• No results found

Conclusies uitvoering van het beleid

4 Uitvoering nader belicht

4.4 Conclusies uitvoering van het beleid

Wij concluderen dat de gemeente Breda haar beheer en onderhoud van de openbare ruimte op een pragmatische wijze vorm geeft. De pragmatische wijze van beheer en onderhoud komt onder andere naar voren in de planvorming en de budget toekenning, de wijze van monitoring en de vorming van een ‘dashboard’ om kwaliteit te koppelen aan budgetten. Ook de nieuwe aanpak Opgeruimd Breda past in deze lijn.

Er is wel een visie voor beheer en onderhoud opgesteld (in 2009), maar deze is (nog) niet doorvertaald naar concrete elementenplannen. De thans nog gebruikte elementplannen zijn opgesteld in de jaren 2001 t/m 2008 en zijn/worden niet geactualiseerd. Wel zijn er activiteiten- of jaarplannen, welke de basis vormen voor de jaarlijkse uitgaven aan beheer en onderhoud per element. De toedeling van de jaarlijkse budgetten gebeurt op basis van een combinatie van politieke prioriteitstelling, een technische monitoring van de staat van de buitenruimte en de resultaten van burger enquêtes en meldingen. De directie Beheer ‘onderhandelt’ ieder jaar (tijdens de opstelling van de voorjaarsnota) over de verdeling van de budgetten over de verschillende elementen. De gemeenteraad is uiteindelijke verantwoordelijk voor de toedeling van de

budgetten.In de praktijk wordt dit geregeld door de wethouder Wonen & Leven. Op zich wordt dit binnen de ambtelijke organisatie en door de verantwoordelijke wethouder als een goed bruikbare manier van budgetteren beschouwd. Voor de meerderheid van de raadsfracties is deze manier van budgetteren echter onvoldoende transparant. Dezelfde fracties vinden de kwaliteit van de geboden informatie aan de raad onvoldoende. Er is behoefte aan meer sturing op basis van objectieve normen voor kwaliteit en veiligheid.

Zowel bij de raad als bij de directie Beheer is er de wens om te gaan werken met

meerjarenbegrotingen, inclusief budgetten voor vervanging en groot onderhoud. Ecorys acht deze wens gerechtvaardigd en wijst er op dat een solide meerjarenbegroting noodzakelijk is om een dreigende structurele verslechtering van de technische staat van de buitenruimte te voorkomen. Bij een dergelijk lange termijn onderhoudsplan voor kapitaalgoederen dienen

vervangingsinvesteringen en groot onderhoud als integraal onderdeel te worden meegenomen. Dit geldt ons inzien zeker voor de grotere elementen als verharding, groen en riolering. Het

gemeentelijke rioleringsplan 2009 – 2013 is een goed voorbeeld hoe een dergelijk meerjarenplan kan functioneren. Het opstellen en uitvoeren van een dergelijk meerjarenplan verdient opvolging voor alle grote andere elementen.

De noodzaak van een meerjarenbegroting wordt verder onderbouwd door een belangrijk punt van kritiek vanuit de gemeenteraad. De meerderheid van de fracties hebben - naar hun mening - onvoldoende zicht op de lange termijn planning van het beheer en onderhoud, en het daarvoor benodigd budget. Ze wijzen erop dat meer inzicht in het gewenste kwaliteitsniveau, gekoppeld aan het minimale veiligheidsniveau en andere kwaliteitsniveaus en vergeleken met de bijbehorende benodigde kosten, maakt dat een betere afweging gemaakt kan worden met wat met het beschikbare budget bereikt kan worden. Bovenstaande punt maakt eveneens duidelijk dat de sturingsmogelijkheden door een deel van de raad als (te) beperkt ervaren worden. De meeste collegepartijen zijn van mening dat er – gelet op de slechte financiële situatie in Breda - voldoende budget is. Het gevoel bestaat bij enkele fracties dat het budget voldoende is, maar dat dit niet efficiënt wordt ingezet.

De monitoring van de kwaliteit van de buitenruimte gebeurt binnen Breda eveneens op een pragmatische wijze. Er wordt zowel gebruik gemaakt van meer technische inspecties als meldingen van burgers en bedrijven en enquêtes onder burgers. De directie Beheer zelf acht deze combinatie voldoende om te kunnen sturen, maar merkt tegelijkertijd dat de inhoud van hun rapportages door de raad als (te) technisch wordt ervaren. Hierdoor ontbreekt een geschikte objectieve basis voor een goede inhoudelijke dialoog tussen de directie Beheer, de wethouder en de raad. Er wordt daarom ingezet op de ontwikkeling van een ‘dashboard’, met als belangrijkste doel om vooral de relatie tussen de gewenste kwaliteit en de benodigde budgetten te kunnen objectiveren. De verwachting is dat dit de communicatie tussen ambtelijk apparaat, de wethouder en de raad ten goede komt en zo de besluitvorming over de buitenruimte binnen Breda wordt verbeterd. Dit dashboard moet tegelijkertijd de huidige ervaring van de (te) beperkte sturingsmogelijkheden wegnemen.

Ecorys acht de ontwikkeling van het dashboard een goed instrument. Het uitwisselen van begrijpelijke, objectieve en op sturing gerichte informatie is een randvoorwaarde voor adequate politieke besluitvoming. Wij hebben overigens nog geen informatie over de bruikbaarheid van het dashboard in de praktijk, bijvoorbeeld vanuit de raadsleden, omdat deze nog niet in gebruik waren genomen tijdens het onderzoek. Wij willen er tevens op wijzen dat het dashboard de noodzaak om een integrale meerjarenbegroting (inclusief vervangingsinvesteringen en groot onderhoud) op te stellen niet vervangt.

Het initiatief om vanuit Opgeruimd Breda meer verantwoordelijkheid voor intensief groenonderhoud bij de burgers neer te leggen past binnen de huidige maatschappelijke trend van meer

gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van de stad. De directie Beheer heeft het door de politiek geïnitieerde initiatief omarmt. Het initiatief kan budgetneutraal worden uitgevoerd: de administratieve kosten van de contracten worden gecompenseerd door de bespaarde

onderhoudskosten. De meerwaarde zit vooral in de betere kwaliteit van het groen en de grotere betrokkenheid van de burgers. Ecorys acht het nog te vroeg om conclusies te trekken over het succes van het initiatief en raadt een evaluatie aan.