• No results found

Het Russische milieubeleid en competitiviteit

In document De Russische Federatie (pagina 40-68)

4. Het Russische milieubeleid en competitiviteit

In dit hoofdstuk zal het tweede deel van de Porter-hypothese, dat stelt dat een strenger milieubeleid leidt tot meer competitiviteit, worden onderzocht. Gekeken zal worden in hoeverre dit deel van de hypothese van toepassing is op de ontwikkeling van het milieubeleid van Rusland vanaf 2003. Oftewel, heeft het verscherpte milieubeleid daadwerkelijk geresulteerd in meer competitiviteit? De analyse zal plaatsvinden aan de hand van gegevens van het World Economic Forum, dat jaarlijks het zogenaamde Global Competitiveness Report (GCR) publiceert. In het eerste deel van dit hoofdstuk zal dit rapport, dat een overzicht geeft van de mondiale competitiviteit, centraal staan. Vervolgens zal hier dieper op in worden gegaan en zal gekeken worden naar afzonderlijke componenten van de Global Competitiveness Index (GCI), zodat duidelijk wordt op welke gebieden Rusland respectievelijk hoog danwel laag scoort. Uiteindelijk zal aan het einde van het hoofdstuk een korte terugkoppeling worden gemaakt naar de gevonden resultaten en zullen mogelijke achterliggende oorzaken en verklaringen worden aangestipt. In hoofdstuk 5 zullen deze vervolgens nader uiteen worden gezet.

Het meten van competitiviteit

Het GCR, een jaarlijkse publicatie van het World Economic Forum, geeft een overzicht van de mondiale competitiviteit, de zogenaamde GCI. De rangschikking van deze index is gebaseerd op drie factoren: de kwaliteit van de macro-economische omgeving, de technologische innovatie en de staat van de overheid en de openbare instellingen. Deze gegevens worden verkregen uit publiek beschikbare data en de resultaten van enquêtes onder leidinggevenden in het bedrijfsleven.136 Tot 2006 bestond het GCR nog uit twee afzonderlijke indexen, de Growth Competitiveness Index en de

Business Competitiveness Index. Eerstgenoemde, ontwikkeld door Jeffrey D. Sachs en John W.

McArthur, analyseert het potentieel van wereldeconomieën voor het bereiken van duurzame economische groei op zowel de middellange als de lange termijn. Competitiviteit wordt hier vanuit een macro-economisch perspectief bekeken.137

De tweede index werd ontwikkeld door de ons inmiddels bekende Michael Porter en heeft, in tegenstelling tot de GCR, meer betrekking op het micro-economische niveau. In dit geval staat de gedachte centraal dat de economische productiviteit van een land wordt bepaald door de economische productiviteit van haar nationale bedrijven. Er wordt hier dan ook met name gekeken

136

B. Nussbaum, ‘BusinessWeek Global Innovation Index’, BusinessWeek,

< http://www.businessweek.com/innovate/content/feb2008/id2008027_367300.htm> (2008, geraadpleegd op 22 september 2009).

137 ‘The global competitiveness report 2009-2010’, World Economic Forum,

< http://www.weforum.org/en/initiatives/gcp/Global%20Competitiveness%20Report/index.htm> (2009, geraadpleegd op 22 september 2009).

41 naar de kwaliteit van de micro-economische omgeving waarin deze bedrijven opereren.138 Zoals net al werd aangegeven, bestond het GCR tot 2006 nog uit deze twee afzonderlijke indexen. Vanaf dat moment werden zij gecombineerd in één index, de GCI dus, die competitiviteit vanuit zowel macro- als micro-economisch oogpunt analyseert. Hiervoor is de GCI onderverdeeld in negen zogenaamde pillars, die verderop in dit hoofdstuk aan bod zullen komen. De GCI werd ontwikkeld door Xavier Sala-i-Martin en kan gezien worden als een uitbreiding op en verdieping van de twee afzonderlijke indexen. Competitiviteit werd nu bekeken vanuit een breder perspectief.139

In onderstaande tabel is een overzicht van verschillende scores en rankings van Rusland weergegeven, afkomstig uit de rapporten van 2002 tot en met de meest recente van 2009. Deze gegevens betreffen dus de mondiale competitiviteit, wat inhoudt dat het hier om het totale resultaat van de drie eerder genoemde factoren gaat. Voordat de gegevens uit de figuur geanalyseerd zullen worden, moeten eerst enkele opmerkingen worden gemaakt. Ten eerste valt namelijk op dat een aantal velden niet zijn ingevuld: het gaat hier om de Global Competitiveness-gegevens tot 2005 en de Growth Competitiveness-Competitiveness-gegevens vanaf 2006. Dit is te verklaren met de zojuist uiteengezette samenvoeging van de twee indexen tot de GCI. Het gaat dus in de periode tot 2006 om gegevens uit de GCI, daarna betreft het data uit het GCR. De Business Competitiveness

Index is daarentegen, ondanks de samenvoeging, als aparte index blijven bestaan en deze waarden

zijn daarom in de tabel tot en met 2009 weergegeven.140

Het gebruik van de GCI geeft, in vergelijking met de Growth Competitiveness Index, een completer beeld van de ontwikkeling van een land op het gebied van competitiviteit. Echter, het feit dat het hier om een aangepaste methodologie gaat, maakt dat deze twee indexen niet met elkaar te vergelijken zijn. Wat betreft dit onderzoek, heeft dat tot gevolg dat er enkel per index en per jaar conclusies kunnen worden getrokken. De methodologie van de Business Competitiveness

Index is daarentegen onveranderd gebleven, wat inhoudt dat de betreffende data van 2002 tot en

met 2009 wel met elkaar vergeleken kunnen worden. Ondanks de zojuist genoemde beperkingen, kan door het gebruik van de GCI wel een beeld worden geschetst van de ontwikkeling van een land op het gebied van competitiviteit. Belangrijk hierbij is wel dat de nodige nuances worden gemaakt en dat conclusies zorgvuldig worden getrokken.141

138

B. Nussbaum, ‘BusinessWeek Global Innovation Index’, BusinessWeek,

< http://www.businessweek.com/innovate/content/feb2008/id2008027_367300.htm> (2008, geraadpleegd op 22 september 2009).

139 ‘The global competitiveness report 2009-2010’, World Economic Forum,

< http://www.weforum.org/en/initiatives/gcp/Global%20Competitiveness%20Report/index.htm> (2009, geraadpleegd op 22 september 2009).

140 A.A. Grevtsev, Estimation of a country’s economic development on the basis of the Global Competitiveness Index, Studies on Russian Economic Development 20 (2009) 6, 655-662.

141 ‘The global competitiveness report 2009-2010’, World Economic Forum,

< http://www.weforum.org/en/initiatives/gcp/Global%20Competitiveness%20Report/index.htm> (2009, geraadpleegd op 22 september 2009).

42 Year Growth Competitiveness Index-ranking Global Competitiveness Index-score Global Competitiveness Index-ranking Business Competitiveness Index-ranking Number of countries involved 2002 - 2003 64 - - 58 80 2003 - 2004 70 - - 66 102 2004 - 2005 70 (3,68) - - 61 104 2005 - 2006 75 (3,88) - 53 74 116 2006 - 2007 - 4,08 59 79 125 2007 - 2008 - 4,19 58 71 131 2008 - 2009 - 4,31 51 73 131

Figuur 9. Russische scores en rankings in Global Competitiveness Reports 2002-2009.142

Om te beginnen zal gekeken worden naar de Growth Competitiveness Index, die informatie geeft over de kwaliteit van de micro-economische omgeving waarin Russische bedrijven opereren. Het gaat in dit geval om de gegevens van 2002, een jaar voor de invoering van het hernieuwde energiebeleid, tot en met de laatst beschikbare van 2006. In bovenstaande tabel is absoluut gezien een daling zichtbaar, van de 64e naar de 75e plaats. Relatief gezien is deze daling iets minder sterk, gezien de toename van het aantal landen dat in deze periode is meegenomen in de index van 80 tot 116. Uit deze gegevens kan geconcludeerd worden dat de micro-economische omgeving is verslechterd tussen 2002 en 2006. Hierbij moet worden opgemerkt dat mogelijk achterliggende oorzaken voor de verslechterde micro-economische omgeving later in dit hoofdstuk besproken zullen worden. Overigens geldt voor de gehele analyse die in dit hoofdstuk gemaakt zal worden, dat achterliggende verklaringen slechts op beknopte wijze aan bod zullen komen. Hoofdstuk vijf dient namelijk als verdieping van de conclusies die zowel in dit hoofdstuk als in hoofdstuk vier getrokken worden en zal daarom de achtergrond hiervan uitgebreid belichten.

Wanneer vervolgens naar de kwaliteit van de macro-economische omgeving gekeken wordt, oftewel de Business Competitiveness Index, is een absolute daling zichtbaar van de 58e naar de 73e plek. In tegenstelling tot de Growth Competitiveness Index, kan in dit geval wel de ontwikkeling van 2002 tot en met 2009 bekeken worden. Relatief gezien is de daling wederom iets minder sterk, met een stijging van het aantal landen in de index van 80 tot 131. Wat betreft de

142

43

Business Competitiveness Index kan geconcludeerd worden dat een verslechtering heeft

plaatsgevonden. Rusland is gedaald in de index, wat inhoudt dat de kwaliteit van de macro-economische omgeving tussen 2002 en 2009 is verminderd. Ook voor deze conclusie geldt dat hier later in het hoofdstuk nog op teruggekomen zal worden.

Wanneer ten slotte in de tabel naar de gegevens van de GCI gekeken wordt, valt ten eerste op dat de absolute scores op dit gebied zijn gestegen tussen 2006 en 2009. Wat betreft de absolute

ranking zou ook gezegd kunnen worden dat Rusland het iets beter is gaan doen op het gebied van

competitiviteit, met een stijging van de 53e naar de 51e plek in deze periode. Echter, in de tussenliggende jaren is ook een vrij sterke daling zichtbaar, die uiteindelijk anno 2010 wel weer gecorrigeerd is. Toch kan niet zomaar aangenomen worden dat er sprake is van een stabiele positieve ontwikkeling, de waarden in de tabel schommelen sterk. Wanneer de relatieve positionering van Rusland in de GCI geanalyseerd wordt en dus het toegenomen aantal landen in de index meegewogen wordt, is wederom een stijging zichtbaar. Uiteindelijk kan uit deze gegevens geconcludeerd worden dat Rusland in de GCI een lichte stijging laat zien, zowel absoluut als relatief. Dit zou betekenen dat de kwaliteit van zowel de micro- als de macro-economische omgeving is toegenomen tussen 2005 en 2009. De vraag die nu rijst, namelijk hoe dit te verklaren is, zal in onderstaande alinea's nadere toelichting verkrijgen.

Het is opvallend dat de conclusies die in voorgaande alinea’s worden getrokken, geen samenhangend verband laten zien. Zo blijkt uit de Growth Competitiveness Index dat de kwaliteit van de micro-economische omgeving is afgenomen tussen 2002-2006. Wat betreft de macro-economische omgeving kan ook gezegd worden dat deze vanaf 2002 enkel verslechterd is. Echter, de GCI laat zien dat de kwaliteit van zowel de macro- als de micro- economische omgeving is toegenomen vanaf 2006. Dit kan deels worden verklaard door het feit dat de indexen in de loop der jaren veel specifieker zijn geworden. Zo zijn de verschillende elementen waaruit de index bestaat, steeds verder uitgebreid en onderverdeeld en daardoor meer gedetailleerd geworden. Kleine veranderingen in één van de onderdelen van de GCI kunnen op deze manier beter worden opgemerkt en kunnen daardoor de prestaties op een bepaald terrein beïnvloeden. Al met al is het ontstaan van deze index meer dan slechts een samenvoeging, wat de verschillen in conclusies kan verklaren.

Naast deze kanttekening, is het ook van belang enige nuances aan te brengen in de conclusies. Hiervoor zal nu gekeken worden naar de verschillende onderdelen van de GCI, die gedetailleerde informatie geven. De GCI is om te beginnen onderverdeeld in drie zogenaamde subindexen: de basic requirements, de efficiency enhancers en de innovation and sophistication

factors. Vervolgens zijn deze drie subindexen weer opgesplitst in negen pillars, die specifieke

44 onderwijs en de technologie. Door naar deze pillars te kijken, kan een completer beeld van de ontwikkeling van een land op zowel micro- als macroeconomisch gebied worden gevormd. Ook kan met behulp van deze data de positie van een land in de GCI beter worden verklaard.143

De GCI ontleed

Onderstaande tabel toont zowel de ranking als de score van Rusland op de negen verschillende componenten, de pillars, die samen de GCI vormen. Als eerst worden de verschillende rankings in de periode 2006 tot en met 2009 gegeven, daarnaast zijn de scores op het betreffende terrein tussen haakjes aangegeven. Year 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2006 - 2007 114 (2,97) 61 (3,52) 33 (4,95) 77 (6,29) 43 (4,44) 60 (4,20) 74 (3,10) 77 (3,83) 59 (3,28) 2007 - 2008 116 (3,10) 65 (3,48) 37 (5,35) 60 (5,51) 45 (4,33) 59 (4,18) 72 (3,03) 88 (3,70) 57 (3,31) 2008 - 2009 110 (3,3) 59 (3,7) 29 (5,6) 59 (5,6) 46 (4,4) 59 (4,19) 67 (3,4) 91 (3,7) 48 (3,4) Pillars:

1 = Institutions 6 = Market efficiency

2 = Infrastructure 7 = Technological readiness

3 = Macro economy 8 = Business sophistication

4 = Health and primary education 9 = Innovation 5 = Higher education and training

Subindex A: Basic requirements (1-4) Subindex B: Efficiency enhancers (5-7)

Subindex C: Innovation and sophistication factors (8-9)

Figuur 10. Scores van Rusland op de negen pillars 2006-2009.144

Om te beginnen zal gekeken worden naar de eerste drie pillars, de zogenaamde basic

requirements, die samen Subindex A van de GCI vormen. Het gaat hier om de kwaliteit van de

instituties, de infrastructuur, de macro-economische omgeving, de gezondheidszorg en het

143

‘The global competitiveness report 2009-2010’, World Economic Forum,

< http://www.weforum.org/en/initiatives/gcp/Global%20Competitiveness%20Report/index.htm> (2009, geraadpleegd op 22 september 2009).

45 basisonderwijs. Wat betreft de instituties kan gezegd worden dat er een lichte verbetering zichtbaar is: Rusland scoort hoger en is enkele plaatsen gestegen in de index. Dit is ook het geval wanneer gekeken wordt naar de infrastructurele gegevens. Vervolgens is ook wat betreft de macro-economische omgeving een lichte verbetering zichtbaar, zowel qua score als ranking. Wanneer ten slotte de data van de vierde pillar bekeken wordt, kan ook hier geconcludeerd worden dat er sprake is van een verbetering, in dit geval in sterkere mate dan bij de voorgaande pillars. Echter, voor alle deelconclusies geldt dat het hier om absolute waarden gaat. Het aantal landen in de GCI is in de periode 2006-2009 namelijk toegenomen van 125 tot 131, wat tot gevolg heeft dat de hierboven genoemde verbeteringen relatief gezien minder sterk zijn. Wanneer de scores van Rusland op een bepaald gebied relatief beter zijn dan die van andere landen, is het mogelijk dat het land stijgt in de index. Echter, absoluut gezien zegt dit niets over de kwaliteit van bijvoorbeeld het basisonderwijs in Rusland, deze is namelijk gezien de score alsnog afgenomen.

Vervolgens zal nu Subindex B, die betrekking heeft op de zogenaamde efficiency

enhancers, aan analyse worden onderworpen. Het gaat hier om de staat van het hoger onderwijs,

de marktefficiëntie en de technologische ontwikkeling. Wanneer ten eerste gekeken wordt naar het hoger onderwijs, valt op dat deze waarden nauwelijks veranderd zijn tussen 2006 en 2009. Rusland scoort gemiddeld 4,38 en blijft daarmee steken op de 46e positie. Dit geeft aan dat er op dit gebied slechts sprake is van minimale verbetering. Wat betreft de marktefficiëntie is absoluut gezien in de afgelopen jaren ook nauwelijks verandering zichtbaar, zowel van verbetering als verslechtering is geen sprake. Echter, relatief gezien is Rusland’s positie verslechterd, gezien het toegenomen aantal landen in de GCI. Ten slotte is op het gebied van technologische ontwikkeling een absolute verbetering zichtbaar, zowel wat betreft score als ranking. Relatief gezien is de verbetering nog steeds aanwezig, zij het minder sterk. Al met al kan gezegd worden dat de kwaliteit van de verschillende componenten van Subindex B in de periode 2006-2009 is toegenomen, al is deze verbetering slechts minimaal. Relatief gezien is de verbetering nog kleiner. Factoren die hiervoor mogelijk een oorzaak kunnen zijn, zullen later in dit hoofdstuk worden besproken.

Ten slotte zal nu naar Subindex C, die informatie geeft over de innovation and

sophistication factors, gekeken worden. Deze derde Subindex bestaat uit slechts twee pillars, die

betrekking hebben op de staat van het bedrijfsleven en innovatie. Wanneer gekeken wordt naar het bedrijfsleven, is zowel wat betreft score als ranking een verslechtering zichtbaar. Rusland scoort in 2009 3,7, terwijl dit in 2006 nog 3,83 was. Dit heeft tot gevolg dat het land in de periode 2006-2009 maar liefst 14 plaatsen is gezakt in de GCI. Wat betreft de laatste pillar, die de mate van innovatie betreft, is wel verbetering zichtbaar. Op dit gebied is de score van Rusland gestegen van 3,28 naar 3,4, wat ook heeft geresulteerd in een stijging in de GCI van de 59e naar de 48e plek. Al met al kan na analyse van de negen pillars gezegd worden dat Rusland in de periode 2006-2009

46 een lichte verbetering heeft laten zien wat betreft de staat van de basic requirements, de technologische ontwikkeling en innovatie. Bij de overige componenten van de GCI is nauwelijks ontwikkeling zichtbaar of scoort het land zelfs slechter. De vraag die hierbij rijst, is dezelfde als bij voorgaande constateringen: hoe is dit te verklaren? Ook hier geldt dat de conclusies aan het eind van dit hoofdstuk nadere toelichting zullen verkrijgen.

Competitiviteit anno 2010

Nu in de voorgaande alinea’s de ontwikkeling van Rusland van de afgelopen jaren uiteen is gezet, zal in dit deel de focus liggen op de meer actuele situatie. Hoe was het afgelopen jaar met de competitiviteit in het land gesteld? En hoe is dit te verklaren? Deze vragen zullen met behulp van een aantal afbeeldingen, afkomstig uit het meest recente GCI-rapport, beantwoord worden. Om te beginnen zal gekeken worden naar onderstaande figuur, die de huidige positionering van Rusland in de GCI weergeeft. In de figuur zijn ook de verschillende pillars, die samen de GCI vormen, zichtbaar. Hierbij valt op dat het aantal pillars in de meest recente publicatie is toegenomen van 9 naar 12. Zo is de market efficiency onderverdeeld in goods market efficiency, labor market

efficiency en financial market sophistication en is de pillar market size toegevoegd. Kortom,

Subindex B is uitgebreid en daardoor een stuk specifieker geworden.145

145 ‘The global competitiveness report 2009-2010’, World Economic Forum,

< http://www.weforum.org/en/initiatives/gcp/Global%20Competitiveness%20Report/index.htm> (2009, geraadpleegd op 22 september 2009).

47

Figuur 11. Toelichting op Rusland’s ranking in de GCI 2009.146

In de figuur is te zien dat Rusland in 2009 de 51e plaats in de GCI bezette, een stijging van zeven plaatsen ten opzichte van 2008. De economie van het land bevindt zich in een stadium tussen

efficiency driven en een innovation driven en is volop in ontwikkeling. De stijging in de GCI dankt

Rusland met name aan de grootte van haar binnenlandse markt en de verbeterende macro-economische stabiliteit. Overigens heeft dit laatste volgens het World Economic Forum vooral te maken met de meevallende olieopbrengsten van de afgelopen jaren.147 Onderstaande figuur, afkomstig uit de in het vorige hoofdstuk reeds aan bod gekomen Expert-400, laat duidelijk zien dat de omzet van Russische bedrijven sterk samenhangt met de ontwikkeling van de olieprijs. Stijgt deze prijs, dan is in de figuur zichtbaar dat ook de omzet van de bedrijven stijgt en omgekeerd geldt eenzelfde verband. 148

146 ‘The global competitiveness report 2009-2010’, World Economic Forum,

< http://www.weforum.org/en/initiatives/gcp/Global%20Competitiveness%20Report/index.htm> (2009, geraadpleegd op 22 september 2009).

147 ‘Russia and the world: scenarios to 2025’, World Economic Forum,

<http://www2.weforum.org/en/initiatives/Scenarios/RussiaScenarios/index.html> (2009, geraadpleegd op 4 januari 2010).

148

‘Annual rating of the largest companies’, Expert Rating Agency, < http://raexpert.org/ratings/expert400/> (2009, geraadpleegd op 6 januari 2010).

48

Figuur 12. Olieprijs bepaalt omzet Russische bedrijven.149

Bovenstaande figuur laat ontwikkelingen op de korte termijn zien. Om echter op de lange termijn zijn competitiviteit te verbeteren, zal Rusland hard aan een aantal structurele zwakheden moeten werken. Deze zwakheden kunnen worden gezien als verklaring voor de uit voorgaande alinea's gebleken overwegend negatieve prestaties van Rusland op het gebied van competitiviteit. Aan de hand van conclusies uit het meest recente GCR, zullen deze negatieve factoren nu worden aangestipt. Vervolgens zullen zij in het volgende hoofdstuk nader uiteen worden gezet en uitgebreid worden geanalyseerd. Wat betreft deze structurele zwakheden, scoort het land ten eerste slecht op het gebied van overheidsefficiëntie: Rusland bezet hier slechts de 116e plek.

Ook wat betreft onafhankelijkheid van het rechtswezen doet het land het slecht, het is terug te vinden op de 109e positie. In het meest recente rapport uit het World Economic Forum duidelijk haar zorgen over de private sector, met name wat betreft de grote rol van de overheid hierin. Op het gebied van bedrijfsethiek scoort Rusland bijvoorbeeld erg slecht, het staat op de 112e plek. Daarnaast zijn zowel de goederen- als de financiële markten volgens internationale standaarden zeer inefficiënt. Op deze gebieden kwam het land in 2009 niet verder dan respectievelijk de 99e en

In document De Russische Federatie (pagina 40-68)