• No results found

India: A Wounded Civilization

In document Naipauls India (pagina 58-75)

Het tweede deel van Naipauls India-Trilogie verschilt sterk van de voorganger. Meer dan een decennium later, giet V.S. Naipaul zijn ervaringen in een andere vorm: minder boos, minder bang, minder veroordelend en vooral, minder Naipaul. Waar hij, in het eerste deel, gretig gebruik maakte van de vrijheden die hij zich kon permitteren als literair journalist, gaat Naipaul hier in het tweede deel van zijn trilogie spaarzamer mee om. Zijn schrijfstijl is droger en zijn verhaal wordt minder dan in An Area of Darkness, gedragen door

observaties en anekdotes.

Het doel van de auteur lijkt, in grote lijnen, hetzelfde. Echter, het boek is minder spannend en minder spraakmakend dan zijn voorganger. Nog steeds verschaft Naipaul zijn lezers een beeld van India. Dit beeld, echter, wordt op een andere manier verwerkt tot verhaal. Het belangrijkste onderscheid is de rol die Naipaul zichzelf toedicht in het narratief. In het eerste deel van zijn trilogie speelde Naipaul als personage en homodiëgetische verteller, in veel passages een belangrijke rol. In India: A Wounded Civilization, lijkt hij hiervan te zijn afgestapt. Het boek bevat maar weinig reportage-elementen. Ook lijkt Naipaul niet te willen onderzoeken welk “effect” India heeft op hem zélf. Veeleer gaat het over de staat waarin India verkeert op de helft van de jaren zeventig en in veel gevallen laat Naipaul zichzelf als tussenpersoon weg. Daardoor heeft het boek meer weg van een analyse en minder van een reisverhaal.

Naipaul leent minder technieken van journalistieke genres zoals de reportage. Zijn verhaal boet in aan bravoure en schurkt dichter aan tegen de journalistieke analyses. Echter,

India: A Wounded Civilization typeren als journalistiek doet het boek tekort. Naipauls

kwaliteiten als literator spreken nog steeds door de tekst. Naipauls unieke stijl en zijn neiging de lezer aan het denken te zetten zorgen ervoor dat India: A Wounded Civilization meer is dan een vluchtig journalistiek artikel.

Een mooi voorbeeld daarvan is te vinden in onderstaande passage. Naipaul vertelt over de Naxalieten, een maoïstische beweging die vooral aanhang vond in het uiterste westen van India.

‘The communists, or that group of communists concerned with the movement, interpret events in their own way; they have their own vocabulary. Occasionally they circulate reports about the ‘execution’ of ‘peasant leaders’. The Naxalite movement - for all its tactical absurdity - was an attempt at Maoist revolution. But was it a ‘peasant’ movement? Did the revolutionaries succeed in teaching their complex theology to people used to reverencing a Master and used for centuries to the idea of karma? Or did they preach

something simpler?’189

De verteller in dit stuk doet hier niet zozeer beweringen, maar spreekt de lezer aan en zet diens verbeelding aan het werk. De onzekerheid die Naipaul oproept biedt de lezer niet zozeer informatie, als wel “stof tot nadenken”. Dit wordt mogelijk gemaakt door de mogelijkheden van de literair-journalistieke vorm die nog steeds terug te vinden is in dit

boek. De auteur is in staat tot meer dan het informeren over en analyseren van “de werkelijkheid”.

Veel meer dan in An Area of Darkness schrijft Naipaul over een specifieke periode in de geschiedenis. In India: A Wounded Civilization beschrijft Naipaul India ten tijde van de noodtoestand die werd uitgeroepen door Indira Gandhi de toenmalige minister president van het land. Hij situeert zijn verhaal op deze manier zeer sterk in de actualiteit (in het vervolg van mijn analyse ga ik hier verder op in). Deze sterke verbintenis met de tijd waarin het verscheen, blijkt ook uit de methoden die Naipaul heeft toegepast om zijn informatie te verzamelen. Hij beroept zich veelvuldig op berichten uit de krant en op boeken.

‘In September this letter was featured in, of all places, the Economic

Times of New Delhi: [...]’190

‘An unheadlined item from the Statesman, 17 September 1975: [...]’191

‘From the Times of India, 2 September 1975: [...]’192

In bovenstaande (en nog veel meer) fragmenten, beroept Naipaul zich op berichten uit de kranten. Vaak om zijn analyses te onderbouwen. Het laatste fragment leidt bijvoorbeeld een krantenbericht in over de macht van grote landeigenaren en dient ter illustratie van Naipauls tekst hierover.

De retoriek in India: A Wounded Civilization

Primary Story Line

Veel narratologen, onder andere Gerard Genette, bezien een narratief als een, duidelijk in de tijd, afgebakende opeenvolging van gebeurtenissen met een begin, en een einde. Dit noemt Genette de “first narrative”.193 Passages die deze opeenvolging onderbreken,

omdat ze verwijzen naar gebeurtenissen die zich afspeelden vóór het begin van dit narratief of erna, beschouwen ze als onderbrekingen van dit hoofdverhaal.

Naipauls verhaal beslaat geen gebeurtenis die helder is afgebakend in de tijd en die een vaste chronologie kent waar de auteur wel of niet van af kan stappen. Naipaul is er eerder op uit om te onderzoeken hoe de “toenmalige” problemen in de maatschappij zijn ontstaan en wat de toekomst zal brengen. De intentie van Naipaul verschilt hier wezenlijk van de intentie van Genette’s ideale auteur. Dit betekent echter niet dat Genettes ideeën

waardeloos zijn geworden. Immers, ook de hoofdstukken in India: A Wounded Civilization kenmerken zich door verhaallijnen. Deze ontlenen hun coherentie echter niet aan een vaste chronologie en een vaste opeenvolging in de tijd, maar aan een zekere

doelmatigheid, namelijk de conclusie waartoe ze leiden.

De passages die wél chronologisch zijn wijken in deze zin af van de primaire verhaallijn. Deze werken immers niet direct naar het doel van deze verhaallijn, namelijk de conclusie. Ze worden daarentegen gebruikt om analyses te onderschrijven en leesbaarder te maken

190 Naipaul, India: A Wounded Civilization, 46 191 Ibid, 110

192 Ibid, 74

maar zijn niet essentieel en staan, als zelfstandig te lezen anekdotes, buiten het hoofdverhaal.

Een interessant voorbeeld, in mij ogen, is te vinden in de reportage die Naipaul maakt in de eerste paragraaf van hoofdstuk vier, met de titel: ‘The House of Grain’.194 Naipaul lijkt in deze paragraaf af te wijken van de overwegend heterodiëgetische vertelstijl die

kenmerkend is voor de primaire verhaallijnen in het boek.

‘The engineer who had introduced me to the squatters’ settlement in Bombay was also working on a coöperative irrigation scheme up on the Deccan plateau, some miles southeast of Poona. In India, where nearly everything waits for the government, a private scheme like this, started by farmers on their own, was new and encouraging; and one week I went with the engineer to look.’195

Hierop volgt een vrij lange reportage waarin Naipaul vertelt over het bezoek dat hij bracht aan een dorp en de functie van het dorpshoofd. De reportage wordt echter afgesloten in weer een heterodiëgetische, onpersoonlijke vertelstijl. Hierin maakt Naipaul duidelijk dat deze reportage in dienst stond van een groter en belangrijker hoofdverhaal.

‘Development had touched people unequally. To some it had given a glimpse of a new world; others it had bound more fast in the old. Development had increased the wealth, and the traditional authority, of the Patel; it had widened the gap between the landed and the landless. Backed up by people like the sarpanch, minor politicians, minor officials, courted by administrators and the bigger politicians, men like the Patel now controlled; and nothing could be done without them. In the villages they had become the law.’196

Deze beide passages tezamen, vertellen het hele verhaal. De reportage die er tussen zat, dient voornamelijk ter illustratie. De intentie van Naipaul ligt namelijk niet in het vertellen van deze anekdote maar in het maken van een algemener punt, namelijk over de toestand in de dorpen. De verwijzingen naar de reportage zijn enkel om aan te tonen dat deze illustratief is (‘mensen als de sarpanch’, ‘mannen als de Patel’).

Opbouw

India: A Wounded Civilization is vrij schematisch opgebouwd. Het boek bestaat uit drie

delen, acht hoofdstukken en elk hoofdstuk bestaat uit ongeveer drie paragrafen. Het boek begint met een voorwoord.

Elk van de drie delen heeft een thema. Het eerste deel heeft als titel ‘A Wounded Civilization’, het tweede: ‘New Claim on the Land’ en het derde ‘Not Ideas, but Obsessions’. Deze thema’s werkt Naipaul uit in de afzonderlijke hoofdstukken en paragrafen. De geïmpliceerde auteur biedt hiermee een bijzonder gestructureerd beeld van het land waarover hij spreekt. Zo is hoofdstuk zes (‘Synthese and Mimicry’) geheel gewijd aan de, volgens Naipaul, deplorabele wetenschappelijke cultuur die er heerst in India197 en gaat hoofdstuk vijf (‘A Defect of Vision’) over het karikaturale beeld van Gandhi

194 Naipaul, India: A Wounded Civilization, 62 - 79 195 Ibid, 62

196 Ibid, 74 197 Ibid, 98-114

dat is ontstaan na diens dood.198 Dit is anders dan in An Area of Darkness waar het thema van de hoofdstukken minder dwingend lijkt te zijn.

De rol van de verteller

Naipaul maakt, ook in India: A Wounded Civilization, gebruik van een goed ingelichte verteller. Deze lijkt goed op de hoogte van de Indiase politieke stromingen. Echter, in het tweede deel van de trilogie lijkt de verteller dichter bij de belevingswereld van zijn publiek te staan dan eerder het geval was. Zoals ik hierboven al vermeldde, blijft de auteur dicht bij de actualiteit en de “waan van de dag”. De politieke situatie in India is een thema dat hij vaak aanroert.

Door de onderwerpskeuze staat de verteller van Naipaul dicht bij de belevingswereld van het publiek van de geïmpliceerde auteur. De positie die de verteller inneemt ten opzichte van het vertelde, staat echter ver van het publiek vandaan. Waar Naipaul in zijn eerste deel koos voor een zeer menselijke verteller die als personage een belangrijke rol speelde in de vertelling, kiest Naipaul in de opvolger voor het tegenovergestelde. De verteller in

India: A Wounded Civilization is afstandelijk en krijgt maar zelden een fysieke verschijning

in de vorm van een personage.

De vertelsituatie wordt in het grootste deel van de passages gekenmerkt door een

heterodiëgetische verteller. Via deze verteller analyseert de geïmpliceerde auteur, net als in An Area of Darkness, de werkelijkheid. Een belangrijk verschil, echter, is de mate waarin Naipaul gebruik maakt van deze vertelsituatie. India: A Wounded Civilization wordt bijna overal gekenmerkt door een heterodiëgetische vertelsituatie. Vanuit deze positie

analyseert de geïmpliceerde auteur de werkelijkheid die hij waarnam en zoekt hij naar redenen voor de situatie zoals deze zich op dat moment voordeed. De verteller staat in onderstaande passage duidelijk (en noodzakelijkerwijs) boven het vertelde. Dat is te zien in onderstaand fragment. Naipaul kan dergelijke analyses niet doen vanuit een

homodiëgetische vertelpositie.

‘Out of a superficial reading of the past, then, out of the sentimental conviction that India is eternal and forever revives, there comes not a fear of further defeat and destruction, but an indifference to it. India will somehow look after itself; the individual is freed of all

responsibilities.’199

Waar de vertelpositie in An Area of Darkness nogal eens wisselde, is Naipaul hier in zijn tweede deel, consequenter in. Door van de primaire verhaallijn af te wijken weet de

geïmpliceerde auteur zijn verhaallijn te verhelderen en te concretiseren. Hij ontwikkelt hier in India: A Wounded Civilization drie manieren voor:

De parafrase

In de eerste manier parafraseert Naipaul (veelal) primaire bronnen. Hij typeert de aard van het land op basis van bijvoorbeeld een literair werk of de autobiografie van Mahatma Gandhi. Als de verteller parafraseert uit secundaire bronnen is dat voornamelijk vanuit een heterodiëgetische positie. Hij vertelt bijvoorbeeld niet over het leesproces maar verwerkt de bronnen in zijn werk. In onderstaand fragment illustreert hij een verhaal over het gebrek aan individualisme in de Indiase samenleving die wordt getekend door de vastigheid die de kaste biedt. Aan de hand van een roman van Anantamurti, legt Naipaul dit uit:

198 Naipaul, India: A Wounded Civilization, 81 - 97 199 Ibid, 22

‘He will be like the Acharya in Anantamurti’s novel, tormented by his formlessness. ‘A piece of string in the wind, a cloud taking on shapes according to the wind. I’ve become a thing. By an act of will, I’ll

become human again.’

# For the Acharya there is a sanctioned way to becoming

human again; he has only to make a choice. But how does a man become an individual when there is no path, and no knowledge even of the goal?’200

In een ander fragment verheldert Naipaul het Indiase begrip “dharma”, een ingewikkeld concept dat refereert aan wat, in de Hindu traditie, als moreel juist wordt gezien.

‘A.S.R. Chari is a famous Indian criminal lawyer. He has written a book about some of his cases; and in October 1975 Blitz, a popular left-wing weekly of Bombay, retold this story from the Chari book.’201

In wat volgt, verheldert Naipaul de gevolgen van de dharma voor de maatschappij en de rechtsgang (die hierdoor verstoord wordt) aan de hand van een verhaal dat werd

gepubliceerd in een weekblad.

In zijn artikel ‘The Rhetoric of Nonfiction. The Example of Norman Mailer’ stelt Lehtimäki dat een auteur van non-fictie verplicht is om te verantwoorden wat hij niet zelf kan hebben waargenomen. Lehtimäki stelt dit in reactie op de neiging van Mailer gedachten van zijn personages weer te geven. Naipaul lijkt dit hier (en bij de andere technieken) toe te passen. De verteller gaat openlijk in op de bronnen die hij raadpleegde, waar deze te vinden zijn en wat hij met de informatie doet.202 De verantwoording van de herkomst van zijn informatie verhoogt de controleerbaarheid en daarmee de geloofwaardigheid van zijn beweringen.

Illustratie aan de hand van reportage

De tweede manier is het veranderen van vertelpositie. Door van de primaire verhaallijn af te wijken en een anekdote te vertellen waarin de verteller naar zichzelf verwijst als

personage, is de geïmpliceerde auteur in staat gesprekken of ervaringen weer te geven die zijn analyse onderschrijven.

‘The imported skills are rooted in nothing; they are skills seperate from principles.

# On the train going back to Bombay one rainy evening I

heard the complaint from a blank-faced, plump young man. He was too educated for India, he said; and he spoke the worn words without irony or embaressement.’203

Of in onderstaand fragment waar Naipaul vertelt over de status van de Indiase prinsen. ‘The princes of India - their number and variety reflecting to a large

extent the chaos that had come to the country with the break-up of

200 Naipaul, India: A Wounded Civilization, 94 201 Ibid, 111

202 Lehtimäki, The Rhetoric of Literary Nonfiction: The Example of Norman Mailer, 37 203 Naipaul, India: A Wounded Civilization, 107

the Mughal empire - had lost real power in the British time. Through generations of idle servitude they had grown to specialize only in style.’204

Eerst vertelt Naipaul dat de prinsen geen officiële macht meer hadden maar dat sommigen succesvolle ondernemers waren geworden die zichzelf nog steeds als prinsen zagen. Daarna vertelt hij een anekdote over zijn ontmoeting met zo’n prins.

‘With his buttoned-up Indian tunic, the prince was quite the autocrat at the dinner table, down the middle of which ran an arrangement of chiffon stuck with roses; and it was some time before I saw that he had come down drunk to our tee-total (alcoholvrij) dinner.’205

En daarna citeert hij de prins:

‘For twenty-eight years until 1947 I ruled this state. Power of life and death. Could have hanged a man and nobody could have done anything to me... Now they’ve looted my honour, my provilege. I’m nobody. I’m just like everybody else... Power of life and death.’206

Deze stijl gebruikte Naipaul eerder in An Area of Darkness. Echter, in het eerste deel van de trilogie stonden deze passages vaak ook op zichzelf en moest de lezer zelf zijn

conclusies trekken. Daarnaast vormden dergelijke passages in An Area of Darkness een groter en belangrijker gedeelte van het boek. In India: A Wounded Civilization dienen ze, als verhaaltjes ín een verhaal, slechts als onderbouwing voor het grotere, algemenere verhaal waarin de verteller níét centraal staat.

Het uitvlakken van de verteller

Een derde manier die Naipaul gebruikt is het uitvlakken van de verteller. Dit gebeurt als Naipaul een lang citaat uit bijvoorbeeld een nieuwsbericht verwerkt in de tekst. Het gebruik van deze directe citaten heeft een belangrijk effect op de lezer. Deze ziet de verteller als tussenpersoon verdwijnen en ziet zichzelf opgezadeld met een “echt” artefact uit de Indiase maatschappij.

‘From the Times of India, 4 October 1975: [...]’207

De geïmpliceerde auteur maakt in India: A Wounded Civilization veel gebruik van deze stijl. Hij zet de verteller hier aan de kant en laat de lezer zelf kijken en oordelen. Door zichzelf volledig uit te vlakken, laat de verteller het land zélf aan het woord. De lezer krijgt een “rauw” stukje India voorgeschoteld waar hij of zij zelf iets mee kan doen.

Het effect van deze retoriek

De verteller in India: A Wounded Civilization is als een buitenlandse correspondent die een lang verhaal vertelt aan zijn toehoorders. Hij analyseert in dit verhaal de situatie in India in 1975 en 1976 en verankert zijn verhaal sterk in deze periode. Dit doet hij door vaak te verwijzen naar de actualiteit, bijvoorbeeld door middel van citaten uit krantenberichten of door te refereren aan gebeurtenissen uit deze periode. In het voorwoord stelt Naipaul:

204 Naipaul, India: A Wounded Civilization, 29 205 Ibid, 29

206 Ibid, 29 - 30 207 Ibid, 110

‘An inquiry about India - even an inquiry about the Emergency - has quickly to go beyond the political. It has to be an inquiry about Indian attitudes; it has to be an inquiry about the civilization itself, as it is.’208

In dit voorwoord verklaart hij naar aanleiding van de noodtoestand209 die dan is

uitgeroepen door Indira Gandhi, de situatie in India te willen onderzoeken. De verklaring van de noodtoestand ligt, volgens Naipaul, in de cultuur van het land en de mensen. Deze noodtoestand is, in krantentaal, de nieuwsaanleiding voor een lang feature-artikel met reportage-elementen over de stand van bijvoorbeeld de wetenschap of de politiek in India. Aan de hand hiervan probeert Naipaul de noodtoestand te begrijpen.

Dit begrip probeert hij te vinden in verschillende aspecten van de werkelijkheid, zoals de geschiedenis, maar ook de politieke situatie en het hindoeïsme. De tekst kent daarom geen duidelijk afgebakende periode in de tijd of in de ruimte. In het boek, maar ook in de verschillende paragrafen, verspringt de geïmpliceerde auteur vaak in de tijd en ruimte om verklaringen te bieden voor de situatie zoals deze zich nu voordoet. In onderstaand fragment verklaart de verteller het ontstaan van de Shive Sena, een nationalistische beweging uit de omgeving van Bombay waarvan de leden worden aangeduid als “Shivaji”.

‘[...] the Sena is often described as ‘fascist.’

# But this is an easy, imported word. The Shiv Sena has it

own Indian antecedents. In this part of India, in the early, pre-Gandhi days of the Independence movement, there was a cult of Shivaji.’210

In dit fragment is te zien hoe Naipaul verspringt van het heden naar het verleden. Hij vertelt in deze passage kort de geschiedenis van de Shiv Sena -een partij die stelt dat het

In document Naipauls India (pagina 58-75)