• No results found

Internationale aspecten

Louise de Graaf en Caitlin Hoogendoorn

5.3 Aard cocaïnemarkt

5.4.3 Internationale aspecten

De cocaïnesmokkel naar Nederland is altijd internationaal van aard: cocaïne komt bijna altijd uit Zuid-Amerika en wordt via Nederland vervolgens doorgevoerd naar buitenlandse afzetmarkten. De in- en doorvoer van cocaïne vereist internationale samenwerking. Nederlandse criminele netwerken en subjecten zijn actief in het buitenland, werken samen met andere nationaliteiten en huren experts uit het buitenland in om zaken voor hen te regelen (politie-informatie).

Uit politie-informatie blijkt dat Nederlandse subjecten op het gebied van de invoer en afzet (doorvoer) van cocaïne regelmatig contact hebben met subjecten (en criminele netwerken) in het buitenland. Het gaat daarbij zowel om contacten met Nederlandse subjecten in het buitenland als om contacten met subjecten van andere nationaliteiten.

Nederlandse criminele netwerken en subjecten in de cocaïnegerelateerde criminaliteit zijn regelmatig bezig met verschillende internationale criminele activiteiten en zoeken vaak naar personen in hun netwerk (direct of indirect), die hen kunnen helpen of informatie kunnen verschaffen vanuit het buitenland (politie-informatie).

Tijdens de COVID-19-pandemie ondervonden handelaren problemen met het smokkelen van cocaïne omdat sommige landen de grenzen sloten. Er was door de pandemie veel minder luchtverkeer en containervaart. De flexibiliteit van de netwerken bleek uit het feit dat zij naar alternatieve werkwijzen, routes en nieuwe contacten zochten om toch hun internationale criminele werkzaamheden te kunnen voortzetten (politie-informatie). De cocaïnehandel kwam daardoor niet volledig stil te liggen.

Nederlandse opdrachtgevers in het buitenland

Nederlandse opdrachtgevers en geldschieters van cocaïnetransporten blijken zich vaak in het buitenland schuil te houden in onder andere landen als Dubai, Colombia, de Dominicaanse republiek, Suriname en Spanje (politie-informatie). Ze komen meestal zelf niet in aanraking met de cocaïne, maar zorgen voor de coördinatie van transport, uithaal en verkoop. Ook blijken prominente Nederlandse criminelen zich met regelmaat in de productielanden van cocaïne te bevinden (InSight Crime, 2021).

Nederlandse criminele netwerken en subjecten in Zuid-Amerika en het Caribisch gebied Om zendingen cocaïne uit Zuid-Amerikaanse landen in Nederland of andere Europese landen te krijgen, wordt gebruik gemaakt van contacten en netwerken in Zuid-Amerika die nauwe banden hebben met de eigenaren van de cocaïne in de bronlanden. Er wordt hierbij onder andere gebruik gemaakt van brokers (zie paragraaf 5.4.4), die een goede informatiepositie hebben en aanbod en afzet bij elkaar kunnen brengen (InSight Crime; 2021). Deze brokers krijgen hiervoor vergoedingen die vaak bestaan uit percentages van de opbrengst, maar het kunnen ook vaste bedragen zijn of een deel van de zending cocaïne (politie-informatie; en zie paragraaf 5.3.7). Een goed internationaal netwerk of goede contacten met internationale brokers is cruciaal voor het succesvol invoeren van cocaïne naar Nederland (politie-informatie).

Er blijken zich tal van Nederlands of Engelssprekende subjecten in het buitenland te bevinden om daar contacten te onderhouden met de personen die de cocaïne bezitten of versturen (politie-informatie). Het spreken van Spaans blijkt bij cocaïne-invoer een enorm voordeel. Subjecten zoeken vaak mensen die Spaans spreken om bijvoorbeeld mee te nemen naar afspraken (politie-informatie).

Het komt namelijk voor dat Nederlandse subjecten naar Zuid-Amerika vliegen voor afspraken met de eigenaren van de te importeren cocaïne en andersom.

De Dominicaanse Republiek in het Caribisch gebied blijkt een gewilde transitroute voor Nederlandse subjecten (politie-informatie; zie ook paragraaf 5.3.2.1). Daarnaast heeft Nederland sterke

historische en linguïstische banden met het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden en met Suriname. Hierdoor hebben veel Nederlanders familiaire banden met personen in dit gebied. Het Caribisch gebied is een belangrijke transitroute voor cocaïne naar Europa (Mc Dermott et al., 2021), dus een netwerk in dit gebied kan zorgen voor een link tussen aanbod van cocaïne vanuit Zuid-Amerika en de vraag in Nederland (Stevanovic, 2020). Uit politie-informatie blijkt inderdaad dat er veel samenwerking is tussen Nederlandse subjecten en subjecten die zich bevinden in het Caribisch gebied en in Suriname.

Criminele verwevenheid Nederland en België

Bij de teelt van cannabis en de productie van synthetische drugs werken Belgen en Nederlanders al lang samen (De Middeleer & De Ruyver, 2017; Spapens, et al., 2016). De verwevenheid van België en Nederland is ook te zien in de cocaïnehandel. Volgens eerder onderzoek zou 70 tot 80 procent van de cocaïnetransporten die de haven van Antwerpen binnenkomt, voor Nederland bestemd zijn en bevinden de opdrachtgevers en financiers van de cocaïne-invoer zich veelal in Nederland (Boerman, et al., 2017; Colman, 2018; UNODC & Europol, 2021). Bovenstaande informatie en recente

mediaberichten (Een Vandaag, 2021; Omroep Brabant, 2020; De Volkskrant, 2020) schetsen het beeld dat vooral Nederlandse criminelen actief zijn in de cocaïnehandel in België en de haven van Antwerpen. Uit politie-informatie blijkt echter dat Belgische en Nederlandse cocaïnegerelateerde subjecten regelmatig samenwerken. Zo hebben de Nederlandse subjecten de Belgische subjecten nodig voor hun contacten en ingangen in de haven van Antwerpen. De Nederlandse en Belgische criminele netwerken zijn veelal verweven (politie-informatie), veel meer dan met subjecten uit andere naastgelegen landen zoals Duitsland en Frankrijk. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de communicatie tussen Nederlanders en Belgen (Vlaamssprekende) gemakkelijk is doordat er geen taalbarrière aanwezig is. Eerdere bevindingen uit het onderzoek van De Middeleer et al. (2018) wijst ook op een integratie van Belgische en Nederlandse criminele netwerken en zij vonden in hun onderzoek geen sterke indicaties dat de problematiek vanuit Nederland verschuift naar België. Uit politie-informatie komt wel naar voren dat sommige Nederlandse subjecten de voorkeur hebben om cocaïne via de haven van Antwerpen binnen te smokkelen, omdat dit gemakkelijker zou zijn. Het is niet duidelijk geworden waarom dit gemakkelijker zou zijn.

Criminele netwerken en subjecten met een Marokkaanse (migratie)achtergrond

Europol gaf in 2013 al aan dat smokkelaars met een Marokkaanse (migratie)achtergrond een belangrijke rol zouden hebben in de cocaïnedistributie in Europa, via de distributiehubs Spanje en Nederland (Europol, 2013). Ook Belgisch onderzoek laat zien dat personen met een Marokkaanse (migratie)achtergrond een belangrijke rol lijken te hebben bij de invoer en distributie van cocaïne in België (Colman, 2018; De Middeleer e.a., 2018).

In Nederland is de aanwezigheid van personen met een Marokkaanse (migratie)achtergrond bij cocaïnegerelateerde criminaliteit ook zichtbaar. Zo wordt in het Nationaal dreigingsbeeld 2017 Georganiseerde criminaliteit gesteld dat personen met een Marokkaanse, Albanese en Turkse achtergrond een rol hebben in de Nederlandse cocaïnemarkt en regelmatig gezien worden als uithalers van cocaïne in de havens (Boerman et al., 2017). Van de in 2020 in Nederland aangehouden

De narcostand van Nederland - Cocaïne

136

uithalers had ongeveer een kwart (naast de Nederlandse nationaliteit) de Marokkaanse nationaliteit wat de rol van personen met een Marokkaanse (migratie)achtergrond lijkt te bevestigen (HARC data).

Uit de bestudeerde cocaïnegerelateerde opsporingsonderzoeken van de politie blijkt dat in 2019 en 2020 ongeveer een vijfde van de verdachten naast de Nederlandse nationaliteit ook de Marokkaanse nationaliteit had. Daarmee is het aandeel van verdachten met zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit bij cocaïnegerelateerde criminaliteit – net als bij hasjgerelateerde criminaliteit - hoger dan bij andere vormen van drugsgerelateerde criminaliteit zoals geregistreerd in Summ-IT(zie hoofdstuk 4). Er zijn signalen (zoals aangegeven in paragraaf 5.3.2.1) dat (West- ) Afrika een belangrijke transithub lijkt te worden voor cocaïne. De cocaïne reist daarna mogelijk via de oude hasjsmokkellijnen van Marokko naar Europa, wat een verklaring zou kunnen zijn voor de aanwezigheid van verdachten met zowel de Nederlandse als Marokkaanse nationaliteit.

Albaneessprekende criminele netwerken en subjecten

Volgens meerdere bronnen zijn Albaneessprekende42 criminele groeperingen belangrijke spelers op de cocaïnemarkt in Europa (EMCDDA & Europol, 2019; Europol, 2020; Saggers, 2019; Stevanovic, 2020; UNODC, 2021a4). Albaneessprekende criminele groeperingen zouden directe lijnen hebben met de Colombiaanse kartels, zodat ze de cocaïne bij de bron kunnen inkopen en geen zaken hoeven te doen via tussenpersonen (Saggers, 2019; Zhilla & Lamallari, 2016; UNODC & Europol, 2021). Ook zouden leden van Albaneessprekende criminele netwerken regelmatig in Colombia wonen (UNODC

& Europol, 2021). Albaneessprekende criminele netwerken zouden daarnaast ook betrokken zijn bij de distributie van cocaïne binnen Europa en het Verenigd Koninkrijk en ook bij de straatverkoop van cocaïne (EMCDDA & Europol, 2019; Saggers, 2019; The Guardian, 2019; UNODC 2021a4).

Een vijf jaar durend Italiaans opsporingsonderzoek heeft geleid tot een Joint Investigation Team (JIT) met onder andere Nederland en Italië. Dit gezamenlijke onderzoeksteam ontmantelde een Albaneessprekend crimineel netwerk dat cocaïne naar Europa smokkelde. De gezamenlijke actie leidde tot de arrestatie van twintig personen, waarvan twee in Nederland (Europol, 2020).

Ondanks bovenstaande signalen zien wij in de door ons onderzochte cocaïnegerelateerde opsporingsonderzoeken uit 2019 en 2020 geen grote vertegenwoordiging van verdachten die mogelijk Albaneessprekend zijn, wanneer wordt uitgegaan van de geregistreerde nationaliteiten. In 2019 had twee procent van de verdachten de Albanese of Kosovaarse nationaliteit43 en in 2020 was dat één procent. Onduidelijk is of er inderdaad minder Albaneessprekende criminelen actief zijn in Nederland vergeleken met wat door andere Europese landen wordt geschetst of dat hier mogelijk sprake is van een blinde vlek.

Wel zijn er signalen dat Nederlandse cocaïnehandelaren soms zaken doen met Albaneessprekende personen, maar dat doen zij ook met personen uit andere Europese landen (politie-informatie).

Koks uit Colombia

Uit een Spaans opsporingsonderzoek is gebleken dat een Colombiaans-Spaans netwerk personen naar Europa haalde die gespecialiseerd waren in de chemische stappen rondom het uitwassen en de productie van cocaïne, en in het bezit waren van de Colombiaanse nationaliteit. Deze ‘cocaïnekoks’

reisden van Colombia naar Spanje en vandaar door naar Bulgarije en Nederland (UNODC & Europol, 2021). In onderzoek O-56 wordt dit signaal bevestigd. Dit onderzoek betrof de ontmanteling van een

42 De term ‘Albaneessprekend’ wordt gebruikt omdat hiermee personen van meerdere nationaliteiten worden bedoeld, die dezelfde taal en etnische achtergrond delen, waaronder Albanese staatburgers maar ook personen uit Kosovo, Bosnië, Her-zegovina, Montenegro en Noord-Macedonië (EMCDDA & Europol, 2019).

43 In verschillende landen zijn gemeenschappen van etnisch Albanezen, onder meer in Griekenland, Italië en Noord-Macedo-nië. Omdat niet op etniciteit maar op nationaliteit wordt geregistreerd, zijn in het bestand alleen Kosovaarse en/of Albanese verdachten opgenomen. Kosovaarse verdachten, omdat 95 procent van de bevolking van Kosovo van Albanese herkomst is.

grote cocaïnewasserij, waarin dertien cocaïnekoks met de Colombiaanse nationaliteit werkten.

Zij waren onder andere via Spanje naar Nederland gekomen.

Ook politie-informatie bevestigt dat criminele netwerken personen uit Colombia zoeken met expertise in het uitwassen en produceren van cocaïne, zoals beschreven in paragraaf 5.3.4.

Subjecten proberen op steeds andere manieren cocaïne naar Nederland te smokkelen. Zo impregneren ze cocaïne in producten (zie smokkelmethoden in paragraaf 5.3.2.1). De cocaïne moet dan in Nederland door specialisten op een chemische manier weer geëxtraheerd worden.

In de onderzochte opsporingsonderzoeken uit 2019 en 2020 kwamen respectievelijk 26 en 27 personen naar voren met de Colombiaanse nationaliteit. Ze worden ingehuurd voor het

uitwassen en produceren van cocaïne in Nederland, omdat Nederlandse criminele netwerken deze expertise niet hebben. Dit is vergelijkbaar met de samenwerking met Mexicaanse subjecten bij methamfetamineproductie in Nederland (zie hoofdstuk 6).

5�4�4 Een aantal rollen nader beschouwd

Cocaïnehandelaren kunnen hun werk niet doen zonder de inzet van brokers, facilitators en specialisten. Er is sprake van criminele samenwerking tussen criminelen onderling, maar ook - zoals uit paragraaf 5.3.7 bleek - met niet-criminelen. In deze paragrafen staan we stil bij de rollen van tussenhandelaren (blokkenhandelaren), brokers, facilitators en uithalers gezien hun cruciale bijdrage aan de cocaïnehandel via Nederland.

Tussenhandelaren / blokkenhandelaren

De cocaïnetussenhandel is het niveau tussen de groothandel (invoer) en de detailhandel. De tussenhandelaar is een rol die in fase 6 van het crime script (afzet) kan worden weggeschreven.

Een eenduidige definitie van een tussenhandelaar ontbreekt. In dit rapport wordt met tussenhandelaar bedoeld: handelaren in cocaïneblokken, die deze blokken afnemen van groothandelaren en doorverkopen aan afnemers (Gruter & Van de Mheen, 2005; Kleemans, et al., 2002). Helaas is er maar beperkt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het niveau van de tussenhandel en daarom is er weinig over bekend (Colman, 2018). Tussenhandelaren kopen de cocaïne soms in grote hoeveelheden tegelijk om vervolgens de partijen (in delen) te verkopen aan andere partijen, in Nederland, Europa en zelfs buiten Europa (politie-informatie). Soms zijn ze op zoek naar hoge kwaliteit blokken (zie 5.3.7) of een blok uit een specifiek land, omdat hun klant bijvoorbeeld alleen blokken uit Colombia wil hebben (politie-informatie). Uit politie-informatie blijkt ook dat tussenhandelaren blokken cocaïne opkopen en vervolgens versnijden om hun winstmarge te vergroten voordat ze deze doorverkopen. Soms zit er zelfs nog een extra laag personen tussen de verkoop: een soort brokers onder tussenhandelaren, dus tussenhandelaren die aan tussenhandelaren verkopen.

Brokers

Zoals eerder beschreven in deze paragraaf zijn de Nederlandse criminele cocaïnenetwerken fluïde.

De Nederlandse criminele subjecten in de cocaïnehandel zijn echte netwerkers, die via via met elkaar verbonden zijn en op die manier ook zaken regelen. Daarnaast maken zij gebruik van brokers om dingen voor elkaar te krijgen. Brokers kunnen in alle fasen van het crime script werkzaam zijn.

Een broker, ook wel bemiddelaar of bruggenbouwer genoemd, is iemand met sociale relaties in meerdere gemeenschappen of netwerken. Deze persoon heeft een brugfunctie en zorgt voor de verbinding tussen twee of meer mensen die onderling niet met elkaar verbonden zijn. Brokers zijn daarmee personen met een strategische positie binnen en tussen criminele netwerken, maar ook tussen criminele en niet-criminele netwerken (cf. Duijn, Kashirin & Sloot, 2014). De positie van een broker in en tussen netwerken is bepalend voor het belang en de mate van zijn succes (Borgatti

& Lopez-Kidwell, 2014; Burt, 1992). Ook moet de broker over bepaalde kennis, vaardigheden, organisatorisch talent en/of geld beschikken om daadwerkelijk een strategische en cruciale rol binnen de georganiseerde drugscriminaliteit te vervullen (Duijn et al., 2014; Spapens, 2012).

De narcostand van Nederland - Cocaïne

138

Brokers vormen dus bijzondere en belangrijke schakels in de gehele cocaïnemarkt. Ze zijn binnen alle fasen van het crime script werkzaam. Het zijn de (internationale) brokers die vraag en aanbod bij elkaar brengen (InSight Crime, 2021). Brokers gevestigd in Zuid-Amerika zijn de gesprekspartners van de producenten en eigenaren van de cocaïne daar en de internationale, waaronder Nederlandse, criminele netwerken of subjecten die de cocaïne willen kopen (Insight Crime, 2021). Brokers kunnen ook in Nederland verschillende partijen bij elkaar brengen door te fungeren als schakel tussen bijvoorbeeld uithalersgroepen en eigenaren van partijen cocaïne die uitgehaald moeten worden.

Daarnaast kunnen zij bijvoorbeeld informatie, afkomstig van corrupte ambtenaren, verschaffen aan smokkelaars (politie-informatie).

Brokers werken onderling vaak samen en vormen daarmee als het ware netwerken van brokers (InSight Crime, 2021; politie-informatie).

Deze manier van werken brengt ook risico’s met zich mee voor de criminele netwerken, omdat er meer schakels en verschillende personen nodig zijn die allemaal een stukje van de logistieke keten moeten vervullen. Hierdoor wordt de kans groter dat personen met de autoriteiten praten of mogelijk fouten maken. Daarnaast is er ook wederzijds vertrouwen nodig omdat ze niet allemaal deel uitmaken van hetzelfde criminele netwerk, maar wel samenwerken (InSight Crime, 2021).

Facilitators

Naast brokers zijn ook facilitators actief in alle fasen van het crime script. Facilitators hoeven zelf niet in aanraking te komen met de cocaïne, maar bieden door hun diensten de gelegenheid voor de smokkel en handel van cocaïne. Er zijn allerlei soorten facilitators die verschillende specifieke diensten aanbieden. Hierbij valt te denken aan resellers van cryptocommunicatietoestellen, accountants, werknemers van bedrijven die een rol hebben bij het logistieke proces en financieel facilitators die de criminele verdiensten witwassen (InSight Crime, 2021; politie-informatie). Ook de personen die auto’s ombouwen voor het stashen van cocaïne, corrupte havenmedewerkers en personen die ruimtes beschikbaar stellen voor een cocaïnewasserij, kunnen als facilitator bestempeld worden (politie-informatie).

Uithalers

Een specifieke rol binnen de cocaïnehandel in Nederland is de rol van ‘uithaler’. Deze rol valt binnen fase 2 (invoer) van het crime script. Uithalers worden onder andere ingehuurd of geronseld om cocaïne uit de containers in de havens te halen, zoals beschreven in paragraaf 5.3.2.2. Ze zijn een groot en groeiend probleem, vooral in de Rotterdamse haven (Trouw, 2021; NOS, 2021; RTL nieuws, 2021; Zeehavenpolitie, 2021). In september 2021 alleen al zijn er 110 uithalers aangehouden (De Telegraaf, 2021).

Voor het fenomeenbeeld drugs is een analyse gemaakt van uithalers die zijn aangetroffen in de haven van Rotterdam in 2020. Het gaat om de gegevens van 201 personen die in Summ-IT het label

‘uithaler/losser’ hebben gekregen.

Deze personen bleken allemaal mannen tussen de 17 en 48 jaar oud. Het grootste gedeelte van de uithalers is tussen de 20 en 29 jaar oud, namelijk zo’n 71 procent. 13 procent van de verdachten was jonger dan 20 jaar en slechts 4 procent was ouder dan 35 jaar. In vergelijking met het totaal aantal verdachten van cocaïnegerelateerde criminaliteit uit de onderzoeken zoals beschreven in paragraaf 5.4.1, ligt de leeftijd van uithalers dus een stuk lager. In 2021 is zelfs een jongen van veertien aangehouden op het haventerrein van Rotterdam (Algemeen Dagblad, 2021). De meeste uithalers wonen in Rotterdam-Zuid of hebben geen vaste woon- of verblijfplaats (Zeehavenpolitie, 2021).Vermoedelijk wordt een groot deel van de uithalers dan ook geworven in Rotterdam-Zuid.

Vaak worden de jonge onervaren jongens begeleid door een oudere, meer ervaren uithaler (politie-informatie). De ervaren uithaler staat veelal als enige in contact met de opdrachtgever of uithaalmakelaar en heeft de informatie over de container die uitgehaald moet worden.

Wanneer uithalers op het haventerrein van de Rotterdamse haven door de autoriteiten worden aangetroffen maar niet direct te linken zijn aan een partij drugs, krijgen ze regelmatig een boete voor het onbevoegd betreden van een terrein (artikel 461Sr) en/of een boete voor het niet kunnen tonen van een identiteitsbewijs. Velen beroepen zich op hun zwijgrecht of komen met een smoes waarom ze op het haventerrein waren. Vaak staan deze jongens enkele uren later weer buiten het politiebureau met een boete, waarna ze binnen korte tijd opnieuw onbevoegd worden aangetroffen in het havengebied. Deze boetes lijken hen dus niet af te schrikken (Zeehavenpolitie, 2021). Dit blijkt ook uit onderzoek van Abraham et al. (2021). Zij beschrijven dat uithalers zeer beperkt ontmoedigd worden door de relatief lichte sancties (maxius.nl).

Het komt regelmatig voor dat uithalers meerdere keren per jaar op het haventerrein worden aangetroffen (Crimesite, 2021). In 2020 is één persoon zelfs elf keer aangehouden op het haventerrein als verdachte van uithalen (Zeehavenpolitie, 2021). Omdat de uithalers meestal niet worden aangehouden met de drugs, is het moeilijk om te bewijzen dat ze op het terrein zijn om cocaïne uit een container te halen. Dit kan regelmatig zorgen voor vrijspraak of een lage boete (gerechtelijke uitspraak)44. Op 1 januari 2022 is de nieuwe ‘uithalerswet’ in werking getreden. Artikel 138aa van het Wetboek van Strafrecht zorgt ervoor dat het onbevoegd aanwezig zijn op havens en luchthavens zwaarder kan worden bestraft. Wie er wordt betrapt zonder dat hij er wat te zoeken heeft, kan maximaal twee jaar celstraf opgelegd krijgen (www.om.nl). Overigens geeft artikel 138aa lid 3 aan dat, indien er verzwarende omstandigheden zijn, de in lid 1 en 2 geldende straffen nog met een derde kunnen worden verhoogd. De effecten van deze nieuwe wet moeten nog blijken.

5.4.5 Conclusie

In deze paragraaf is ingegaan op de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse criminele

netwerken en subjecten die zich bezighouden met cocaïnehandel, waarbij ook nader is gekeken naar internationale aspecten en opvallende rollen binnen het crime script cocaïne. De gemiddelde leeftijd van verdachten van cocaïnehandel ligt iets hoger dan bij vormen van veelvoorkomende criminaliteit.

Dit zou wellicht te maken kunnen hebben met de benodigde expertise voor de cocaïnehandel en financiële middelen. Daarnaast is gebleken dat 85 tot 87 procent van de verdachten in cocaïneonderzoeken in 2019 en 2020 in ieder geval de Nederlandse nationaliteit had. Een deel daarvan heeft naast de Nederlandse nationaliteit ook een andere nationaliteit. Hierbij komen de Marokkaanse of de Turkse nationaliteit het meeste voor.

Een belangrijk kenmerk van de Nederlandse netwerken en subjecten is dat zij enorm flexibel en fluïde zijn, en gestuurd worden door kansen. De samenstelling van netwerken verandert daardoor regelmatig. Goede internationale samenwerkingen zijn eerder regel dan uitzondering.

Opvallend hierin zijn de veelvoorkomende samenwerkingen tussen Nederlandse en Belgische criminele netwerken en het inhuren van Zuid-Amerikaanse koks die in Nederland een deel van het productieproces uitvoeren. Subjecten binnen de cocaïnehandel vervullen vaak meerdere

Opvallend hierin zijn de veelvoorkomende samenwerkingen tussen Nederlandse en Belgische criminele netwerken en het inhuren van Zuid-Amerikaanse koks die in Nederland een deel van het productieproces uitvoeren. Subjecten binnen de cocaïnehandel vervullen vaak meerdere