• No results found

Inkomensondersteuning van de overheid

Hans Spekman

6 Inkomensondersteuning van de overheid

Inleiding

De overheid, in het bijzonder de belastingdienst of de gemeente, heeft allerlei regelingen om het inkomen aan te vullen. Zo zijn er regelingen voor gezinnen met kinderen, huishoudens met een laag inkomen, alleenstaanden, werknemers, ouderen en chronisch zieken en gehandicapten. Zo is er bijvoorbeeld recht op vergoeding voor bijzondere noodzakelijke uitgaven die men zelf niet kan betalen. Ook voor mensen met een gemiddeld inkomen zijn er diverse aanvullende regelingen. Een compleet overzicht vindt u op www.berekenuwrecht.nl. Daar kan ook worden berekend of iemand recht heeft op de regelingen.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste regelingen beschreven. Het gaat hier om de inkomenverruimende regelingen. De basisvoorzieningen zoals de bijstandsuitkering, werkloosheidsuitkering of

arbeidsongeschiktheidsuitkering komen niet aan de orde.

Via het volgende schema kan snel en globaal worden bepaald of iemand in aanmerking komt voor bepaalde vergoedingen.

Vraag Zo ja, dan hebt u

mogelijk recht op: Wat houdt de regeling in? Informatie en aanvragen bij:

heffingskortingen Een heffingskorting is een korting op de inkomstenbelasting. Uw werkgever of uitkerende instantie houdt al rekening met de volgende heffingskortingen:

Hierdoor hebt u al minder loonheffing betaald over uw loon of uitkering. U hoeft het dus niet zelf aan te vragen.

Doorwerkbonus De doorwerkbonus is een extra belastingkorting voor werknemers vanaf 62 jaar, die minimaal € 8.859 per jaar verdienen.

regelingen Vraag uw gemeente naar regelingen als bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Uw gemeente

Zorgtoeslag Zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van

uw zorgverzekering. Belastingdienst

www.toeslagen.nl Tel: 0800-0543

3. Hebt u een

huurhuis? Huurtoeslag U hebt recht op huurtoeslag als:

- de huur ligt tussen ongeveer € 205 en € 645 - en uw inkomen lager is dan ongeveer:

 Alleenstaande 65- €21.450

 Alleenstaande 65+ €20.200

 Meerpersoonshuishouden 65- €29.125

 Meerpersoonshuishouden 65+ €27.575

Belastingdienst

Kinderbijslag Voor kinderen jonger dan 16 jaar hebt u altijd recht op kinderbijslag. Voor kinderen van 16 en 17 jaar is de hoogte van de kinderbijslag afhankelijk van de mate waarin u het kind onderhoudt en hoeveel eigen inkomsten het kind heeft.

Sociale

Verzekeringsbank (SVB)

www.svb.nl

Vraag Zo ja, dan hebt u

mogelijk recht op: Wat houdt de regeling in? Informatie en aanvragen bij:

Kindgebondenbudget Het kindgebonden budget is afhankelijk van uw inkomen en van het antal kinderen waar u zorg voor draagt.

schoolkosten Bij een inkomen tot ongeveer € 32.000 hebt u recht op een tegemoetkoming in de schoolkosten voor kinderen jonger dan 18 jaar in het voortgezet onderwijs.

Is het kind 18 jaar of ouder en volgt het voortgezet onderwijs (niet: HBO, WO), dan heeft het kind zelf recht op tegemoetkoming in de schoolkosten 18-plus.

Dienst Uitvoering

Een gehandicapt kind heeft vaak extra zorg nodig.

Als uw kind thuis woont kunt u een tegemoetkoming in de onderhoudskosten krijgen.

Kinderopvangtoeslag U krijgt kinderopvangtoeslag als u gebruik maakt van een erkende kinderopvang.

Studiefinanciering Alle studenten HBO en WO hebben recht op studiefinanciering. MBO-ers als ze 18 jaar of ouder zijn. De toelage is afhankelijk van het inkomen van de ouders en kan voor een deel uit een lening bestaan.

Alleenstaande-ouderkorting U hebt u recht op de alleenstaande-ouderkorting als uw kind jonger is dan 27 jaar, op uw adres woont en als u hem of haar onderhoudt.

Belastingdienst krijgen als u de gewone alleenstaande-ouderkorting krijgt, inkomen uit arbeid hebt én er een kind onder de 17 jaar bij u woont.

Wie ouderschapsverlof opneemt, heeft recht op de ouderschapsverlofkorting.

combinatiekorting Voorwaarden voor de combinatiekorting:

- beide ouders werken, of u bent alleenstaande ouder;

- zij verdienen ieder meer dan ongeveer € 4.700;

- zij hebben een kind onder de 12 jaar.

12. Bent u chronisch ziek of gehandicapt?

Belastingaftrek of

tegemoetkoming Hoge zorgkosten zijn sinds 2009 nog beperkt aftrekbaar voor de belasting. Hiervoor in de plaats is een korting op de eigen bijdrage voor de AWBZ en de Wmo en een algemene tegemoetkoming gekomen. De tegemoetkoming is afhankelijk van de situatie € 300 of € 500 voor personen tot 65 jaar, € 150 of € 350 voor personen van 65 jaar en ouder.

Belastingdienst

Gemeenten verstrekken in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voorzieningen waarmee u zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen en kunt meedoen in de samenleving. Soms moet u een eigen bijdrage betalen.

Gemeente Kijk ook op www.regelhulp.nl

Aanvulling AOW Als u een onvolledig AOW-pensioen hebt, kunt u een aanvulling krijgen tot het niveau van een

bijstandsuitkering. U hebt een onvolledige AOW als u bijvoorbeeld in het buitenland hebt gewoond.

SVB www.svb.nl

Wilt u precies berekenen waar u recht op hebt? Ga dan naar www.berekenuwrecht.nl voor een overzicht van vrijwel alle inkomensverruimende regelingen. Wilt u tips over omgaan met geld? Kijk op www.nibud.nl. Voor informatie over zorg, sociale zekerheid, wet- en regelgeving, en bijbehorende adressen in Nederland:www.kennisring.nl.

Deze infokaart en de website www.berekenuwrecht.nl zijn een initiatief van Stimulansz en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Gemeenten kunnen deze infokaart op maat laten maken voor de gemeentelijke regelingen. Neem voor meer informatie contact op met Stimulansz: www.stimulansz.nl, info@stimulansz.nl of tel. 030–2982800.

Heffingskortingen

Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Welke heffingskortingen iemand krijgt, hangt af van zijn persoonlijke situatie. Iedereen kan de algemene heffingskorting krijgen. Iemand die werkt, kan ook de arbeidskorting krijgen. En mensen met kinderen kunnen misschien de

inkomensafhankelijke combinatiekorting krijgen

Automatisch

Werknemers in loondienst en uitkeringsgerechtigden hoeven de heffingskortingen meestal niet aan te vragen. De werkgever of uitkerende instantie houdt al rekening met de volgende heffingskortingen:

 algemene heffingskorting

 arbeidskorting

 (alleenstaande)ouderenkorting

 Jonggehandicaptenkorting

 levensloopverlofkorting

Hierdoor betaalt iemand al minder loonheffing over loon of uitkering.

Aanvragen

Met sommige heffingskortingen houdt de werkgever of uitkeringsinstantie geen rekening. Deze heffingskortingen kunnen via de aangifte bij de belastingdienst worden aangevraagd. Het gaat om de volgende heffingskortingen:

 inkomensafhankelijke combinatiekorting

 alleenstaandeouderkorting

 aanvullende alleenstaandeouderkorting

 ouderschapsverlofkorting

 heffingskortingen voor bepaalde beleggingen

 doorwerkbonus

Laag inkomen

De heffingskorting is nooit meer dan het bedrag van de berekende inkomstenbelasting plus de premie

volksverzekeringen. Als iemand geen of een laag inkomen heeft, en een fiscale partner met meer inkomen, dan kan de belastingdienst de heffingskorting die de aanvrager niet kan verrekenen (deels) aan de aanvrager uitbetalen.

Voorwaarde is dat de fiscale partner voldoende belasting is verschuldigd.

Meer informatie: www.belastingdienst.nl.

Bedankt….

Beste Kinderhulp,

Dankzij de cadeaubonnen van de actie Pepernoot heb ik dit jaar weer 17 kinderen uit gezinnen met een heel laag inkomen dankzij jullie een heel leuke sinterklaas kunnen bieden.

Geweldig om als hulpverlener een bijdrage te kunnen leveren aan een beetje kindergeluk.

Hartelijk dank

Bureau jeugdzorg medewerker.

Kindgebonden budget

Kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Hoeveel kindgebonden budget iemand krijgt, hangt af van het (gezamenlijke) inkomen en het aantal kinderen jonger dan 18 jaar. Hoe meer kinderen, hoe hoger het kindgebonden budget. Ook de leeftijd van de kinderen is van belang. Als de kinderen 12 of 16 jaar worden, krijgt het huishouden meer kindgebonden budget.

Aanvragen meestal niet nodig

Kindgebonden budget aanvragen is meestal niet nodig. De rechthebbende ontvangt vanzelf bericht als hij volgens de gegevens van de belastingdienst recht heeft op kindgebonden budget. Maar van sommige ouders heeft de belastingdienst te weinig gegevens om automatisch te bepalen of ze kindgebonden budget krijgen. Bijvoorbeeld omdat ze geen huur- of zorgtoeslag krijgen. In dat geval kan het kindgebonden budget worden aangevraagd.

Meer informatie: www.toeslagen.nl.

Zorgtoeslag

Zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering. De toeslag is bedoeld voor mensen boven de 18, met een Nederlandse zorgverzekering en een laag inkomen.

Hoe werkt zorgtoeslag?

 Binnen 8 weken na de aanvraag krijgt de aanvrager bericht van de belastingdienst over de hoogte van de zorgtoeslag, de 'voorschotbeschikking'. Vanaf dan krijgt hij ook zorgtoeslag.

 De aanvrager krijgt elke 20e van de maand de zorgtoeslag voor de volgende maand op zijn bankrekening gestort.

Aan het einde van 2010 krijgt de aanvrager automatisch de voorschotbeschikking voor 2011. Opnieuw aanvragen is dus niet nodig.

In de loop van 2011 krijgt de aanvrager de definitieve berekening van de zorgtoeslag 2010, de 'beschikking Definitieve berekening'.

Meer informatie: www.toeslagen.nl.

Huurtoeslag

De huurtoeslag is een tegemoetkoming in de huurkosten voor mensen die in verhouding tot hun inkomen veel geld kwijt zijn aan huur.

Voor de huurtoeslag moet de huur lager zijn dan € 647,53 per maand. Voor mensen jonger dan 23 ligt de grens op € 357,37 per maand.

Bovendien mag het inkomen niet te hoog zijn. Niet hoger dan € 21.450 per jaar voor een alleenstaande, of € 29.125 voor samenwonenden. Voor alleenstaande 65-plussers is het maximuminkomen € 20.200, voor samenwonende 65-plussers € 27.575.

Hoe werkt huurtoeslag?

 Binnen 8 weken na de aanvraag krijgt de aanvrager bericht van de belastingdienst over de hoogte van de huurtoeslag in 2010, de 'voorschotbeschikking'. Vanaf dan krijgt de aanvrager ook huurtoeslag.

 De aanvrager krijgt elke 20e van de maand zijn huurtoeslag voor de volgende maand op zijn bankrekening gestort.

Aan het einde van 2010 krijgt de aanvrager automatisch de voorschotbeschikking voor 2011. Opnieuw aanvragen is dus niet nodig.

In de loop van 2011 krijgt de aanvrager de definitieve berekening van de huurtoeslag 2010, de 'beschikking Definitieve berekening'. Hierop staat de definitieve toeslagbedrag.

Meer informatie: www.toeslagen.nl.

Kinderopvangtoeslag

De kinderopvangtoeslag is er voor (alleenstaande) (pleeg)ouders die werk en zorg voor kinderen combineren. De toeslag is een tegemoetkoming in de werkelijke kosten. Hoeveel toeslag de aanvrager krijgt hangt af van het inkomen, de soort kinderopvang en het aantal kinderen in het huishouden dat er gebruik van maakt.

De kinderopvangtoeslag bestaat uit:

een inkomensafhankelijk deel dat door de Belastingdienst wordt vastgesteld aan de hand van uw belastbaar inkomen, en

een inkomensonafhankelijk deel, de vaste toeslag, die eenderde deel bedraagt van de totale kosten van kinderopvang (tot een maximumuurprijs van € 6,10). Ook als de aanvrager als zelfstandige werkt, heeft hij recht op deze vaste toeslag.

De Belastingdienst/Toeslagen betaalt beide toeslagen als één bedrag aan u uit.

Een voorwaarde voor de kinderopvangtoeslag is dat het kind een plaats hebben bij een bij de gemeente geregistreerde kinderopvangorganisatie:

 kinderdagverblijf (ook kindercentrum genoemd)

 crèche (ook de ouderparticipatiecrèche)

 buitenschoolse opvang

 officiële gastouderopvang.

Bij de gemeente kan een lijst worden gevraagd van deze geregistreerde kinderopvangorganisaties.

De toeslag is niet bedoeld voor kosten van overblijven, een oppas aan huis (tenzij het om officiële

gastouderopvang gaat), tieneropvang of opvang in een peuterspeelzaal. De kosten van deze opvang moet de aanvrager zelf betalen.

Meer informatie: www.toeslagen.nl.

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Iedereen moet kunnen meedoen in de maatschappij. Dat is de gedachte achter de Wmo. Sommige mensen lukt dat niet zonder extra hulp. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een handicap, chronisch zieken of ouderen.

Gemeenten moeten er volgens de Wmo voor zorgen dat ook deze groepen een zo normaal mogelijk dagelijks leven kunnen leiden. De gemeente bekijkt of hulp nodig is en waarmee iemand het beste geholpen is. Elke gemeente regelt dit op zijn eigen manier.

voorzieningen die via de Wmo bij uw gemeente kunnen worden aangevraagd zijn:

1. woningaanpassingen, zoals een traplift;

2. hulpmiddelen, bijvoorbeeld een rolstoel;

3. vervoersvoorzieningen, zoals een scootmobiel;

4. Huishoudelijke verzorging.

Indicatie

Voor alle soorten zorg en voorzieningen heeft de aanvrager een indicatie nodig. Een indicatie is een beslissing over welke hulp of welke voorziening iemand nodig heeft en in welke mate hij die krijgt. Hoe een indicatiestelling bij de gemeente precies is geregeld, kan worden nagevraagd bij het zorgloket van de gemeente.

Eigen bijdrage

Vaak moet een deel van de kosten voor huishoudelijke hulp of het gebruik van een hulpmiddel of voorziening zelf worden betaald: de eigen bijdrage. De hoogte van die bijdrage is afhankelijk van:

 het aantal personen binnen het huishouden;

 leeftijd;

 (gezamenlijke) verzamelinkomen;

 het beleid van de gemeente.

De hoogte van de eigen bijdrage wordt berekend door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) met behulp van de regels van de gemeente. Per gemeente kan de eigen bijdrage dus verschillend zijn. Op de website van de CAK kan de hoogte van de eigen bijdrage worden berekend: www.hetcak.nl, telefoon: 0800-1925.

Persoonsgebonden Budget (PGB)

Zorg ontvangen kan ook op een andere manier. De aanvrager kan ervoor kiezen om de zorg zelf in te kopen. Dat kan met behulp van een Persoonsgebonden Budget (PGB). De aanvrager krijgt dan een bepaald bedrag waarvan hij de personen en/of organisaties betaalt die hem helpen of verzorgen.

Meer informatie: www.regelhulp.nl, www.info-wmo.nl of de website van de gemeente.

Langdurigheidstoeslag

De langdurigheidstoeslag is een bijdrage van de gemeente voor mensen die lange tijd van een laag inkomen leven en geen betaalde baan kunnen vinden. Dit geld kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld een nieuwe koelkast of wasmachine, of om rekeningen te betalen.

Het geld wordt niet op een eventuele uitkering ingehouden. Als iemand aan de voorwaarden voldoet en blijft voldoen, kan iemand ieder jaar een langdurigheidstoeslag ontvangen. De aanvrager mag zelf bepalen waar hij het geld aan uitgeeft. De hoogte van de toeslag hangt af van de gezinssituatie en verschilt per gemeente.

Voor een langdurigheidstoeslag moet iemand tussen de 21 en 65 jaar oud zijn en al lange tijd van een minimuminkomen leven. De gemeente bepaalt hoe lang dat is, bijvoorbeeld drie jaar of vijf jaar. De gemeente bepaalt ook of de aanvrager in die periode inkomsten uit werk mag hebben, en zo ja hoeveel. De sociale dienst van de gemeente kan meer informatie geven over de voorwaarden.

De langdurigheidstoeslag kan worden aangevraagd bij de sociale dienst van de gemeente. Als na controle blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan, krijgt de aanvrager de bijdrage op zijn rekening gestort. De

langdurigheidstoeslag wordt in één keer uitbetaald. De aanvrager betaalt er geen belasting over.

Meer informatie: www.berekenuwrecht.nl of de website van de gemeente.

Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen

De gemeente kan minima kwijtschelding verlenen voor gemeentelijke heffingen en belastingen, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. Gemeenten kunnen zelf bepalen welke gemeentelijke belastingen onder het kwijtscheldingbeleid vallen. In vrijwel alle gemeenten is het mogelijk om kwijtschelding aan te vragen voor een of meer gemeentelijke belastingen.

Om na te gaan of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding, moet eerst worden nagegaan of iemand vermogen heeft (bijvoorbeeld een auto of overwaarde op een hypotheek). Is vermogen boven een bepaalde grens aanwezig, dan kan geen kwijtschelding worden verleend. Is er geen vermogen aanwezig, dan moet de betalingscapaciteit worden vastgesteld. Is die ontoereikend, dan kan kwijtschelding worden ver leend. Om de betalingscapaciteit te bepalen, wordt eerst het netto besteedbare inkomen berekend: dit is het netto -inkomen na aftrek van een aantal vaste lasten. Van het netto-inkomen worden vervolgens de kosten van bestaan (ook wel kwijtscheldingsnorm) afgetrokken. De gemeente kan de norm vaststellen tussen 90% en 100% van de bijstandsnorm. Als de vastgestelde betalingscapaciteit positief is, dan moet (zo nodig) 80% hiervan voor de belastingbetaling worden gebruikt. De rest kan worden kwijtgescholden.

Meer informatie: www.berekenuwrecht.nl of de website van de gemeente.

Collectieve ziektekostenverzekering

Veel gemeenten hebben een collectieve ziektekostenverzekering afgesloten voor inwoners met een laag inkomen.

Dit betekent dat de gemeente een basisverzekering en/of aanvullende verzekering afsluit voor een grote groep minima. Omdat dit voor een verzekeraar veel nieuwe klanten oplevert, is deze meestal bereid om een lagere premie of een breder pakket voor dezelfde prijs aan te bieden. De gemeente kan de premie voor

bijstandsgerechtigden inhouden op de uitkering en direct betalen aan de verzekeraar.

Meer informatie: www.berekenuwrecht.nl, www.gezondverzekerd.nl of de website van de gemeente.

Regeling voor maatschappelijke participatie

Veel gemeenten verstrekken aan mensen met een laag inkomen vergoedingen voor deelname aan sociaal-culturele of sportieve activiteiten.

Bij declaratiefondsen vragen minima – meestal achteraf – een vergoeding voor sociaal-culturele of sportieve activiteiten. Bij kortingspassen (ook wel ‘stadspas’ of ‘minimapas’ genoemd) ontvangen gebruikers bij vertoon van de pas bij bijvoorbeeld de sportvereniging of het pretpark direct een korting, dus zonder de kosten te hoeven voorschieten.

Voor gezinnen met kinderen hebben veel gemeenten aparte regelingen. Vaak gebeurt de verstrekking in natura.

Dat betekent dat de gemeente bijvoorbeeld rechtstreeks de contributie van de sportvereniging betaalt.

Meer informatie: www.berekenuwrecht.nl of de website van de gemeente.

Bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand is een voorziening voor mensen met een inkomen rond bijstandsniveau. Als zij in bijzondere omstandigheden noodzakelijke kosten moeten maken die zij zelf niet kunnen betalen, kan de gemeente bijzondere bijstand verlenen. De gemeente kan bijvoorbeeld een bril, babyuitzet of woninginrichting vergoeden, maar ook extra hoge stookkosten door reumaklachten.

Alleen voor kosten die echt noodzakelijk zijn, kan een beroep worden gedaan op bijzondere bijstand. Ook moet de aanvrager niet gebruik kunnen maken van een andere voorziening, bijvoorbeeld van een aanvullende ziektekostenverzekering.

Bijzondere bijstand in de vorm van een lening

Soms kan ook bijzondere bijstand in de vorm van een lening worden verleend. Het gaat dan om aankopen waarvoor de aanvrager op dit moment geen geld heeft, maar die hij normaal gesproken zelf moet betalen.

Bijvoorbeeld als hij een wasmachine of een koelkast nodig heeft.

Bijzondere bijstand is bedoeld voor mensen met een laag inkomen en weinig of geen eigen vermogen. Iedereen met een inkomen op of rond het bijstandsniveau kan een beroep doen op bijzondere bijstand: mensen met een bijstandsuitkering maar ook bijvoorbeeld mensen met een andersoortige uitkering of mensen die werken.

Bijzondere bijstand kan worden aangevraagd bij de gemeente.

Elke gemeente stelt zelf de voorwaarden voor het geven van bijzondere bijstand vast. De gemeente waar de aanvrager woont, zal van geval tot geval bekijken of zij wel of niet een vergoeding biedt.

Meer informatie: www.berekenuwrecht.nl of de website van de gemeente.

Bijzondere bijstand voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten

De gemeente kan aan mensen van 65 jaar en ouder en aan chronisch zieken en gehandicapten zogenoemde categoriale bijzondere bijstand geven. Dat betekent dat de gemeente aan deze groepen bijzondere bijstand kan verstrekken zonder te kijken of iemand die wel nodig heeft en zonder te controleren of iemand extra noodzakelijke kosten heeft gemaakt. De bijzondere bijstand kan bijvoorbeeld een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten zijn.

Meer informatie: www.berekenuwrecht.nl of de website van de gemeente.

Tegemoetkoming schoolkosten

Voor schoolgaande kinderen jonger dan 18 jaar die naar het voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs gaan, kan men onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de tegemoetkoming ouders. De

tegemoetkoming ouders bestaat uit twee delen: een tegemoetkoming in de schoolkosten en de tegemoetkoming lesgeld of cursusgeld. De (hele of gedeeltelijke) tegemoetkoming is afhankelijk van het inkomen van de aanvrager en diens eventuele partner, het soort onderwijs en het aantal schoolgaande kinderen.

Tegemoetkoming ouders stopt voor het regulier voortgezet onderwijs

Vanaf het schooljaar 2010-2011 is een tegemoetkoming ouders voor leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs niet meer mogelijk.

De tegemoetkoming ouders is per 1 januari 2010 gestopt voor leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs. Per die datum is het kindgebonden budget van de Belastingdienst verhoogd, daarom is de tegemoetkoming ouders verlaagd.

Tegemoetkoming voor mbo, vavo of particulier voortgezet onderwijs

Voor leerlingen die een opleiding in het mbo, vavo of particulier voortgezet onderwijs volgen, blijft de

tegemoetkoming ouders ook na 1 januari 2010 bestaan. Voor deze leerlingen kan de tegemoetkoming ouders dus nog steeds worden aangevraagd. Daarnaast kan de aanvrager in aanmerking komen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.

Ook voor het schooljaar 2010 - 2011 kan de tegemoetkoming ouders worden aangevraagd.

Ook voor het schooljaar 2010 - 2011 kan de tegemoetkoming ouders worden aangevraagd.