• No results found

4. Welke juridische instrumenten en wanneer is het wenselijk dat deze door de gemeente worden ingezet of ter beschikking gesteld wanneer gemeenteleden verwikkeld zitten in huwelijksproblemen of voor, tijdens en/of na een

echtscheidingsprocedure?

5. Is er binnen de GKvV voldoende draagvlak om juridische instrumenten in te zetten of ter beschikking te stellen aan gemeenteleden?

Deze deelvragen zijn beantwoord in het theorie- en praktijkhoofdstuk en vormen derhalve de bouwstenen van mijn onderzoek. Vanuit het theorie- en

praktijkonderzoek is gebleken dat de GKvV juridische instrumenten kan en wil gebruiken om hulp te bieden vóór en tijdens een echtscheidingssituatie. Allereerst kan worden gesteld dat het maken van goede afspraken tijdens een echtscheidingssituatie van groot belang is. Deze afspraken komen te staan in het echtscheidingsconvenant. Dit convenant, meer specifiek het ouderschapsplan biedt ook ruimte om kerkelijke afspraken te maken. In de fase waarin sprake is van huwelijksproblemen kan het huwelijksconvenant uitkomst bieden. Ook in het huwelijksconvenant kunnen kerkelijke afspraken worden gemaakt. De GKv heeft bovendien verschillende regels, uitgangspunten en richtlijnen als het gaat om het kerkelijk leven (waaronder huwelijk en echtscheiding). Deze vormen samen de basis van kerkelijke afspraken. In de Kerkorde van de GKv staan voorwaarden, rechten en verplichtingen voor gemeenteleden. De GKv kan via de generale synode wijzigingen brengen in de Kerkorde. Zo is de verplichte huwelijkscatechisatie een juridisch instrument dat kan worden aangedragen tijdens de generale synode.

In het praktijkonderzoek is onderzocht welke van deze drie juridische instrumenten het beste kunnen worden ingezet. Hierbij is rekening gehouden met de

praktijkproblemen (deelvraag 3), de wenselijkheid (deelvraag 4), en de haalbaarheid (deelvraag 5). Bij de praktijkproblemen valt op dat juridische betrokkenheid vanuit de kerk niet altijd positief is. Verder zien professionals legio oorzaken van

huwelijksproblemen en echtscheidingen. De problemen liggen volgens professionals met name bij de huwelijksverwachtingen van echtparen. De Bijbelse

echtscheidingsgronden overspel en kwaadwillige verlating zijn daarbij eerder een gevolg van problemen die wellicht in een eerder stadium kunnen worden voorkomen.

De meeste professionals zien het bovendien niet zitten dat de GKvV zich gaat bemoeien met het echtscheidingsconvenant. Veel afspraken kunnen namelijk gaan knellen, het is niet perse de taak van de kerk en het vorderen van nakoming lijkt bovendien onmogelijk. Bij het huwelijksconvenant ligt dat iets anders. Daar zou de gemeente op zich een rol in kunnen spelen. In deze fase zijn er meestal nog geen juristen bij betrokken. Toch blijft de vraag staan of dit wel een taak van de kerk moet zijn. Hieromtrent is wellicht meer bezinning nodig.

De huwelijkscatechisatie wordt door alle ondervraagden aangeraden. Niet heel verwonderlijk daar in de Generale regeling huwelijksvoorbereiding wordt aanbevolen en benadrukt dat echtscheiding moet worden voorkomen. De meeste ondervraagden zijn tevens een voorstander van het verplicht stellen van huwelijkscatechisatie en te gebruiken als juridisch instrument om echtscheidingen te voorkomen. Wanneer echtparen voldoende voorbereid en met reële verwachtingen het huwelijk in stappen, zou dat de kans kleiner moeten maken op een eventuele echtscheiding. Naar mijns inziens heeft de verplichte huwelijkscatechisatie dan ook twee functies: preventie van echtscheiding (1) en de drempel om over huwelijksproblemen te praten verlagen door openheid te creëren (2).

Indien de GKvV een rol gaat spelen vóór, tijdens of na een echtscheidingsprocedure, dan kunnen zij dat het beste doen in de fase waarin er nog geen sprake is van een echtscheiding. Dit kunnen zij doen door huwelijkscatechisatie verplicht te maken wanneer echtparen willen gaan trouwen en dit vervolgens te verankeren in hun Kerkorde. In de toekomst zouden aankomende echtparen dan eerst een huwelijkscatechisatie moeten doorlopen voordat het kerkelijk huwelijk kan plaatsvinden.

Literatuurlijst

Literatuur

Acta van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland, 2005.

Acta van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland, (acta van de GKv), Amersfoort: GKv 2005.

Asser & Scholten 1940

P. Scholten, Mr. C. Asser's Handleiding tot de beoefening van het Nederlandsch burgerlijk recht. I. Personenrecht. Tweede stuk. Vertegenwoordiging en

rechtspersoon, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1940. B.B. Zebregs 2008

B.B. Zebregs, Tot de dood (of de rechter) ons scheidt (scriptie Tilburg), 2008. Brink 1977

L. Brink, De taak van de kerk bij de huwelijkssluiting, Nieuwkoop: Heuff, 1977. De Gier 1989

Ds. K. de Gier, De Dordtse Kerkorde, Houten 1989. Geurts & Sportel 2015

Geurts, T., Sportel, I.D.A., Beenakkers, E.T., & Arikan, F.N. Voorkomen van vechtscheidingen. Den Haag: Ministerie van Veiligheid en Justitie 2015. Haksteen, MfN Tijdschrift Conflicthantering 2014, nr. 1, p. 22.

J. Haksteen, ‘Geloof en scheidingsbemiddeling’, MfN Tijdschrift Conflicthantering 2014, nr. 1, p. 22.

Heida, Kraan & Marck 2013

A. Heida, C.A. Kraan & Q.J. Marck, Echtscheidingsrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2013.

Hoogewerf & Huisjes 2014

C.L. Hoogewerf & S.C. Huisjes, Juridische onderzoeksvaardigheden, Den haag: Boom juridische uitgevers 2014.

Kuijper, Nederlands Dagblad 26 februari 2016.

E. Kuijper, ‘Ledental vrijgemaakten zakt onder 120.000’, Nederlands Dagblad 26 februari 2016.

Koppenol 2009

C.L. Koppenol, Ondernemingsrecht en faillissementsrecht, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2009.Parl. Gesch. Aanpassing BW (Inv. 3, 5 en 6). Fernández 2014

J.M. Fernández, ‘ De rechtspersoonlijkheid van geloofsgemeenschappen’, Ondernemingsrecht 2014/85.

Santing-Wubs 2002

A.H. Santing-Wubs, Kerken in geding. De burgerlijke rechter en kerkelijke geschillen (proefschrift RU Groningen), Den Haag: Boom 2002.

Siegers 2013

H.J. Siegers, Echtscheiding en Bijbel (adviesrapport), 2013. Spong 2004

G. Spong, Een korte geschiedenis van het delict ‘overspel’, NJB 2004. Van der Heijden 1998

M. P. C. van der Heijden, Huwelijk in Holland : ‘stedelijke rechtspraak en kerkelijke tucht’, 1550- 1700, Amsterdam: Bert Bakker 1998.

Zonnenberg 2002

L.H.M. Zonnenberg, Scheidingsbemiddeling, Den Haag: Koninklijke Vermande 2002. Jurisprudentie

ECLI:NL:HR:2002:AE4037. ECLI:NL:PHR:2009:BG6720. ECLI:NL:RBNHO:2014:531. ECLI:NL:GHSHE:2014:1239. Kamerstukken Kamerstukken II 1992/93, 22487, 6, p. 1. Kamerstukken II, 1967, 8436, nr. 8, p. 30. Kamerstukken II 1990/91, 21 881, nr. 3 (MvT p. 6 ad art. 818 Rv). Kamerstukken II 2004/05, 30145, nr. 3, p. 4 (MvT). Overige

CBS, Meer echtscheidingen, Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag, 2015.

http://www.che.nl/nl-nl/professionals-en-bedrijven/theologie/post-hbo-zorgen- rondom-echtscheiding

http://www.convenu.nl/scheidingsbemiddeling/wat-is-mediation/

Ds. J. Belder, Echtscheiding en hertrouwen, themabrochure 2 bij De Waarheidsvriend, Gereformeerde Bond, 20 januari 2011, p 3

Generale regeling voor echtscheiding en hertrouwen na echtscheiding, ingevolge artikel C46.5 KO, 2014.

Echtscheidingswijzer, Echtscheidingsconvenant bij scheiden,

http://www.echtscheiding-wijzer.nl/echtscheidingsconvenant.html

Rapport Raad van Advies huwelijk en echtscheiding, (beleidsrapport), Ede: 2014.

http://www.recht.nl/nieuws/strafrecht/archief/18878/een-korte-geschiedenis-van-het- delict-overspel/

Rechtspraak.nl 2016, Echtscheidingsprocedure.

https://www.rechtspraak.nl/Uw-Situatie/Onderwerpen/Echtscheiding#bdbc1a20-f330- 4d92-9baa-d6c08178db1f6

Rijksoverheid 2016, Wat staat er in een echtscheidingsconvenant?,

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/scheiden/vraag-en- antwoord/echtscheidingsconvenant

Scholieren en Gezinnen 2010, Universiteit van Utrecht.

Uit elkaar.. En de kinderen dan? (brochure in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), Den Haag: Jeugd en Gezin 2009. Wet- en regelgeving Burgerlijk wetboek. Gedragsregels 1992. Grondwet. Kerkorde GKv. Stb. 2009, 205. Stb. 2009, 225.

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Wet op de rechterlijke organisatie.

Bijlagen

Bijlage 1

Preventie Voorgeschreven medewerking Huwelijkscatechisa tie Tijdens huwelijksprobleme n of echtscheiding Voorgeschreven medewerking Omzien naar kinderen Vrijwillige medewerking Huwelijksconvenan t Na echtscheiding Vrijwillige medewerking Echtscheidingscon venant

Bijlage 3 HUWELIJKSCONVENANT datum De ondergetekenden: (***)

wonende te (***) aan het adres (***), hierna te noemen "de man";

en

(***)

wonende te (***) aan het adres (***), hierna te noemen "de vrouw";

samen te noemen “de echtgenoten”;

NEMEN IN AANMERKING:

− De echtgenoten zijn op *** te *** gehuwd in gemeenschap van goederen / na

− Uit dit huwelijk zijn de volgende kinderen geboren:

• voor en achternaam, geboren op *** te ***

• ***, geboren op *** te ***

• ***, geboren op *** te ***

van wie *** en *** nog minderjarig zijn.

− Tussen de echtgenoten zijn huwelijksproblemen ontstaan, als gevolg waarvan

zij tijdelijk gescheiden wonen. Zij werken aan deze huwelijksproblemen. Zij verplichten zich beiden in dit verband om mee te werken aan de volgende middelen tot verbetering van hun relatie:

• huwelijkstherapie bij *** door middel van gesprekken bijvoorbeeld 1 keer per week (of anderszins)

• pastorale begeleiding door de kerkenraad • Eventuele andere middelen tot verbetering

− Om te voorkomen dat het traject van herstel van het huwelijk waarin de

echtgenoten zich bevinden, verstoord wordt door discussies over andere zaken, hebben de echtgenoten er behoefte aan een aantal afspraken vast te leggen voor de duur van het traject van herstel.

DE ECHTGENOTEN VERKLAREN HET VOLGENDE MET ELKAAR TE ZIJN OVEREENGEKOMEN.

1.1 De echtgenoten vinden het belangrijk dat het contact tussen de kinderen en de ouders zo min mogelijk door de huwelijksproblemen wordt beïnvloed. De echtgenoten zullen dan ook bevorderen dat de kinderen zo goed mogelijk contact hebben met ieder van de ouders.

1.2 De kinderen zullen hun hoofdverblijfplaats hebben bij hun moeder. Ze zullen contact hebben met hun beide ouders. De ouders hebben in dit verband het volgende afgesproken: ***

1.3 In het kader van de uitoefening van hun gezamenlijk gezag zullen de echtgenoten elkaar op de hoogte houden omtrent de aangelegenheden die met betrekking tot de persoon en het vermogen van de kinderen van meer dan ondergeschikt belang zijn en zij zullen elkaar raadplegen over daaromtrent te nemen beslissingen. De beslissingen van enig gewicht zullen door de ouders tezamen worden genomen. De echtgenoten verstaan hieronder in elk geval de te nemen beslissingen over de invulling van de zondag, schoolkeuze en beroepsopleiding,

medische behandelingen en ingrepen [en evt. andere zaken]. De dagelijkse

beslissingen over een kind zullen worden genomen door de ouder bij wie het kind op dat moment verblijft.

Artikel 2. Kosten huishouding

2.1 Op grond van artikel 1:84 lid 3 BW staat het de echtgenoten vrij om in

onderling overleg afspraken te maken over de kosten van de huishouding. Zij gaan daartoe over door middel van deze overeenkomst.

2.2 De echtgenoten komen overeen dat de man aan de vrouw met ingang van ***

(datum invullen) *** maandelijks een bedrag van € *** als bijdrage in de kosten van zal voldoen. Dit bedrag zal door de man bij vooruitbetaling worden voldaan. Dit betekent dat betaling over een bepaalde maand uiterlijk op de laatste dag van de voorgaande maand zal plaatsvinden.

Daarnaast zal de man de volgende kosten voor zijn rekening blijven nemen, door rechtstreekse en tijdige voldoening aan de verschillende instanties:

- Hypotheekrente/huur ter hoogte van € *** bruto

- [evt. premies] - etc.

- etc.

OF: de vrouw zal van de bijdrage in de kosten van huishouding alle kosten van huishouding voldoen, waaronder in elk geval de volgende kosten: ***

2.3 Voornoemd bedrag kan in onderling overleg en uitsluitend schriftelijk worden

gewijzigd, wanneer dit in de praktijk te veel of te weinig blijkt te zijn of wanneer zich een wijziging van omstandigheden voordoet.

2.4 Wanneer de man voornoemd bedrag niet of niet tijdig voldoet, kan de vrouw

op grond van artikel 1:84 lid 4 BW vastlegging van de bijdrage bij de rechtbank verzoeken. Na vastlegging van het bedrag door de rechtbank heeft de vrouw de mogelijkheid executiemaatregelen te treffen.

3.1 De echtgenoten komen overeen dat, wanneer één van hen na de datum van

ondertekening van deze overeenkomst een schuld laat ontstaan zonder overleg met en toestemming van de ander, deze schuld voor hem of haar persoonlijk zal blijven. De ander wordt niet verplicht om hierin bij te dragen, ook niet na een eventuele toekomstige echtscheiding of scheiding van tafel en bed.

(N.B. Deze afspraak geldt alleen intern: tussen partijen. Schuldeisers kunnen altijd beide partijen aanspreken, dit kan niet voorkomen worden)

3.2 Wanneer een schuld ontstaat of wordt aangegaan na voorafgaand overleg en

met ieders instemming, geldt de hoofdregel dat ieder van de echtgenoten draagplichtig is voor 50% van deze schuld.

3.3 De vrouw maakt zich zorgen over de door de man veroorzaakte schuldenlast

(of soortgelijke bepaling). Om die reden wordt afgesproken dat de vrouw bij de rechtbank een verzoek zal indienen tot opheffing van de gemeenschap van goederen op basis van artikel 1:110 BW. Bij toewijzing van dit verzoek wordt zij niet aansprakelijk voor nieuwe schulden die op naam van de man ontstaan. De man zal tegen dit verzoek geen verweer voeren.

3.4 Wanneer het traject van herstel van het huwelijk weer leidt tot samenwoning

van de echtgenoten, zullen zij via de notaris door middel van huwelijkse voorwaarden opnieuw een gemeenschap van goederen overeenkomen op grond van artikel 1:113 BW.

4.1 In geval de echtgenoten in de toekomst van mening verschillen omtrent de

interpretatie van dit convenant zullen zij trachten door middel van onderling overleg tot een regeling te komen.

4.2 Wanneer het de echtgenoten niet lukt om in onderling overleg tot

overeenstemming te komen, zullen zij de hulp en bemiddeling van de kerkenraad inroepen.

4.3 Wanneer het de echtgenoten niet lukt om na hulp en bemiddeling tot

overeenstemming te komen, zullen zij zich wenden tot het Deputaatschap Huwelijksvraagstukken van Kerk A om te trachten door tussenkomst van een gediplomeerd mediator tot afspraken te komen.

4.4 Pas wanneer geen van de in artikel 4.1 tot en met 4.3 genoemde pogingen tot

een oplossing leidt, staat de echtgenoten de mogelijkheid ter beschikking om zich te wenden tot de rechtbank om een oplossing voor hun geschil te bereiken.

Artikel 5. Slotbepaling

5.1 De echtgenoten verbinden zich deze overeenkomst noch geheel, noch

gedeeltelijk te zullen (laten) ontbinden op grond van enigerlei tekortkoming in de nakoming daarvan. Nakoming zal steeds gevorderd kunnen worden.

ALDUS OVEREENGEKOMEN EN ONDERTEKEND IN VIERVOUD

Plaats, datum 20** Plaats, datum 20**

... ...

Bijlage 4

Interview H1 en H2 04-06-2016

Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Veenendaal 1. Wat is jullie functie binnen de gemeente? Huwelijksbegeleiders binnen de GKvV.

2. Hoe lang bekleden jullie deze functie al? Ongeveer 10 á 11 jaar.

3. Wordt er vaak een beroep gedaan op jullie hulp wanneer echtparen verwikkeld zitten in huwelijksproblemen? Zo ja, wat voor ondersteuning hebben jullie toen geboden?

Weinig. Tenminste als je het hebt over de officiële lijn van de kerkenraad naar ons toe (H2). Ja incidenteel (H1). We hebben er inderdaad een paar via de dominee doorverwezen gekregen (H2). Nou ja er is natuurlijk een grote schroom om met je sores naar buiten te komen. En dat merken wij ook, want dat is in het algemeen al zo en laat staan in de kerk. En dat het toch ook wel voor ouderlingen heel lastig is om dit aan de orde te stellen. Ook misschien wel een stukje gespreksvaardigheid wel, van hoe breng je dat aan de orde. Ja en daardoor hoopt het zich te lang op. Dan komen ze er veel te laat mee naar buiten en dan is het vaak al te ver om het nog weer te kunnen herstellen. Ja dat zie je wel vaak (H1). Er is gewoon een enorm grote drempel voor mensen om daar over te beginnen. Ook gewoon niet weten hoe je dat doet. Terwijl je daarmee heel veel kansen mist. En ook niet zien denk ik (H2). Mensen beseffen het vaak zelf ook nog niet hoor. Op een gegeven moment wen je ook aan bepaalde omgangsvormen. En dat sluipt er langzaam in. Ik denk dat mensen zich ook eerst vaak onmachtig voelen, zo van waar moeten we hier mee naartoe? Maar ja hoe dan (H1). Wat betreft de ondersteuning, gaan we eerst in gesprek met de mensen en eerst maar eens horen, van beiden, wat is jullie verhaal? En we zien wat dat betreft samen heel snel en heel veel, maar omdat je natuurlijk zelf ook weet: waar schort het aan. Bij communicatie bijvoorbeeld, je merkt heel gauw hoe mensen op elkaar reageren (H2). Wij vragen dan eerst: wat er speelt er volgens jou, van twee kanten dus het verhaal horen. Wat is je vraag aan ons? Wat is de hulpvraag die jullie als echtpaar hebben? En de wilsvraag is ook altijd heel

belangrijk. Zeker als we het ook over echtscheiding hebben, moeten wij de

inspanningen richten op het bij elkaar blijven, of op het zo goed mogelijk uit elkaar gaan. Als er kinderen ook zijn. Dat hebben we ook al een paar keer meegemaakt dat het niet goed ging en dan is het wel belangrijk dat je de vraag stelt: waar richten we ons op? Dus het mooiste is natuurlijk dat het eerste het geval is dat ze echt willen gaan voor de relatie. En dat test je ook een paar keer met wat vragen. En daarna begin je de verschillende aandachtsvelden af te lopen. Meestal beginnen we dan met communicatie want dat loopt dan al langer niet lekker. En daar begin je dan wel vaak mee (H1).

4. Wat zijn volgens jullie de grootste oorzaken voor deze huwelijksproblemen?

Communicatie is natuurlijk wel een hele grote, die je het makkelijkst en het snelst ziet en dat hoor je natuurlijk ook hoe mensen op elkaar reageren, dat zit echt vooral in het niet begrijpen van die ander. Heel snel ook invullen voor de ander van; ik denk dat ik de ander wel snap, maar eigenlijk toch niet. Een ander belangrijk punt vind ik, dat mensen eigenlijk er een beetje vanuit gaan dat die ander mij gelukkig maakt. En als dat dan niet gebeurt, ja dan valt dat vies tegen. Dan word je gefrustreerd en teleurgesteld; noem maar op. Dat is natuurlijk ook waarom wij altijd die TSP cirkel gebruiken, ieder mens heeft namelijk echt die diepste behoefte van geliefd te zijn, gehoord te worden, maar ook gezien zijn, begrepen worden, aandacht krijgen, je mag er zijn zoals je bent. Daar is bij ieder mens die behoefte, daar is niemand uitgezonderd. Daar schort het heel veel aan. Dat verwachten ze namelijk van die ander (H2). En het tweede belangrijke, is natuurlijk ook dat mensen zichzelf meenemen in het huwelijk hé. Dus je hebt vaak ook wel je eigen historie. Van je jeugd, wat je allemaal opgelopen hebt in het verleden. Hoe je op bepaalde dingen reageert, dat je een soort van mechanisme daarin hebt ontwikkeld. En als je dat ook in je huwelijk mee gaat nemen, dan ga je datzelfde mechanisme ook vertonen. Daar loopt het dus ook vaak op fout. Dat die ander helemaal niet begrepen wordt en dat kan dan ook escaleren. En dat uit zich dan vaak in hele slechte communicatie, ook lichamelijke en emotionele afstandelijkheid (H1). Vanuit je jeugd heb je allerlei overlevingsstrategieën, die neem je mee. Wanneer heb je een overlevingsstrategie, als je beschadigd bent, tekortgekomen bent. Als je niet hebt gekregen waar je eigenlijk als kind recht op hebt. Dat is een ander recht dan wettisch recht. Maar elk kind heeft wel recht om liefde van de ouders te ontvangen, om verzorging,

Dan ga je dat op allerlei manieren vinden bij anderen. En dat neem je je huwelijk in. Dat is al een grote basis zeg maar waar het mis kan gaan. Maar daar is evengoed herstel van mogelijk. Het is niet zo dat het hopeloos is. Maar mensen kennen het vaak niet. Je hebt geen idee waarom ze doen zoals ze doen (H2).

5. In hoeveel van die gevallen eindigen de huwelijksproblemen in een echtscheiding?

Meer dan ons lief is. Ik denk toch wel ongeveer de helft (H1).Van een had ik ook echt het gevoel dat moet ook echt uit elkaar, dat was zo desastreus. Dat ik ook dacht van, dit kan niet goed zijn. Hier moet echt iets anders gebeuren. Maar van die anderen was vaak het probleem dat een van de twee gewoon niet wilde. Die was er al

helemaal klaar mee. En dan kan je eigenlijk ook niks. Die heeft de keuze al gemaakt. Daar kan je heel veel bespreken, maar dat heeft dan geen zin meer (H2).

6. Hoe vaak wordt er een beroep gedaan op de echtscheidingsgronden kwaadwillige verlating en overspel?