• No results found

INTEGRAAL JEUGDBELEID

Jeugd en onderwijs

Deelprogramma 1 INTEGRAAL JEUGDBELEID

Wij willen dat Groningen één van de aantrekkelijkste steden van Nederland is om in op te groeien. In Groningen staat talent centraal. Wij sluiten aan bij de kracht van elk kind en hebben een breed en aansprekend aanbod dat ieder kind prikkelt en verder laat ontwikkelen.

Wij geloven dat ieder Gronings kind recht heeft op kwalitatief goed onderwijs.

Wij herkennen dat opvoeding lastig kan zijn en geloven in de kracht van positief opvoeden. Daarom zetten we in op versterking van de opvoedkracht van ouders en hun sociale omgeving. Helaas blijven er kinderen die het moeilijk hebben. Deze kinderen geven we de ondersteuning die ze nodig hebben. Dat betekent dat we extra aandacht besteden aan kinderen en gezinnen in achterstands- en/of risicosituaties. Als kinderen of ouders in de knel komen, willen we zo vroeg mogelijk een helpende hand bieden. Als ze dreigen te ontsporen worden ze snel opgenomen in ons vangnet zodat ze weer in staat worden gesteld positief deel te nemen en bij te dragen aan de Groningse maatschappij.

We willen dat de Groningse jeugd optimale kansen heeft op de arbeidsmarkt en uiteindelijk een goede levensstandaard kan hebben.

GELD

Het lastentotaal van het deelprogramma integraal jeugdbeleid bedraagt 101,2 miljoen euro. Deze lasten worden gedekt uit bijdragen PG&Z (gemeenschappelijke regeling publieke gezondheid & zorg), specifieke rijksbijdragen, decentralisatie-uitkeringen via het gemeentefonds,

bezoekers/huuropbrengsten, overige inkomsten euro en een bijdrage uit de algemene middelen.

Beleidsvelden

Talent ontwikkeling Opvoedkracht

Actieve gezonde leefstijl Maatschappelijke participatie Veilig opgroeien

Jeugd nieuwe taken

Beleidsveld

Talent ontwikkeling

In dit beleidsveld staat het ontwikkelen van talent centraal. We willen dat iedere jongere in Groningen uiteindelijk – passend bij zijn of haar eigen niveau – optimaal voorbereid op de arbeidsmarkt komt. Het beleidsveld Talentontwikkeling heeft een relatie met de programma’s Sport en bewegen, Cultuur, Werk en inkomen en Economie en werkgelegenheid.

Analyse Hoe staan we ervoor?

Groningen is door de Stichting Nationale Onderwijsweek uitgeroepen tot dé onderwijsstad van Nederland van het jaar 2014-2015. Deze titel heeft de stad te danken aan de goede samenwerking tussen de kennis –en onderwijsinstellingen onderling én met de gemeente. Deze samenwerking vanuit gedeelde belangen willen we doorzetten. Onder andere via het Akkoord van Groningen. De gemeente coördineert, verbindt en maakt afspraken. Deze zijn onder andere vastgelegd in een Onderwijspact dat we in 2013 met het brede onderwijsveld, van voorschoolse instellingen tot universiteit, hebben afgesloten. Vanuit dit pact hebben we het Gronings College van Onderwijs opgericht. Dit College van Onderwijs fungeert als een gezamenlijke denktank waarin elkaar inspireren, van elkaar leren, versterken van verbindingen en ontwikkelen van nieuwe initiatieven centraal staan.

In 2013 hebben we het vensterschool concept vernieuwd met het Ambitiedocument nieuwe impuls vensterscholen. Vanaf 2014 wordt daar uitvoering aan gegeven via plannen die de scholen voor de jaren 2014 en 2015 hebben ingediend. De inhoudelijke focus richt zich op:

Ouderbetrokkenheid;

doorgaande ontwikkelingslijn 0 tot 13 jaar; ondersteuning en zorg.

In 2015 zitten we in de tweede helft van de vijfjarige periode waarin we 38 basisscholen fris en duurzaam maken. Op ruim de helft van de scholen (20) zijn al forse investeringen gepleegd in de isolatie, ventilatie en verwarming van de gebouwen.

We hebben stevig geïnvesteerd in het voorkomen van onderwijsachterstanden. Uit de cijfers van de kinderen in de onderbouw van het basisonderwijs blijkt dat dit zijn vruchten afwerpt. De cijfers zijn al jaren positief en pakken voor 2013 nog gunstiger uit. De cijfers van de leerlingen in de bovenbouw laten een ander beeld zien. De Cito-toetsscore voor 2013 is lager dan die van 2012 en blijft nog steeds onder het landelijke gemiddelde zitten. Desondanks is, ondanks de daling ten opzichte van 2012, de score iets dichter bij het landelijk gemiddelde gekomen doordat de landelijke score in 2013 ook is gedaald.

Wat betreft het voortijdig schoolverlaten zijn we blij dat het aantal voortijdige schoolverlaters ten opzichte van 2012 is gedaald. Opgave is om deze daling vast te houden en door te trekken, samen met het onderwijs.

MEETBAAR RESULTAAT

indicator 2013 Beoogd 2014 Beoogd 2015*

Middella ng termijnd oel (bijv. 2016) gemiddelde Cito-toets score: Groningen Landelijk 534,4 535,0 * * * % kinderen 2 t/m 4 jaar dat gebruik maakt van het

basis-ontwikkelingsprogramma

14% - -*

% doelgroep-kinderen dat gebruik maakt van het vve-aanbod

57,9% - 85%

Taalprestaties leerlingen groep 2 basisscholen

Niveau I-II: Groningen landelijk Niveau III: Groningen landelijk Niveau IV-V: Groningen landelijk 49,9% 40% 21,1% 20% 29,1% 40% - minimaal landelijk gemiddelde Leerwinst leerlingen groepen 1 en 2 die deelnemen aan schakelklas en/of vve Gemiddelde groei 2013 Groningen

Landelijk

% landelijke groei behaald

18,4 16,5 64,6% - minimaal 80% landelijk gemiddelde Aantal voortijdig schoolverlaters 12 tot 23 jaar per convenantsjaar (okt-okt) Reductie 20% in 2015-2016 t.o.v. 2012-2013 395 - 20%( van 395 naar 260)

Deelname kinderen 4 tot 12 jaar aan buitenschoolse kinderactiviteiten 48% 30% 30% Binnenklimaat klaslokalen aangepaste basisscholen Allen minder dan 1200 ppm*** Allen minder dan 1200 ppm Allen minder dan 1200 ppm Allen minder dan 1200 ppm *Er is geen streefcijfer met het onderwijs afgesproken.

Niveau I: 20% hoogst scorende leerlingen

Niveau II: 20% leerlingen die boven het landelijk gemiddelde scoren Niveau III: 20% leerlingen die op het landelijk gemiddelde scoren Niveau IV: 20% leerlingen die onder het landelijk gemiddelde scoren Niveau V: 20% laagst scorende leerlingen

*** Parts per million; maat voor de concentratie van koolstofdioxide.

Doelen Wat willen we bereiken?

We willen dat jongeren in Groningen opgroeien tot zelfredzame burgers die een positieve bijdrage leveren aan onze samenleving. In ‘Groningen City of Talent’ staat het ontwikkelen van talent centraal. Daarbij gaat het om de talenten van alle kinderen. We willen dat iedere jongere de ruimte krijgt om zijn of haar talenten te ontdekken en zo goed mogelijk te ontwikkelen. Op school, bij de sportclub, op de muziekschool of elders. We willen dat iedere jongere in Groningen - passend bij zijn of haar eigen niveau - goed voorbereid de arbeidsmarkt betreedt.

In 2015 willen we:

de gemiddelde Cito-toetsscore op het niveau van het landelijke gemiddelde brengen;

het percentage doelgroepkinderen dat gebruik maakt van het vve-aanbod verhogen van 57,9% in 2013 naar 85% in 2015;

dat het percentage leerlingen in groep 2 dat niveau IV en V haalt (onder het landelijk gemiddelde) op lager dan het landelijke gemiddelde is;

dat het binnenklimaat in de klaslokalen van de aangepaste schoolgebouwen voor basis- en speciaal onderwijs minder dan 1200 parts per million (ppm) bedraagt (norm ‘Frisse Scholen’ van Agentschap.nl).

Activiteiten Wat gaan we hiervoor doen?

Samen met schoolbesturen uitvoeren Groninger Onderwijspact [Gewijzigd]

In 2013 hebben we een onderwijspact gesloten met het brede onderwijsveld in Groningen van voorschoolse instellingen tot universiteit. Daarin hebben we onze gezamenlijke ambitie vastgelegd om het onderwijs in Groningen op een hoger plan te brengen en een uitstekend leerklimaat te realiseren. Vanuit de gezamenlijke ambitie hebben we via het pact het Gronings College van Onderwijs opgericht. Dit College van Onderwijs fungeert als een gezamenlijke denktank waarin elkaar inspireren, van elkaar leren, versterken van verbindingen en ontwikkelen van nieuwe initiatieven centraal staan.

Met name vanwege de samenwerking tussen overheid en onderwijs is Groningen voor het schooljaar 2014-2015 verkozen tot Onderwijsstad van Nederland. In dat kader organiseren we als gemeente samen met het onderwijsveld gedurende dit schooljaar verschillende activiteiten, bijeenkomsten en debatten, waarin we het onderwijs in de stad een podium bieden en we aandacht vestigen op nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs.

……….

Stimuleren ouderbetrokkenheid [Gewijzigd]

Wij vinden de betrokkenheid van ouders bij het onderwijs erg belangrijk, evenals de invloed van ouders op het onderwijs. Betrokkenheid van ouders bij het onderwijs stimuleren we onder meer via de nieuwe impuls Vensterschool.

Een grotere zeggenschap van ouders binnen het onderwijs juichen wij toe, maar is primair een zaak tussen ouders en scholen. Wij gaan met de schoolbesturen in gesprek om te kijken naar vormen om de invloed van ouders te vergroten. Onze rol vatten wij daarbij op als agenderen, stimuleren en

Ondersteunen en subsidiëren uitvoering Ambitiedocument Nieuwe Impuls Vensterscholen

[Gewijzigd]

In 2015 geven we samen met organisaties voor onderwijs en opvang uitvoering aan het

Ambitiedocument Nieuwe Impuls Vensterscholen. Onze drijfveer is dat alle kinderen in de stad maximale kansen in hun ontwikkeling krijgen.

Voor de jaren 2014 en 2015 hebben de volgende veertien (groepen van) scholen plannen

ingediend: Lewenborg, Beijumkorf, De Tamarisk, Brederoschool, De Borgmanschool, Koorenspoor (inclusief locatie De Kleine Wereld in Indische Buurt), Siebe Jan Bouma, De Kleine Wereld, Anne Frank school, De Pendinge, De Wegwijzer, Bisschop Bekkerschool, Boerhaaveschool en De Starter.

De inhoudelijke focus richt zich op: ouderbetrokkenheid;

doorgaande ontwikkelingslijn 0 tot 13 jaar; ondersteuning en zorg.

De plannen zijn besproken en goedgekeurd door een stuurgroep bestaande uit schoolbesturen voor basisonderwijs (O2G2, VCOG, KOC), voorschoolse instellingen ( SKSG, COP0), gemeente en de lector integraal jeugdbeleid.

Uitvoeren onderwijshuisvestingsprogramma 2014 [Gewijzigd]

In overeenstemming met ons Integraal Huisvestingsplan 2012-2015 investeren we in 2015 in de kwaliteit van de schoolgebouwen door het binnenklimaat en de duurzaamheid te verbeteren van de schoolgebouwen voor basis- en speciaal onderwijs. In vijf jaar maken we 38 basisscholen `fris en duurzaam’ (periode 2012-2016) door forse aanpassingen van de ventilatie, isolatie en verwarming van de gebouwen. In 2015 komen de volgende negen scholen aan bod: Pendinghe,

De Ploeg, Joseph Haydn, Oosterhogebrugschool, Wilgenlaan, De Vuurtoren, Borgmanschool, Karrepad, Kleine Wereld.

De rijksvergoedingen voor het groot onderhoud en aanpassing van de gebouwen van het primair onderwijs gaan vanaf 2015 rechtstreeks naar de schoolbesturen. De besturen worden verantwoordelijk voor alle onderhoud en aanpassing van de gebouwen. Voor de schoolbesturen voor voortgezet

onderwijs was dit al het geval. Als gemeente blijven we verantwoordelijk voor nieuwbouw en verbouw van de huisvesting voor het basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs.

Inkopen, financieren en toetsen leerlingenvervoer [Lopend beleid]

Voor de periode augustus 2014 tot augustus 2017 hebben we het leerlingenvervoer aanbesteed bij Connexxion. Vanaf augustus 2014 hebben we een aantal maatregelen doorgevoerd om de jaarlijkse overschrijdingen van het budget voor het leerlingenvervoer een halt toe te roepen. Deze behelzen een verhoging van de kilometergrens om in aanmerking te komen voor het leerlingenvervoer, het heffen van een bijdrage van ouders met kinderen in het speciaal basisonderwijs in de kosten van het vervoer en het, minimaal één keer per week, zelf halen of brengen van kinderen door hun ouders.

Subsidiëren aanpak achterstanden in het onderwijs [Gewijzigd]

We willen inzetten in het vroeg wegwerken van (taal) achterstanden bij kinderen. Daarvoor zetten we middelen in voor het schakelonderwijs (groepen met leerlingen met taalachterstand die extra begeleiding krijgen) en de verlengde schooldag. In totaal gaat het om 37 groepen; - 22 voor kinderen uit groep 1 en 2

- 6 voor leerlingen uit groep 3 en 4

- 9 voor leerlingen uit groep 5, 6 en 7. De kinderen die in deze negen groepen zitten nemen ook deel aan de verlengde schooldag. Hiermee willen we de leerprestaties van de leerlingen in de hogere groepen verbeteren. Vanaf 2014 subsidiëren we twee zomerscholen in Beijum en

Paddepoel. De zomerscholen zijn bedoeld voor kinderen uit groep 6 en 7 uit de buurten Selwerd, Paddepoel, Tuinwijk, Indische buurt, De Hoogte, Korrewegwijk, de Hunze, van Starkenborgh en de Oosterpark. In 2015 breiden we het aantal zomerscholen uitgebreid met een locatie in Vinkhuizen voor de kinderen uit deze buurt. De scholen vinden plaats in de tweede week van de zomervakantie. Ze richten zich op kinderen die niet op vakantie gaan en ook niet naar de buitenschoolse opvang. De kinderen krijgen vijf dagen, de hele dag, activiteiten aangeboden. Het programma is ontwikkeld rond twee thema’s; ‘Duik in de geschiedenis van Groningen’ en ‘Groningen wordt onderzoekstad’. De kinderen vergroten bij het doorlopen van het programma op een speelse manier hun taal-, reken- en hun sociaal-emotionele vaardigheden. Doel is het niveau dat kinderen hebben bereikt door extra inzet in de schakelgroep en de verlangde schooldag te behouden zodat ze na de zomervakantie zonder achterstand aan de nieuwe groep beginnen. Voor leerlingen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, subsidiëren we

schakelklassen aanvullend op de rijksmiddelen die de schoolbesturen hiervoor ontvangen voor nieuwkomers (primair onderwijs).

Subsidiëren wijkgerichte aanpak taal- en ontwikkelingsachterstanden kinderen [Lopend beleid]

Taalachterstanden op jonge leeftijd zijn op latere leeftijd zeer moeilijk in te lopen. Hiervoor investeren we in de deelname aan voorschoolse voorzieningen, logopedische screening en ouderactiviteiten zoals hieronder beschreven. In aanvulling hierop onderzoeken we welke extra inzet mogelijk is in het wegwerken van taalachterstanden bij jonge kinderen.

Met het oog op het zo vroeg mogelijk wegwerken van (taal)achterstanden bij kinderen willen we bereiken dat zoveel mogelijk (doelgroep)kinderen deelnemen aan een voorschoolse voorziening. Daarvoor subsidiëren we in 2015 een passend aanbod per wijk.

Verder voeren we de logopedische screening uit. Deze voeren we uit in de voorschoolse periode en in de onderbouw van het basisonderwijs. Op grond van een indicatie van het

consultatiebureau (CJG) worden kinderen verwezen naar een voorschoolse voorziening waar we vroeg en voorschoolse educatie (vve) aanbieden. Er wordt een indicatie gegeven bij een kans op (taal-)ontwikkelingsachterstanden.

Om de doorgaande lijn tussen school en gezin te bevorderen, subsidiëren we de uitvoering van ouderactiviteiten van ouders van vve-doelgroepkinderen. Dit omvat het programma vve-thuis met groepsbijeenkomsten op de vve-locatie. Aanvullend hierop subsidiëren we voor ouders die daar behoefte aan hebben de ontwikkelingsstimuleringsprogramma’s Opstapje en Opstap (individuele aanpak).

Uitvoeren en subsidiëren taken voorkomen voortijdig schoolverlaten [Gewijzigd]

In het kader van Focus op vakmanschap is de entree opleiding in het MBO per schooljaar 2014-2015 ingevoerd. Dit is een drempelloze instroom voor jongeren zonder diploma uit het VO: het gaat dan om jongeren uit het Praktijkonderwijs, Speciaal Onderwijs en ongediplomeerde VMBO-leerlingen. Na toelating tot de entree geeft het MBO na 4 maanden een studieadvies. Bij een negatief studieadvies dient de jongere de opleiding te verlaten. Voor een leerplichtige leerling moet een alternatieve opleiding gezocht worden. Voor een jongere die niet meer leerplichtig is zal een passend alternatief gevonden moeten worden samen met het RMC. Daarnaast geldt dat binnen de entree en MBO niveau 2 verhoogde eisen zijn voor taal- en rekenonderwijs. De verwachting is dat niet iedere jongere dit niveau aan zal kunnen. Het risico is dat er een grotere groep jongeren bij de gemeente aanklopt en meer ondersteuning nodig is voor begeleiding naar onderwijs of werk. Met MBO-instellingen zullen we daarom een afspraken maken om schooluitval te voorkomen, een passende opleiding voor iedereen te garanderen en de onderlinge

doorverwijzing te optimaliseren. Deze afspraken maken onderdeel uit van de nieuwe set aan afspraken die we maken met het onderwijs vanwege de afloop van het convenant VSV 2012-2015 eind 2015.

Daarnaast zien wij toe op de handhaving van de leerplicht en voeren de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie uit. Ook subsidiëren we het schoolmaatschappelijk werk op de scholen voor voortgezet onderwijs. Met het onderwijs werken we intensief samen waarbij we streven naar zo weinig mogelijk jongeren die thuiszitten, tijdige signalering en snelle interventie bij (dreigend) verzuim om schooluitval te voorkomen. Wanneer een jongere toch wordt uitgeschreven vindt dat plaats in afstemming met de RMC-medewerker en stellen we alles in het werk om een passend alternatief traject voor de jongere te vinden. Dit alles onder de noemer van “Traject van de toekomst”. Vraagt een jongere toch een uitkering aan, dan wordt samen met het RMC bekeken of de jongere (als)nog in staat is om een startkwalificatie te halen alvorens een uitkering te verstrekken. In de huidige tijd blijft het lastig voor jongeren om duurzaam werk te vinden. We blijven ons inspannen om het onderwijs zo goed mogelijk op de arbeidsmarkt aan te laten sluiten en continueren succesvolle projecten als gildes met de ROC’ s en het bedrijfsleven. We werken daarbij samen met de regio via “Werk in Zicht”. Ook participeren we in de ontwikkeling van de Werkschool, een aanpak voor jongeren voor wie een startkwalificatie niet haalbaar is en die ondersteuning nodig hebben bij het verwerven en behouden van een baan.

Subsidiëren binnen- en buitenschoolse activiteiten op de talentgebieden sport & bewegen, kunst & cultuur, wetenschap, natuur & techniek [Lopend beleid]

Om leerlingen uit het basis-, speciaal en voortgezet onderwijs kennis te laten maken met diverse talentgebieden subsidiëren we in 2015 het volgende binnen- en buitenschools aanbod:

Bslim-2 voor leerlingen van het basisonderwijs en het VMBO (zie programma Sport en bewegen);

kinderwerk in de wijken Hoogkerk e.o., Oosterparkwijk en de buurten Selwerd, Paddepoel, Vinkhuizen, De Wijert, Corpus den Hoorn, Beijum, Lewenborg, De Hoogte, Indische Buurt;

een buitenschools aanbod techniek voor kinderen van 4 -12 jaar; sport- en spelcontainers voor kinderen van 4-12 jaar.