• No results found

Informatiebehoeften met betrekking tot de fysieke afstand tot de zender Groep A

In document Informatie op bestelling? (pagina 131-135)

De informatiebehoeften met betrekking tot de timing van Groep A worden niet vervuld. Dit ligt waarschijnlijk aan het volgende:

- Onduidelijkheid over de aanwezigheid van informatie; - Het niet optimale gebruik of functionaliteit van het medium; - Het niet naar behoren functioneren van het werkoverleg;

- Een groot deel van Groep A bestaat uit leidinggevenden (beheerinformatie wordt ook wel ‘managementinformatie’ genoemd) en voelt daardoor sterk de behoefte om de vinger aan de pols te houden (een belangrijk doel van beheerinformatie); - Groep A heeft beheerinformatie nodig om taken op de korte termijn uit te voeren. Groep B

De informatiebehoeften met betrekking tot de timing van Groep B worden niet vervuld. Dit ligt waarschijnlijk aan het volgende:

- Een niet geschikte keuze van het medium door de afdeling CC; - Een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel;

- Een passieve houding;

- Onduidelijkheid over de aanwezigheid van informatie;

- Groep B heeft in verband met wisselende werkzaamheden vaker dan wekelijks taakinformatie nodig.

Informatiebehoeften met betrekking tot de fysieke afstand tot de zender

Groep A

De informatiebehoeften met betrekking tot de fysieke afstand tot de zender van Groep A worden niet vervuld. Dit ligt waarschijnlijk aan het volgende:

- Leidinggevenden beschikken niet over informatie om met medewerkers te delen. Groep B

De informatiebehoeften met betrekking tot de fysieke afstand tot de zender van Groep B worden niet vervuld. Dit ligt waarschijnlijk aan het volgende:

127

Informatiebehoeften met betrekking tot het onderwerp en de betrokkenheid

daarbij

Groep A

De informatiebehoeften met betrekking tot het onderwerp en de betrokkenheid daarbij van Groep A worden niet vervuld. Dit ligt waarschijnlijk aan het volgende:

- Onduidelijkheid over de aanwezigheid van informatie;

- De beheerinformatie die via de portal, het werkoverleg en e-mail wordt verspreid, voldoet niet aan de eisen van Groep A;

- Het niet optimale gebruik of functionaliteit van het medium; - Het niet naar behoren functioneren van het werkoverleg.

- Een groot deel van Groep A bestaat uit leidinggevenden (beheerinformatie wordt ook wel ‘managementinformatie’ genoemd) en voelt daardoor sterk de behoefte om de vinger aan de pols te houden (een belangrijk doel van beheerinformatie); - Groep A heeft beheerinformatie nodig om taken op de korte termijn uit te voeren. Groep B

De informatiebehoeften met betrekking tot het onderwerp en de betrokkenheid daarbij van Groep B worden niet vervuld. Dit ligt waarschijnlijk aan het volgende:

- Een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel; - Een passieve houding;

- Onduidelijkheid over de aanwezigheid van informatie;

- De sociale informatie die de Passie, het werkoverleg, de nieuwsbrief en de bordmededeling verspreiden, voldoet niet aan de eisen van Groep B;

- Het niet optimale gebruik of functionaliteiten van het medium; - Een niet geschikte keuze van het medium door de afdeling CC.

Informatiebehoeften met betrekking tot het werkwaardepatroon

In het kader van dit onderzoek doet het er niet toe waarom de afdeling CC tot op heden geen gebruik maakt van doelgroepsegmentatie. Wat er toe doet is dat de werkwaarden van medewerkers binnen Groep A en binnen Groep B verschillen. Dat betekent automatisch dat de informatiebehoeften verschillen. Het gevolg van dit verschil is dat een bepaalde boodschap Groep A aanspreekt, maar Groep B daarentegen koud laat. Omgekeerd geldt hetzelfde. De typologieën van medewerkers naar werkwaarden zijn een reden om de communicatiestrategie te heroverwegen. De afdeling CC kan er alsnog voor kiezen om gebruik te maken van doelgroepsegmentatie.

128

Paragraaf 6.5 Het grijze gebied tussen de afdelingen CC

en P&O

Bij alle geïnterviewden is de wil om tot een betere samenwerking te komen, aanwezig. Een ieder ziet de meerwaarde van samenwerking in, en over het algemeen heerst de opvatting dat beide

afdelingen elkaar nodig hebben voor de professionalisering van het eigen vakgebied. Er is dan ook bij geen van de geïnterviewden behoefte aan grensstelling tussen beide. Het beeld dat beide afdelingen van elkaar hebben is nog onvoldoende helder, maar beide afdelingen zien elkaar als gelijkwaardig samenwerkingspartner.

De afdeling P&O wordt zowel door de communicatiemedewerker als door de manager van de afdeling P&O ondergewaardeerd. Tegelijkertijd wordt door hen de afdeling CC overgewaardeerd. Dit heeft mogelijk te maken met het incomplete beeld dat beide afdelingen van elkaar hebben. Uit de onderzochte literatuur blijkt echter dat er geen concrete richtlijnen worden aangereikt voor het verbeteren en intensiveren van de samenwerking tussen beide vakgebieden. Van de geïnterviewden is de communicatiemanager degene die toch een heldere visie heeft over hoe de samenwerking te verbeteren. De reden hiervoor is vermoedelijk zijn beeld van de afdeling P&O, dat is redelijk compleet en helder.

129

Hoofdstuk 7 Antwoorden en adviezen

Paragraaf 7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt op basis van de antwoorden op de deelvragen adviezen geformuleerd. Ten eerste wordt een aantal adviezen gegeven, dat in principe voor elke organisatie toepasbaar is (algemeen advies). Ten tweede wordt een aantal adviezen gegeven, dat op Deli XL is toegespitst (specifiek advies). Dit specifieke advies is een uitwerking van het algemene advies, en dit hoofdstuk bevat dan ook enkele doublures.

Paragraaf 7.2 Antwoord op deelvraag 1

Hoe beïnvloedt de verscheidenheid aan visies op communicatie, de inrichting van het interne communicatiebeleid van Deli XL?

De inrichting van het interne communicatiebeleid van Deli XL hangt in sterke mate af van de visie van de directie op interne communicatie. Het is afhankelijk van het organisatietype en de

130

Paragraaf 7.3 Algemeen advies op basis van het

antwoord op deelvraag 1

In document Informatie op bestelling? (pagina 131-135)