• No results found

Informatievoorziening en betrokkenheid gemeenteraad

4 Uitvoering nader belicht

4.3 Informatievoorziening en betrokkenheid gemeenteraad

De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de sturing en controle van het beheer en onderhoud van openbare ruimte. Daarom is de fracties gevraagd of zij vinden dat zij voldoende worden

geïnformeerd om goed te kunnen sturen en controleren. Hieronder een samenvatting van de bevindingen op het gebied van:

• informatievoorziening naar de raad; • inzicht in huidige kwaliteitsniveau; • toereikendheid huidige budgetten; • mogelijkheden bijsturing;

• overige zaken.

Informatievoorziening naar de raad

Over de informatievoorziening naar de raad zijn de fracties verdeeld. Volgens de VVD, D’66 en GroenLinks wordt er voldoende informatie aangereikt, en is deze informatie kwalitatief in orde. Er is een projectenlijst en via het jaarverslag wordt er volgens deze fracties afdoende gerapporteerd. Deze informatie is begrijpelijk. Wel is er bij deze fracties onduidelijkheid over hoe de zaken op het stadskantoor georganiseerd worden en hoe het geld verdeeld wordt. Wat er precies uitbesteed wordt en wat de gemeente zelf doet is voor deze fracties ook niet helemaal helder. Ook is er behoefte aan meer inzicht in de wijze waarop het college inzet op een maximale efficiënte besteding van de beschikbare middelen.

Daarentegen wordt volgens de PvdA, CDA, SP, TON en de fractie Breda’97 onvoldoende

informatie aangereikt. Het stoort ze dat zij ieder jaar om nadere details moeten vragen, zelfs als het gaat om het jaarlijkse Activiteitenprogramma Buitenruimte. Zo vragen zij al enige tijd naar een gedetailleerder overzicht van de reguliere onderhoudswerkzaamheden op jaarbasis, zodat men weet wat er op de rol staat. Bovendien is er behoefte aan een meerjarenplanning om te weten wat

er in de toekomst gepland staat. Ook zou een overzicht als ‘de Stand van de Buitenruimte’ jaarlijks van toegevoegde waarde kunnen zijn.

Idealiter ontvangen deze fracties gedetailleerde informatie op hoofdlijnen per categorie ( wegen, groen, regulier, onderhoud, extra projecten etc.), zodat er beter gestuurd kan worden op bedragen, termijnen en kwaliteitsniveaus. Bovendien zouden zij graag per categorie de mogelijkheden tot verlagen/verhogen van budgetten en het effect daarvan op kwaliteit en tempo willen ontvangen, bijvoorbeeld bij de Voorjaarsnota en Begroting. Volgens de fracties van PvdA en Breda’97 ontbreekt inzicht in wat de gemeente een acceptabel onderhoudsniveau en de minimale

veiligheidseisen vindt? Op basis daarvan kan concreet worden gesproken over afwijkingen aan de boven- of onderkant.

Inzicht in huidige kwaliteitsniveau

Ook over het inzicht in de huidige kwaliteit van het onderhoud is verdeeldheid tussen de fracties. De VVD is van mening dat ze voldoende op de hoogte zijn van de huidige kwaliteit van de openbare ruimte, eventueel achterstallig onderhoud en eventuele benodigde extra ingrepen. Volgens D’66 is dat alleen op algemeen kader stellend niveau het geval en ontbreken details. Breda’97 vindt dat concrete informatie veelal door eigen kanalen moet worden verkregen. De PvdA is van mening dat ze onvoldoende actief over de kwaliteit van de buitenruimte geïnformeerd worden, pas wanneer men om een toelichting vraagt bij bijvoorbeeld de voorjaarsnota of begroting wordt hier dieper op ingegaan. Volgens GroenLinks is er eveneens geen goed overzicht van wat er allemaal moet gebeuren om de kwaliteit van de buitenruimte op peil te houden. Ook het CDA, de SP en TON zijn kritisch ten opzichte van het inzicht dat in de staat van de openbare ruimte geboden wordt.

Toereikendheid huidige b udgetten

Over de toereikendheid van de huidige budgetten zijn de fracties ook een andere mening toegedaan. Volgens de VVD zijn de budgeten toereikend, zeker gezien de huidige slechte financiële positie van de gemeente. Het grootste deel van de begroting buitenruimte is bestemd voor onderhoud van het rioolstelsel, wat de VVD een juiste prioriteitstelling vindt. Daarnaast is volgens de VVD terecht incidenteel geïnvesteerd in de risicovolle situaties bij de begroting 2013. Gezien de slechte financiële positie van de gemeente kan volgens de VVD momenteel niet meer worden uitgegeven.

GroenLinks sluit zich hierbij aan. Op dit moment is er minder budget voor beheer en onderhoud beschikbaar. Maar, in de vorige periode - toen er nog geen sprake was van bezuinigingen - was er ook altijd sprake van een te krap budget. Verder geeft GroenLinks aan dat in vergelijking tot andere gemeentes het totale bedrag wat besteed wordt voldoende is, maar dat andere gemeenten met dat bedrag een hoger kwaliteitsniveau weten te behalen. Wellicht organiseert Breda het niet efficiënt, vraagt GroenLinks zich af.

Volgens de PvdA is het budget structureel voldoende. Zij zijn niet overtuigd van de noodzaak van meer budget, vooral omdat een meerjarenplanning en inzicht in de personele/projectkosten ontbrak. D’66 ondersteunt dit argument. Er is voldoende geld voor bijvoorbeeld de riolering. Wel zijn de budgetten krap voor onder andere de wegen, groen en verlichting. Een eenmalige investering zou de exploitatie een stuk verbeteren. Zo zouden zij graag een businesscase willen zien om alle straatverlichting duurzaam te vervangen. Breda’97 is van mening dat het lastig is om kwalitatief en kwantitatief te beoordelen (ook op budget) als er geen begin en/of eindniveau wordt afgesproken. Algemene indruk en feedback die zij ontvangen via het politieke netwerk, is dat op dit moment de burgers niet tevreden zijn over groenonderhoud en staat van het wegennet.

Mogelijkheden bijsturing

De mogelijkheden om als raad bij te sturen worden ook verschillend ervaren. De VVD-fractie stelt dat zij voldoende mogelijkheden heeft om in de praktijk (bij) te sturen op het gebied van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Volgens GroenLinks krijg je als fractie onvoldoende grip op het beleid. Soms worden er wel keuzes voorgelegd waarbij de raadsleden een voorkeur kunnen aangeven. Dit is vooral het geval bij herinrichtingen en veelal ad hoc. D’66 is van mening dat de mogelijkheden om bij te sturen puur ligt aan de mate waarin een fractie zelf het initiatief neemt. De D’66 fractie wijst erop dat burgers zelf veel mogelijkheden hebben om klachten te melden. Een andere wijze is een wijkschouw, zoals de dorpsraad Princenhage volgens D’66 op een uitstekende wijze heeft verzorgd. Fracties hebben volgens D’66 dus alle mogelijkheden om bij te sturen indien zij dit willen.

De partijen PvdA en Breda ’97 zijn beiden van mening dat de fracties in de praktijk onvoldoende mogelijkheden hebben en krijgen om (bij) te sturen op het gebied van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Volgens de PvdA hebben zij geen inzicht in reguliere werkzaamheden, waardoor bijsturing niet mogelijk is.

Sturing op lange termijn

De mogelijkheden voor sturing op de lange termijn geeft eenzelfde beeld. De VVD vindt dat er op zich voldoende mogelijkheden zijn om op de lange termijn te sturen. Qua ambitie zou het

kwaliteitsniveau wel beter kunnen, maar gezien de prioriteiten die gesteld moeten worden is het huidige kwaliteitsniveau voor de VVD acceptabel. Wel vindt ook de VVD dat er helaas niet volgens een meerjaren uitvoeringsplan wordt gewerkt. De bezuinigingen hebben daarom een te grote invloed op de budgetvorming op de korte termijn.

Volgens GroenLinks is de raad niet op de hoogte welke keuzes er gemaakt worden en waarom deze worden gemaakt. De PvdA hoopt dat sturing gebaseerd is op een bepaald kwaliteitsniveau, maar menen ze dat er soms meer op basis van incidenten wordt gehandeld. D’66 is echter van mening dat het een mix van beiden is, welke zij goed te verklaren vinden. Zij vinden in principe dat een meerjarenperspectief en –begroting onontbeerlijk is, maar er kunnen zich incidenten voordoen, waardoor een andere prioriteitstelling nodig is. Belangrijk is dat er een heldere prioritering

plaatsvindt. Tot slot is Breda ’97 van mening dat de sturing primair plaatsvindt op basis van incidenten. Hierbij ligt volgens hen de nadruk op de planningshorizon tot aan de volgende verkiezingen.

Overige zaken

Een aantal fracties heeft nog een aantal aanvullende opmerkingen gemaakt in de enquête. De VVD geeft aan dat ze zich realiseren dat Breda, net als op andere terreinen, achterloopt, maar het niveau van beheer en onderhoud aan de openbare ruimte wordt door de VVD nog als acceptabel gezien. Er moeten prioriteiten gesteld worden, waarbij het ambitieniveau voor de kwaliteit van de buitenruimte volgens de VVD beter zou kunnen.

De PvdA is echter van mening dat de raad meer en actiever geïnformeerd moet worden, hierbij valt te denken aan meer inzicht in de kosten, een heldere meerjarenplanningen (ook zichtbaar

communiceren), en meer openheid. Daarnaast zou het volgens de PvdA goed zijn, als ze meer inzicht zouden krijgen in wat het programma Opgeruimd Breda oplevert. Ook zouden zij een antwoord willen op de vragen als: de inzet van burgers bij buitenruimte, hoe werkt dat nu? Hoe stimulerend is de gemeente precies?

Verder bezuinigen op de openbare ruimte is volgens D’66 zeer onverstandig. Breda ’97 plaatst opmerkingen over de door hen ervaren ‘ontgroening’ van de stad. Dit is volgens Breda’97 een slechte zaak.