• No results found

Hoe ziet de toekomstige arbeidsmarkt eruit?

Zoals uit de eerdere hoofdstukken blijkt, wordt de arbeidsmarkt door grofweg vier

werkgebieden beïnvloed: fiscaliteit, onderwijs, arbeidsrecht en sociale zekerheid. Voor een toekomstschets van de arbeidsmarkt is het van belang om deze vier factoren in samenhang te bezien.

5.1 Kansrijke en kansarme beroepen na de coronacrisis

Het UWV heeft een eerste inventarisatie gemaakt van de kansrijke en kansarme beroepen na de coronacrisis. Op korte termijn is er veel vraag naar gediplomeerd zorgpersoneel,

leerkrachten, technici en IT’ers. Deze vraag bestond al voor de coronacrisis en zal in de komende jaren niet afnemen.62 Mijn verwachting is dan ook dat de overheid en de private sector meer gaan investeren in de zorgsector en de IT-sector.

Door alle berichtgeving over de coronacrisis lijkt het klimaatprobleem ondergesneeuwd te raken, maar ik verwacht dat de klimaatproblematiek in de zomer van 2021 weer hoog op de politieke agenda staat. Om de klimaatdoelen te behalen zijn veel werklieden benodigd in de bouw, maar ook in de IT. Zoals gezegd is ook in die sectoren sprake van krapte op de arbeidsmarkt.

De minder kansrijke beroepen zijn beroepen waar de vraag naar personeel kleiner is dan het aanbod. Denk hierbij aan evenementenorganisatoren, grafisch vormgevers of

dierenverzorgers. Dit zijn populaire beroepen met een overaanbod aan arbeidskrachten. Daarnaast is de vraag naar administratief medewerkers in de afgelopen jaren gedaald. Door digitalisering en automatisering is er een overaanbod van laaggeschoolde medewerkers in deze sector. Beroepen in de horeca, de recreatiesector, de luchtvaart en in de transportsector waren pre-corona kansrijk, maar zijn dat nu aanzienlijk minder.63

5.1.1 Gevolgen van de coronacrisis voor het ondernemerschap

De arbeidsmarkt in de zorg-, IT- en de bouwsector is krap en kent veel zzp’ers.64 Naar verwachting zal er de komende jaren geen kentering plaatsvinden in de trend die ik in paragraaf 4.1 omschreven heb.65 Het feit dat ondernemerschap in het geval van een krappe arbeidsmarkt enorm kan lonen, speelt daar een grote rol in. In sectoren waar het economisch slecht gaat, hebben bestaande ondernemingen minder ruimte om de rol van werkgever op

62 Kansrijke en minder kansrijke beroepen: eerste inventarisatie sinds de coronacrisis 2020, p. 2 63 Kansrijke en minder kansrijke beroepen: eerste inventarisatie sinds de coronacrisis 2020, p. 4-7 64 Zie bijlage 5

33 zich te nemen. In deze branches zal een toenemende vraag naar ondernemers ontstaan, en zullen mensen noodgedwongen kiezen voor het ondernemerschap.

5.2 De belangrijkste speerpunten voor de toekomstige arbeidsmarkt

In de arbeidsmarkt van de toekomst moeten volgens de commissie Borstlap vier termen centraal staan. Het gaat hier om weerbaarheid, wederkerigheid, duidelijkheid en

wendbaarheid.66 Kortgezegd stelt de commissie voor om de weerbaarheid van werkers te vergroten door meer bescherming te bieden tegen inkomensverlies door kennisveroudering, werkloosheid of ziekte. Concreet pleit de commissie voor meer omscholingstrajecten en loopbaanadvisering. De pijler ‘duidelijkheid’ staat voor het streven naar een ordelijke arbeidsmarkt. Ook de term wederkerigheid behoeft in de context van deze scriptie weinig behandeling. Dat doelt op de hervorming van de collectieve voorzieningen.

5.2.1 Wendbaarheid

Het speerpunt ‘wendbaarheid’ is naar mijns inziens het meest van belang voor de

ontwikkeling van het ondernemerschap. Er is in het post-coronatijdperk een grote vraag naar flexibele, en daarmee wendbare, werkers. Een potentiële werkgever kan zich door de

hoeveelheid arbeidsrechtelijke en fiscaalrechtelijke regels die bij werkgeverschap komen kijken laten weerhouden om personeel aan te nemen. In de huidige arbeidsmarkt is het huren van een andere ondernemer een gemakkelijke oplossing voor dit probleem.67

Door de interne wendbaarheid van ondernemingen te stimuleren wordt het werkgeverschap minder beklemmend. Dit kan door flexibele werkinvulling te stimuleren en tussentijds aanpassen van (duurzame) arbeidscontracten mogelijk te maken.68

Niet alleen werkgevers hebben behoefte aan meer flexibiliteit. In het kader van de

veranderende tendens over werkinvulling en de rolverdeling binnen huishoudens, is meer behoefte aan parttime en flexibele banen. De ‘standaard gezinssamenstelling’ is niet meer zo vanzelfsprekend. Daar waar vroeger een gezin bestond uit één man, één vrouw en een aantal kinderen, zijn gezinssamenstellingen nu meer divers. Een situatie waarin de zorg- en

werktaken onderling meer evenredig worden verdeeld is steeds meer genormaliseerd.69 Een 40-urige werkweek is hier niet goed in te passen en wordt als ouderwets bestempeld. Een toekomstige arbeidsmarkt zal een andere indeling van werktijden kennen, nu de rolverdeling

66 Rapport Commissie-Borstlap 2020, p. 7-8 67 Rapport Commissie-Borstlap 2020, p. 8 68 Rapport Commissie-Borstlap 2020, p. 7 69 Emancipatiemonitor 2020, p. 30-33

34 binnen gezinnen verandert. De arbeidsmarkt zal een grote variëteit aan werkvormen moeten bieden, maar toch een stabiel inkomen moeten waarborgen.

5.2.2 De plannen van Borstlap kunnen tegenovergesteld effect hebben

In het eindrapport van de commissie Borstlap wordt geadviseerd om de regelgeving betreffende flexwerkers en uitzendkrachten strikter te maken.70 Het doel hiervan is het vergroten van de stabiliteit voor de flexwerker. Daarnaast wordt bepleit dat er meer

flexibiliteit moet komen in duurzame arbeidsrelaties om werkgevers meer beslissingsruimte te geven. Het moet voor werkgevers gemakkelijker worden om contractuele arbeidsuren aan te passen of om werknemers met duurzame arbeidscontracten te ontslaan.71 De conclusie van het rapport is dan ook dat flexibele arbeidscontracten minder onzeker moeten worden, en vaste arbeidscontracten minder onaantastbaar.

In de kabinetsreactie wordt erkent dat er aanpassingen nodig zijn in de flexibele arbeidsschil. Zij stemt ermee in dat de huidige vormgeving van flexwerk zorgt voor maatschappelijke problemen en ziet ook de noodzaak van inperking van flexwerk.72 Tegelijkertijd is het kabinet huiverig om het advies van de commissie Borstlap betreffende de flexibilisering van duurzame arbeidsrelaties over te nemen.73 Het kabinet zoekt in plaats daarvan naar

alternatieven om het gebrek aan flexibele arbeidsvormen op te vangen bij de inperking van het huidige flexwerk.

Het feit dat het kabinet enthousiast reageert op het advies betreffende de inperking van flexwerk, maar op dit moment niet bereid is over te gaan op flexibilisering van duurzame arbeidscontracten, kan een verkeerde uitwerking hebben. Het inperken van de mogelijkheden om een flexwerkcontract aan te gaan, zou ertoe kunnen leiden dat werkgevers de voorkeur geven aan arbeidskrachten buiten de kaders van de dienstbetrekking. Dit zal duidelijker te zien zijn in sectoren waar sprake is van een ruime arbeidsmarkt. In die sectoren kunnen werkgevers weinig zekerheid bieden en is meer flexibiliteit van werknemers vereist dan in andere sectoren. Als het aannemen van flexwerkers wordt bemoeilijkt, kan dit ertoe leiden dat meer mensen zich als ondernemer gaan aanbieden. De vraag naar flexibele

70 Rapport Commissie-Borstlap 2020, p. 65 71 Rapport Commissie-Borstlap 2020, p. 87

72 Brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 november 2020, 2020-

0000148782, p. 8

73 Brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 november 2020, 2020-

35 arbeidskrachten verdwijnt niet met een striktere invulling van de arbeidswet, maar zal in dat geval leiden tot een toename in het aantal ondernemers.74

36

6

Treft de ondernemersaftrek nog doel in de toekomstige