• No results found

Een begripsverkenning 2.1) Inleiding

Des avonds waren het de boeren die huiswaarts keerden. Mijn ogen straalden ervan zoals hun karwatsen klapten; de paarden draafden met wijde neusgaten en beschuimde bek, wielen ratelden en daverend werden de melkbussen in horten en zwaaien dooreengeschud. Ik juichte als ik het rooi rook, huizenhoog ruiste het langs de bomen, ik strekte de armen uit naar die volle, wiegelende ruiker, doch kon de glanzende halmen niet vatten in mijn begerige greep. Kinderen lagen als in een bed op de top van de stapel, uit hun stemmen klonk nog de vreugde van het feestvieren op de weide die dag; een meisje droeg bloemen door het haar gewonden, van de jongens waren niets dan de blozende hoofden te zien.83

Dit citaat uit het boek Kinderland van de literator Aart van der Leeuw toont het nostalgische levensgevoel, hier in de vorm van een

terugverlangen naar de kindertijd. Woorden als ‘straalden’, ‘juichte’ ‘glanzende’, ‘begerige’ en ‘vreugde’ bepalen de sfeer in deze

gloedvolle tekst. Geur, klanken, tastzin en visuele prikkels spelen erin een rol. Bij Van der Leeuw is nostalgie iets moois dat appelleert aan het verlangen naar vroeger.

Hedendaagse Amish kinderen. Komt hun beleving in de buurt van Van der Leeuws nostalgie? Foto: Blair Seitz.

Het zijn dergelijke literaire impressies die mijn belangstelling voor het onderwerp nostalgie ‘triggerden’. Waarom word ik geraakt door zulke passages, wat zegt dat over mij? Wat zegt zo’n ervaring over mijn tijdsbeleving en de manier waarop ik jeugd zie in relatie tot volwassenheid? En wat zegt deze ervaring over de wijze waarop ik het eigen verleden met dat van anderen in verband breng?

Als historicus was (en ben) ik me ervan bewust dat er vanuit de discipline geschiedenis niet altijd positief over het verschijnsel nostalgie wordt geoordeeld. Ik vroeg mij af waar dit oordeel vandaan komt. Nostalgie is, zo leek me, een alternatieve vorm van het beleven van het verleden waarbij feitelijkheid ondergeschikt wordt gemaakt aan gevoel. Het gaat erin om het kleuren van het eigen vroeger en dat van de eigen groep. Volgens de reeds genoemde historicus Kees Ribbens staat het ‘schijnbaar emotionele en persoonlijke karakter’ van nostalgie op ‘gespannen voet met de kritische en distantieerde kennisverwerving door geschiedwetenschappers’.84 Hij stelt echter ook dat ‘elke wetenschapper die oog wenst te hebben voor de

eigentijdse betekenis van het verleden’, ‘ook nostalgie serieus [dient]

te nemen’, mede omdat nostalgie zo wijd verspreid is.85 Met dit beginsel van ‘serieus nemen’ als leidraad besloot ik mij verder in het onderwerp nostalgie te verdiepen.

Al snel werd me duidelijk dat het een uiterst complex verschijnsel is dat niet alleen door historici bestudeerd wordt, maar door wetenschappers uit tal van disciplines. Ik realiseerde me dat een interdisciplinaire aanpak nodig was om het onderwerp werkelijk recht te doen. In wat volgt staat me voor ogen een vogelvlucht over de materie te bieden, waarbij ik tot een synthese wil komen tussen de inzichten uit verschillende disciplines.

2.2) Definities

De term nostalgie roept bij bijna iedereen wel wat op. De kleuring van het oordeel wordt bepaald door de gebruikte definitie van het begrip. Wanneer men nostalgie als reactionair ziet, of als een vorm van regressie, zal men het verschijnsel verre van zich willen houden. Wanneer men nostalgie echter beschouwt als een warme manier om naar het verleden te kijken, zal men zich er mogelijk wel in willen verdiepen. In wat volgt wil ik allereerst enkele vrij neutrale visies op nostalgie aan bod laten komen, waarna ik inga op meer positieve en juist negatieve duidingen van het begrip.

De definitie van nostalgie van marketingdeskundige M. B. Holbrook kan als een goede oriëntatie fungeren. Het gaat volgens hem om ‘a preference (general liking, positive attitude, or favourable affect) towards objects (people, places, or things) that were more common (popular, fashionable, or widely circulated) when one was younger (in early adulthood, in adolescence, in childhood, or even before birth)’.86 Deze definitie maakt al iets duidelijk van de complexiteit van nostalgie. Wat in deze omschrijving echter

ontbreekt, is ambivalentie. Het fenomeen hangt niet alleen samen met een positieve emotie aangaande ‘vroeger’, maar ook met een

verlieservaring. Zo is erop gewezen dat nostalgie deels melancholisch is, naast stimulerend.87 Het is in een paradoxaal verschijnsel, omdat

85 Ribbens, 'Paden zonder kruising?', 25.

86 Holbrook, ‘On The New Nostalgia'. Geciteerd door Goulding, ‘An exploratory study’, 542-546

het object van verlangen nooit meer werkelijk te ‘bezitten’ is.88 Nostalgie is ook omschreven als ‘the composite feeling of loss, lack and longing’.89 Zowel het negatief gekenschetste verlies als het positief te waarderen gevoel van verlangen kunnen dus in verband worden gebracht met het verschijnsel. Het is een veelvormig fenomeen dat samenhangt met de genoemde melancholie, pijn en teleurstelling, maar ook met vreugde, speelsheid en passie.90

Het is juist de genoemde ambivalentie die het zo'n rijk begrip maakt, dat veel zegt over de moderne tijd en de omgang daarin met het verleden. Het is zowel een emotie als een wijze van uitdrukken. Mediawetenschapper Paul Grainge maakt een onderscheid tussen nostalgie als gevoel (‘mood’) en als een gestileerde vorm van ‘verledenheid’ die geen noodzakelijk verband houdt met verlies (‘mode’).91 Deze tweede vorm van hedendaagse nostalgie zou vooral appelleren aan de schoonheidsbeleving, waarbij het melancholische element ontbreekt.92 Emotie is in deze vorm dus van minder belang. Ik meen echter dat er in de hedendaagse nostalgie altijd sprake is van een mengvorm van ‘mood’ en ‘mode’: ook schoonheidsbeleving heeft te maken met emotie en emotionele nostalgie appelleert mede aan een hang naar esthetiek. Men geniet dan van het mooie vroeger.

88 Fritzsche, Specters of history, 1595.

89 Pickering en Keigthly, ‘The modalities of nostalgia’, 921.

90 A. Triber en E. Kalhed, ‘Nostalgiaboken: Minen, beskrivingen lekar och recept frân 1950-, 1960- 1970-talen’ (Stockholm 2005) 5. Geciteerd door: Olsson, ‘Archive of fear and love’, 13.

91 Grainge, Monochrome memories. Nostalgia and style, 21-22. 92 Fritzsche, ‘Specters of history', 1618.

Deze weergave van het verleden in de herbouwde vestingplaats Bourtange is ethetisch en appelleert ook aan de emotie. De rode kleur van de brug contrasteert met de groene omgeving en roept daardoor een effect op dat herinnert aan kleurencombinaties van ‘vroeger’. Denk aan schilderijen of kleding. Foto: Maria Wermenbol.

De socioloog Fred Davis schreef aan het einde van de jaren zeventig de eerste belangwekkende studie over de moderne vorm van nostalgie.93 Het fenomeen hangt volgens Davis samen met het zoeken naar zelfcontinuïteit in het verleden. Er zijn volgens hem drie typen nostalgie: een vorm waarin men zonder nadenken welbehagen uit het verleden haalt, een tweede type waarin men nadenkt over het

waarheidsgehalte van de herinneringen en de visie op eigen identiteit, en een derde vorm waarin men ook nadenkt over de vraag waarom men eigenlijk nostalgisch is.94 Davis stelt dat mensen die met veranderingen en een onzekere toekomst te maken hebben, vaak teruggrijpen op nostalgie.95 Het gaat bij de complexere nostalgie dus

93 Davis, Yearning for yesterday.

94 Deciu Ritivoi, Yesterday’s self. Nostalgia , 29-30.

95 Deze theorie wordt onder meer ondersteund door onderzoek van Bose Godbole, Shehryar en Hunt, ‘Does nostalgia depend on valence of past experience', 630.

steeds om een betekenistoekenning. Er wordt nagedacht over de manier waarop nostalgie functioneert in het eigen leven.96 Net als geschiedschrijving houdt nostalgie verband met verbeelding. Voor nostalgie geldt dit echter in sterkere mate dan voor soms droge

geschiedschrijving. Geschiedwetenschap zou het gebruik van fantasie onderdrukken, waar nostalgische omgang met het verleden deze op de voorgrond plaatst. Zo biedt nostalgie kennis en inzicht die afwijken van conventionele historische analyse.97 De ‘homo nostalgicus’ is geen neutrale chroniqueur, maar een (her)schepper.98 Hij of zij is daarbij niet alleen met de eigen herinneringen bezig, maar ook met die van anderen en de empathie die men voor hen heeft: het verschil tussen interne (eigen) nostalgie en externe (ingeleefde) nostalgie.99

Nostalgie wordt steeds meer gezien als een methode om een reactie op een prikkel op te roepen.100 De in dit boek besproken casussen zijn daar voorbeelden van.

Nostalgische mensen lijken geneigd om te reflecteren op hun eigen herinneren en zijn zich in de moderne tijd bewust van hun nostalgisch zijn en zijn daar ook sceptisch over.101 Ze hebben geleerd hun nostalgische gevoel te wantrouwen, omdat ze hun gevoelens interpreteren binnen een door hen onderschreven negatieve theorie aangaande het fenomeen. Deze negatieve theorie wordt echter door lang niet door iedereen onderschreven. Zo zouden veel verzamelaars een 'romance of the self' ervaren. Door nostalgica te verzamelen zouden ze hun leven mooier maken.102

96 vgl Ribbens, Een eigentijds verleden, 21. 97 Cook, Screening the past, 3.

98 Velinkonja, Titostalgia. A study, 30.

99 Salmose, Towards a poetics of nostalgia.

100 Vgl Scanlan, 'Introduction: nostalgia' 4.

101 Smith, 'Notes on a progressive paratheory', 522.

Amerikaanse stripverzamelaar met een eerste druk van Superman. In de nostalgische stripbussiness gaan miljoenen om. Wikimedia

commons. Foto: Gary Dunaier.

Hiermee zijn we in het kamp gekomen van wetenschappers die hoofdzakelijk positief oordelen over het fenomeen. Volgens sommige auteurs is nostalgie iets dat actief kan worden opgewekt, als ‘mémoire volontaire’, bijvoorbeeld in herinneringsmusea voor

ouderen. Dan vervult de nostalgie een therapeutische functie, om mensen tevreden te laten zijn met het leven dat achter hen ligt.103 De Italiaanse wetenschappers Bellelli en Amatulli stellen vast dat bij ouderen nostalgie helpt bij het (re)construeren van de identiteit. Ze maken een onderscheid tussen de polen verlangen en geheugen, die zij als twee verschillende kanten van nostalgie zien. De

eerstgenoemde pool zou vooral verwijzen naar heimwee en er zou speciaal bij migranten sprake van zijn, de tweede zou te maken

103 Becker, Verboden af te blijven.

hebben met wat we nu vooral verstaan onder temporele nostalgie en bijvoorbeeld bij ouderen veel voorkomen.104

Kan men in nostalgische museale opstellingen in contact komen met het verleden, actief nostalgie bij zichzelf opwekken? Opstelling in Museum de vier Quartieren in Oirschot

Nostalgie is echter voor alle leeftijdsgroepen zinvol, zo betogen enkele psychologen. Ze stellen dat nostalgie hoofdzakelijk iets positiefs is, dat kan bijdragen aan iemands welzijn: ‘Nostalgia is an existential exercise in search for identity and meaning, a weapon in internal confrontations with existential dilemma’s, and a mechanism

104 Bellelli en Amatulli, ‘Nostalgia, immigration and collective memory’, 216-217. Schindler stelt echter dat er geen leeftijd is waarop men specifiek

nostalgisch is. Het zou iets van alle leeftijden zijn vanaf de adolescentie. Schindler, ‘Affections for the past: psychological underpinnings’. (Video van lezing.)

for reconnecting with important others.’105 Nostalgie biedt de mogelijkheid om tot inzichten te komen op de psychologische terreinen van herinnering, emotie, het zelf en relaties.106

Nostalgie lijkt dus een rijk verschijnsel te zijn dat mensen kan enthousiasmeren voor het verleden en dat kan leiden tot een beter zelfbegrip. Waarom zijn er dan toch veel wetenschappers,

journalisten en andere opiniemakers die minder positief over het verschijnsel denken?

Dat lijkt vooral samen te hangen met het gegeven dan men nostalgie als een triviaal fenomeen ziet. Volgens muziekjournalist Simon Reynolds in zijn veelgelezen boek Retromania is

tegenwoordig door het internet niets het niet waard om te bewaren: elke flard uit de populaire cultuur wordt getoond op eindeloos veel sites. Hij heeft het over ‘memory-trash’ en de grote afvalhoop van de geschiedenis.107 Sommige historici zijn van mening dat zelfs de meest triviale overblijfselen van het verleden belangrijk worden geacht.108 Overgeleverde objecten worden wel in verband gebracht met ‘Dingnostalgie’, ‘Altwarenfetischismus’ en ‘Reliktbesessenheit’.109 Voor veel historici is deze objectgerichte nostalgie een falsificatie van het verleden en aldus ook een bedreiging voor de historiografie.110 Nostalgie wordt door sommigen gezien als een ‘social disease’111 of als ‘essentially history without guilt’.112 De historisch-geograaf David Lowenthal noemt de volgende kritische termen die wel (maar niet per se door hem zelf) worden gebruikt in combinatie met nostalgie:

105 Sedikides, Wildschut en Baden, ‘Nostalgia. Conceptual issues and existential functions’, 202-203.

106 Wildschut, Sedikides en Routledge, ‘Nostalgia –from cowbells to the meaning of life’, 20-23.

107 Reynolds, Retromania. Pop culture’s addiction, 26-27.

108 Lowenthal, The past is a foreign county , 4-13, genoemd door: Cashman, ‘Critical nostalgia and material culture', 137. De historicus Jonker schrijft: ‘Alles is historisch en daarmee qualitate qua, lijkt het, de moeite van het bewaren waard geworden,’ ‘De betrekkelijkheid van het moderne historische besef’, 41.

109 Korff, ‘Musealisierung total? Notizen' , 137-139. Geciteerd door Jonker, ‘De betrekkelijkheid van het moderne historische besef’, 42.

110 K. Johannison Nostalgia. En känslas historia. (Stockholm 2001), 27-28, genoemd door: L. Andersen, ‘Nostalgia and authenticity, 17

111 Stewart, On longing: narratives, ix.

‘ersatz, vulgar, demeaning, misguided, inauthentic, sacrilegious, retrograde, reactionary, criminal, fraudulent, sinister, and morbid.’113 Hoewel Sigmund Freud zelf de term nostalgie amper gebruikte, is erop gewezen dat zijn visie op omgang met het verleden raakvlakken heeft met de pathologische variant van nostalgie. Zo worden de volgende termen uit het psychoanalytisch vocabulaire wel in verband gebracht met nostalgie als defensiemechanisme: ’the imaginary, fetishism, fantasy, affect, screen-memories and retroaction’.114 Het zijn zaken die alle verband houden met regressie. Nostalgie heeft te maken met verlies en de reactie daarop. Een psychoanalytisch

geïnspireerde auteur zou hierbij kunnen spreken van ‘het Oerverlies’, waarmee ‘het verlies van de oerband tussen moeder en kind’ wordt bedoeld.115 Dit verlies zou universeel zijn. Mensen die dit verlies niet goed verwerken, zouden er niet in slagen een autonoom zelf te worden.116 Zo redenerend zouden nostalgische mensen nostalgie gebruiken als compensatiemechanisme voor een onvolkomen persoonlijkheid. Dit is natuurlijk hypothetisch, zoals de meeste theorieën van Freud.

Al met al ontstaat een complex beeld. Een eerste

kennismaking met de aard van het verschijnsel maakte me alleen nog maar meer nieuwsgierig naar dit fenomeen, waarover ik graag een onderbouwde mening wilde formuleren, niet alleen om nostalgie af te bakenen van geschiedschrijving, maar omdat deze om zichzelf

belangrijk is.

2.3) Emotie en ratio

Bestudering van de verscheidene theorieën over nostalgie leerde me dat in het begrip tamelijk veel tegenstellingen worden verenigd. Aan de hand van een aantal van deze tegenstellingen wil ik het

verschijnsel in al zijn veelzijdigheid voor het voetlicht plaatsen. Zoals opgemerkt, zien sommige historici met name het emotionele aspect van nostalgie niet zitten. De historicus moet tonen hoe het eigenlijk geweest is (Ranke) en niet hoe het vroegere in het nu beleefd wordt, zo zou men deze huiver kunnen vertalen. Bij

113 Lowenthal. “Nostalgia Tells It Like It Wasn’t.’ 27.

114 Hook, 'Screened history,' 225.

115 Viorst, Noodzakelijk verlies, 28.

geschiedenis gaat het om feiten, bij nostalgie deels om fictie. Bij beide gaat het er echter om dat er met empathie herinnerd of gerepresenteerd wordt.117 Bij nostalgie is er sprake van een soort huwelijk tussen gevoel en verstand.118 Het fenomeen biedt, zo beschouwd, misschien een completere kijk op het verleden dan meer kille objectieve, onsentimentele benaderingen van ‘vroeger’. De historica Ludmilla Jordanova breekt in die zin een lans voor subjectieve historische benaderingen in vergelijking met

objectiverende werkwijzen: ‘It could just as well be argued that objectivity is faulty because it is cold and detached, whereas subjectivity is more warmly, honestly human.’ 119

De in de moderniteit ervaren gevoelens van verlies hebben te maken met de emotionele kant van de omgang met het verleden. Emotiegeschiedenis is tegenwoordig een bloeiende discipline. Het gaat erin om de rol die emoties (zoals romantische liefde,

wraakgevoelens en angst) speelden in het verleden. Ook nostalgie kan worden gezien als een historische emotie, die toenam in importantie (of volgens sommige auteurs: ontstond) in de moderne tijd.

Emotiegeschiedenis kan echter ook anders worden opgevat. Men kan naast de studie van emoties van vroeger bovendien onderzoek doen naar de rol die emotie speelt in de hedendaagse geschiedcultuur. Hierbij is nostalgie belangrijk. Nostalgie kan worden gezien als een brug tussen beide genoemde typen emotiegeschiedenis, tussen de studie van het gevoel in het verleden en studie van de rol die gevoel speelt in de moderne omgang met dat verleden. Nostalgie kan in verband worden gebracht met de ‘affectieve revolutie’, die zou dateren uit het einde van de achttiende eeuw.120 Door deze emotionele wending was er meer aandacht voor individualiteit van mensen en de cultus van persoonlijk geluk. Nostalgie is in die zin een uiting van emotionele creativiteit, bijvoorbeeld in de vorm van literaire fictie.121

117 Vgl De Groot, Consuming history. Historians and heritage , 248-250.

118 Ik gebruik emotie en gevoel hier als equivalenten, wat in het Nederlandse spraakgebruik normaal is, maar niet vanzelfsprekend vanuit wetenschappelijk perspectief.

119 Jordanova, History in practice 94.

120 Vgl Wagner, Longing: narratives of nostalgia, 13-14. 121 vgl Wagner, Longing: narratives of nostalgia , 13-14.

Volgens de autobiografie-deskundigen Dickinson en Erben is nostalgie een secundaire cultureel bepaalde emotie, die kan worden onderscheiden van primaire emoties als woede en angst. Volgens hen ontstaan secundaire emoties als er sprake is van ‘a pre-set of acquired cultural socialization’.122 Emoties zijn zowel individueel als

collectief. De emotiehistorica Barbara Rosenwein wijst op het bestaan van ‘emotional communities’: ‘Groups in which people adhere to the same norms of emotional expression and value- or devalue- the same related emotions’.123 Mensen kunnen een bepaalde emotie hebben omdat ze behoren tot een bepaalde gevoelsgemeenschap die deels bepaalt wat men ervaart of voelt.

Nostalgie is ook in verband gebracht met de emotietheorieën van de filosofe Martha Nussbaum. Volgens Nussbaum liggen cognitieve waarde-oordelen ten grondslag aan emoties. Nussbaum stelt dat emoties niet zozeer louter lichamelijk zijn, maar dat ze een cognitieve dimensie hebben.124 Het lijkt me inderdaad zo te zijn dat emoties zowel een cognitieve als een lichamelijke en neurologische dimensie kennen, zoals de neuroloog Damasio stelt.125 Brein en (tijd)geest en brein en lichaam werken op elkaar in. De studie van nostalgie kan onder meer inzicht bieden in de complexiteit van deze relaties. Nostalgie bevindt zich, zoals reeds opgemerkt, als het ware op een snijvlak tussen verschillende disciplines. Damasio heeft vooral aandacht voor de biologische, lichamelijke en evolutionaire kant van emoties. Hij geeft echter ook aan dat er een verband bestaat tussen cultuur en emotie. Hij schrijft het volgende over ontwikkeling en cultuur:‘ten eerste bepalen ze wat een adequate aanleiding is tot een bepaalde emotie, ten tweede bepalen ze sommige aspecten van de expressie van die emotie, en ten derde bepalen ze de gewaarwording en het gedrag na het inzetten van een emotie.’126

Het fenomeen 'emotie', waarvan nostalgie een vorm is, kent, net als nostalgie, een eigen begripsgeschiedenis. Er is op gewezen dat het gebruik van de term emotie in de huidige betekenis opkwam in de

122 Dickinson en Erben, ‘Nostalgia and autobiography', 224.

123 Rosenwein, ‘Emotional communities’, 2.

124 Hannel, 'Norah Hannel and Jesse Prinz'. Video op Youtube.

125 Voor een vergelijking van Nussbaum en Damasio zie: Smeets, 'Ons emotionele leven'.

negentiende eeuw. Het zou geen 'natuurlijke' categorie zijn, maar de resultante van de cultuurgeschiedenis van de term. Het moderne gebruik van 'emotie' zou daarom problematisch zijn, omdat men deze niet in historisch perspectief ziet.127 Ik gebruik de term emotie in de hedendaagse betekenis, omdat ik in deze studie ook de hedendaagse