• No results found

I NSCHATTING TOEKOMSTIGE VRAAG

Bij de behandeling van de verschillende sectoren is op het einde soms al even kort stil gestaan bij de toekomstige vraag. In deze paragraaf willen we op dit punt terugkomen.

Veranderingen in de vraag worden beïnvloed door de volgende factoren:

- Veranderingen in het aantal organisaties;

- Veranderingen in bestuursmodellen;

- Veranderingen in de gemiddelde omvang van de Raad van Toezicht (of aantal personen met toezichthoudende rol in andere bestuursvormen).

- Veranderingen in gemiddeld aantal toezichtfuncties per persoon.

Voor de invloed van ieder van deze vier factoren is een inschatting gemaakt in de onderstaande tabel.

Tabel 2.20 Verwachte ontwikkelingen onderliggende factoren toekomstige vraag

Factor met mogelijk invloed

Korte typering ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn Verwachte invloed op toekomstige vraag (in personen)

Aantal organisaties Trendmatige daling in aantal organisaties (mede door fusies) in onderwijs en woningcorporaties . Zorg is een geval apart, omdat hier mede door de marktwerking wel het aantal organisaties is gestegen, maar dit betreft met name kleine organisaties. Het aantal grote organisaties – waar interne toezichthouders werkzaam zijn – is

gedaald.

Faillissementen in kinderopvang en cultuur

Daling

Bestuursmodellen Toenemende professionalisering waardoor vaker een bestuursmodel met toezichthouders wordt gehanteerd.

Dit effect is echter minder groot dan in achterliggende jaren, omdat reeds een behoorlijke slag is gemaakt door de Governancecodes

Stijging

Omvang Raad van Toezicht

Een aantal respondenten in de interviews signaleert een dalende trend. In sommige sectoren is het aantal plekken bepaald door codes, wat tot een zekere stabilisatie kan leiden24

Beperkte daling

Toezichtfuncties per persoon

Toenemende belasting per functie (tijdsbesteding groeit): minder toezichtfuncties per persoon?

Maximum in aantal functies (hoewel dit slechts in beperkte mate bereikt wordt, zie volgende paragraaf):

Minder toezichtfuncties per persoon?

Eigen ambities toezichthouders: men wil eerder iets meer dan minder toezichtfuncties: iets meer toezichtfuncties per persoon?

Onduidelijk

24 Vanuit de workshop is echter benadrukt dat de governancecodes zelf vaak weer wisselen, waardoor het maar de vraag is of deze codes een stabiliserend effect hebben.

De bovenstaande tabel illustreert dat sommige onderliggende factoren voor de toekomstige vraag leiden tot een daling van de vraag en andere juist tot een stijging. Bij het aantal toezichthouders per persoon is dit onduidelijk. Binnen deze factor zijn er weer verschillende subfactoren te noemen die een verschillende richting op werken. Het is moeilijk om het gewicht te bepalen van ieder van de onderliggende hoofdfactoren. Omdat deze niet alle in dezelfde richting werken, gaan we daarom vooralsnog uit dat de toekomstige vraag redelijk stabiel zal blijven.

Vervangingsvraag

Maar ook als gevraagde aantal personen gelijk blijft, zijn wel nieuwe toezichthouders benodigd. Een deel van de van de bestaande toezichthouders zal namelijk hun functie verlaten, waardoor weer nieuwe toezichthouders nodig zijn. De toezichthouders die functies verlaten (maar ook degenen die dit niet doen), zullen vervolgens wel weer nieuwe functies gaan vervullen. Dit laatste betekent dat minder “nieuwe” personen benodigd zijn dan de plekken die vrij komen. Zowel over de vrijkomende plekken als de mate waarin huidige toezichthouders weer nieuwe plekken willen vervullen, is informatie in de enquête beschikbaar.

Tabel 2.21 Bent u van plan in de komende 3 jaar om de geselecteerde interne toezichtfunctie te blijven vervullen

Van plan komende 3 jaar door te gaan

Zorg (N=228) Onderwijs (N=101) Woningcorporaties (N=123)

Ja zeker wel 50% 48% 54%

Ja, waarschijnlijk wel 26% 28% 21%

Nee waarschijnlijk niet 9% 7% 6%

Nee, zeker niet 14% 13% 19%

Weet ik nog helemaal niet 1% 4% 0%

Totaal 100% 100% 100%

Bron: Enquête toezichthouders. Hierbij een selectie gemaakt van toezichthouders die maximaal 1 functie hebben in de semipublieke sector. Anders zou namelijk een selectie van een functie hebben plaatsgevonden die men het meest recent bekleedt, waardoor men wellicht langer van plan is door te gaan (dit blijkt ook uit vergelijking met de gehele groep, al zijn de verschillen niet heel groot).

In onderstaande tabel is een voorzichtige vertaling hiervan uitgevoerd om het aandeel te bepalen dat daadwerkelijk in 3 jaar stopt. Ongeveer de helft is zeker van plan om de komende 3 jaar door te gaan en een kwart om waarschijnlijk door te gaan. Stel in een hele voorzichtige schatting dat de helft van de groep “ja waarschijnlijk wel” daadwerkelijk doorgaat en van “nee, waarschijnlijk niet” en “weet niet” niemand, dan gaat in totaal zo’n 37,5% niet door (zie tabel), wat precies gelijk zou 3/8, wat de uitstroom zou zijn over 3 jaar als de gemiddelde zittingstermijn 8 jaar is25. Voor alle publieke sectoren samen26

25 Een ruwe doorrekening voor een verwachte gemiddelde zittingstermijn op basis van de plannen van zittende toezichthouders leidt dus tot 8 jaar. Dit lijkt hoog gezien het feit dat een maximum van twee termijnen toch steeds meer de norm is geworden in codes e.d.. De meeste

toezichthouders willen zelf graag hun termijnen voltooien (zie bijvoorbeeld motieven om te stoppen in tabel 3.15). Langere zittingstermijnen dan 8 jaar komen overigens zeker voor, zie bijvoorbeeld:

betekent dit dat bij een ruime schatting in 3 jaar zo’n (23.610 (plekken)* 37,5% =) 8.850 plekken vrijkomen.

Tabel 2.22 Ruwe inschatting wie daadwerkelijk wel en niet doorgaat

Van plan komende 3 jaar door te gaan

Aandeel (ruw) Inschatting wie daarvan daadwerkelijk doorgaat

Aandeel in totale groep die daadwerkelijk doorgaat

Ja zeker wel 50% 100% 50%

Ja, waarschijnlijk wel 25% 50% 12,5%

Nee waarschijnlijk niet 8% 0% 0%

Nee, zeker niet 15% 0% 0%

Weet ik nog helemaal niet 2% 0% 0%

Totaal dat doorgaat 67,5%

Totaal dat niet doorgaat komende 3 jaar

37,5% (=3/8)

Bron: Enquête toezichthouders. Hierbij een selectie gemaakt van toezichthouders die maximaal 1 functie hebben in de semipublieke sector. Anders zou namelijk een selectie van een functie hebben plaatsgevonden die men het meest recent bekleedt, waardoor men wellicht langer van plan is door te gaan (dit blijkt ook uit vergelijking met de gehele groep, al zijn de verschillen niet heel groot).

Een deel van de nieuwe plekken zal weer ingenomen worden door de huidige toezichthouders. Tabel 2.23 geeft een indicatie in welke mate zij van plan zijn om de komende 3 jaar een nieuwe interne toezichtfunctie te gaan vervullen. Zo’n 60%

antwoordt hierop met “ja zeker wel” of “ja waarschijnlijk wel” en ruim 10% weet het nog helemaal niet. Stel dat 40%27 (6.000) dit werkelijk doet en dat zij voor ongeveer driekwart28 functies in de semipublieke sector zouden gaan bezetten (4.575, uitgaande van 1 nieuwe functie), dan zou hiermee reeds ongeveer de helft (4.575/8.850) van de vrijgekomen plekken vervuld worden. Er resteert dan nog een openstaande vervangingsvraag van 4.275 in drie jaar. Deze doorrekening laat zien dat de ambitie om weer nieuwe functies te vervullen door de bestaande toezichthouders vrij hoog is, en dat als deze slaagt, intrede door nieuwe groepen bemoeilijkt wordt. De ambities om nieuwe functies te vervullen wordt nog eens bevestigd in de volgende paragraaf over het maximaal aantal toezichtplekken per persoon.

http://www.vtw.nl/files/media/nieuws/Honoreringen_en_zittingstermijnen_2013.pdf. De VTW besteedt wel bewust aandacht aan het terugdringen van langere zittingstermijnen:

http://www.vtw.nl/85/20/136/overschrijding-honoreringsnorm-en-zittingsduur-in-2013.html.

26 Cultuur en kinderopvang zijn in de tabel niet opgenomen, vanwege het beperkte aantal waarnemingen. De scores zijn echter niet structureel afwijkend.

27 Hierbij is rekening gehouden met het feit dat niet iedereen die dit wil hierin ook succesvol zal zijn.

28 Dit lijkt niet onrealistisch gezien het feit dat zij juist in deze functies ervaring hebben. Tevens noemen zij bij een concrete vraag naar interesse relatief vaak de semipublieke sectoren. Deze vraag wordt behandeld in paragraaf 3.4.

Tabel 2.23 Plannen om komende drie jaar nieuwe toezichtfunctie(s) te vervullen

2.6 E

FFECTEN WETTELIJK MAXIMUM TOEZICHTPLEKKEN