijn de belangen voor externe partijen. Met externe partijen bedoelen we meer: wat is niet de motivatie vanuit een bedrijf van binnenuit om te investeren, maar wie zijn de betrokken partijen, en wat zijn hun belangen?

IE Okee, dus een lijstje. De belangrijkste zijn de energiebedrijven en de netwerkbeheerders. Oftewel de balance-responsible parties. Verder zijn er inderdaad de gemeenten, de provinciale overheid en het rijk. Dan heb je allerlei belangenorganisaties. Je hebt de technologieleveranciers, de eigenaren van de grond, projectontwikkelaars. Ik denk dat dat de voornaamste partijen zijn. Wat voor partij heb je nog meer in gedachten?

IV Nee, dit is het inderdaad, maar eigenlijk ben ik benieuwd, en dat is natuurlijk heel breed en het is heel erg aan u om daar invulling aan de vraag te geven, maar welke belangen spelen daar. Dat zijn er natuurlijk enorm veel, maar wat zijn die bij u meteen opkoemn.

24

IV Ja op het gebied van duurzaamheid op de Zuidas, of in kantoorgebouwen, aan de hand van smart grids en slimme systemen.

IE Okee. Dat is inderdaad veel. Het voornaamste belang is zorgen voor een toekomstbestendige financiële sector, denk ik. De Zuidas is iets waar we gewoon heel erg trots op zijn. Het is een van de vier grootste en belangrijkste financiele regio’s in Europa en dat moeten ze blijven. het is een druk gebied, met veel hoogbouw. Dat moet mooi en comfortabel blijven. Dus ik denk dat de belangen voornamelijk liggen op het gebied van promotie, image en marketing aan de ene kant, en faciliteren van infrastructuur aan de andere kant. Dus alle bedrijven die er zitten moeten ook meegaan met de nieuwe ontwikkelingen. Daar werken dan al die partijen aan mee die dit doen. Ja, ik denk marketing en image, en infrastructuur faciliterend. Dus het voornaamste belang is dat het goed blijft lopen, dus continuïteit. Het tweede belang is prestigieus en voorop lopen, zou ik verwachten.

IV Okee. En wat is, ik weet niet of u daarvan op de hoogte bent, regelgeving waar tegenaan wordt gelopen, vanuit de gemeente, of misschien vanuit het rijk of de EU.

IE Ja, de voornaamste problemen met regelgeving die wij zien op dit gebied is dat je geen energie mag verkopen aan je buurman. Of tenminste, over het algemeen mag dat niet. Een uitzondering is de postcoderoosregeling, daar mag het wel maar die is gewoon veel te beperkt. Dus het verkopen en kopen van energie is eigenlijk gebonden aan teveel regels, dat is onhandig. Daarnaast zijn het de regels en afspraken wat netbeheerders mogen en moeten vragen voor het gebruik van hun infrastructuur. Het kan wel zo zijn dat energie heel erg goedkoop wordt maar het blijft nog steeds heel erg duur omdat het via een kabel moet en die kabel daar betaal je gewoon veel te veel geld voor. Dat zijn de grootste belemmeringen die wij zien. Ik zie zelf regels rond de privacy niet als een belemmering, want ik vind het eigenlijk wel belangrijk dat daar regels voor zijn.

25

8.3 Interview with Rico Berix, consultant of Deerns in Smart Building & Healthcare