• No results found

− INSTALLATIE

In document CE en niet CE modellen (pagina 13-20)

3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)

A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)

!

Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.

Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die hiertoe is opgeleid.

Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.

S

De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.

S

Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.

B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)

!

Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.

Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm.

3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens

Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de binnenkant te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.

3-3. Technische gegevens

Type ingangs-vermogen

Type lasstroombron

Snelheids-bereik

draadtoe-voer

Type en doorsnee

draad

Nominale invoer lascircuit

graadIP

Max.

vermogen

draad-spoel

Algehele

afmetingen Gewicht

24 V AC enkelfase 7 ampère 50/60

hertz

Constant Voltage (CV) gelijkstroom (DC) met 14−pins stekker en con-tactorbediening

1,3 − 17,8 mpm afhan-kelijk van de

boogspan-ning

0,6 − 2 mm 100 A, 500 A, bij 100%

in-schakelduur 23 6,4 kg, 203 mm

Lengte: 457 mm Breedte: 184 mm

Hoogte: 324 mm

10 kg

OM-1500-16 Pagina 10

3-4. Informatie over 14-pens aansluiting

VAN OP 14 AFSTAND Pin* Pininformatie

J A K B I

C L H N

D G M

F E

A 24 V/AC t.o.v. pen G.

B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V AC contactorstuurcircuit volledig en zorgt dat er uitgangsspanning mogelijk is.

G Gemeenschappelijke voor het 24 V AC circuit.

C +10 V DC ingaand signaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D.

D Gemeenschappelijke van het afstandsbedieningscircuit.

E 0 tot +10 V DC uitvoersignaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D.

H Spanningsterugkoppeling; 0 tot 10 V/DC, 1 V/10 boogspanning.

F Stroomterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 100 A lasstroom.

* De overige pinnen worden niet gebruikt. Ref. S-0004-A

3-5. Overzicht aanbevolen lastoortsen

Proces Toorts

MIG (GMAW) − hard of snoerdraad Bernard Q300 of Q400

FCAW − gasloze gevulde draden FC-1260, Dura-Flux

3-6. Aansluitschema voor de apparatuur

1 Constante Spanning (CV) lasstroombron, levert 24 VAC aan Draadaanvoerunit Gebruik de optionele PSA-2 omzet-ter voor stroombronnen die 115 VAC leveren.

2 Negatieve (−) laskabel 3 Positieve (+) laskabel 4 Werkstuk

5 Besturingskabel (door de klant zelf aan te schaffen) 6 14-pens stekker en kabel 7 Draadaanvoer

8 Toorts

9 Aansluiting voor de toortsschakelaar 10 Gasslang 11 Gascilinder

.

Druk van het beschermgas moet lager blijven dan 689 kPa (6,89 Bar).

805 126-A

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11

OM-1500-16 Pagina 11 1

2 3

5 4

De draadgeleider en de aandrijfrollen installeren

1 Borgmoer aandrijfrol 2 Drager aandrijfrol

Draai de moer één klik tot de lipjes van de moer tegenover de lipjes van de aan-drijfrol komen te zitten.

3 Aandrijfrol

Schuif de aandrijfrol op de drager voor de aandrijfrol. Draai de moer één klik.

Herhaal de procedure voor de bovenste aandrijfrol.

4 Schroef van de inlaatdraadgeleider 5 Inlaatdraadgeleider

(Een stuk slijtvast)

Draai de borgschroef los. Richt de in-laatgeleider zodanig dat de schroef van de inlaatdraadgeleider wordt gecen-treerd in de groef in de geleider of zoda-nig dat de tip zo dicht mogelijk tegen de aandrijfrollen zit zonder dat deze hen raakt. Draai de schroef stevig vast.

De draadgeleider en de aandrijfrollen uitlijnen:

Het aanzicht is vanaf de bovenkant van de aandrijfrollen omlaag gezien met het druksysteem open.

6 Borgmoer aandrijfrol 7 Aandrijfrol

8 Inlaat draadgeleider 9 Lasdraad

10 Aandrijftandwiel

Draai de schroef naar binnen of naar buiten tot de rolgroef uitlijnt op de draad-geleider.

Sluit de drukrol.

Alleen de onderste aandrijfrol kan wor-den uitgelijnd. Draai de stelschroef naar binnen of naar buiten tot de groef uitlijnt op de draadgeleider zoals op de afbeel-ding te zien is.

De aandrijfrollen reinigen:

Verwijder de aandrijfrollen en reinig de groeven met een draadborstel.

3-7. De draadgeleider en de aandrijfrollen installeren en uitlijnen

8 7 6

10 9

De draadgeleider en de aandrijfrollen uitlijnen De draadgeleider en de

aandrijfrollen installeren

Juist Onjuist

3/16”

Benodigde gereedschappen:

805 127-C / Ref. 132 808-F / Ref. 162 079-A / Ref. 180 967

OM-1500-16 Pagina 12

!

Zet de draadaanvoerunit en de lasstroombron uit.

Zet de motor van de lasgenerator uit.

1 Knop om toorts vast te zetten

2 Toortsaansluitblok 3 Aansluitpen van de toorts 4 Uitsparing in aansluitpen 5 Vergrendelingslipje

voor toorts

Draai de knop los, breng de aansluitpen aan in het blok.

Plaats deze zo dicht mogelijk tegen de aandrijfrollen, zonder dat deze worden geraakt.

Monteer de toortspen zo, dat het vergrendelingslipje in de uitsparing valt. Draai de knop vast.

6 Toortsschakelaar stekker 7 Contrastekker

voor de toortsschakelaar 8 Spanningssensorklem Sluit de stekker van de toorstsschakelaar aan op de contrastekker voor de toortsschakelaar. Sluit de spanningssensorklem aan op het werkstuk.

3-8. Laspistool aansluiten

5

5 2

1

Zicht op binnenzijde

Vergrendelingslipje van toorts zit goed

Vergrendelingslipje van toorts zit niet goed

3

6

7 4

246 102 / Ref. 805 129-B / 805 130-B

OM-1500-16 Pagina 13 1 Gasslang met 5/8-18 fittingen

met rechtsdraaiend schroef-draad (door klant zelf aan te schaffen)

2 Beschermend-gascilinder

.

Druk van het beschermgas moet lager blijven dan 689 kPa (6,89 Bar).

3 Ventiel 4 Stroommeter 5 14-pens aansluiting

Sluit het ventiel op de cilinder als u klaar bent met lassen.

3-9. Het beschermend gas aansluiten

5/8 in Achteraanzicht

Benodigde gereedschappen:

1 2

3 4

5

805 128-A

1 2

3

1 Door de gebruiker

aangeschafte laskabel Volg de aanbevelingen van de draadfabrikant met betrekking tot de polariteit van de laskabel.

2 Door de gebruiker aangeschaf-te mannelijke connector 3 Door de gebruiker

aangeschaf-te vrouwelijke connector Druk de vrouwelijke connector over de mannelijke connector heen en draai hem een kwartslag rechtsom.

3-10. De laskabel aansluiten

Vanaf de draadaanvoer

Zicht op binnenzijde

Ref. 132 808-F / Ref. 805 130-B

OM-1500-16 Pagina 14

3-11. Laskabelformaat*

OPGELET − De totale kabellengte in het lascircuit (zie onderstaande tabel) is de gecombineerde lengte van beide laskabels. Als bijvoorbeeld de stroombron is opgesteld op 30 meter van het werkstuk, dan is de totale kabellengte 60 meter (2 x 30 m). Gebruik dan die 60 meter voor het bepalen van de kabelafmetingen.

Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring net groter dan***

30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m Aansluitklemmen van

de lasuitgangs-spanning

!

Aansluitklemmen van lasuitgangsspanning.

!

Gebruik geen versle-ten, beschadigde, te korte of slecht verbon-den kabels.

stroom

Las-10 − 60%

inschakel-duur AWG (mm2)

60 − 100%

inschakel-duur AWG (mm2)

10 − 100% inschakelduur AWG (mm2)

100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)

150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)

200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)

250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0(2x70) 2 ea. 2/0 (2x70)

300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0(2x70) 2 ea. 3/0

(2x95) 2 ea. 3/0 (2x95)

350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0(2x70) 2 ea. 3/0

(2x95) 2 ea. 3/0

(2x95) 2 ea. 4/0 (2x120)

400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0(2x70) 2 ea. 3/0

(2x95) 2 ea. 4/0

(2x120) 2 ea. 4/0 (2x120)

500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0

(2x70) 2 ea. 3/0

(2x95) 2 ea. 4/0

(2x120) 3 ea. 3/0

(3x95) 3 ea. 3/0 (3x95)

* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel die één maat groter is.

** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 cm/A.

***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op telefoonnr. 920-735-4505.

Ref. S-0007-G 2009−08

OM-1500-16 Pagina 15 De draad installeren en de span-ning op de naaf afstellen:

1 Klemmoer

2 Stelmoer voor naafspanning Verwijder de klemring en installeer de spoel zodanig, dat de naafpen in het gat in de spoel past. Breng de klemmoer weer aan.

Stel de spanningsmoer zodanig aan dat er slechts lichte kracht no-dig is om de spoel te draaien.

De lasdraad doorvoeren:

3 Stelknop voor de drukeenheid Leg de kabel van de toorts in een rechte lijn.

Open de drukeenheid, houd de elektrodedraad stevig vast en snijd het einde eraf. Druk de draad door de geleiders in de toorts.

Sluit de drukeenheid en zet hem vast. Druk op de trekker van de toorts, tot de draad uit de toorts komt.

Om de juiste druk van de aandrij-frollen in te stellen moet u deze druk eerst minimaliseren. Plaats de toorts onder een hoek van onge-veer 45 graden met de tip ongeonge-veer vijf centimeter vanaf een houten on-dergrond. Voer de druk op en blijf de draad doorvoeren tegen de houten ondergrond tot een halve krul on-staat en de draad niet meer slipt.

Als de draad slipt bij maximale druk, kan er sprake zijn van andere pro-blemen. Controleer de liner van het pistool, alsmede de weerstand van de spoelhouder, de contacttip, slij-tage aan aandrijfrollen, uitlijning van de aandrijfrollen en de draadin-voergeleider, aangezien deze alle-maal de oorzaak kunnen zijn van aanvoerproblemen.

Knip de draad af en sluit de deur.

3-12. De lasdraad installeren en doorvoeren

150 mm

HOUT

.

Houd de draad strak om te voorkomen dat hij uitrafelt.

Rechtsom vastdraaien

Trek de draad aan en houd hem tegen; snijd het uiteinde eraf.

1 2

3

805 127-C / Ref. ST-159 048-A / S-0627-A

OM-1500-16 Pagina 16

In document CE en niet CE modellen (pagina 13-20)