Hoofdstuk 3. Methodologie
3.2.1 Inhoudsanalyse 32
De tweede controlevariabele die is opgenomen, is de winstgevendheid van een organisatie.
De winstgevendheid van een organisatie wordt gemeten aan de hand van de Return on Assets
(RoA). RoA is een ratio die aangeeft, wat de winst per 1 euro kapitaal is. Organisaties die meer
winst maken zouden bij het verzamelen en rapporten van aanvullende niet-informatie in theorie
meer resources tot hun beschikking hebben. De verwachting is, dat er een positieve relatie is
tussen de winstgevendheid van een organisatie en de gepubliceerde informatie (García-Sanchez
et al., 2013).
De derde controlevariabele die is meegenomen is de mate waarin de organisatie met vreemd
vermogen is gefinancierd. In het onderzoek wordt dit gemeten aan de hand van de debt/equity
ratio. Ondernemingen met veel vreemd vermogen, oftewel een hoge debt/equity ratio, kunnen
eenvoudiger aan kapitaal komen. Om informatie asymmetrie tussen de organisatie en de
belanghebbenden te voorkomen is de verwachting, dat organisaties met een hogere debt/equity
ratio meer informatie rapporteren (García-Sanchez et al., 2013).
Tot slot zijn als extra controlevariabelen de dummyvariabelen sector en jaar opgenomen om
te kijken, of er binnen de steekproef sprake is van sectorverschillen en jaarverschillen.
§ 3.2 Analyses
In dit onderzoek is de data geanalyseerd aan de hand van zowel een inhoudsanalyse, als
meerdere regressieanalyses per variabele. Beide type analyses zullen hieronder besproken
worden.
3.2.1 Inhoudsanalyse
Om de onderzoeksvraag “In welke mate zijn er verschillen in gerapporteerde niet-financiële
informatie door organisaties binnen de Europese Unie en kunnen deze verschillen verklaard worden door cultuur?” te kunnen beantwoorden zijn op basis van een inhoudsanalyse,
33
inhoudsanalyse wordt door Krippendorff (2004) gedefinieerd als “het maken van repliceerbare en valide conclusies op basis van tekst of andere betekenisvolle materialen, in de context van
hun gebruik” (p.18). De bedrijfsrapportages zijn geanalyseerd aan de hand van de zes condities zoals deze zijn voorgeschreven door Krippendorff’s (2004) theoretisch kader voor inhoudsanalyse. In de volgende alinea worden de zes condities van Krippendorff’s
inhoudsanalyse beschreven, tezamen met de toelichting hoe deze is binnen dit onderzoek is
uitgevoerd.
De eerste conditie geeft aan, dat de verslagen door een onafhankelijke partij verwerkt en
geanalyseerd moeten worden. Alle geselecteerde duurzaamheidsverslagen en Integrated
Reports zijn door de onderzoeker verwerkt en geanalyseerd. De tweede conditie geeft aan, dat
bij een inhoudsanalyse de tekst van de rapporten zorgvuldig bestudeerd moet worden. Alle
duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports zijn door de onderzoeker bestudeerd en
beoordeeld aan de hand van de drie thema’s organisation overview, performance en governance van de disclosure index van Gray en Gillies (2015; zie paragraaf 3.1.1 voor meer informatie).
De derde conditie schrijft voor dat de duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports vanuit de
context van het land van herkomst gemaakt en verworven moeten worden. Binnen dit
onderzoek zijn alle verslagen, zowel die van de voorselectie als die van de steekproef, gemaakt
vanuit de website van het land van herkomst. Zo zijn de verslagen van Polen vanaf Poolse
websites verworven. De vierde conditie stelt dat door middel van Multivariate Analyses,
verklaringen gegeven moeten worden over de invloed van land specifieke factoren op de
invulling van de duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports. In het huidige onderzoek is
deze conditie uitgevoerd met behulp van regressieanalyses (zie paragraaf 3.2.2). Als vijfde
conditie wordt gesteld dat voor een generalisatie naar de algemene populatie, inductieve
inferenties kunnen worden gebruikt. Dit betekent dat op basis van algemeenheden in de
34
getrokken mogen worden. Door middel daarvan kan de onderzoeksvraag, zoals gesteld in
hoofdstuk 1, beantwoord worden. Dit zal uitvoerig behandeld worden hoofdstuk 5; de conclusie
en discussie van het onderzoek. Als laatste conditie stelt Krippendorff dat de gehanteerde
disclosure index door de onderzoeker ontwikkeld is en gebaseerd op de standaarden van het
theoretisch kader van Integrated Reports. In het huidige onderzoek is de disclosure index niet
door de onderzoeker zelf ontwikkeld, maar is gebruik gemaakt van de disclosure index van
Gray en Gillies (2015). De inhoud van deze index komt overeen met het framework voor
Integrated Reports van het IIRC (2013). Dit veronderstelt, dat met behulp van de gehanteerde disclosure index een betrouwbare beoordeling gemaakt kan worden over de inhoud en
volledigheid van de geselecteerde duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports.
3.2.2. Regressieanalyse
De gestelde hypothesen van dit onderzoek worden met behulp van regressieanalyses
getoetst. Voordat regressieanalyses uitgevoerd kunnen worden, moeten de data op een drietal
vereisten gecontroleerd worden (Berry, 1993). Ten eerste mag geen sprake zijn van
multicollineariteit tussen onafhankelijke- en controlevariabelen. Om na te gaan of er sprake is
van multicollineariteit is eerst gekeken welke toets voor het vaststellen van multicollineariteit
gebruikt moet worden. Met behulp van de Kolmogorov-Smirnov test is gekeken of de
onafhankelijke en controlevariabelen normaal verdeeld zijn. Wanneer er sprake is van een
niet-normale verdeling, dient de Kendall’s Tau correlatie matrix gebruikt te worden (Field, 2009). Bij een correlatie hoger dan .80 kan multicollineariteit een probleem zijn en dienen er verdere
maatregelen te worden genomen (Blumberg, Cooper en Schindler, 2008). Ten tweede moet de
error-term onafhankelijk zijn. Dit wordt getest aan de hand van de Durbin-Watson test (Watson
en Durbin, 1951). Hiervoor geldt als regel dat waardes kleiner dan 1 of groter dan 3 redenen
geven om te twijfelen aan de onafhankelijkheid van de error-term. Tot slot moet de error-term
35
§ 3.3 Dataselectie bedrijfsrapportages
Voor dit onderzoek zijn duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports geselecteerd uit de
disclosure database van het GRI. Gekozen is om de duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports van de 15 grootste Europese landen te analyseren. Hierbij is de grootte van een land
gemeten aan de hand van de omvang van het bruto binnenlands product. Overige inclusiecriteria
voor de duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports zijn:
• De rapportage is gepubliceerd in het Nederlands of Engels; • ISIN code is beschikbaar in de wordscope database;
• Elk land moet in de ondernemingsjaren 2013 en 2014 tezamen over minimaal 10 bedrijfsrapportages beschikken.
Indien een duurzaamheidsverslag of Integrated Report in de disclosure database van het GRI
alleen in de eigen landstaal (niet Engels en niet Nederlands) beschikbaar was, is op de website
van de desbetreffende organisatie gecontroleerd of het rapport eveneens in het Engels
beschikbaar was.
Uiteindelijk bleken vier grote Europese economieën niet te voldoen aan het inclusie
criterium van tenminste 10 beschikbare rapporten in de jaren 2013 en 2014. Dit waren:
Hongarije, Ierland, Roemenië en Tsjechië. Vervolgens is besloten om na te gaan of de kleinere
Europese economieën Denemarken, Finland en Luxemburg eveneens aan deze inclusiecriteria
voldeden. Hierbij bleek dat alleen Luxemburg niet aan de inclusiecriteria voldeed. Omwille van
de grootte van de steekproef zijn Denemarken en Finland alsnog aan de steekproef toegevoegd.
Het Verenigd Koninkrijk (UK) is buiten beschouwing gelaten vanwege het gebruik van een
afwijkend accountingsysteem en de recente ontwikkelingen omtrent de BREXIT (nos.nl, 2017).
Het Britse accountingsysteem is, in tegenstelling tot de overige EU-lidstaten, gebaseerd op het
36
accountingssystemen zou al verschillen in Integrated Reports kunnen verklaren. Tevens gaat
door de aanname van het referendum omtrent de BREXIT de deelname van de UK aan de EU
veranderen (nos.nl, 2017). De eerste resultaten van de invoering van
Directive 2014/95/EU worden door het Europees Parlement pas in 2017 verwacht, waarbij de
verwachting is dat de UK dan op dat moment geen volwaardig lid van de EU meer zal zijn
(europa-nu.nl, 2017). De periode van de geanalyseerde bedrijfsrapportages heeft betrekking op
de ondernemingsjaren 2013 en 2014. Voor de jaren 2013 en 2014 is gekozen, om een mogelijke
invloed van de aanname van Directive 2014/95/EU eind 2014 uit te sluiten. Na de aanname van deze disclosure hebben Europese lidstaten tot 2017 de tijd, om de landelijke wetgeving omtrent
duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports in te voeren (Directive 2014/95/EU ). De kans dat een organisatie de richtlijnen van Directive 2014/95/EU in hun duurzaamheidsverslag of
Integrated Report van 2014 heeft meegenomen is gering.
Alle rapportages voor de inhoudsanalyse zijn handmatig beoordeeld aan de hand van de drie
thema’s organisation overview, performance en governance van de disclosure index van Gray en Gillies (2015). Omwille van de uitvoerbaarheid en de belasting van de aan de Masterthesis
gestelde criteria is gekozen voor het inclusiecriterium van minimaal 10 verslagen over de jaren
2013 en 2014.
Met behulp van de inclusiecriteria en extra toegevoegde economieën is zo een database van
13 Europese economieën gecreëerd. Uit deze database is met behulp van de random nummer
generator functie van Excel (=ASELECTTUSSEN(range waarde invullen)) een random steekproef
van 10 ondernemingen per Europese economie getrokken. Zie Appendix 2 voor een overzicht
van de geselecteerde Europese economieën, afgezet tegen alle economieën die lid zijn van de
37
Op basis van de random steekproef zijn in totaal 243 duurzaamheidsverslagen en Integrated
Reports geanalyseerd. Hiervan zijn er 118 uit het jaar 2013 en 125 uit het jaar 2014. Voor de
ontbrekende duurzaamheidsverslagen en Integrated Reports geldt, dat deze niet beschikbaar
waren in een van beide jaren. De uiteindelijke steekproef omvat 229 duurzaamheidsverslagen
en Integrated Reports. Van de 243 geanalyseerde rapportages zijn enkele rapportages alsnog
afgevallen, omdat de benodigde overige data niet beschikbaar waren (e.g. totale activa, de RoA,
38