• No results found

1.1 Aanleiding

Voor het tweede jaar publiceert de Gemeente Helmond gedetailleerde gegevens over de werkloosheid. De gegevens worden verkregen via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). De analyse van de CWI-bestanden mondt jaarlijks uit in een rapportage waarin de werkloosheid in Helmond en de ontwikkelingen daarin onder de loep worden genomen. Hierbij wordt ingezoomd op karakteristieken van de groep werklozen en op de wijze waarop deze groep zich door de tijd heen ontwikkelt.

Rondom werkloosheid bestaan verschillende definities die ook duidelijk andere werkloosheidspercentages kunnen geven. In deze rapportage wordt de werkloosheid gedefinieerd aan de hand van de niet-werkende werkzoekenden (NWW-ers) die zijn geregistreerd bij het CWI. Deze groep bestaat op 31 december 20061 in Helmond uit 4.532 personen in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar.

Dit is 11,8% van de beroepsbevolking. De beroepsbevolking bestaat uit alle mensen van 15 t/m 64 jaar die minimaal 12 uur per week werken of willen werken. In 2006 zijn dit 38.354 personen.

Alleen in hoofdstuk 5 waar een vergelijk gemaakt wordt met andere steden in Nederland wordt ook gekeken naar het CBS-werkloosheidspercentage. Dit werkloosheidspercentage wordt verkregen door middel van een enquête onder de bevolking.

Aangezien de beroepsbevolking eigenlijk alleen voor de totale groep 15 t/m 64 jarigen beschikbaar is gebruiken we in analyses ook de potentiële beroepsbevolking. Bijvoorbeeld als we willen kijken hoe de werkloosheid over de wijken in Helmond verdeeld is. We kennen dan niet de omvang van de beroepsbevolking, maar wel van de potentiële beroepsbevolking. Dit betreffen alle mensen van 15 t/m 64 jaar. Kijken we naar de potentiële beroepsbevolking dan is 7,8% werkloos. De potentiële beroepsbevolking omvat in Helmond 58.466 personen.

De groep niet-werkende werkzoekenden moet niet verward worden met de groep mensen behorend tot de werkloze beroepsbevolking. Niet alle werklozen staan namelijk ingeschreven bij het CWI. Tot de werkloze beroepsbevolking horen bijvoorbeeld mensen die geen uitkering kunnen ontvangen en zich daardoor niet melden bij het CWI (voornamelijk herintreders en schoolverlaters). Daarnaast zijn het ook mensen die tijdelijk werk zoeken, zoals jongeren die een vakantiebaantje zoeken. Het CBS gaat, in tegenstelling tot het CWI, in haar werkloosheidcijfers juist uit van de werkloze beroepsbevolking. In paragraaf 1.4 gaan we verder op dit verschil in.

1.2 Doelstelling

De rapportage is geschreven om B & W, de gemeenteraad en de afdelingen Economische Zaken en Werk & Inkomen van informatie over de (ontwikkeling van de) werkloosheid in Helmond te voorzien.

Deze informatie kan onder meer gebruikt worden ten behoeve van:

• de voorjaarsnota en Programmabegroting

• het arbeidsmarktbeleid

• de beleidsontwikkeling reïntegratie werkloze werknemers

• de risico-inventarisatie inzake werkloosheid/werkgelegenheid

1 Voor alle onderzoeksjaren is de peildatum 31 december.

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 6

1.3 Vraagstelling

In deze rapportage worden de volgende vragen beantwoord waarmee uiteindelijk inzicht wordt verkregen in de stand van zaken met betrekking tot de groep niet-werkende werkzoekenden in de gemeente Helmond:

1. Wat zijn de demografische en sociaaleconomische karakteristieken van de groep NWW-ers in de gemeente Helmond?

2. Hoe ontwikkelt de groep NWW-ers zich in Helmond sinds 2000?

3. Hoe en in welke mate verschilt de groep Helmondse NWW-ers van de landelijke groep?

Aan de hand van de bevindingen zal mede door de betreffende beleidsafdeling gekeken moeten worden of het lokaal gevoerde beleid op het gebied van werkloosheid, werkgelegenheid en re-integratie nog aansluit bij de ontwikkelingen.

1.4 CWI- en CBS-werkloosheid

Verschillende werkloosheidscijfers gaan rond in den lande. De verschillende definities kunnen echter leiden tot grote verschillen in werkloosheidspercentages. Cruciaal zijn de vragen: (1) wie reken je onder de werklozen en (2) wie reken je tot je beroepsbevolking. Wanneer je beide op elkaar deelt heb je het werkloosheidspercentage. Om deze reden wordt hier een korte toelichting gegeven op de twee meest gangbare werkloosheidspercentages. De eerste wordt bepaald aan de hand van de niet-werkende werkzoekenden die geregistreerd staan bij het CWI. Het tweede werkloosheidscijfer wordt door het CBS gepubliceerd aan de hand van een enquête onder de Nederlandse bevolking, de EBB (Enquête Beroepsbevolking). De verschillen zitten in de vraag wie er gerekend wordt tot de groep werklozen.

Uit de CWI registraties kunnen de werkzoekenden zonder werk of werkzoekenden die minder dan 12 uur per week werken worden afgeleid. Beide groepen willen 12 uur of meer per week werken. Er wordt dan ook gesproken over niet-werkende werkzoekenden (NWW). Het CWI is een uitkeringsgerelateerde organisatie. Mensen die niet in aanmerking komen voor een uitkering schrijven zich veelal hier niet in als werkzoekend. De belangrijkste groepen voor gemeentelijk beleid die het CWI in haar registraties mist zijn de schoolverlaters (nog niet uitkeringsgerechtigd) en herintreders.

Het CBS bepaalt via een enquête de omvang van de groep werklozen. Als men aangeeft dat men nu niet of minder dan 12 uur per week werkt, maar wel meer dan 12 uur zou willen werken, beschouwt men deze persoon als werkloos. Daarbij moet men actief zoeken naar een baan, wat betekent dat men in de afgelopen vier weken activiteiten heeft ondernomen om een baan te vinden. Dit houdt in dat ook mensen die een vakantiebaantje zoeken en die mensen die niet voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking komen, worden meegenomen. Tegelijkertijd betekent het dat mensen die de afgelopen vier weken geen activiteiten hebben ondernomen om een baan te vinden, bijvoorbeeld omdat zij een reïntegratietraject volgen niet worden meegenomen als werkloos.

Tot slot is het van belang om te realiseren dat het CBS-cijfer bepaald wordt aan de hand van een steekproefonderzoek. Dit betekent dat aan een (beperkt) deel van de bevolking een vragenlijst wordt voorgelegd. Deze resultaten worden vertaald naar een werkloosheidspercentage voor de totale bevolking (van delen/steden) van Nederland. Om de resultaten zitten zekere betrouwbaarheidsmarges die gezien het ingewikkelde steekproefdesign niet in beeld te brengen zijn (bron: CBS). Daarbij worden de enquêtes het hele jaar door uitgezet, waardoor het cijfer een gemiddelde over 2006 weergeeft. Dit in tegenstelling tot de cijfers van het CWI, waar gekeken wordt naar het aantal ingeschrevenen op een bepaalde peildatum (31-12).

Ondanks dat deze twee benaderingen tot een ander werkloosheidsniveau (=hoogte van werkloosheidspercentage) leiden, moet opgemerkt worden dat beide goed bruikbaar zijn als indicator voor de vraag hoe de werkloosheid zich in de gemeente ontwikkelt. Het niveau verschilt van beide maar de ontwikkeling door de jaren heen is grofweg vergelijkbaar. Oftewel, daalt het aantal NWW-ers dan zien we ook het werkloosheidspercentage van het CBS dalen. Ook als we Helmond vergelijken met andere steden dan leveren beide cijfers in grote lijnen een vergelijkbaar beeld op.

Inleiding

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 7

De gemeente Helmond kiest er voor de CWI-cijfers te gebruiken als indicator voor het werkloosheidspercentage, zowel als kental als stuurcijfer. De redenen hiervoor zijn tweeledig.

Allereerst, de groep niet-werkende werkzoekenden van het CWI sluit beter aan bij de beleidsterreinen van de gemeente dan de doelgroep werkzoekenden van het CBS. De tweede reden is meer van onderzoeksmatige kant. De CWI-cijfers zijn gebaseerd op een registratiebron waardoor er betrouwbaardere cijfers (ook over subgroepen binnen de niet-werkenden werkzoekenden) verkregen kunnen worden dan op basis van de enquêtes van het CBS.

1.5 Begrippen in deze rapportage

In deze paragraaf worden de belangrijkste begrippen die in deze rapportage gebruikt worden uitgelegd. De definities zijn analoog aan de wijze waarop het CWI ze hanteert.

Beroepsbevolking

Tot de beroepsbevolking worden personen in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar gerekend die:

• tenminste twaalf uur per week werken, of

• die werk hebben aanvaard waardoor ze tenminste twaalf uur per week gaan werken, of

• die verklaren tenminste twaalf uur per week te willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste twaalf uur per week te vinden (het is daarbij niet relevant of men al dan niet bij het CWI staat ingeschreven).

Voor Helmond is de totale beroepsbevolking bekend. Dit geldt niet voor de verschillende subgroepen (bijvoorbeeld voor de groep mannen, vrouwen, de etnische groepen, wijken etc.). In deze gevallen maken we een vergelijking met de potentiële beroepsbevolking. De potentiële beroepsbevolking (het arbeidspotentieel) bestaat uit alle mensen in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar, ongeacht of ze (willen) werken of niet.

Fasering

Tijdens de intakeprocedure bij het CWI wordt de ‘afstand’ van de werkzoekende tot de arbeidsmarkt bepaald. Cliënten kunnen worden ingedeeld in vier fasen.

• Fase-1-cliënten zijn werkzoekenden die zonder verdere vorm van ondersteuning naar verwachting binnen 6 maanden werk vinden. Gedurende deze 6 maanden zijn zij aangewezen op de dienstverlening van het CWI. Cliënten die met behulp van een re-integratietraject gereïntegreerd kunnen worden krijgen fase n.t.b. (nader te bepalen).

Deze groep wordt later ingedeeld in fase 2 of 3.

• Voor fase-2-cliënten is geschat dat men in een periode van 6 maanden tot 1 jaar een baan kan vinden.

Voor fase-3-cliënten geldt een ingeschatte periode van langer dan een jaar.

• Voor fase-4-cliënten geldt dat een werkzoekende eerst een andere ondersteuningvorm dan een reïntegratietraject nodig heeft. In een vervolggesprek wordt voor hen een vervolgtraject bepaald.

De fase-2- en fase-3-cliënten worden met het reïntegratieadvies door het CWI overgedragen aan de gemeente of het UWV die vanaf dat moment verantwoordelijk zijn voor de reïntegratie van de werkzoekende. Na het vervolggesprek worden ook de fase 4-cliënten overgedragen aan gemeente of het UWV voor een vervolgtraject.

Niet-werkende werkzoekende (NWW)

Iemand die bij een CWI ingeschreven staat als werkzoekende zonder werk of als werkzoekende die minder dan 12 uur per week werkt, en een baan zoekt voor 12 uur of meer per week, met een inschrijfdatum en geen uitschrijfdatum. Het begrip niet-werkende werkzoekende is enigszins verwarrend omdat binnen deze groep ook mensen zitten die niet actief op zoek zijn naar werk omdat zij bijvoorbeeld een reïntegratietraject volgen. Men staat ingeschreven in de regio waar men woonachtig is.

NWW-werkloosheidspercentage

Het NWW-werkloosheidspercentage wordt uitgerekend door het aantal NWW-ers (in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar) te delen door het aantal mensen in de (potentiële) beroepsbevolking. Het meest wenselijke is om het werkloosheidspercentage te bepalen aan de hand van de feitelijke beroepsbevolking. Aangezien we die niet kennen voor alle subgroepen, zoals voor de verschillende

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 8 wijken van Helmond, hebben we in deze rapportage gekozen voor de potentiële beroepsbevolking (in de tabellen aangegeven met PB). Daar waar mogelijk gebruiken we de feitelijke beroepsbevolking (aangegeven met FB).

1.6 Opbouw rapportage

In hoofdstuk 2 wordt de groep niet-werkende werkzoekenden in Helmond beschreven. Hier gaan we onder meer in op de samenstelling van de groep naar leeftijd en geslacht en het aandeel werklozen per wijk.

Hoofdstuk 3 beschrijft de ontwikkeling in de werkloosheid ten opzichte van 2005 en 2000 en gaat in op de vraag of de groep niet-werkende werkzoekenden qua samenstelling is veranderd.

In hoofdstuk 4 wordt er een vergelijk gemaakt tussen de niet-werkende werkzoekenden in Helmond en in Nederland

Hoofdstuk 5 beschrijft de vergelijking van de werkloosheid in Helmond met die van een aantal (vergelijkbare) grote steden in Brabant en Nederland.

Tot slot is in de bijlagen een aantal gedetailleerde tabellen over de werkloosheid opgenomen.

De gegevens met betrekking tot de aantallen NWW-ers zijn afkomstig van het CWI. De cijfers over de potentiële beroepsbevolking in Helmond zijn ontleend aan de Gemeentelijke Basisadministratie. In combinatie met de NWW-cijfers van het CWI is hieruit het NWW-werkloosheidsheidspercentage (op basis van de potentiële beroepsbevolking) opgesteld. Voor Nederland als geheel zijn de cijfers voor het arbeidspotentieel onttrokken aan het CBS. Het werkloosheidspercentage voor Helmond en voor de vergelijkingssteden, is samengesteld uit gegevens van zowel het CWI (aantallen NWW-ers) als van het GBA (voor de potentiële beroepsbevolking) en het CBS (voor de feitelijke beroepsbevolking). Deze werkwijze is vergelijkbaar met de werkwijze die door het CWI gevolgd wordt voor de cijfers die op CWI-net worden gepresenteerd. Ook worden de CBS-werkloosheidscijfers voor Helmond en een aantal vergelijkingsteden gegeven.

1.7 Aandachtspunt

● Industriegebied-Zuid heeft een beperkt aantal inwoners en behoort daarmee niet tot de zogenaamde woonwijken. Hoewel de wijk is opgenomen in de tabellen worden hier geen concrete uitspraken over gedaan.

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 9