• No results found

Gemeente Helmond WERKLOOSHEID IN HELMOND Onderzoek en Statistiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemeente Helmond WERKLOOSHEID IN HELMOND Onderzoek en Statistiek"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeente Helmond

WERKLOOSHEID IN HELMOND 2007

Onderzoek en Statistiek

(2)

COLOFON

Titel: Werkloosheid in Helmond 2007 Opdrachtgever: Gemeente Helmond

Opdrachtnemer: Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond

Marian Huys

Datum: september 2007

(3)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek

Inhoud

Samenvatting... 1

1 Inleiding... 5

1.1 Aanleiding... 5

1.2 Doelstelling... 5

1.3 Vraagstelling... 6

1.4 CWI- en CBS-werkloosheid ... 6

1.5 Begrippen in deze rapportage... 7

1.6 Opbouw rapportage ... 8

1.7 Aandachtspunt ... 8

2 Werkloosheid in Helmond ... 9

2.1 NWW-ers naar wijk en buurt ... 9

2.2 NWW-ers naar leeftijd ... 9

2.3 NWW-ers naar geslacht ... 10

2.4 NWW-ers naar etnische herkomst ... 10

2.5 NWW-ers naar opleidingsniveau... 11

2.6 NWW-ers naar gewenste arbeidstijd ... 11

2.7 NWW-ers naar beroepsgroep ... 12

2.8 NWW-ers naar inschrijvingsduur... 12

2.9 NWW-ers naar fase... 13

2.10 Jeugdwerkloosheid ... 14

2.11 Langdurige werkloosheid ... 14

3 Ontwikkelingen in de werkloosheid... 15

3.1 Ontwikkeling werkloosheid... 15

3.2 Ontwikkeling NWW-ers naar wijk en buurt... 15

3.3 Ontwikkeling NWW-ers naar leeftijd ... 16

3.4 Ontwikkeling NWW-ers naar geslacht ... 17

3.5 Ontwikkeling NWW-ers naar etnische herkomst... 17

3.6 Ontwikkeling NWW-ers naar opleidingsniveau ... 18

3.7 Ontwikkeling NWW-ers naar gewenste arbeidstijd ... 18

3.8 Ontwikkeling NWW-ers naar beroepsgroep... 19

3.9 Ontwikkeling NWW-ers naar inschrijvingsduur ... 20

3.10 Ontwikkeling NWW-ers naar fase ... 21

3.11 Ontwikkeling Jeugdwerkloosheid ... 21

4 Niet-werkende werkzoekenden in Helmond vergeleken met het landelijk beeld ... 25

4.1 Totale werkloosheid ... 25

4.2 NWW-ers naar leeftijd: een vergelijking... 25

4.3 NWW-ers naar geslacht: een vergelijking... 25

4.4 NWW-ers naar opleidingsniveau: een vergelijking ... 26

4.5 NWW-ers naar gewenste arbeidstijd: een vergelijking ... 26

4.6 NWW-ers naar beroepsgroep: een vergelijking ... 27

4.7 NWW-ers naar inschrijvingsduur: een vergelijking ... 27

4.8 NWW-ers naar fase: een vergelijking ... 27

4.9 Jeugdwerkloosheid: een vergelijking ... 28

4.10 Langdurige werkloosheid: een vergelijking ... 28

5 Werkloosheid in Helmond en andere grotere steden ... 29

5.1 Niet-werkende werkzoekenden in Helmond en andere grote steden ... 29

5.2 CBS-werkloosheidspercentages in Helmond en andere grote steden ... 30

6 Bijlagen ... 33

(4)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 1

Samenvatting

Aanleiding

Voor de tweede keer verschijnt de rapportage Werkloosheid in Helmond, ditmaal met de cijfers van (ultimo december) 2006. De rapportage wordt jaarlijks geschreven om B & W, de gemeenteraad en de afdelingen Economische Zaken en Werk & Inkomen van informatie over de (ontwikkeling van de) werkloosheid in Helmond te voorzien. Deze informatie kan onder meer gebruikt worden ten behoeve van de voorjaarsnota, Programmabegroting en het arbeidsmarktbeleid.

Werkloosheid gedefinieerd

In Nederland worden verschillende definities voor werkloosheid door elkaar gebruikt. De meest gangbare zijn die van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De gemeente Helmond heeft er voor gekozen om de cijfers van het CWI (betreffende de niet-werkende werkzoekenden) te gebruiken als indicator voor het werkloosheidspercentage, zowel als kental als ook als stuurcijfer. De redenen hiervoor zijn tweeledig. Allereerst, de groep niet- werkende werkzoekenden van het CWI sluit beter aan bij de beleidsterreinen van de gemeente dan de doelgroep werkzoekenden van het CBS. De tweede reden is meer van onderzoeksmatige kant. De CWI-cijfers zijn gebaseerd op een registratiebron (de cijfers van het CBS zijn gebaseerd op een steekproef) waardoor de cijfers betrouwbaarder zijn. De registratie van het CWI maakt het daarnaast ook mogelijk om betrouwbare uitspraken te doen over subgroepen binnen de totale groep niet- werkende werkzoekenden.

Het CBS bepaalt via een enquête de omvang van de groep werklozen. Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen de CWI- en de CBS-cijfers. Ten eerste, het CWI is een uitkeringsgerelateerde organisatie. Mensen die niet in aanmerking komen voor een uitkering schrijven zich veelal hier niet in als werkzoekend. De belangrijkste groepen voor gemeentelijk beleid die het CWI mede hierdoor in haar registraties mist zijn de schoolverlaters (nog niet uitkeringsgerechtigd) en herintreders. Ten tweede, bij het CBS beschouwt men iedereen die aangeeft dat men nu niet of minder dan 12 uur per week werkt, maar wel meer dan 12 uur zou willen werken en actief heeft gezocht naar werk, als werkloos. Dit betekent dat ook mensen die een vakantiebaantje zoeken en die mensen die niet voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking komen, worden meegenomen. Daarnaast worden mensen die een reïntegratietraject doorlopen en daardoor niet direct aan de slag kunnen door het CBS niet als werkloos beschouwd. Tot slot moet opgemerkt worden dat de cijfers van het CWI en CBS qua niveau verschillen, maar dat de ontwikkelingen door de tijd heen een relatief vergelijkbaar beeld laten zien.

Aantal niet-werkende werkzoekenden/werklozen

Het aantal niet-werkende werkzoekenden van 15 t/m 64 jaar in Helmond bedraagt op 31-12-2006 4.532 personen. Dit is 11,8% van de beroepsbevolking. Wordt er naar de potentiële beroepsbevolking gekeken dan is dit 7,8%. Ter vergelijking, het CBS-werkloosheidspercentage bedraagt in 2006 9,3%.

Kenmerken van de niet-werkende werkzoekenden in Helmond

De groep niet-werkende werkzoekenden in Helmond is samengesteld uit relatief veel mensen die in de Binnenstad en Helmond-West wonen. Daarnaast zien we dat het bestand is opgebouwd uit naar verhouding veel mensen in de leeftijd van 40 t/m 64 jaar, vrouwen, allochtonen, laaggeschoolden en daarmee samenhangend mensen in de elementaire en lagere beroepsgroepen. De meerderheid van de werkzoekenden staat een jaar of langer ingeschreven bij het CWI. Van het leeuwendeel van de werkzoekenden wordt verwacht dat ze niet binnen een jaar (weer) aan het werk zijn.

3,5% (=262 personen) van het totaal aantal jongeren in de leeftijd van 15 t/m 22 jaar in Helmond, staat ingeschreven bij het CWI. De jeugdige niet-werkende werkzoekende kan relatief vaak gerekend worden tot de groep niet-westerse allochtoon. Verder zijn zij relatief laag opgeleid. Dit laatste is niet verwonderlijk aangezien zij veelal nog niet de leeftijd hebben om een hogere opleiding afgerond te kunnen hebben. Bijna 23% (=60 personen) staat al een jaar of langer ingeschreven bij het CWI. Van

¼ deel wordt verwacht dat zij binnen een half jaar werk hebben gevonden. Daarnaast wordt van een derde deel ook aangegeven dat zij een andere vorm van ondersteuning nodig hebben dan een reïntegratietraject (fase 4).

Degenen die langdurig (12 maanden of langer) ingeschreven staan als niet-werkende werkzoekenden zijn gemiddeld wat ouder en relatief vaak laag opgeleid.

(5)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 2 Ontwikkelingen in het aantal niet-werkende werkzoekenden

Het aantal en aandeel NWW-ers van de beroepsbevolking is sinds 2005 weer dalende nadat het tussen 2000 en 2004 aanzienlijk gestegen was. Ten opzichte van 2005 is het aantal werkzoekenden met bijna 1.000 mensen afgenomen, van 5.503 naar 4.532. De gunstige economische ontwikkelingen vormen een belangrijke verklaring voor deze positieve ontwikkeling. Het zijn vooral de 15 t/m 39 jarigen, mannen, allochtonen en hoger opgeleiden die hier het meest van hebben geprofiteerd. De werkloosheid is in 2006 nog wel hoger dan in 2000.

Ten opzichte van 31-12-2000 is het aantal NWW-ers met 36,4% (=1.209 personen) toegenomen.

Deze groei is op de eerste plaats duidelijk zichtbaar bij de personen van 50 t/m 64 jaar. Deze leeftijdsgroep is zowel in absolute als relatieve zin het sterkst gegroeid. Ook het aandeel ouderen in het totale NWW-bestand is toegenomen van 26 naar 36%. We spreken over een langzame vergrijzing van het NWW-bestand. Het aantal allochtonen en autochtonen is in gelijke mate toegenomen. Binnen deze laatste groep zien we wel dat de groei van het aantal niet-westerse allochtonen sterker is dan van de westerse allochtonen (21,4 tegenover 48,0%). Het aantal langdurig werklozen is gestegen met ruim 51%. Ook het aandeel van deze groep is iets groter geworden. De groep die een fase 2 is toegeschreven is het sterkst toegenomen vanaf 2000.

Het aantal jonge niet-werkende werkzoekenden is ten opzichte van 2005 met 113 personen afgenomen (daling van 30,1%) en ligt op het niveau van 2000. Deze daling kan in absolute zin vooral worden toegeschreven aan een daling van de oudere jongeren (18 t/m 22 jarigen): daling van 102 personen.

Het aantal langdurig werklozen is ten opzichte van 2005 met 17,6% afgenomen van 3.168 naar 2.610 personen in 2006. Onder de langdurig werklozen zien we dat er een bovengemiddelde afname is van de 23 t/m 39 jarigen, de niet-westerse allochtonen, hogeropgeleiden en diegene die een fase 2 toegeschreven zijn.

Helmond vergeleken met Nederland

Vergeleken met Nederland als geheel kent Helmond een grotere NWW-werkloosheid: in Helmond staat 7,8% van de potentiële beroepsbevolking ingeschreven bij het CWI als niet-werkende werkzoekende, tegenover 5,0% in Nederland. De werkloosheid is zowel onder jongeren als onder alle andere leeftijdsgroepen groter in Helmond dan gemiddeld in Nederland. Verder kent Helmond meer laagopgeleiden, een hoger aandeel mensen in de elementaire beroepsgroepen en een lager aandeel van de middelbare, hogere en wetenschappelijke beroepen. Daarnaast zijn er in Helmond verhoudingsgewijs meer langdurig werkzoekenden en bevindt een groter aandeel zich - in termen van het CWI - op verre afstand van de arbeidsmarkt.

Helmond vergeleken met andere grote steden

Vergeleken met een aantal andere grote steden kent Helmond een hoog aantal NWW-ers als aandeel van de beroepsbevolking. Zo kennen de vier grootste Brabantse steden Breda, Eindhoven, ’s- Hertogenbosch en Tilburg een lagere werkloosheid dan Helmond. Ook de (voormalige industrie-) steden Hengelo, Vlaardingen, Schiedam, Roosendaal, Oss en Venlo laat Helmond achter zich.

Sittard-Geleen, Emmen, Almelo en Heerlen blijken daarentegen een hoger werkloosheidspercentage dan Helmond te hebben. Wat betreft jeugdwerkloosheid zien we dat Helmond de hoogste werkloosheid kent.

Kijken we naar het CBS-werkloosheidspercentage dan laten de cijfers eenzelfde beeld zien. Helmond scoort vergeleken met de hierboven genoemde steden (de vier grootste Brabantse steden) slecht.

Oftewel, het driejaarlijks gemiddelde CBS-werkloosheidspercentage ligt over 2004/2006 hoger dan in andere steden. De ontwikkeling van het CBS-werkloosheidspercentage in Helmond is in de afgelopen jaren redelijk vergelijkbaar met het landelijk beeld en met de ontwikkeling in andere steden. Alleen het laatste driejaarlijkse gemiddelde laat voor Helmond een forse stijging zien terwijl het werkloosheidspercentage voor Nederland en de andere steden daalt dan wel stabiliseert.

Tot slot

De positieve ontwikkeling in het aantal niet-werkende werkzoekenden die zich in 2005 heeft ingezet, heeft zich ook in 2006 voortgezet: het NWW-bestand is met ca. 1.000 personen verminderd ten opzichte van het jaar daarvoor.

Ondanks deze positieve ontwikkelingen moet opgemerkt worden dat Helmond in vergelijking met Nederland en andere grote (Brabantse) steden blijft achterlopen. Dit is deels te verklaren door de samenstelling van de groep werklozen. Deze bestaat in Helmond wat vaker uit groepen die minder

(6)

Samenvatting

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 3

profiteren van positieve economische ontwikkelingen, zoals de wat oudere werkloze en de lager opgeleiden.

Het is vooral de oudere werkloze die wellicht speciale aandacht verdient binnen het werkloosheidsverhaal. Het aantal 50 t/m 64 jarigen is ten opzichte van 2005 met slechts 2,1% gedaald van 1.687 naar 1.643 personen. Driekwart van de ouderen staat daarnaast al een jaar of langer ingeschreven als werkzoekende. Het aandeel ouderen van de totale groep is toegenomen van 30,5%

naar 36,3% en is daarmee voor het eerst sinds 2000 de leeftijdsklasse met het grootste aandeel.

(7)
(8)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 5

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Voor het tweede jaar publiceert de Gemeente Helmond gedetailleerde gegevens over de werkloosheid. De gegevens worden verkregen via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). De analyse van de CWI-bestanden mondt jaarlijks uit in een rapportage waarin de werkloosheid in Helmond en de ontwikkelingen daarin onder de loep worden genomen. Hierbij wordt ingezoomd op karakteristieken van de groep werklozen en op de wijze waarop deze groep zich door de tijd heen ontwikkelt.

Rondom werkloosheid bestaan verschillende definities die ook duidelijk andere werkloosheidspercentages kunnen geven. In deze rapportage wordt de werkloosheid gedefinieerd aan de hand van de niet-werkende werkzoekenden (NWW-ers) die zijn geregistreerd bij het CWI. Deze groep bestaat op 31 december 20061 in Helmond uit 4.532 personen in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar.

Dit is 11,8% van de beroepsbevolking. De beroepsbevolking bestaat uit alle mensen van 15 t/m 64 jaar die minimaal 12 uur per week werken of willen werken. In 2006 zijn dit 38.354 personen.

Alleen in hoofdstuk 5 waar een vergelijk gemaakt wordt met andere steden in Nederland wordt ook gekeken naar het CBS-werkloosheidspercentage. Dit werkloosheidspercentage wordt verkregen door middel van een enquête onder de bevolking.

Aangezien de beroepsbevolking eigenlijk alleen voor de totale groep 15 t/m 64 jarigen beschikbaar is gebruiken we in analyses ook de potentiële beroepsbevolking. Bijvoorbeeld als we willen kijken hoe de werkloosheid over de wijken in Helmond verdeeld is. We kennen dan niet de omvang van de beroepsbevolking, maar wel van de potentiële beroepsbevolking. Dit betreffen alle mensen van 15 t/m 64 jaar. Kijken we naar de potentiële beroepsbevolking dan is 7,8% werkloos. De potentiële beroepsbevolking omvat in Helmond 58.466 personen.

De groep niet-werkende werkzoekenden moet niet verward worden met de groep mensen behorend tot de werkloze beroepsbevolking. Niet alle werklozen staan namelijk ingeschreven bij het CWI. Tot de werkloze beroepsbevolking horen bijvoorbeeld mensen die geen uitkering kunnen ontvangen en zich daardoor niet melden bij het CWI (voornamelijk herintreders en schoolverlaters). Daarnaast zijn het ook mensen die tijdelijk werk zoeken, zoals jongeren die een vakantiebaantje zoeken. Het CBS gaat, in tegenstelling tot het CWI, in haar werkloosheidcijfers juist uit van de werkloze beroepsbevolking. In paragraaf 1.4 gaan we verder op dit verschil in.

1.2 Doelstelling

De rapportage is geschreven om B & W, de gemeenteraad en de afdelingen Economische Zaken en Werk & Inkomen van informatie over de (ontwikkeling van de) werkloosheid in Helmond te voorzien.

Deze informatie kan onder meer gebruikt worden ten behoeve van:

• de voorjaarsnota en Programmabegroting

• het arbeidsmarktbeleid

• de beleidsontwikkeling reïntegratie werkloze werknemers

• de risico-inventarisatie inzake werkloosheid/werkgelegenheid

1 Voor alle onderzoeksjaren is de peildatum 31 december.

(9)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 6

1.3 Vraagstelling

In deze rapportage worden de volgende vragen beantwoord waarmee uiteindelijk inzicht wordt verkregen in de stand van zaken met betrekking tot de groep niet-werkende werkzoekenden in de gemeente Helmond:

1. Wat zijn de demografische en sociaaleconomische karakteristieken van de groep NWW-ers in de gemeente Helmond?

2. Hoe ontwikkelt de groep NWW-ers zich in Helmond sinds 2000?

3. Hoe en in welke mate verschilt de groep Helmondse NWW-ers van de landelijke groep?

Aan de hand van de bevindingen zal mede door de betreffende beleidsafdeling gekeken moeten worden of het lokaal gevoerde beleid op het gebied van werkloosheid, werkgelegenheid en re- integratie nog aansluit bij de ontwikkelingen.

1.4 CWI- en CBS-werkloosheid

Verschillende werkloosheidscijfers gaan rond in den lande. De verschillende definities kunnen echter leiden tot grote verschillen in werkloosheidspercentages. Cruciaal zijn de vragen: (1) wie reken je onder de werklozen en (2) wie reken je tot je beroepsbevolking. Wanneer je beide op elkaar deelt heb je het werkloosheidspercentage. Om deze reden wordt hier een korte toelichting gegeven op de twee meest gangbare werkloosheidspercentages. De eerste wordt bepaald aan de hand van de niet- werkende werkzoekenden die geregistreerd staan bij het CWI. Het tweede werkloosheidscijfer wordt door het CBS gepubliceerd aan de hand van een enquête onder de Nederlandse bevolking, de EBB (Enquête Beroepsbevolking). De verschillen zitten in de vraag wie er gerekend wordt tot de groep werklozen.

Uit de CWI registraties kunnen de werkzoekenden zonder werk of werkzoekenden die minder dan 12 uur per week werken worden afgeleid. Beide groepen willen 12 uur of meer per week werken. Er wordt dan ook gesproken over niet-werkende werkzoekenden (NWW). Het CWI is een uitkeringsgerelateerde organisatie. Mensen die niet in aanmerking komen voor een uitkering schrijven zich veelal hier niet in als werkzoekend. De belangrijkste groepen voor gemeentelijk beleid die het CWI in haar registraties mist zijn de schoolverlaters (nog niet uitkeringsgerechtigd) en herintreders.

Het CBS bepaalt via een enquête de omvang van de groep werklozen. Als men aangeeft dat men nu niet of minder dan 12 uur per week werkt, maar wel meer dan 12 uur zou willen werken, beschouwt men deze persoon als werkloos. Daarbij moet men actief zoeken naar een baan, wat betekent dat men in de afgelopen vier weken activiteiten heeft ondernomen om een baan te vinden. Dit houdt in dat ook mensen die een vakantiebaantje zoeken en die mensen die niet voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking komen, worden meegenomen. Tegelijkertijd betekent het dat mensen die de afgelopen vier weken geen activiteiten hebben ondernomen om een baan te vinden, bijvoorbeeld omdat zij een reïntegratietraject volgen niet worden meegenomen als werkloos.

Tot slot is het van belang om te realiseren dat het CBS-cijfer bepaald wordt aan de hand van een steekproefonderzoek. Dit betekent dat aan een (beperkt) deel van de bevolking een vragenlijst wordt voorgelegd. Deze resultaten worden vertaald naar een werkloosheidspercentage voor de totale bevolking (van delen/steden) van Nederland. Om de resultaten zitten zekere betrouwbaarheidsmarges die gezien het ingewikkelde steekproefdesign niet in beeld te brengen zijn (bron: CBS). Daarbij worden de enquêtes het hele jaar door uitgezet, waardoor het cijfer een gemiddelde over 2006 weergeeft. Dit in tegenstelling tot de cijfers van het CWI, waar gekeken wordt naar het aantal ingeschrevenen op een bepaalde peildatum (31-12).

Ondanks dat deze twee benaderingen tot een ander werkloosheidsniveau (=hoogte van werkloosheidspercentage) leiden, moet opgemerkt worden dat beide goed bruikbaar zijn als indicator voor de vraag hoe de werkloosheid zich in de gemeente ontwikkelt. Het niveau verschilt van beide maar de ontwikkeling door de jaren heen is grofweg vergelijkbaar. Oftewel, daalt het aantal NWW-ers dan zien we ook het werkloosheidspercentage van het CBS dalen. Ook als we Helmond vergelijken met andere steden dan leveren beide cijfers in grote lijnen een vergelijkbaar beeld op.

(10)

Inleiding

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 7

De gemeente Helmond kiest er voor de CWI-cijfers te gebruiken als indicator voor het werkloosheidspercentage, zowel als kental als stuurcijfer. De redenen hiervoor zijn tweeledig.

Allereerst, de groep niet-werkende werkzoekenden van het CWI sluit beter aan bij de beleidsterreinen van de gemeente dan de doelgroep werkzoekenden van het CBS. De tweede reden is meer van onderzoeksmatige kant. De CWI-cijfers zijn gebaseerd op een registratiebron waardoor er betrouwbaardere cijfers (ook over subgroepen binnen de niet-werkenden werkzoekenden) verkregen kunnen worden dan op basis van de enquêtes van het CBS.

1.5 Begrippen in deze rapportage

In deze paragraaf worden de belangrijkste begrippen die in deze rapportage gebruikt worden uitgelegd. De definities zijn analoog aan de wijze waarop het CWI ze hanteert.

Beroepsbevolking

Tot de beroepsbevolking worden personen in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar gerekend die:

• tenminste twaalf uur per week werken, of

• die werk hebben aanvaard waardoor ze tenminste twaalf uur per week gaan werken, of

• die verklaren tenminste twaalf uur per week te willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste twaalf uur per week te vinden (het is daarbij niet relevant of men al dan niet bij het CWI staat ingeschreven).

Voor Helmond is de totale beroepsbevolking bekend. Dit geldt niet voor de verschillende subgroepen (bijvoorbeeld voor de groep mannen, vrouwen, de etnische groepen, wijken etc.). In deze gevallen maken we een vergelijking met de potentiële beroepsbevolking. De potentiële beroepsbevolking (het arbeidspotentieel) bestaat uit alle mensen in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar, ongeacht of ze (willen) werken of niet.

Fasering

Tijdens de intakeprocedure bij het CWI wordt de ‘afstand’ van de werkzoekende tot de arbeidsmarkt bepaald. Cliënten kunnen worden ingedeeld in vier fasen.

• Fase-1-cliënten zijn werkzoekenden die zonder verdere vorm van ondersteuning naar verwachting binnen 6 maanden werk vinden. Gedurende deze 6 maanden zijn zij aangewezen op de dienstverlening van het CWI. Cliënten die met behulp van een re- integratietraject gereïntegreerd kunnen worden krijgen fase n.t.b. (nader te bepalen).

Deze groep wordt later ingedeeld in fase 2 of 3.

• Voor fase-2-cliënten is geschat dat men in een periode van 6 maanden tot 1 jaar een baan kan vinden.

Voor fase-3-cliënten geldt een ingeschatte periode van langer dan een jaar.

• Voor fase-4-cliënten geldt dat een werkzoekende eerst een andere ondersteuningvorm dan een reïntegratietraject nodig heeft. In een vervolggesprek wordt voor hen een vervolgtraject bepaald.

De fase-2- en fase-3-cliënten worden met het reïntegratieadvies door het CWI overgedragen aan de gemeente of het UWV die vanaf dat moment verantwoordelijk zijn voor de reïntegratie van de werkzoekende. Na het vervolggesprek worden ook de fase 4-cliënten overgedragen aan gemeente of het UWV voor een vervolgtraject.

Niet-werkende werkzoekende (NWW)

Iemand die bij een CWI ingeschreven staat als werkzoekende zonder werk of als werkzoekende die minder dan 12 uur per week werkt, en een baan zoekt voor 12 uur of meer per week, met een inschrijfdatum en geen uitschrijfdatum. Het begrip niet-werkende werkzoekende is enigszins verwarrend omdat binnen deze groep ook mensen zitten die niet actief op zoek zijn naar werk omdat zij bijvoorbeeld een reïntegratietraject volgen. Men staat ingeschreven in de regio waar men woonachtig is.

NWW-werkloosheidspercentage

Het NWW-werkloosheidspercentage wordt uitgerekend door het aantal NWW-ers (in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar) te delen door het aantal mensen in de (potentiële) beroepsbevolking. Het meest wenselijke is om het werkloosheidspercentage te bepalen aan de hand van de feitelijke beroepsbevolking. Aangezien we die niet kennen voor alle subgroepen, zoals voor de verschillende

(11)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 8 wijken van Helmond, hebben we in deze rapportage gekozen voor de potentiële beroepsbevolking (in de tabellen aangegeven met PB). Daar waar mogelijk gebruiken we de feitelijke beroepsbevolking (aangegeven met FB).

1.6 Opbouw rapportage

In hoofdstuk 2 wordt de groep niet-werkende werkzoekenden in Helmond beschreven. Hier gaan we onder meer in op de samenstelling van de groep naar leeftijd en geslacht en het aandeel werklozen per wijk.

Hoofdstuk 3 beschrijft de ontwikkeling in de werkloosheid ten opzichte van 2005 en 2000 en gaat in op de vraag of de groep niet-werkende werkzoekenden qua samenstelling is veranderd.

In hoofdstuk 4 wordt er een vergelijk gemaakt tussen de niet-werkende werkzoekenden in Helmond en in Nederland

Hoofdstuk 5 beschrijft de vergelijking van de werkloosheid in Helmond met die van een aantal (vergelijkbare) grote steden in Brabant en Nederland.

Tot slot is in de bijlagen een aantal gedetailleerde tabellen over de werkloosheid opgenomen.

De gegevens met betrekking tot de aantallen NWW-ers zijn afkomstig van het CWI. De cijfers over de potentiële beroepsbevolking in Helmond zijn ontleend aan de Gemeentelijke Basisadministratie. In combinatie met de NWW-cijfers van het CWI is hieruit het NWW-werkloosheidsheidspercentage (op basis van de potentiële beroepsbevolking) opgesteld. Voor Nederland als geheel zijn de cijfers voor het arbeidspotentieel onttrokken aan het CBS. Het werkloosheidspercentage voor Helmond en voor de vergelijkingssteden, is samengesteld uit gegevens van zowel het CWI (aantallen NWW-ers) als van het GBA (voor de potentiële beroepsbevolking) en het CBS (voor de feitelijke beroepsbevolking). Deze werkwijze is vergelijkbaar met de werkwijze die door het CWI gevolgd wordt voor de cijfers die op CWI-net worden gepresenteerd. Ook worden de CBS-werkloosheidscijfers voor Helmond en een aantal vergelijkingsteden gegeven.

1.7 Aandachtspunt

● Industriegebied-Zuid heeft een beperkt aantal inwoners en behoort daarmee niet tot de zogenaamde woonwijken. Hoewel de wijk is opgenomen in de tabellen worden hier geen concrete uitspraken over gedaan.

(12)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 9

2 Werkloosheid in Helmond

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag hoe de groep werklozen (lees: niet-werkende werkzoekenden) in Helmond op 31 december 2006 eruit ziet. Daarbij wordt ingegaan op de volgende kenmerken: wijk, buurt, leeftijd, geslacht, etnische herkomst, opleidingsniveau, gewenste arbeidstijd, beroepsgroep, inschrijvingsduur en fasering. De groep jeugdige en langdurig werklozen worden in dit hoofdstuk extra uitgelicht.

2.1 NWW-ers naar wijk en buurt

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden is niet gelijkmatig verdeeld over de wijken van de stad.

Het percentage NWW is het grootst in de Binnenstad. Dit percentage is hoger dan we zouden verwachten op basis van het aandeel inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar in deze wijk. We constateren daarom een oververtegenwoordiging van het aandeel NWW-ers. In geringere mate zien we deze oververtegenwoordiging in Helmond-Oost, Helmond-West en Helmond-Noord. In deze stadsdelen is de NWW-werkloosheid ook bovengemiddeld.

Tabel 1 NWW-ers naar wijk

Wijk NWW-ers Potentiële beroeps-

bevolking*

NWW-werkloosheid (PB)

aantal % % %

Binnenstad 1.148 25,3 14,8 13,2

Helmond-Oost 491 10,8 8,6 9,8

Helmond-Noord 724 16,0 13,1 9,4

’t Hout 441 9,7 12,9 5,9

Brouwhuis 416 9,2 11,3 6,3

Helmond-West 391 8,6 5,5 12,1

Warande 47 1,0 2,5 3,1

Stiphout 135 3,0 6,1 3,8

Rijpelberg 477 10,5 11,1 7,4

Dierdonk 100 2,2 5,9 2,9

Brandevoort 110 2,4 7,7 2,4

Industriegebied-Zuid 30 0,7 0,4 12,5

onbekend 22 0,5 - -

Totaal 4.532 100 100 7,8

* Verdeling van individuen in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar (potentiële beroepsbevolking) over de stad.

Met uitzondering van Centrum en Steenweg e.o. hebben ook alle buurten van de Binnenstad een bovengemiddeld aandeel werklozen. Daarnaast vinden we ook in Beisterveld, Beisterveldse Broek, Bloemvelden, Eeuwsels, West, Houtsdonk en Geeneind een oververtegenwoordiging van de groep niet-werkende werkzoekenden. (Zie tabel A in de bijlagen).

2.2 NWW-ers naar leeftijd

Relatief veel werklozen bevinden zich in de leeftijd van 40 t/m 64 jaar. Ten opzichte van het aandeel in het totale arbeidspotentieel zien we een oververtegenwoordiging van deze groep. Jeugdige niet- werkende werkzoekenden vormen een relatief klein aandeel en zijn ondervertegenwoordigd in vergelijking met de verdeling van de potentiële beroepsbevolking. Dit komt enerzijds doordat het voor deze groep geen zin heeft om zich bij het CWI te schrijven. Zij komen immers niet in aanmerking voor een uitkering: zij kunnen geen WWB-uitkering claimen of hebben nog onvoldoende WW-rechten opgebouwd (bron: CWI). Anderzijds is dit natuurlijk ook de leeftijdsgroep die relatief vaak nog naar school gaat. Oftewel, zij zijn niet op zoek naar werk, met uitzondering van de meer tijdelijke baantjes.

(13)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 10 Tabel 2 NWW-ers naar leeftijd

Leeftijd NWW-ers Potentiële

beroepsbevolking

NWW- werkloosheid (PB)

aantal % % %

< 23 jaar 262 5,8 12,8 3,5

23 t/m 39 jaar 1.480 32,7 36,8 6,9

40 t/m 49 jaar 1.147 25,3 23,6 8,3

50 t/m 64 jaar 1.643 36,3 26,8 10,5

Totaal 4.532 100 100 7,8

2.3 NWW-ers naar geslacht

Het percentage mannen en vrouwen onder de groep NWW-ers is nagenoeg gelijk. Een kleine meerderheid (52,8%) is vrouw terwijl deze groep een (gering) minderheidsaandeel heeft in de potentiële beroepsbevolking van Helmond. (Zie tabel B in de bijlagen). De NWW-werkloosheid is groter onder de vrouwen dan onder de mannen. Dit heeft er onder meer mee te maken dat mannen net iets meer profiteren van hoogconjunctuur (bron: CWI). Dus zodra de economie aantrekt zijn het vooral de mannen die er het eerst hun voordeel mee doen.

Figuur 1 NWW-ers naar geslacht

0 500 1000 1500 2000 2500 3000

vrouw man

absoluut aantal

Rekening houdend met leeftijd zitten in de groep 15- t/m 49-jarigen relatief gezien meer vrouwen dan mannen (zie tabel C in de bijlagen). Deze oververtegenwoordiging is met name groot in de leeftijdsgroep 23 t/m 39 jaar. In de groep NWW-ers van 50 t/m 64 jaar vinden we naar verhouding juist meer mannen (in vergelijking met de potentiële beroepsbevolking van Helmond).

2.4 NWW-ers naar etnische herkomst

Autochtonen maken het grootste deel uit van de populatie niet-werkende werkzoekenden in Helmond.

Verhoudingsgewijs zijn er echter meer allochtonen dan autochtonen niet-werkend en op zoek naar werk. In de Helmondse bevolking maken allochtonen 21,5% uit van het arbeidspotentieel, in het werkzoekendenbestand vormen zij echter 36,5%. Dit komt voor een groot deel (39,3%) voor rekening van personen van Turkse en Marokkaanse afkomst. De NWW-werkloosheid onder deze twee etnische groepen is, net zoals die van nagenoeg alle andere allochtone groepen, bovengemiddeld.

In alle leeftijdsgroepen onder de NWW-ers worden relatief veel allochtonen (voornamelijk niet- westerse allochtonen) waargenomen in vergelijking met de verdeling in de potentiële beroepsbevolking (zie tabel D in de bijlagen). De grootste oververtegenwoordiging van allochtonen vinden we in de groep 23 t/m 39 jaar.

(14)

Werkloosheid in Helmond

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 11

Tabel 3 NWW-ers naar etnische herkomst

Etnische herkomst NWW-ers Potentiële beroeps-

bevolking

NWW-werkloosheid (PB)

aantal % % %

Nederland 2.877 63,5 78,5 6,3

EU 240 5,3 5,6 7,4

Overig Europa 97 2,1 1,3 13,2

Indonesië/

Nederlands-Indië 167 3,7 3,4 8,4

Overig Westers 7 0,2 0,3 3,6

Turkije 261 5,8 2,9 15,7

Marokko 389 8,6 3,6 18,6

Suriname/Aruba

Nederlandse Antillen 104 2,3 1,5 11,8

Overig niet-westers 294 6,5 3,0 16,8

Onbekend 96 2,1 - -

Totaal 4.532 100 100 7,8

2.5 NWW-ers naar opleidingsniveau

Lager opgeleiden (basis, vmbo, mavo/havo/vwo) hebben het grootste aandeel in het Helmondse werklozenbestand. Zij beslaan 85,1% van het totaal. Het leeuwendeel hiervan heeft geen startkwalificatie. Iemand heeft een startkwalificatie als hij of zij een havo-, vwo-diploma of een diploma op mbo-2 niveau heeft. (Zie tabel E in de bijlagen).

Figuur 2 NWW-ers naar opleidingsniveau

0 500 1000 1500 2000

basis vmbo mbo/havo/vwo hbo/bachelor wo/master onbekend

absoluut aantal

2.6 NWW-ers naar gewenste arbeidstijd

Het overgrote deel van de bij het CWI ingeschreven werklozen wil bij aanvang van een (nieuwe) baan 32 uur of meer werken. Binnen deze categorie vormen mannen de grootste groep. Het zijn vooral vrouwen die liever parttime zouden willen werken. Zij vormen een meerderheid wanneer het gaat om werk tot en met 31 uur per week.

(15)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 12 Tabel 4 NWW-ers naar gewenste arbeidstijd

Arbeidstijd NWW-ers

aantal %

≤ 24 uur 725 16,0

25 t/m 31 uur 148 3,3

≥ 32 uur 3.655 80,6

onbekend 4 0,1

Totaal 4.532 100

Tabel 5 Gewenste arbeidstijd naar geslacht

NWW-ers Arbeidstijd

Vrouw Man Totaal

aantal % aantal % aantal %

≤ 24 uur 652 89,9 73 10,1 725 100

25 t/m 31 uur 130 87,8 18 12,2 148 100

≥ 32 uur 1.610 44,0 2.045 56,0 3.655 100

2.7 NWW-ers naar beroepsgroep

Het grootste aandeel (bijna 72%) van het totale NWW-bestand komt voor rekening van mensen uit de elementaire en lagere beroepen. (Zie ook tabel F in de bijlagen).

Figuur 3 NWW-ers naar beroepsgroep

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 elementaire beroepen

lagere beroepen middelbare beroepen hogere beroepen wetenschappelijke beroepen onbekend

absoluut aantal

2.8 NWW-ers naar inschrijvingsduur

Meer dan de helft van de niet-werkende werkzoekenden staat 1 jaar of langer ingeschreven en wordt daarmee aangeduid als langdurig werkloos. De kortdurende werkloosheid maakt 42,5% uit van het totaal. (Zie tabel G in de bijlagen).

(16)

Werkloosheid in Helmond

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 13

Figuur 4 NWW-ers naar inschrijvingsduur

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600

0 - 3 maanden

3 - 6 maanden

6 - 9 maanden

9 - 12 maanden

12 - 15 maanden

15 - 18 maanden

18 - 21 maanden

21 - 24 maanden

2 - 3 jaar ≥ 3 jaar

absoluut aantal

Van de groep langdurig werklozen staat 46,3% tussen de 1 en 3 jaar ingeschreven bij het CWI. 15,6%

is al langer dan 5 jaar werkzoekende.

Tabel 6 NWW-ers naar inschrijvingsduur

Inschrijvingsduur aantal %

< 6 maanden 1.168 25,8

6 - 12 maanden 754 16,6

1 - 3 jaar 1.209 26,7

3 - 5 jaar 993 21,9

5 - 10 jaar 230 5,1

10 - 20 jaar 117 2,6

> 20 jaar 61 1,3

Totaal 4.532 100

2.9 NWW-ers naar fase

Ruim 34% van de niet-werkende werkzoekenden krijgt een fase 4 toegeschreven door het CWI. Voor deze mensen geldt dat zij een andere ondersteuningsvorm nodig hebben dan een reïntegratietraject om (terug) de arbeidsmarkt in te stromen. Van eenderde van de NWW-ers in Helmond wordt verwacht dat zij in ieder geval langer dan een jaar nodig hebben om een baan te vinden (fase 3). 17,9% heeft een fase 2 waarvan wordt verwacht dat ze binnen 6 maanden tot een jaar weer aan het werk gaan.

Van ruim een tiende deel wordt verwacht dat zij zonder verdere vorm van ondersteuning binnen 6 maanden werk vinden (fase 1). (Zie ook tabel H in de bijlagen)

(17)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 14 Figuur 5 NWW-ers naar fase

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000

Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase n.t.b.

absoluut aantal

2.10 Jeugdwerkloosheid

In deze paragraaf kijken we naar de werkloosheid onder jongeren van 15 tot 23 jaar (zie tabellen I t/m N in de bijlagen). 3,5% (=262 personen) van het totaal aantal jongeren in Helmond blijkt te staan ingeschreven als niet-werkende werkzoekende. Niet alle werkzoekenden jonger dan 23 jaar laten zich registreren als werkzoekende bij het CWI. Dit heeft onder meer te maken met het gegeven dat zij nog niet uitkeringsgerechtigd zijn. Hierdoor is het beeld over de groep jeugdige werklozen enigszins vertekend. Eind 2006 is het project ‘Voorkoming Jeugdwerkloosheid’ opgestart waarin onder meer wordt getracht deze groep alsnog in beeld te brengen.

De verdeling autochtoon/allochtoon is net zoals de verdeling man/vrouw binnen de groep jonge werklozen nagenoeg gelijk aan de verdeling in de totale groep NWW-ers. Ook onder deze specifieke groep NWW-ers zijn de allochtonen oververtegenwoordigd in vergelijking met de verdeling in de potentiële beroepsbevolking. Daarnaast we dat het vooral de lager opgeleiden en daarmee samenhangend de mensen in de lagere en elementaire beroepsgroepen zijn die deel uit maken van de groep niet-werkende werkzoekenden. Vooral de groep mensen met alleen een vmbo-diploma is ten opzichte van de verdeling in het totale NWW-bestand relatief groot. Dit is logisch aangezien zij veelal nog niet de leeftijd hebben dat zij een hogere opleiding kunnen hebben afgerond. Het aandeel met alleen basisonderwijs is in vergelijking kleiner.

Met betrekking tot de relatie met het CWI is opvallend dat 22,9% van de jongeren al voor een periode van 1 jaar of langer ingeschreven staat. Voor bijna 26% is dit 6 tot 12 maanden. 33,2% van de jeugdigen bevindt zich in een toegeschreven fase 4. Dit betekent dat een derde van de jongeren andere hulp nodig heeft dan een reïntegratietraject om (opnieuw) deel uit te gaan maken van het arbeidsproces. Mogelijk betreft dit opleidingstrajecten. In vergelijking met de verdeling in het totale NWW-bestand is dit percentage nagenoeg gelijk. Daarnaast wordt van ruim 31% verwacht dat zij langer dan een jaar nodig hebben om een baan te vinden.

2.11 Langdurige werkloosheid

De groep langdurig werklozen (een jaar of langer ingeschreven bij het CWI) vormt de tweede groep die wordt uitgelicht (zie tabellen O t/m Q in de bijlagen). De groep niet-werkenden die 1 jaar of langer staat ingeschreven bij het CWI wordt voor 35,1% gevormd door allochtonen. Dit wijkt niet af van de verdeling in het totale NWW-bestand. De groep is in vergelijking met de verdeling in de Helmondse bevolking wel oververtegenwoordigd, dit betreft met name de niet-westerse allochtonen. Qua leeftijd wordt opgemerkt dat er in verhouding veel mensen in de leeftijd van 50 t/m 64 jaar in deze groep zitten. Daarnaast bestaat het overgrote deel uit mensen die alleen basisonderwijs of onderwijs op vmbo-niveau hebben gevolgd.

(18)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 15

3 Ontwikkelingen in de werkloosheid

In hoofdstuk 2 zijn de belangrijkste karakteristieken van de groep niet-werkende werkzoekenden in Helmond onder de loep genomen. Vervolgens zullen we gaan kijken hoe deze groepskenmerken zich hebben ontwikkeld over de tijd.

3.1 Ontwikkeling werkloosheid

Vanaf 2004 heeft er zich een daling ingezet in zowel het absolute aantal als het aandeel niet- werkende werkzoekenden van de beroepsbevolking in Helmond. In vergelijking met 2005 is het aantal NWW-ers met 17,6% afgenomen (=971 personen). Hoewel de daling in het werkloosheidspercentage zich ook heeft voortgezet in 2006 blijft de werkloosheid in dit jaar met 11,8% nog wel hoger dan in de jaren 2000 t/m 2002.

De daling die zich in 2004 inzet is het gevolg van de aantrekkende economie. Deze ontwikkeling is niet alleen in Helmond zichtbaar maar ook in de regio als in Nederland als geheel (CWI).

Figuur 6 Werkloosheid 2000 – 2006

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

absoluut aantal

0 2 4 6 8 10 12 14 16

percentage

NWW-ers werkloosheidspercentage

3.2 Ontwikkeling NWW-ers naar wijk en buurt

Ten opzichte van vorig jaar is het aantal NWW-ers in alle wijken gedaald. Deze daling is bovengemiddeld in Stiphout, Helmond-West, Brandevoort, Dierdonk en Brouwhuis. De drie laatstgenoemde wijken kennen een afname van meer dan 1/5 deel. In absolute aantallen is de groep werkzoekenden het sterkst gedaald in de Binnenstad en Helmond-Oost. Op buurtniveau is het aantal NWW-ers het sterkst gedaald in de buurten Centrum, Brouwhuis-Dorp, Oranjebuurt en De Veste. De enige buurten waar het aantal niet-werkende werkzoekende is gestegen zijn Steenweg e.o. (+14 personen) en in zeer geringe mate Zwanenbeemd (+ 1 persoon). (Zie tabel R en S in de bijlagen).

Hoewel het aantal NWW-ers ten opzichte van 2005 is gedaald is er over alle wijken een stijging van het aantal NWW-ers over de periode 2000-2006 merkbaar. Deze stijging is bovengemiddeld in Brouwhuis, Warande, Rijpelberg en Dierdonk. Brandevoort kan in deze analyse 2000-2006 buiten beschouwing worden gelaten omdat de wijk pas eind 2000 qua behuizing en inwonertal in ontwikkeling komt. Hierdoor is voor Brandevoort geen verantwoorde vergelijking te maken met de andere wijken.

(19)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 16 Figuur 7 Groei werkloosheid 2005 – 2006 per wijk

-30 -25 -20 -15 -10 -5 0

Binnenstad

Helmond-Oost Helmond-Noord

t Hout

Brouwhuis

Helmond-West Warande

Stiphout Rijpelberg

Dierdonk

Brandevoort

Industriegebied-Zuid Totaal

groei werkloosheid (%)

3.3 Ontwikkeling NWW-ers naar leeftijd

In vergelijking met vorig jaar hebben de personen in de leeftijd van 15 t/m 39 jaar de sterkste daling in het aantal NWW-ers meegemaakt. De groep 50 t/m 64 jarigen is in aantal vrijwel gelijk gebleven: de daling betreft slechts 2,1%. Deze groep heeft in 2006 daarnaast een groter aandeel in het totaal dan in 2005 (30,5 tegenover 36,3% in 2006). De ouderen hebben daarmee het minst geprofiteerd van de aantrekkende economie.

Ten opzichte van 2000 is het aantal NWW-ers in de leeftijdsgroep 23 t/m 64 jaar van de potentiële beroepsbevolking toegenomen terwijl de groei van het aantal mensen in deze leeftijdsklassen in Helmond als geheel daarbij is achtergebleven. Met name het aantal NWW-ers in de leeftijd van 50 t/m 64 jaar is bovengemiddeld gestegen (88,4%); het NWW-bestand is sinds 2000 in zowel absolute als relatieve zin langzaam verouderd. Het aantal NWW-ers jonger dan 23 jaar is met 1,5% afgenomen.

Het aandeel van deze groep is licht afgenomen. (Zie tabel T in de bijlagen)

Figuur 8 Ontwikkeling NWW-ers naar leeftijd 2005 - 2006

-40 -20 0

< 23 jaar 23 t/m 39 jaar 40 t/m 49 jaar 50 t/m 64 jaar Totaal

groei werkloosheid (%)

(20)

Ontwikkelingen in de werkloosheid

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 17

3.4 Ontwikkeling NWW-ers naar geslacht

Het aantal mannelijke niet-werkzoekenden is ten opzichte van 2005 net iets sterker gedaald (-19,9%) dan het aantal vrouwelijke werkzoekenden (-15,6%). Het aandeel van de mannen is daarmee ook iets kleiner geworden dan in 2005. Het aandeel NWW-ers als aandeel van de potentiële beroepsbevolking is daarnaast voor beide sexen gedaald.

Over de gehele periode 2000-2006 is het aantal vrouwelijke NWW-ers sterker gegroeid dan het aantal mannelijke. Het aandeel werkzoekenden van de potentiële beroepsbevolking is voor beide sexen groter geworden. (Zie tabel U in de bijlagen)

Figuur 9 Ontwikkeling NWW-ers naar geslacht 2005 – 2006

-25 -20 -15 -10 -5 0

Mannen Vrouwen Totaal

groei werkloosheid (%)

Voor zowel mannen als vrouwen geldt dat het aantal NWW-ers over de drie laagste leeftijdsklassen bovengemiddeld is gedaald. Voor de groep 50 t/m 64 jaar is het aantal mannen slechts in geringe mate afgenomen, voor de vrouwen constateren we een groei van 13 personen.

Tabel 7 Ontwikkeling NWW-ers naar leeftijd en geslacht 2005-2006

Arbeidstijd 2005 2006 Groei werkloosheid

aantal aantal %

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

< 23 jaar 188 187 123 139 -34,6 -25,7

23 t/m 39 jaar 857 1.183 585 895 -31,7 -24,3

40 t/m 49 jaar 683 727 538 609 -21,2 -16,2

50 t/m 64 jaar 942 736 894 749 -5,1 1,8

Totaal 2.670 2.833 2.140 2.392 -19,9 -15,6

3.5 Ontwikkeling NWW-ers naar etnische herkomst

Ten opzichte van 2005 is de groep allochtonen relatief gezien het sterkst gedaald: het aantal autochtone NWW-ers is met 15,8% afgenomen, het aantal allochtonen met 21,5% (=426 personen). In absolute aantallen is de groep autochtonen het sterkst gedaald (een daling van 541 personen tegenover 426 personen binnen de allochtone groep). Binnen de totale groep allochtonen zijn, met uitzondering van de Marokkanen, alle deelgroepen bovengemiddeld afgenomen in aantal. De afname is het sterkst voor de groep ‘Overig westers’, maar hier gaat het slechts om een absolute daling van 4 personen.

Over de periode 2000-2006 is het aantal autochtone en allochtone NWW-ers in gelijke mate toegenomen (ruim 38%). De groei van het arbeidspotentieel is hierbij achtergebleven waardoor het

(21)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 18 aandeel NWW-ers van de potentiële (autochtone en allochtone) beroepsbevolking ten opzichte van 2000 hoger is. (Zie tabel V in de bijlagen)

Figuur 10 Ontwikkeling NWW-ers naar etnische herkomst 2005 - 2006

40- 35- 30- 25- 20- 15- 10- 5- -

Nederland

EU Overig Europa

Indonesie/Ned. Indie Overig Westers

Turkije

Marokko

Sur/N Ant/Aruba

Overig niet-westers Totaal

groei werkloosheid (%)

Met name voor de leeftijdsgroep 15 t/m 22 jaar geldt dat het aantal NWW-ers voor de allochtonen t.o.v. 2005 sterk (en bovengemiddeld) is afgenomen (-43,3%). Binnen de groep ouderen is de daling van de allochtonen het meest gering: een afname van 3,2% (Zie ook tabel W in de bijlagen)

3.6 Ontwikkeling NWW-ers naar opleidingsniveau

Ten opzichte van 2005 is het aantal werkzoekenden voor alle niveaus van scholing gedaald. Deze daling is relatief gezien het sterkst voor de mensen met een universitaire achtergrond en het minst sterk voor mensen met alleen basisonderwijs of een vmbo-achtergrond. Als we het hebben over absolute aantallen is de afname juist het sterkst voor de drie lagere opleidingsgroepen. Het aandeel van de verschillende opleidingsniveaus in het werkzoekendenbestand is gelijk gebleven.

Over de periode 2000-2006 is het aandeel van de mensen met alleen basisonderwijs of een vmbo- diploma afgenomen van 65,5% naar 54,3% in 2006. Het is dan ook de groep niet-werkende werkzoekenden in de drie hogere opleidingsniveaus die gekenmerkt wordt door een bovengemiddelde stijging.

Tabel 8 Ontwikkeling NWW-ers naar opleidingsniveau 2005 – 2006

Opleidingsniveau 2005 2006 Groei werkloosheid

aantal % aantal % %

Basis 1.068 19,4 881 19,4 -17,5

Vmbo 1.932 35,1 1.582 34,9 -18,1

Mbo/havo/vwo 1.798 32,7 1.397 30,8 -22,3

Hbo/bachelor 419 7,6 331 7,3 -21,0

Wo/master 158 2,9 105 2,3 -33,5

Onbekend 128 2,3 236 5,2 84,4

Totaal 5.503 100 4.532 100 -17,6

3.7 Ontwikkeling NWW-ers naar gewenste arbeidstijd

Vergeleken met het voorgaande jaar is het aantal NWW-ers dat 32 uur of meer wil werken in zowel absolute als relatieve zin sterker gedaald dan de groep personen die minder uren per week wil werken. (Zie tabel X in de bijlagen).

(22)

Ontwikkelingen in de werkloosheid

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 19

Ten opzichte van 2000 is het aantal personen dat 25 uur of meer per week wil werken met bijna 43%

toegenomen. De groep die minder wil werken is minder hard gestegen, 9,7%.

Figuur 11 Ontwikkeling NWW-ers naar gewenste arbeidstijd 2005-2006

20- 18- 16- 14- 12- 10- 8- 6- 4- 2- -

≤ 24 uur 25 t/m 31 uur ≥ 32 uur Totaal

groei werkloosheid (%)

Voor de vrouwen is het aantal NWW-ers voor iedere arbeidstijdcategorie gedaald. Met uitzondering van 25 t/m 31 uur zien we dit ook voor de mannen. De toename voor de mannen in deze groep betreft echter maar 7 personen.

Tabel 9 Ontwikkeling NWW-ers naar gewenste arbeidstijd en geslacht 2005 – 2006

Arbeidstijd 2005 2006 Groei werkloosheid

aantal aantal %

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

≤ 24 uur 80 757 73 652 -8,8 -13,9

25 t/m 31 uur 11 152 18 130 63,6 -14,5

≥ 32 uur 2.577 1.923 2.045 1.610 -20,6 -16,3

Totaal 2.668 2.832 2.136 2.392 -19,9 -15,5

3.8 Ontwikkeling NWW-ers naar beroepsgroep

Vergeleken met 2005 is het aantal NWW-ers voor alle beroepsgroepen afgenomen. De daling ligt voor alle groepen rond de gemiddelde negatieve groei van het totale NWW-bestand. In absolute aantallen zijn de mensen in de elementaire, lagere en middelbare beroepsgroepen het sterkst gedaald (daling is respectievelijk 336, 314 en 224 personen). Het aandeel van de verschillende groepen in het totaal is gelijk gebleven.

Een vergelijking 2000-2006 is niet mogelijk. De cijfers naar beroepsgroep van 2000 t/m 2004 zijn niet te vergelijken met de cijfers van 2006. Dit is het gevolg van het gegeven dat het CWI voor 2005 en 2006 een indeling van 5 categorieën heeft aangeleverd (elementaire beroepen, lagere beroepen, middelbare beroepen, hogere beroepen en wetenschappelijke beroepen) en voor de voorgaande jaren een indeling van 27 groepen. Deze indelingen zijn inhoudelijk niet met elkaar te verenigen waardoor een zinvolle vergelijking 2000 – 2006 uitblijft.

(23)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 20 Tabel 10 Ontwikkeling NWW-ers naar beroepsgroep 2005 – 2006

Beroepsgroep 2005 2006 Groei werkloosheid

aantal % aantal %

Elementaire beroepen 2.134 38,8 1.798 39,7 -15,7

Lagere beroepen 1.758 31,9 1.444 31,9 -17,9

Middelbare beroepen 1.043 19,0 819 18,1 -21,5

Hogere beroepen 344 6,3 282 6,2 -18,0

Wetenschappelijke beroepen 76 1,4 63 1,4 -17,1

Onbekend 148 2,7 126 2,8 -14,9

Totaal 5.503 100 4.532 100 -17,6

3.9 Ontwikkeling NWW-ers naar inschrijvingsduur

Ten opzichte van vorig jaar is met uitzondering van de groep die 9-12 maanden en 3 jaar of langer ingeschreven staat, voor alle groepen het aantal NWW-ers afgenomen. De groep die korter dan 1 jaar staat ingeschreven of tussen 1 en 2 jaar staat ingeschreven is met respectievelijk 17,7 en 38,5%

afgenomen. De groep die tussen de 2 en 3 jaar staat ingeschreven is met bijna 50% het sterkst gedaald. De groep werkzoekenden die 3 jaar of langer ingeschreven staat is als enige toegenomen in aantal met 35,5% ten opzichte van 2005. Het aandeel van deze groep in het totaal is ook gestegen van 18,8% in 2005 naar 30,9 in 2006.

Over de langere periode 2000-2006 merken we op dat het aantal langdurig werklozen met 51,3% is toegenomen van 1.725 naar 2.610 in 2006. (Zie tabel Y in de bijlagen)

Figuur 12 Ontwikkeling NWW-ers naar inschrijvingsduur2005-2006

60- 50- 40- 30- 20- 10- - 10 20 30 40

0 - 3 maanden 3 - 6 maanden

6 - 9 maanden 9 - 12 maanden

12 - 15 maanden 15 - 18 maanden

18 - 21 maanden 21 - 24 maanden

2 - 3 jaar

Totaal

groei werkloosheid (%)

Het aantal personen dat een jaar of langer ingeschreven staat bij het CWI (de langdurig werklozen) is ten opzichte van 2005 met 558 (=17,6%) afgenomen. Deze daling wordt toegeschreven aan de daling van de groep die 1-3 jaar of langer dan 20 jaar staat ingeschreven. De andere klassen van inschrijvingsduur kennen namelijk een stijging van het aantal personen. Deze stijging is het sterkst voor de groep die 3-5 jaar ingeschreven staat. Het aandeel langdurig werklozen van het totale NWW- bestand is ondanks de absolute daling gelijk gebleven.

Tabel 11 Ontwikkeling NWW-ers naar langdurige inschrijving 2005-2006

Inschrijvingsduur 2005 2006 Groei werkloosheid

aantal % aantal % %

1 - 3 jaar 2.134 67,4 1.209 46,3 -43,3

3 - 5 jaar 654 20,6 993 38,0 51,8

5 - 10 jaar 215 6,8 230 8,8 7,0

10 - 20 jaar 103 3,3 117 4,5 13,6

> 20 jaar 62 2,0 61 2,3 -1,6

Totaal 3.168 100 2.610 100 -17,6

(24)

Ontwikkelingen in de werkloosheid

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 21

3.10 Ontwikkeling NWW-ers naar fase

In vergelijking met vorig jaar is het aantal NWW-ers waarvan de fase nader moet worden bepaald (ze komen in aanmerking voor een reïntegratietraject en moeten nog worden ingedeeld in fase 2 of 3) het sterkst gedaald (-48,3%). In absolute aantallen is fase 3 het sterkst gedaald (een vermindering van 312 personen). (Zie ook tabel Z in de bijlagen).

Ten opzichte van 2000 ligt het aantal NWW-ers dat een fase 1 toegeschreven is vrijwel gelijk (518 in 2000 tegenover 514 in 2006). Het aantal met een fase 2 of 3 is in 2006 meer dan 2,5 keer zo hoog.

Figuur 13 Ontwikkeling NWW-ers naar fase 2005-2006

60- 50- 40- 30- 20- 10- -

Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase n.t.b. Totaal

groei werkloosheid (%)

3.11 Ontwikkeling Jeugdwerkloosheid

Het aantal jonge niet-werkende werkzoekenden is met 113 personen afgenomen ten opzichte van 2005 (daling van 30,1%). Het aandeel jeugdige NWW-ers van alle inwoners van 15 t/m 22 jaar is in dit jaar ook afgenomen van 5,0 naar 3,5%. Uitgesplitst kent de groep jongeren in de leeftijd van 15 t/m 17 jaar een afname van het aantal NWW-ers met 26,8% (van 41 naar 30 personen in 2006). Voor de 18- tot 23-jarigen is de afname 30,5% (=102 personen).

Het aantal jongeren waarvan de afstand tot de arbeidsmarkt (in termen van fases) nog nader moet worden bepaald is ten opzichte van 2005 met bijna 91% gedaald van 33 naar 3 personen. Deze daling komt vooral voor rekening van de 18 t/m 22 jarigen: daling van 25 personen. De daling van deze ‘fase’

onder de 15 t/m 17 jarigen bedraagt 100%, maar hier gaat het om slechts 5 personen.

Het aantal jonge niet-werkende werkzoekenden dat 3 jaar of langer staat ingeschreven is ten opzichte van 2005 met 120% toegenomen, in absolute aantallen betreft dit slechts een stijging van 6 personen.

In absolute aantallen kennen de groep < 6 maanden en 1-3 jaar inschrijftijd de grootste daling. Deze komt vooral voor rekening van de 18 t/m 22 jarigen.

Met betrekking tot het opleidingsniveau zien we zowel in absolute als relatieve zin een sterke daling

voor de jongeren met een vmbo of mbo/havo/vwo opleidingsniveau. De daling is respectievelijk 39 (-71 personen) en 42% (-47 personen). (Zie figuur 14 t/m 16 en bijlagen AA t/m CC)

(25)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 22 Figuur 14 Ontwikkeling jeugdwerkloosheid en fase 2005-2006

-110 -90 -70 -50 -30 -10 10 30 50

15 t/m 17 jaar 18 t/m 22 jaar < 23 jaar

Groei werkloosheid (%)

Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase n.t.b. Totaal

Figuur 15 Ontwikkeling jeugdwerkloosheid en inschrijfduur 2005-2006

-150 -100 -50 0 50 100 150

15 t/m 17 jaar 18 t/m 22 jaar < 23 jaar

Groei werkloosheid (%)

< 6 maanden 6-12 maanden 1-3 jaar ≥ 3 jaar Totaal

Figuur 16 Ontwikkeling jeugdwerkloosheid en opleidingsniveau 2005-2006

-150 -100 -50 0 50 100 150 200 250 300 350

15 t/m 17 jaar 18 t/m 22 jaar < 23 jaar

Groei werkloosheid (%)

Basis Vmbo Mbo/havo/vwo Hbo/bachelor Wo/master Totaal

Noot: De stijging van 300% voor de 15 t/m 17 jarigen betreffende het basisniveau gaat over een stijging van 3 personen in absolute zin.

(26)

Ontwikkelingen in de werkloosheid

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 23

3.12 Ontwikkeling Langdurige werkloosheid

Onder de groep mensen die langdurig ingeschreven staat bij het CWI is het aantal mensen van 15 t/m 49 bovengemiddeld afgenomen. De groep 50 t/m 64 jaar kent slechts een geringe daling van 4,3%

(=55 personen). Het aandeel van deze oudste leeftijdsgroep is in vergelijking met 2005 6,5%

procentpunt hoger: 40,6 tegen 47,1% in 2006. Het aantal allochtonen is met bijna 23% sterker gedaald dan het aantal autochtonen (15,6%). Met name de groep niet-westerse allochtonen kent binnen de langdurig werklozen een bovengemiddelde afname.

De groep langdurig werklozen met een middelbaar en hoger opleidingsniveau kent de sterkste daling in aantal. Met betrekking tot de afstand tot de arbeidsmarkt merken we op fase 2 relatief de sterkste daling wordt toegeschreven. In absolute aantallen is het de groep in fase 4 die het sterkst is afgenomen. Het aandeel van de verschillende fasen in het totaal is ten opzichte van 2005 gelijk.

(Zie figuren 17 t/m 20 hieronder).

Figuur 17 Ontwikkeling langdurige werkloosheid en leeftijd 2005-2006

-60%

-50%

-40%

-30%

-20%

-10%

0%

< 23 jaar

23 t/m 39 jaar

40 t/m 49 jaar

50 t/m 64

jaar Totaal

groei werkloosheid (%)

Figuur 18 Ontwikkeling langdurige werkloosheid en etniciteit 2005-2006

-38%

-25%

-13%

0%

Autochtoon

Westerse allochtoon

Niet-westerse

allochtoon Totaal

groei werkloosheid (%)

(27)

Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek 24 Figuur 19 Ontwikkeling langdurige werkloosheid en opleidingsniveau 2005-2006

-35%

-30%

-25%

-20%

-15%

-10%

-5%

0%

Basis

Vm bo

Mbo/havo/vwo

Hbo/bachelor

Wo/master

Totaal

groei werkloosheid (%)

Figuur 20 Ontwikkeling langdurige werkloosheid en fasering 2005-2006

-40%

-30%

-20%

-10%

0%

10%

20%

30%

40%

Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase n.t.b.

Totaal

groei werkloosheid (%)

Noot: De stijging van 28,6% onder de mensen met fase 1 betreft slechts 2 personen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Welk proces voor welke aanbesteding gevolgd dient te worden is uitgewerkt in het inkoop- en aanbestedingsproces van gemeente Helmond. Het proceshandboek is beschikbaar

Schouder fi let rollades Half Om Rollades Twee kleuren Rollades Filet Rollades Ham Rollades Filet Rollade Rosbiefrollades Runder Stoof Rollades Bavette Rollades Herten

Flexibel vrijwilligerswerk is ideaal voor mensen die zich graag voor een ander inzetten, maar zich liever niet voor langere tijd willen binden.. Louise Willems-Croese (60) doet

De woonkamer is voorzien van hoogpolige vloerbedekking en de wanden zijn afgewerkt met glad stucwerk.. Het plafond is afgewerkt

De beleidsmatige armoedegrens is gebaseerd op het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de Haagse politiek is vastgesteld. De

Speerpunten binnen dit nieuwe beleid worden gevormd door de ambitie van Helmond om door te groeien tot een stad van 100.000 inwoners, met daarbij oog voor de

Met dit Sportakkoord willen we een impuls geven aan de samenwerking tussen verschillende partners onder het mom van verbinden, samenwerken en kennisdelen en bereiken dat

VVD Helmond pleit in haar nieuwe ver- kiezingsprogramma ‘Sterker verder’ ook voor een landelijke versoepeling van vergunningen zodat restenergie makke- lijker kan worden