• No results found

BIJLAGE 7b ZIENSWIJZE INSTELLINGSBESTUUR

BIJLAGE 8 HOGESCHOOL INHOLLAND

OPLEIDING BEDRIJFSECONOMIE HAARLEM Totaalbeeld Zeer zwak

Aanleiding Geen directe aanleiding; het betreft een verificatieopleiding.

Algemene conclusie

De inspectie constateert diverse tekortkomingen die aanzienlijke vragen oproe-pen over de borging van het eindniveau van afgestudeerden. De naleving van de Wet op het hoger onderwijs is onvoldoende. De NVAO constateert op basis van een steekproef dat acht van de 25 afgestudeerden niet het

HBO-bachelorniveau hebben bereikt. Al met al schiet de kwaliteit te kort.

OER De OER geeft geen volledig beeld van het onderwijs en de examinering zoals de wetgever dat in artikel 7.13 van de WHW beoogt. De OER biedt onvoldoen-de houvast aan stuonvoldoen-denten, docenten, examinatoren, examencommissie en ma-nagement van de opleiding en onvoldoende rechtszekerheid aan studenten.

Examen- commissie

De examencommissie vervult nog niet de taak die haar met de invoering van Wet versterking besturing (WvB) per 1 september 2010 is opgedragen. De om-vorming van de examencommissie tot het interne orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardig-heden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad moest op het moment van onderzoek nog plaatsvinden.

Examina- toren

De examinatoren functioneren niet volledig conform de WHW. De examinatoren worden niet aangewezen door de examencommissie. Ook zijn er onvoldoende waarborgen in de interne kwaliteitszorg dat alleen deskundige examinatoren studenten beoordelen en is onvoldoende gewaarborgd dat examinatoren de regelgeving op het gebied van toetsing en examinering naleven.

Getuig-schriften

De getuigschriften voldoen volledig aan de WHW; de diplomasupplementen niet.

Interne afspraken

Interne procedures en afspraken met betrekking tot de examinering worden vaak niet nageleefd. De praktijk van de examinering is maar zeer ten dele in overeenstemming met de OER/eigen interne regels. Uit het dossieronderzoek van de inspectie blijkt dat het administratief proces binnen de opleiding niet op orde is.

Onderwijs- en examenregeling (art. 7.13 WHW) Oordeel

1 Zijn de toepasselijke periode en opleiding(en), en de vaststelling duidelijk? N 2 Zijn de inhoud van de opleiding en de examens duidelijk? N 3 Zijn de te realiseren eindkwalificaties duidelijk? N 4 Is de studielast als geheel en per onderwijseenheid duidelijk? N 5 Volgorde/tijdvakken duidelijk van tentamens/examens? D

6 Zijn de opleidingsvarianten goed beschreven? N

7 Is de geldigheidsduur van tentamens/examens duidelijk? J 8 Is de toetsvorm van de tentamens en examens duidelijk? D 9 Zijn de gronden voor het verlenen van vrijstellingen duidelijk? N 10 Zijn studievoortgangsbewaking en studiebegeleiding duidelijk? J

Examencommissie (art. 7.12, 7.12a, 7.12b) Oordeel

1 Is de examencommissie door instellingsbestuur ingesteld? N

2 Wijst de examencommissie examinatoren aan? N

Voor invoering van de WvB per 1 september 2010

3 Verzorgen de leden van de examencommissie onderwijs in de opleiding? D 4 Zijn er regels voor het afnemen van tentamens en handelen bij fraude? J Na invoering van de WvB per 1 september 2010

5 Stelt de commissie vast of afgestudeerde de eindkwalificaties beheerst? N 6 Waarborgt het instellingsbestuur onafhankelijk/deskundig functioneren? D 7 Zijn er richtlijnen en aanwijzingen om tentamens te beoordelen? N 8 Borgt de examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens? N

Examinatoren (art. 7.12c) Oordeel

1 Zijn de examinatoren aangewezen door de examencommissie? N 2 Verzorgen de examinatoren de betreffende onderwijseenheid? D 3 [Operationalisering] Zijn alle examinatoren bevoegd en deskundig? J 4 [Operationalisering] Naleving regels toetsontw./normering/registratie geborgd? D

Getuigschrift en diplomasupplement (art. 7.11) Oordeel

1 Wordt het getuigschrift uitgereikt door de examencommissie? J 2 Zijn opleidingsnaam, onderdelen examen en graad juist vermeld? J 3 Voldoet het diplomasupplement aan de inhoudelijke voorschriften? N

Pagina 95 van 118

TOELICHTING

Bij deze opleiding zal een handhavingstraject plaatsvinden. Voor een nadere toelich-ting wordt verwezen naar het separaat en gelijktijdig verschenen rapport Onderzoek naar alternatieve afstudeertrajecten en eindfasetoetsen bij Hogeschool Inholland.

COMMERCIËLE ECONOMIE DIEMEN Totaalbeeld Zeer zwak

Aanleiding Alternatief afstudeertraject Algemene

conclusie

De inspectie constateert diverse tekortkomingen die aanzienlijke vragen oproe-pen omtrent de borging van het eindniveau van afgestudeerden, zowel in het reguliere traject als in het alternatieve traject. De naleving van de Wet op het hoger onderwijs is onvoldoende. De NVAO constateert o.b.v. een steekproef dat zes van de 24 regulier afgestudeerden het HBO-bachelorniveau niet hebben bereikt en dat geen van de 16 afgestudeerden in het (eenmalige) alternatieve traject het HBO-bachelorniveau bereikte. Al met al schiet de kwaliteit te kort.

OER De OER geeft geen volledig beeld van het onderwijs en de examinering zoals de wetgever dat in artikel 7.13 van de WHW beoogt. De OER biedt onvoldoen-de houvast aan stuonvoldoen-denten, docenten, examinatoren, examencommissie en ma-nagement van de opleiding en onvoldoende rechtszekerheid aan studenten.

Examen- commissie

De examencommissie vervult nog niet de taak die haar met de invoering van Wet versterking besturing (WvB) per 1 september 2010 is opgedragen. De om-vorming van de examencommissie tot het interne orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardig-heden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad moest op het moment van onderzoek nog plaatsvinden.

Examina- toren

De examinatoren functioneren ten dele conform de WHW. De examinatoren worden niet aangewezen door de examencommissie. Ook zijn er onvoldoende waarborgen in de interne kwaliteitszorg dat alleen deskundige examinatoren studenten beoordelen en is onvoldoende gewaarborgd dat examinatoren de regelgeving op het gebied van toetsing en examinering naleven.

Getuig-schriften

De getuigschriften voldoen volledig aan de WHW; de diplomasupplementen niet.

Interne afspraken

Interne procedures en afspraken met betrekking tot de examinering worden vaak niet nageleefd. Op papier is het nodige geregeld, maar de praktijk van de examinering is maar zeer ten dele in overeenstemming met de OER/eigen in-terne regels. Uit het dossieronderzoek van de inspectie blijkt dat het admini-stratief proces binnen de opleiding niet op orde is en uit de bestudering van de gegevens uit Peoplesoft en Volgplus zijn onregelmatigheden gebleken.

Onderwijs- en examenregeling (art. 7.13 WHW) Oordeel

1 Zijn de toepasselijke periode en opleiding(en), en de vaststelling duidelijk? N 2 Zijn de inhoud van de opleiding en de examens duidelijk? D 3 Zijn de te realiseren eindkwalificaties duidelijk? J 4 Is de studielast als geheel en per onderwijseenheid duidelijk? N 5 Volgorde/tijdvakken duidelijk van tentamens/examens? D

6 Zijn de opleidingsvarianten goed beschreven? N

7 Is de geldigheidsduur van tentamens/examens duidelijk? J 8 Is de toetsvorm van de tentamens en examens duidelijk? D 9 Zijn de gronden voor het verlenen van vrijstellingen duidelijk? N 10 Zijn studievoortgangsbewaking en studiebegeleiding duidelijk? J

Examencommissie (art. 7.12, 7.12a, 7.12b) Oordeel

1 Is de examencommissie door instellingsbestuur ingesteld? N

2 Wijst de examencommissie examinatoren aan? N

Voor invoering van de WvB per 1 september 2010

3 Verzorgen de leden van de examencommissie onderwijs in de opleiding? D 4 Zijn er regels voor het afnemen van tentamens en handelen bij fraude? J Na invoering van de WvB per 1 september 2010

5 Stelt de commissie vast of afgestudeerde de eindkwalificaties beheerst? N 6 Waarborgt het instellingsbestuur onafhankelijk/deskundig functioneren? N 7 Zijn er richtlijnen en aanwijzingen om tentamens te beoordelen? N 8 Borgt de examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens? D

Examinatoren (art. 7.12c) Oordeel

1 Zijn de examinatoren aangewezen door de examencommissie? N 2 Verzorgen de examinatoren de betreffende onderwijseenheid? J 3 [Operationalisering] Zijn alle examinatoren bevoegd en deskundig? N 4 [Operationalisering] Naleving regels toetsontw./normering/registratie geborgd? D

Getuigschrift en diplomasupplement (art. 7.11) Oordeel

1 Wordt het getuigschrift uitgereikt door de examencommissie? J 2 Zijn opleidingsnaam, onderdelen examen en graad juist vermeld? D 3 Voldoet het diplomasupplement aan de inhoudelijke voorschriften? N

Pagina 97 van 118

TOELICHTING

Bij deze opleiding zal een handhavingstraject plaatsvinden. Voor een nadere toelich-ting wordt verwezen naar het separaat en gelijktijdig verschenen rapport Onderzoek naar alternatieve afstudeertrajecten en eindfasetoetsen bij Hogeschool Inholland.

MEDIA & ENTERTAINMENT MANAGEMENT HAARLEM Totaalbeeld Zeer zwak

Aanleiding Alternatief afstudeertraject; signalen Algemene

conclusie

De inspectie constateert diverse tekortkomingen die aanzienlijke vragen oproe-pen omtrent de borging van het eindniveau van afgestudeerden, zowel in het reguliere traject als in het alternatieve traject. De naleving van de Wet op het hoger onderwijs is onvoldoende. De NVAO constateert op basis van een steek-proef dat vijf van de negentien regulier afgestudeerden en 43 van de 91 afge-studeerden in het alternatieve traject niet het HBO-bachelorniveau hebben bereikt. Al met al schiet de kwaliteit te kort.

OER De OER geeft geen volledig beeld van het onderwijs en de examinering zoals de wetgever dat in artikel 7.13 van de WHW beoogt. De OER biedt onvoldoen-de houvast aan stuonvoldoen-denten, docenten, examinatoren, examencommissie en ma-nagement van de opleiding en onvoldoende rechtszekerheid aan studenten.

Examen- commissie

De examencommissie vervult nog niet de taak die haar met de invoering van Wet versterking besturing (WvB) per 1 september 2010 is opgedragen. De om-vorming van de examencommissie tot het interne orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardig-heden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad moest op het moment van onderzoek nog plaatsvinden.

Examina- toren

De examinatoren functioneren niet conform de WHW. De examinatoren worden niet aangewezen door de examencommissie. Ook zijn er onvoldoende waarbor-gen in de interne kwaliteitszorg dat alleen deskundige examinatoren studenten beoordelen en is onvoldoende gewaarborgd dat examinatoren de regelgeving op het gebied van toetsing en examinering naleven.

Getuig-schriften

De getuigschriften voldoen volledig aan de WHW; de diplomasupplementen niet.

Interne afspraken

De praktijk van de examinering blijkt op een aanzienlijk aantal punten niet in overeenstemming met de OER en de interne regels. Cruciale bepalingen ten aanzien van registratie, beoordeling en hantering van voorwaarden tot deelna-me aan stage en afstuderen worden niet of gedeeltelijk nageleefd. Uit het dos-sieronderzoek van de inspectie blijkt dat het administratief proces binnen de opleiding niet op orde is.

Onderwijs- en examenregeling (art. 7.13 WHW) Oordeel

1 Zijn de toepasselijke periode en opleiding(en), en de vaststelling duidelijk? N 2 Zijn de inhoud van de opleiding en de examens duidelijk? N 3 Zijn de te realiseren eindkwalificaties duidelijk? N 4 Is de studielast als geheel en per onderwijseenheid duidelijk? D 5 Volgorde/tijdvakken duidelijk van tentamens/examens? D

6 Zijn de opleidingsvarianten goed beschreven? N

7 Is de geldigheidsduur van tentamens/examens duidelijk? J 8 Is de toetsvorm van de tentamens en examens duidelijk? D 9 Zijn de gronden voor het verlenen van vrijstellingen duidelijk? N 10 Zijn studievoortgangsbewaking en studiebegeleiding duidelijk? J

Examencommissie (art. 7.12, 7.12a, 7.12b) Oordeel

1 Is de examencommissie door instellingsbestuur ingesteld? N

2 Wijst de examencommissie examinatoren aan? N

Voor invoering van de WvB per 1 september 2010

3 Verzorgen de leden van de examencommissie onderwijs in de opleiding? D 4 Zijn er regels voor het afnemen van tentamens en handelen bij fraude? J Na invoering van de WvB per 1 september 2010

5 Stelt de commissie vast of afgestudeerde de eindkwalificaties beheerst? D 6 Waarborgt het instellingsbestuur onafhankelijk/deskundig functioneren? D 7 Zijn er richtlijnen en aanwijzingen om tentamens te beoordelen? D 8 Borgt de examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens? D

Examinatoren (art. 7.12c) Oordeel

1 Zijn de examinatoren aangewezen door de examencommissie? N 2 Verzorgen de examinatoren de betreffende onderwijseenheid? D 3 [Operationalisering] Zijn alle examinatoren bevoegd en deskundig? N 4 [Operationalisering] Naleving regels toetsontw./normering/registratie geborgd? D

Getuigschrift en diplomasupplement (art. 7.11) Oordeel

1 Wordt het getuigschrift uitgereikt door de examencommissie? J 2 Zijn opleidingsnaam, onderdelen examen en graad juist vermeld? J 3 Voldoet het diplomasupplement aan de inhoudelijke voorschriften? N

Pagina 99 van 118

TOELICHTING

Bij deze opleiding zal een handhavingstraject plaatsvinden. Voor een nadere toelich-ting wordt verwezen naar het separaat en gelijktijdig verschenen rapport Onderzoek naar alternatieve afstudeertrajecten en eindfasetoetsen bij Hogeschool Inholland.

MEDIA & ENTERTAINMENT MANAGEMENT ROTTERDAM Totaalbeeld Voor verbetering vatbaar

Aanleiding Geen directe aanleiding; het betreft een verificatieopleiding Algemene

conclusie

De locatie Rotterdam heeft geen alternatief afstudeertraject. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat het eindniveau in het geding is. De NVAO concludeert op basis van een steekproef dat alle afgestudeerden aan het HBO-bachelorniveau voldoen. Wel is de naleving van de Wet op het hoger onderwijs voor verbete-ring vatbaar.

OER De OER geeft geen volledig beeld van het onderwijs en de examinering zoals de wetgever dat in artikel 7.13 van de WHW beoogt. De OER biedt onvoldoen-de houvast aan stuonvoldoen-denten, docenten, examinatoren, examencommissie en ma-nagement van de opleiding en onvoldoende rechtszekerheid aan studenten.

Examen- commissie

De examencommissie vervult nog niet de taak die haar met de invoering van Wet versterking besturing (WvB) per 1 september 2010 is opgedragen. De om-vorming van de examencommissie tot het interne orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardig-heden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad moest op het moment van onderzoek nog plaatsvinden.

Examina- toren

De examinatoren worden niet aangewezen door de examencommissie. Voor het overige zijn er voldoende waarborgen voor een deskundige beoordeling en na-leving van de regelgeving op het gebied van toetsing.

Getuig-schriften

De getuigschriften voldoen volledig aan de WHW; de diplomasupplementen niet.

Interne afspraken

De praktijk van de examinering blijkt grotendeels in overeenstemming met de OER en de interne regels. In het administratief proces binnen de opleiding en in de cijferadministratie zijn geen onregelmatigheden gebleken. De cijferregistra-tie van de deeltijdopleiding vertoont wel tekortkomingen.

Onderwijs- en examenregeling (art. 7.13 WHW) Oordeel

1 Zijn de toepasselijke periode en opleiding(en), en de vaststelling duidelijk? N 2 Zijn de inhoud van de opleiding en de examens duidelijk? D 3 Zijn de te realiseren eindkwalificaties duidelijk? N 4 Is de studielast als geheel en per onderwijseenheid duidelijk? D 5 Volgorde/tijdvakken duidelijk van tentamens/examens? J

6 Zijn de opleidingsvarianten goed beschreven? N

7 Is de geldigheidsduur van tentamens/examens duidelijk? J 8 Is de toetsvorm van de tentamens en examens duidelijk? D 9 Zijn de gronden voor het verlenen van vrijstellingen duidelijk? N 10 Zijn studievoortgangsbewaking en studiebegeleiding duidelijk? J

Examencommissie (art. 7.12, 7.12a, 7.12b) Oordeel

1 Is de examencommissie door instellingsbestuur ingesteld? N

2 Wijst de examencommissie examinatoren aan? N

Voor invoering van de WvB per 1 september 2010

3 Verzorgen de leden van de examencommissie onderwijs in de opleiding? D 4 Zijn er regels voor het afnemen van tentamens en handelen bij fraude? J Na invoering van de WvB per 1 september 2010

5 Stelt de commissie vast of afgestudeerde de eindkwalificaties beheerst? N 6 Waarborgt het instellingsbestuur onafhankelijk/deskundig functioneren? D 7 Zijn er richtlijnen en aanwijzingen om tentamens te beoordelen? N 8 Borgt de examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens? N

Examinatoren (art. 7.12c) Oordeel

1 Zijn de examinatoren aangewezen door de examencommissie? N 2 Verzorgen de examinatoren de betreffende onderwijseenheid? J 3 [Operationalisering] Zijn alle examinatoren bevoegd en deskundig? J 4 [Operationalisering] Naleving regels toetsontw./normering/registratie geborgd? J

Getuigschrift en diplomasupplement (art. 7.11) Oordeel

1 Wordt het getuigschrift uitgereikt door de examencommissie? J 2 Zijn opleidingsnaam, onderdelen examen en graad juist vermeld? J 3 Voldoet het diplomasupplement aan de inhoudelijke voorschriften? N

Pagina 101 van 118

TOELICHTING

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het separaat en gelijktijdig ver-schenen rapport Onderzoek naar alternatieve afstudeertrajecten en eindfasetoetsen bij Hogeschool Inholland.

VRIJETIJDSMANAGEMENT DIEMEN Totaalbeeld Zeer zwak

Aanleiding Alternatief afstudeertraject Algemene

conclusie

De inspectie constateert tekortkomingen die vragen oproepen omtrent de bor-ging van het eindniveau van afgestudeerden, zowel in het reguliere traject als in het alternatieve traject. De naleving van de Wet op het hoger onderwijs is voor verbetering vatbaar. De NVAO constateert dat in een steekproef van 25 regulier afgestudeerden er vier niet het HBO-bachelorniveau bereikten en dat van de zeven afgestudeerden in het alternatieve traject er eveneens vier niet het HBO-bachelorniveau bereikten. Op grond van deze laatste bevindingen beoordeelt de inspectie de situatie als zeer zwak.

OER De OER geeft geen volledig beeld van het onderwijs en de examinering zoals de wetgever dat in artikel 7.13 van de WHW beoogt. De OER biedt onvoldoen-de houvast aan stuonvoldoen-denten, docenten, examinatoren, examencommissie en ma-nagement van de opleiding en onvoldoende rechtszekerheid aan studenten.

Examen- commissie

De examencommissie vervult nog niet de taak die haar met de invoering van Wet versterking besturing (WvB) per 1 september 2010 is opgedragen. De om-vorming van de examencommissie tot het interne orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardig-heden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad moest op het moment van onderzoek deels nog plaatsvinden.

Examina- toren

De examinatoren worden niet aangewezen door de examencommissie. Voor het overige zijn er voldoende waarborgen voor een deskundige beoordeling en na-leving van de regelgeving op het gebied van toetsing.

Getuig-schriften

De getuigschriften voldoen aan de WHW; de diplomasupplementen niet.

Interne afspraken

De praktijk van de examinering blijkt grotendeels in overeenstemming met de OER en de interne regels. Uit het dossieronderzoek van de inspectie blijkt dat het administratief proces binnen de opleiding grotendeels op orde is. Uit de cijferadministratie zijn nauwelijks onregelmatigheden gebleken.

Onderwijs- en examenregeling (art. 7.13 WHW) Oordeel

1 Zijn de toepasselijke periode en opleiding(en), en de vaststelling duidelijk? N 2 Zijn de inhoud van de opleiding en de examens duidelijk? D 3 Zijn de te realiseren eindkwalificaties duidelijk? D 4 Is de studielast als geheel en per onderwijseenheid duidelijk? D 5 Volgorde/tijdvakken duidelijk van tentamens/examens? D

6 Zijn de opleidingsvarianten goed beschreven? NVT

7 Is de geldigheidsduur van tentamens/examens duidelijk? J 8 Is de toetsvorm van de tentamens en examens duidelijk? D 9 Zijn de gronden voor het verlenen van vrijstellingen duidelijk? N 10 Zijn studievoortgangsbewaking en studiebegeleiding duidelijk? J

Examencommissie (art. 7.12, 7.12a, 7.12b) Oordeel

1 Is de examencommissie door instellingsbestuur ingesteld? J

2 Wijst de examencommissie examinatoren aan? N

Voor invoering van de WvB per 1 september 2010

3 Verzorgen de leden van de examencommissie onderwijs in de opleiding? D 4 Zijn er regels voor het afnemen van tentamens en handelen bij fraude? J Na invoering van de WvB per 1 september 2010

5 Stelt de commissie vast of afgestudeerde de eindkwalificaties beheerst? D 6 Waarborgt het instellingsbestuur onafhankelijk/deskundig functioneren? J 7 Zijn er richtlijnen en aanwijzingen om tentamens te beoordelen? J 8 Borgt de examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens? J

Examinatoren (art. 7.12c) Oordeel

1 Zijn de examinatoren aangewezen door de examencommissie? N 2 Verzorgen de examinatoren de betreffende onderwijseenheid? J 3 [Operationalisering] Zijn alle examinatoren bevoegd en deskundig? J 4 [Operationalisering] Naleving regels toetsontw./normering/registratie geborgd? J

Getuigschrift en diplomasupplement (art. 7.11) Oordeel

1 Wordt het getuigschrift uitgereikt door de examencommissie? J 2 Zijn opleidingsnaam, onderdelen examen en graad juist vermeld? J 3 Voldoet het diplomasupplement aan de inhoudelijke voorschriften? N

Pagina 103 van 118

TOELICHTING

Bij deze opleiding zal een handhavingstraject plaatsvinden. Voor een nadere toelich-ting wordt verwezen naar het separaat en gelijktijdig verschenen rapport Onderzoek naar alternatieve afstudeertrajecten en eindfasetoetsen bij Hogeschool Inholland.