• No results found

Huidige situatie

In document InnovatieContract Gas (pagina 133-135)

Innovatiecontract Groen Gas

1.1.3 Huidige situatie

In Nederland staan ca 125 vergisters, waarvan het overgrote deel als agrarische co-vergister wordt bedreven. Daarnaast wordt er door de RWZI’s op 86 locaties slib vergist. De productie van biogas bedraagt ca 300 mln m3 waarvan ca 10% als Groen Gas in het net wordt gevoed.

De recente SDE+1 ronde heeft bijna 100 nieuwe projectaanvragen opgeleverd, merendeels industriële allesvergisters en covergisters. Ongeveer tweederde daarvan is gericht op het invoeden van Groen Gas, de rest is bio-WKK. Realisatie van deze projecten levert een bijdrage van ca 300 mln m3 Groen Gas.

1

De biogassector in Nederland is relatief jong, de echte groei in het aantal installaties dateert van het midden van het vorige decennium. De directe werkgelegenheid in de sector is ca 1500 fte2 direct aan biogasproductie, in het bijzonder via vergisting, idem zoveel aan bioraffinage. De omzet van de sector bedraagt ca 230 mln euro. In de sector zijn ca 125 bedrijven actief, allen MKB. Dit is uitgezonderd de agrarische ondernemers en de industriële bedrijven waaraan de installaties zijn verbonden.

Er wordt niet alleen aan groen gas gewerkt door de bedrijven, maar vooral ook door verschillende regio’s, waarin provincies, gemeenten, bedrijfsleven en kennisinstituten samenwerken. Daarbij wordt doorgaans breder naar energieopties gekeken die voor die regio relevant zijn. Bovengemiddelde activiteiten vinden onder meer plaats in Noord-Nederland (Energy Valley-gebied), Provincies Utrecht, Overijssel, Gelderland o.a. Achterhoek, regio en gemeentes Alkmaar, Arnhem-Nijmegen,

Leeuwarden).

Daarnaast is enkele jaren geleden binnen de waterschappen het initiatief “ De Energiefabriek” gelanceerd. Hierbij worden energieproducerende afvalwaterzuiveringsinstallaties gerealiseerd. In eerste instantie is hierbij gebruik gemaakt van vergisting. Uit pilot onderzoek is gebleken dat Thermo Druk Hydrolyse (TDH) de productie van biogas sterk verbeterd. Voor een verdere doorbraak is het echter noodzakelijk dat ook het uitgegiste slib volledig omgezet wordt in energie. Hiervoor zijn technieken als (superkritisch) vergassen noodzakelijk.

De productie van biogas door vergassing van vaste stromen biomassa is in Nederland nog beperkt. Diverse installaties draaien in Scandinavië of Italië. In Nederland draaien twee grote installaties fulltime bij Essent (Amer, 85 MW, B-hout) en Nuon (Buggenum, 250 MW waarvan tot 30 % houtstof). Een kleine 4 MW-vergasser draait bij Remijn in Vlissingen naar tevredenheid. Verder zijn er diverse plannen in ontwikkeling op dit gebied van HoSt, Siemens/BIoMCN , Heveskes, Synvalor, Topell, en een 10 MW demonstratieproject van HVC/Gasunie/Taqua/ECN) in het kader van de ontwikkeling van de MILENA / Olga vergasser. Rond dit initiatief is een plan ontstaan voor een Expertisecentrum Vergassing in Alkmaar.

Voor dit onderdeel van de vergassing en groengasproductie keten zijn met name kostenverlaging en efficiencyverhoging de uitdagingen.

In Oostenrijk wordt druk gewerkt aan een uitrol van biomassavergassers gebaseerd op de beproefde vergassingstechnologie van Güssing. Beide technologieën kunnen momenteel op een vermogen van 10-20 MW gebouwd worden. Verdere opschaling van deze technologie zit in de pijplijn. Het

produceren van Groen Gas hieruit is echter op deze schaal nog niet gedemonstreerd. Een eerste grootschalige demonstratie hiervan zal in Götenborg worden gedemonstreerd met een vermogen van 20 MW. Grootschalig vindt al wel vergassing van kolen en omzetting naar aardgas plaats. Zowel in Amerika als in China zijn hier voorbeelden van.

De markt voor biogas in Europa groeit geleidelijk met 4- 5% jaarlijks3. Binnen Europa is vooral de markt voor biogas in Duitsland groeiend. Het stimuleringskader was daar vooral gericht op het verstromen, dit mede vanwege de vele afgelegen locaties. Sinds 2008 worden echter toenemend ook netgekoppelde systemen ontwikkeld waarmee ruim 200 MNm3 wordt ingevoed. Hier liggen goede kansen voor Nederlandse technologiebedrijven. Daarnaast droegen met name Italie, Frankrijk, Spanje en Tsjechië de afgelopen jaren bij aan de groei. Er is echter onduidelijk in welke mate het

stimuleringskader dat daarvoor verantwoordelijk was in de huidige economische omstandigheden overeind zal blijven. Ook daar geldt dat kostenreductie en innovatieve oplossingen noodzakelijk zijn. De toepassing van biogas in ontwikkelende landen is mogelijk nog groter. Het IEA4 schat dat de markt voor kleinschalige biogassystemen op 1.8 miljard dollar jaarlijks in de periode 2010-2030. Hoewel de

2

CBS Economische radar duurzame energiesector, juli 2011

3

10th EurObserv’ER Report, The state of renewable energies in Europe, 2010

4

systemen van een heel andere schaal zijn dan in Nederland speelt Nederland hier wel een prominente rol in een ontwikkelende markt naar biogas als energiedrager op plaatsen waar nu geen energie voorhanden is.

De beschikbaarheid van biomassa voor gastoepassingen wordt, naast de economie van het

conversieproces breed gezien5,6 als de bepalende factor voor de marktontwikkeling. Beschikbaarheid van biomassa is een combinatie van economische winbaarheid, gekozen omzettingsmethode, concurrentie met andere toepassingen met hogere waarde en de duurzaamheid van de beschikbare biomassa, waarbij de economie van de ‘winbaarheid’ weer sterk wordt bepaald door het

stimuleringsbeleid dat zowel Europees als individueel in diverse landen wordt gevoerd.

In een analyse van SenterNovem uit 20077 is geschat dat het potentieel voor groen gas op basis van het toen geldende stimuleringskader in de orde van 10% van het binnenlandse gasverbruik zou kunnen liggen.

Een recente studie8,9 geeft een potentieel van rond de 200 EJ in 2030 (20%) voor bioenergie totaal. Daarbij wordt aangetekend dat de ambities van de diverse lidstaten in het kader van hun diverse actieplannen voor 2020 al 10% zou benaderen. Het overzicht van EurObserv’ER (2010) laat zien dat ten opzichte van de huidige inzet nog wel een aanzienlijke groei mogelijk zou zijn. Daarmee is de vraag naar het potentieel in absolute zin, mede in het licht van bovenstaande randvoorwaarden nog niet beantwoord. In aansluiting bij de aanbevelingen van het European Biofuels Technology Platform, nader onderzoek in internationaal kader wenselijk. Voorstellen hiertoe in het kader van de

innovatiecontracten zijn ondergebracht bij het thema bio-energie aangezien het hier om een breder issue gaat dan alleen groen gas.

In document InnovatieContract Gas (pagina 133-135)