• No results found

OPLEIDING VERPLEEGKUNDE Totaalbeeld Voor verbetering vatbaar Aanleiding Alternatief toetstraject.

Algemene conclusie

De inspectie heeft geen indicatie dat het eindniveau in het alternatieve traject op enige wijze in het geding is. De naleving van de Wet op het hoger onderwijs is echter voor verbetering vatbaar.

OER De OER geeft geen volledig beeld van het onderwijs en de examinering zoals de wetgever dat beoogt. De OER biedt onvoldoende houvast aan studenten, do-centen, examinatoren, examencommissie en management van de opleiding en onvoldoende rechtszekerheid aan studenten.

Examen- commissie

De examencommissie voldoet niet aan alle eisen die de WHW stelt. Zij vervult nog niet de volledige taak die haar met de invoering van de Wet versterking besturing (WvB) per 1 september 2010 is opgedragen. De omvorming van de examencommissie tot het interne orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en exa-menregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad moest op het moment van onderzoek nog plaatsvinden.

Examina- toren

Examinatoren zijn niet aangewezen door de examencommissie.

Getuig-schriften

Een deel van de gewaarmerkte kopieën van getuigschriften die de inspectie beoordeelde voldoet niet aan de WHW. Ook het diplomasupplement voldoet niet aan de WHW. Recent uitgegeven getuigschriften (maart 2011) zijn op een aantal punten aangepast, zodat een deel van de tekortkomingen reeds is weg-genomen.

Interne afspraken

Geen bijzonderheden.

Onderwijs- en examenregeling (art. 7.13 WHW) Oordeel

1 Zijn de toepasselijke periode en opleiding(en), en de vaststelling duidelijk? D 2 Zijn de inhoud van de opleiding en de examens duidelijk? J 3 Zijn de te realiseren eindkwalificaties duidelijk? D 4 Is de studielast als geheel en per onderwijseenheid duidelijk? D 5 Volgorde/tijdvakken duidelijk van tentamens/examens? D

6 Zijn de opleidingsvarianten goed beschreven? J

7 Is de geldigheidsduur van tentamens/examens duidelijk? D 8 Is de toetsvorm van de tentamens en examens duidelijk? D 9 Zijn de gronden voor het verlenen van vrijstellingen duidelijk? J 10 Zijn studievoortgangsbewaking en studiebegeleiding duidelijk? D

Examencommissie (art. 7.12, 7.12a, 7.12b) Oordeel

1 Is de examencommissie door instellingsbestuur ingesteld? N

2 Wijst de examencommissie examinatoren aan? N

Voor invoering van de WvB per 1 september 2010

3 Verzorgen de leden van de examencommissie onderwijs in de opleiding? J 4 Zijn er regels voor het afnemen van tentamens en handelen bij fraude? J Na invoering van de WvB per 1 september 2010

5 Stelt de commissie vast of afgestudeerde de eindkwalificaties beheerst? GO 6 Waarborgt het instellingsbestuur onafhankelijk/deskundig functioneren? GO 7 Zijn er richtlijnen en aanwijzingen om tentamens te beoordelen? GO 8 Borgt de examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens? N

Examinatoren (art. 7.12c) Oordeel

1 Zijn de examinatoren aangewezen door de examencommissie? N 2 Verzorgen de examinatoren de betreffende onderwijseenheid? GO 3 [Operationalisering] Zijn alle examinatoren bevoegd en deskundig? D 4 [Operationalisering] Naleving regels toetsontw./normering/registratie geborgd? GO

Getuigschrift en diplomasupplement (art. 7.11) Oordeel

1 Wordt het getuigschrift uitgereikt door de examencommissie? J 2 Zijn opleidingsnaam, onderdelen examen en graad juist vermeld? D 3 Voldoet het diplomasupplement aan de inhoudelijke voorschriften? N

Pagina 59 van 118

TOELICHTING

Algemeen beleid bij de opleiding Verpleegkunde is dat de studiebegeleiding geïnten-siveerd wordt voor studenten die vertraging oplopen of dreigen te lopen. Studenten krijgen dan een individueel trajectbegeleider (ITB-er) toegewezen. Deze stelt met de student een studieplan op dat ter goedkeuring aan de examencommissie wordt voorgelegd. Zowel uit de antwoorden op de enquête van de inspectie van augustus 2010 als in een brief van 24 november 2010 wordt vermeld dat bij de opleiding Ver-pleegkunde langstuderende studenten de mogelijkheid krijgen openstaande curricu-lumonderdelen via een of meer alternatieve opdracht(en) te behalen. Dit betreft nooit het afstuderen. In die zin is geen sprake van een alternatief afstudeertraject.

Het vierde jaar van de opleiding Verpleegkunde omvat naast het afstuderen (dertig EC) vakken behorend bij het uitstroomprofiel dat de student kiest (ook dertig EC).

Uit het vierde studiejaar kunnen geen onderdelen via vervangende opdrachten wor-den afgerond.

Vervangende opdrachten

De instelling gaf in de enquête van augustus 2010 aan dat 26 studenten het alterna-tieve traject hadden gevolgd. Tijdens het bezoek bleek dit aantal niet juist. Er waren in de periode van 2005 tot heden elf langstudeerders binnen de bachelor Verpleeg-kunde. Vier daarvan hebben vervangende opdrachten gekregen. Gemiddeld ging het om zes EC, variërend van drie tot twaalf. De andere zeven studenten hebben het reguliere curriculum gevolgd en met extra begeleiding de studie afgerond. In de en-quête werden ter vervanging van de reguliere curriculumonderdelen en toetsvormen diverse mogelijkheden genoemd. De inspectie heeft bij brief van 8 november 2010 om voorbeelden gevraagd. Tijdens het bezoek bleek dat de opleiding de opdrachten niet meer beschikbaar heeft. De inspectie heeft daardoor niet zelf kunnen nagaan of de vervangende opdracht passend was en of in de beoordeling de relatie met de leerdoelen en competenties en het bijbehorende niveau van het openstaande curri-culumonderdeel werd gelegd. Gelet op het geringe aantal studenten en studiepunten heeft de inspectie geen indicatie dat het eindniveau hier in het geding is.

Rol examencommissie

De opleiding licht toe dat in alle gevallen de examencommissie akkoord is gegaan met de vervangende opdracht. Besluiten over de vervangende opdracht zijn echter niet formeel vastgelegd. Over de mogelijkheid vervangende opdrachten uit te voe-ren is in de Opleidingsgids en de OER geen informatie opgenomen.

CONCLUSIES

1. In tegenstelling tot wat de instelling aangaf in de enquête van augustus 2010 is bij de opleiding Verpleegkunde geen sprake van een alternatief afstudeertraject.

Er is sprake van vervangende opdrachten, maar deze hebben geen betrekking op de afstudeeropdracht. Over de mogelijkheid vervangende opdrachten uit te voeren staat geen informatie in de Opleidingsgids. De besluiten die de examen-commissie neemt ten aanzien van de vervangende opdrachten zijn niet formeel vastgelegd. De inspectie heeft echter geen indicatie dat het eindniveau op eni-gerlei wijze in het geding is.

2. De OER zoals bedoeld in art. 7.13 WHW valt bij de opleiding verpleegkunde sa-men met de Opleidingsgids. Deze geeft geen volledig beeld van het onderwijs en de examinering zoals de wetgever dat in artikel 7.13 van de WHW beoogt. Er is geen toereikende informatie aanwezig over de inhoud en de toetsing van afzon-derlijke curriculumonderdelen, waaronder de stage en het afstuderen, de te rea-liseren eindkwalificaties, afstudeerrichtingen, de volgorde van tentamens en examens, de bewaking van de studievoortgang. Niet duidelijk is wanneer en door wie de OER is vastgesteld, en niet geheel duidelijk is voor welke periode de OER geldig is. De OER biedt daardoor onvoldoende houvast aan studenten, do-centen, examinatoren, examencommissie en management van de opleiding en biedt onvoldoende rechtszekerheid aan studenten. De instelling had al voor het onderzoek van de inspectie extern advies gevraagd over de (kwaliteit van de) OER zoals deze binnen de instelling wordt gehanteerd. Naar aanleiding hiervan is reeds besloten om de bestaande informatie te herordenen en beter vast te leggen in de OER van 2011-2012.

3. De examencommissie Verpleegkunde voldoet niet aan alle eisen die de WHW stelt. Zij vervult nog niet de volledige taak die haar met de invoering van Wet versterking besturing (WvB) per 1 september 2010 is opgedragen. De omvor-ming van de examencommissie tot het interne orgaan dat op objectieve en des-kundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de on-derwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en

vaardighe-den die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad moest op het moment van onderzoek nog plaatsvinden. Dit blijkt onder meer uit het feit dat de examen-commissie geen bemoeienis heeft met de kwaliteit van de tentamens en exa-mens. Wel heeft de opleiding een toetscommissie waarin de examencommissie is vertegenwoordigd. Besluiten die in het kader van vervangende opdrachten zijn genomen zijn niet formeel vastgelegd. Bij de besluiten over reguliere vrij-stellingen is niet de gehele examencommissie betrokken. De secretaris van de examencommissie is gemandateerd om, op advies van de betreffende

(vak)docent, verzoeken tot vrijstellingen te honoreren.

4. Examinatoren zijn niet aangewezen door de examencommissie. Binnen de oplei-ding dragen de programmacoördinator of verantwoordelijke docent de verant-woordelijkheid van een examinator, maar deze zijn hiertoe niet expliciet be-noemd. Het controleproces of de uiteindelijke cijfers van studenten juist geregi-streerd zijn is niet waterdicht.

5. De inspectie beoordeelde getuigschriften van de opleidingen Verpleegkunde en MWD. Een deel van de gewaarmerkte kopieën van getuigschriften voldoet niet aan de WHW: de officiële CROHO-naam wordt niet vermeld, evenmin als de on-derdelen die het examen omvatte; op de getuigschriften van de opleiding MWD die de inspectie beoordeelde wordt de accreditatieperiode onjuist vermeld. Het diplomasupplement bevat geen toereikende informatie; een inhoudelijke be-schrijving van de opleiding ontbreekt. Recent uitgegeven getuigschriften (maart 2011) zijn op een aantal punten aangepast, zodat een deel van de tekortkomin-gen reeds is wegtekortkomin-genomen.

VERVOLG

De inspectie heeft het instellingsbestuur verzocht voor 1 september 2011 de gecon-stateerde tekortkomingen weg te nemen. Gevraagd is uiterlijk per die datum infor-matie toe te zenden op basis waarvan de inspectie zich een oordeel kan vormen over de gerealiseerde verbeteringen.

Pagina 61 van 118