• No results found

Een interdisciplinaire benadering volgens een life-cycle benadering waarmee behoeften van een klant worden getransformeerd in een systeemaanpak die door een iteratief proces

de fasen van definitie, analyse, ontwerp, synthese, testen en evaluatie doorloopt om te

komen tot een uitgebalanceerde set van oplossingen die aansluit bij de wensen van de

klant.

De eisen die gesteld worden aan de uitvoering van een aanpak volgens SE vraagt een

noodzakelijke investering in kennis, procesaanpak, transformatie van cultuur e.d. Deze

investeringen moeten uiteraard voordelen opleveren. Doordat SE pas sinds kort (op kleine

schaal) wordt toegepast in de civiele wereld, is in de literatuur nog weinig studiemateriaal te

vinden. Brunton & Tarling (2003) zijn voor de railinfrastructuursector gekomen tot abstracte

voordelen van toepassing van SE, namelijk: (1) ‘scope of control’ door het management van

eisen, (2) interface management en (3) kennis van alle projecteisen. Deze informatie draagt

bij aan de bewustwording van de mogelijkheden, maar zeggen voor het projectmanagement

onvoldoende in de zin van tijd, geld en kwaliteit van het werk.

LTV Aerospace and Defense Company identificeert concretere voordelen; ze hebben echter

geen betrekking op de infrastructuursector. Toch, is het interessant te weten welke

resultaten reeds behaald zijn en daarmee wellicht ook in de railinfrastructuursector zijn te

behalen. Dit betreffen de volgende voordelen (Martin, 2000):

1. Kortere tijd benodigd voor het ontwikkelen, gereduceerd met 60%;

2. Reductie wijzigingsopdrachten van engineers met 50%;

3. Reductie herontwerp en bewerking met 75%;

4. Reductie productiekosten met 40%.

Deze voordelen hebben de volgende positieve consequentie (Martin, 2000; Blanchard, 1998):

gereduceerde niet-terugkerende kosten, gereduceerde life-cycle kosten, een proces dat

flexibel is met de verwachtingen en eisen van de klanten en toenemende kwaliteit van het

ontwikkelproces.

Terugkomend op het SE proces, kan dit niet een enkel life-cycle faseringsmodel worden

beschreven (Mar, 1997). De verschillende eindproducten vereisen verschillende processen om

deze effectief te realiseren. Ook de faseringen van het SE proces zijn niet eenduidig. Zo

onderscheidt Blanchard (1998) achtereenvolgens de fasen: ‘conceptual- preliminary design,

detail design and development, production and/or construction and product use, phase-out

and disposal’. Martin (2000) beschrijft daarentegen: SE management, requirements &

architecture definition, design, integrated logistics support, production & deployment and

system integration & verification.

In deze faseringen is toch een zekere mate van subjectiviteit van het individu c.q. organisatie

terug te zien. Daarom is gekozen om voor de afbakening uit te gaan van de standaarden op

het gebied van SE, namelijk de EIA/IS 632.

Onder deze standaard vallen de ISO 15288 (2002) en de ANSI/EIA 632 (2006). De eerste

standaard omvat het concept en ontwikkeling, plus andere fasen van het life-cycle systeem op

een abstract niveau. De tweede standaard beslaat daarentegen alleen het concept en

ontwikkeling, maar dan tot op een gedetailleerder niveau. Aangezien de specificatie van

eisen in het beginstadium van de ontwikkeling ligt, zal hier de focus van het onderzoek

liggen. Daarom zal de beschrijving van het SE proces volgens de ANSI/EIA 632 worden

aangehouden (zie figuur 38). Het onderzoek zal echter niet alle faseringen van het SE proces

beslaan, omdat het onderzoek zal worden uitgevoerd binnen het domein van requirements

engineering. Als afbakening van het SE proces, zal daarom uitsluitend worden gekeken naar

figuur 38 – SE proces (bron: ANSI/EIA-632 in INCOSE, 2004, p. 28)

Bijlage 2 THEORETISCH FUNCTIONEEL SPECIFICATIEPROCES

§ 3.7.5 – Formulering van eisen

tabel 19 – Eisen aan de inhoud van eisen (bron: Eijbersen et al., 2004, p. 35-36, bewerkt)

Eisen aan de inhoud Toelichting

Noodzakelijk

• Het onderwerp van de eis moet tot de scope behoren; • Zonder de eis moet er iets verkeerd gaan;

• De eis mag geen dubbelganger zijn van een andere eis.

Compleet

• Een eis moet onderhouden worden onder de invloed van wijzigingen, bijvoorbeeld door gewijzigd inzicht betreffende de eis zelf of door wijzigingen in andere eisen, bijvoorbeeld de bovenliggende eis;

• Nieuwe wet- en regelgeving kan wijzigingen afdwingen;

• In voorkomende gevallen moet er voor gewaakt worden onvoldoende beheerde regelgeving onvoorwaardelijk te volgen. Haalbaar • Er moet minstens één mogelijkheid zijn om aan de eis te voldoen

binnen grenzen van risico, tijd en geld. Verifieerbaar

• Een eis moet een expliciete aanwijzing vormen voor de desbetreffende ontwerpinspanning;

• Een eis moet te zijner tijd ‘getest’ en geverifieerd kunnen worden. Marges

• Marges zijn nodig om over keuringscriteria te beschikken;

• De verkregen waarde zal altijd spreiding vertonen om de genoemde (nominale) waarde.

Oplossingsvrij

• Dit is een relatieve eis die afhangt van het hiërarchische niveau in de specificatieboom;

• Deze is dus afhankelijk van de projectfase;

• Een eis moet maximale vrijheid laten voor de daarna volgende stap in het ontwerpproces;

• Een eis mag niet vooruitlopen op (één van) de oplossing(en) die pas later aan de orde komen, tenzij voorschriften of andere a-priori afspraken daartoe dwingen.

tabel 20 – Eisen aan de vorm van eisen (bron: Eijbersen et al., 2004, p. 36-37)

Eisen aan de vorm Toelichting

Eenduidigheid

• De formulering is maar voor één uitleg vatbaar en bevat geen dubbelzinnigheden;

• De lezer moet geen veronderstellingen hoeven maken om de eis te kunnen begrijpen.

Vereist werkwoord • Geen synoniemen als ‘moeten’, ‘zullen’ of ‘behoren’ gebruiken.

Positief formuleren

• Ondanks het vaak verhelderende van negatieve formuleringen, moet dit soort formuleringen worden vermeden;

• Een negatieve formulering is soms wel te gebruiken, bijvoorbeeld in geval van uitzonderingen;

• In toelichtingen kunnen negatieve formuleringen worden gebruikt.

Begrippenlijst • Een begrippenlijst voorkomt verwarring bij de gebruikers van specificaties.

Niet gedefinieerde begrippen

• Begrippen die nog niet verklaard zijn in de begrippenlijsten en toch verklaring behoeven, moeten apart worden gedefinieerd. Dit voorkomt onduidelijkheid en onjuiste interpretatie bij mensen die gebruik maken van een specificatie. Vervolgens worden deze begrippen weer meegenomen in een nieuwe versie van begrippenlijsten.

Eisen aan de vorm Toelichting Bondigheid

• Een eis wordt bondig geformuleerd als een stellende volzin, met een minimaal aantal zinsdelen. Anders lopen de eisen voor enkelvoudigheid, ondubbelzinnigheid, duidelijkheid en uniekheid gevaar.

Toelichting apart • Een eis moet niet zijn toelichting bevatten; • Additionele tekst bijvoorbeeld in aparte kolom.

tabel 21 – Eisen aan de context (bron: Eijbersen et al., 2004, p. 37)

Eisen aan de context Toelichting

Uniekheid

• Deze eis aan eisen in niet van toepassing op een afzonderlijke eis, maar geldt voor een eis in zijn relatie met andere eisen uit de specificatie;

• Als er een relatie is met andere eisen, dan moet deze helder zijn, zodat overlap en onbedoelde strijdigheid wordt voorkomen. Consistentie

• Een eis mag niet intern strijdig zijn;

• Negatieve aansluiting: er moet niet een andere eis zijn die een strijdige oplossingsrichting zou vergen;

• Positieve aansluiting: tussen eisen mogen geen gaten bestaan. Abstractheid/ concreetheid • Een eis dient overeen te stemmen met zijn nevengeschikte eisen,

tenzij dwingend voorgeschreven door regelgeving.

tabel 22 – Eisen aan de naspeurbaarheid (bron: Eijbersen et al., 2004, p. 38)

Eisen aan de

naspeurbaarheid Toelichting

Eistitel

• Het spoor naar eisen niet te verliezen als de ordening wijzigt; • Begrijpelijke verwijzingen en overzichten te kunnen maken; • Een eistitel mag niet meer dan één keer gebruikt worden, anders

kan er niet herkenbaar en eenduidig naar worden verwezen; • Alleen een nummer ter verwijzing is ondoenlijk.

Eistitel samenstelling • De titel moet samengesteld worden uit woorden die ook in de tekst van de eis zelf voorkomen.

Eisnummer • Een eis heeft een identificatienummer om communicatie mogelijk te maken

Blijvendheid eisnummer • Het betekenisloze identificatienummer moet permanent zijn. Interne bronverwijzing • Een eis moet zijn voorzien van een attribuut naar zijn

bovengeschikte eis. Externe bronverwijzing

• Een eis moet, indien toepasselijk, voorzien zijn van een attribuut dat verwijst naar zijn bindend document om de eis te kunnen rechtvaardigen.

Bijlage 3 HUIDIG FUNCTIONEEL SPECIFICATIEPROCES

§ 4.3.1 – Tracékaart Hanzelijn

figuur 41 – Tracékaart Hanzelijn Nieuwe Land (bron: ProRail, brochure ‘De Hanzelijn’)

§ 4.3.2 & 4.4.2 – Interviewschema praktijkstudie

Interview