• No results found

HOOFDSTUK 4 ONDERZOEKSRESULTATEN

4.4 GRI: Vergroten van transparantie?

4.4.1 Inhoud

Om voor het maatschappelijk verslag tot een gedegen inhoud te komen zijn een aantal uitgangspunten van belang; materialiteit (1), stakeholdermanagement (2), sustainability context (3) en volledigheid (4; statement). Om deze uitgangspunten te onderzoeken, zijn in totaal 10 vragen opgesteld (zie bijlage 4 Criteria Inhoud, vraag 1 t/m 10). Hieronder worden per uitgangspunt de bijbehorende vragen vermeld. Na elke vraag volgt een tabel met daarin vermeld de scores van de maatschappelijke verslagen, opgesplitst naar applicatie level, A-B-C. Bij elke tabel volgt nog een alinea waarin de resultaten nader worden besproken.

1. Materialiteit

Vraag 1: Blijkt uit het verslag het proces waarbij materiële topics onderscheiden worden van niet materiële topics?

Tabel 1

Uit het onderzoek blijkt dat de level A verslagen in deze categorie duidelijk beter scoren dan de level B en C verslagen (zie tabel 1). Zo heeft Rabobank (level A) een aparte paragraaf ingericht ‘selectieproces van issues voor het beleid en verslag’, waarbij Rabobank, gebruikmakend van de AA 1000 Assurance Standard, uiteenzet hoe zij tot de selectie van materiële topics komt. Ook worden expliciet de bronnen vermeld waarvan gebruik is gemaakt tijdens het selectieproces. Shell (level A) geeft ook aan hoe zij tot materiële onderwerpen komt; ‘reporting on what most

matters’, waarbij een stappenplan uiteengezet wordt dat leidt tot belangrijke onderwerpen.

Hierbij spelen de stakeholders een significante rol. TNT (level A), ook gebruikmakend van de AA 1000 Assurance Standard, vermeldt in het onderdeel materialiteit hoe zij tot de keuze van belangrijke onderwerpen is gekomen. Naast bovengenoemde maken Shell en Rabobank ook nog gebruik van een matrix om te komen tot materiële onderwerpen (zie figuur 1 en 2).

Level: A B C Totaal

a) Summier (niet of nauwelijks) 4 5 9

b) Ja, algemeen 1 2 3

Figuur 1: Rabobank Matrix, met op de x-as

relevantie voor de Rabobank groep, en op de y-as relevantie voor stakeholders

Figuur 2: Shell Matrix, met op de x-as

impact on Shell strategy, en op de y-as impact on society

Vraag 2: Blijkt uit het verslag duidelijk het onderscheid tussen materiële en minder materiële topics?

Tabel 2

In tabel 2 staan de scores in hoeverre in het verslag duidelijk onderscheid is te zien tussen materiële dan wel minder materiële onderwerpen. Vaak worden de meest materiële topics vermeld in een samenvatting dan wel overzicht welke de titel van Key Performance Indicatoren (KPI) draagt. Zo heeft Crown van Gelder een aparte paragraaf ingericht welke 10 KPI voor hen van belang zijn. TNT bepaalt het belang van onderwerpen grotendeels door middel van input van haar stakeholders. In een matrix is met percentages aangegeven welke onderwerpen de stakeholders het meest van belang achten. Echter geldt voor een groot deel van de verslagen nog Level: A B C Totaal

a) Summier (niet of nauwelijks) 1 2 3

b) Redelijk 1 3 3 7

dat het door de grote hoeveelheid informatie die in de verslagen is opgenomen lastig is om de meest materiële issues eruit te vissen.

2. Stakeholdermanagement

Vraag 3: Zijn in het verslag expliciet de stakeholders benoemd en op welke wijze stakeholders worden geselecteerd?

Tabel 3

Het maatschappelijk verslag dient een verslag van en voor stakeholders te zijn. Het belang van stakeholdermanagement voor de onderneming wordt beantwoord aan de hand van drie vragen. Vraag 3 bekijkt of de onderneming in haar verslag de stakeholders expliciet benoemd en of zij daarbij ook aangeeft hoe zij tot deze selectie is gekomen. In tabel 3 staan daarvan de uitkomsten. Daarbij blijkt dat het merendeel (66%) van de ondernemingen de stakeholders wel benoemt. Echter is er slechts één onderneming die uiteenzet hoe zij tot deze benoeming is gekomen. Shell geeft aan dat het lastig is om stakeholders te benoemen aangezien zij rekening moet houden met een te groot aantal stakeholders. Rabobank geeft aan dat stakeholders niet expliciet benoemd worden en deze in het hoofdstuk over stakeholderdialogen aan de orde komen.

Vraag 4: Wordt in het verslag beschreven op welke wijze de dialoog met stakeholders wordt gevoerd en welke onderwerpen daarbij aan bod komen?

Tabel 4

De tweede vraag omtrent stakeholdermanagement gaat in op de stakeholderdialoog. Daarbij blijkt uit vijf van de vijftien (33%) verslagen de wijze waarop de dialoog heeft plaatsgevonden en welke onderwerpen daarbij aan bod kwamen (tabel 4). Drie van deze ondernemingen maakten daarvoor gebruik van een tabel. Zo staat in het verslag van Crown van Gelder (level B) een overzichtelijke tabel waarin is toegelicht op welke wijze de dialoog is gevoerd en de onderwerpen en vervolgacties welke zijn gekozen. Ook TNT (level A) heeft een tabel opgesteld waarbij per dialoog wordt aangegeven welke onderwerpen besproken zijn. Schiphol (level C) tenslotte heeft een tabel opgenomen, waarin per stakeholder wordt aangegeven welke communicatie- of informatiekanalen zijn gebruikt en daarbij is een verwijzing opgenomen naar het hoofdstuk waarin de dialoog verder wordt uiteengezet.

Vraag 5: In hoeverre behandelt het verslag de follow-up welke uit het stakeholderdialoog naar voren is gekomen?

Tabel 5

Level: A B C Totaal

a) Wordt niet expliciet op ingegaan. Stakeholders worden door het hele verslag genoemd. 2 3 5 b) Benoeming relevante stakeholders 1 6 2 9 c) Benoeming en toelichting selectie relevante stakeholders 1 1

Level: A B C Totaal

a) Er wordt nauwelijks ingegaan op de stakeholderdialoog 1 2 3 b) Er wordt algemeen ingegaan op de stakeholderdialoog 2 3 2 7 c) Per stakeholdergroep wordt aangegeven op welke wijze dialoog heeft plaatsgevonden en

welke onderwerpen aan bod kwamen 2 2 1 5

Level: A B C Totaal

a) Nauwelijks tot geen vermelding 2 3 5

b) Algemene beschrijving 2 3 2 7

c) Specifieke beschrijving, per dialoog wordt aangegeven wat de uitkomsten zijn geweest en

De laatste vraag over stakeholdermanagement betreft in hoeverre het verslag de follow-up van de stakeholderdialoog behandelt. Daarbij zijn er slechts een drietal verslagen welke een specifieke beschrijving geven van deze follow-up. Zoals eerder vermeld geeft Crown van Gelder (B) in haar tabel ook een overzicht van vervolgacties. Rabobank heeft een apart hoofdstuk gewijd aan stakeholderdialogen waarbij ook de nodige kritiek van stakeholders vermeld wordt en de daaropvolgende acties van de Rabobank.

3. Sustainability context

Vraag 6: In welke mate worden de visie en strategie van de onderneming in relatie tot MVO uitgelegd?

Tabel 6

Vraag 6 gaat in op welke mate de visie en strategie van de onderneming in relatie tot MVO uitgelegd wordt. Daarbij geldt dat in het merendeel van de verslagen een voorwoord van de bestuursvoorzitter is opgenomen waarin de ontwikkelingen en denkbeelden over MVO bondig besproken worden.

Vraag 7: Blijken uit het verslag duidelijk de belangrijkste producten of diensten (1), de landen waarin de onderneming actief is (2), het aantal medewerkers (3) en de omzet/resultaten uitgesplitst naar regio dan wel product of dienst (4) ?

Tabel 7

Vraag 7 brengt in kaart in welke mate de ondernemingen een soort van organisatieprofiel in hun verslag hebben opgenomen. Daarbij is gekeken naar een aantal punten: de belangrijkste producten of diensten (1), aantal werknemers (2), landen waar de onderneming actief is (3), omzet/resultaten uitgesplitst naar regio of product (4). Van de vijftien ondernemingen zijn er elf welke over de vier bovengenoemde aspecten rapporteren. De overige vier rapporteren over twee tot drie aspecten. Level A verslagen scoren op dit punt iets beter dan de level B en C verslagen.

Vraag 8: In welke mate worden prestatie indicatoren (PI’s) in context geplaatst?

Tabel 8

Vraag 8 gaat in op welke mate prestatie indicatoren in context geplaatst worden, oftewel worden de prestatie indicatoren als absolute getallen weergegeven of in verhouding tot een andere eenheid. Uit tabel 8 blijkt dat de verslagen welke voldoen aan het laagste applicatie level, C, duidelijk minder scoren dan de level A en B verslagen. Prestatie indicatoren welke bijvoorbeeld in context geplaatst worden zijn de CO2 uitstoot, afval, verspilling, papierverbruik, energie en aantal kilometers. Daarbij dient te worden opgemerkt dat er veel verschillende eenheden worden gebruikt om de relatieve prestaties weer te geven. Zo wordt één van de belangrijkste indicatoren,

Level: A B C Totaal

a) Onvoldoende, er wordt nauwelijks over strategie – MVO gesproken 0

b) Algemeen 3 2 5

c) Uitgebreid, er wordt ook gesproken over toekomstverwachtingen omtrent MVO door de

voorzitter van de Raad van Bestuur 4 3 3 10

Level: A B C Totaal

a) Onvoldoende, 0-1 aspectgenoemd 0

b) Voldoende, 2-3 aspecten genoemd 2 2 4

c) Goed, 4 aspecten genoemd 4 4 3 11

Level: A B C Totaal

a) Onvoldoende, alleen maar absolute PI’s 5 5 b) Voldoende, relatieve maar ook absolute PI’s 1 1

CO2 uitstoot, weergegeven per werknemer, omzet en per geproduceerde hoeveelheid. Dit komt de vergelijkbaarheid van maatschappelijke verslagen niet ten goede.

Vraag 9: Het maatschappelijk verslag geeft aan (1) welke entiteiten er betrokken zijn, (2) policy, (3) risico’s en (4) activiteiten welke er zijn ontwikkeld, om te komen tot verantwoord ketenbeheer.

Tabel 9

Vraag 9 behandelt of een onderneming het ketenbeheer in haar MVO beleid heeft betrokken. Uit tabel 9 blijkt dat veel ondernemingen het ketenbeheer belangrijk achten. Uit deze tabel blijkt ook dat de level A en B verslagen uitgebreider over hun ketenverantwoordelijkheid rapporteren dan de level C verslagen

Ondernemingen rapporteren op verschillende wijzen over hun ketenbeheer. Een vijftal ondernemingen wijdt een apart hoofdstuk aan het ketenbeheer. Andere ondernemingen laten het in het gehele verslag terug komen, terwijl weer andere ondernemingen door middel van o.a. cases het ketenbeheer aan de orde laten komen. Vooral de leveranciers zijn bij het ketenbeheer een veelbesproken entiteit. Voor hen worden policys opgesteld waaraan zij moeten voldoen.

Vraag 10: Het maatschappelijk verslag geeft inzicht in de activiteiten van de onderneming met betrekking tot sociaal-maatschappelijke betrokkenheid.

Tabel 10

De laatste vraag over sustainability context betreft de mate waarin een onderneming rapporteert over haar sociaal maatschappelijke betrokkenheid. Alle vijftien verslagen laten dit onderwerp aan de orde komen. De mate waarin dit gebeurt verschilt, echter blijkt uit dit onderzoek niet dat dit verschil te wijten is aan de verschillende applicatie levels.

Ongeveer de helft van de verslagen geeft op kwantitatieve wijze aan, in euro’s en/of manuren, hoeveel ze investeren in projecten. Daarnaast zijn er ook nog een tweetal verslagen welke de bijdrage aangeven in een percentage van het resultaat.

Level: A B C Totaal

a) Summier, (0-1 aspecten beschreven) 1 1 b) Algemene beschrijving (2-3 aspecten beschreven) 2 3 5 c) Specifieke beschrijving in relatie tot concrete milieu en sociale risico’s die zich voordoen

in de productieketen (4 aspecten beschreven) 4 4 1 9

Level: A B C Totaal

a) Geen expliciete toelichting op maatschappelijke betrokkenheid 0

b) Algemene beschrijving 2 3 3 8

GERELATEERDE DOCUMENTEN