• No results found

Hanna 1 jongen, 2 meisjes

6. Kinderfeestjes in NEMO: Keuzeproces en motieven

6.3 Het keuzeproces

McNeal (1992) stelde dat kinderen toenemend worden gezien als volwaardige consumenten. Het zou daarom logisch zijn als het kind de doorslaggevende keuzemaker is in het keuzeproces voor een kinderfeestje.

Het lijkt voornamelijk het kind te zijn dat de keuze voor het verjaardagsfeestje in NEMO maakt, met de ouders die 2 of meerdere opties voorschotelen. Michelle (moeder uit hoogopgeleid tweeverdienergezin uit Hoofddorp) geeft aan dat zij haar zoon de keuze gaf tussen twee gelegenheden: NEMO en TunFun.

“We zijn toen met hem rond de tafel gaan zitten en toen zei hij dat hij misschien wel wou gaan lasergamen. Nou ja, eh nou dat vonden wij natuurlijk geen goed idee dat is allemaal zo gewelddadig. Hij is nog maar acht jaar oud dus nou ja ik vond dat niet zo leuk. Toen hebben we hem voorgesteld om of naar NEMO te gaan, of naar TunFun. Liever hadden we natuurlijk dat hij NEMO koos omdat het wat leerzamer is dan zo’n stomme speeltuin en ja gelukkig koos hij voor NEMO.”

Ook Kristien (moeder in hoogopgeleid, tweeverdienergezin uit Amsterdam, dochter van 7) gaf haar dochter de keuze. Haar dochter kon kiezen tussen NEMO en de ontdekkingsspeeltuin.

“Ja, nou ja, ik heb haar laten kiezen uit twee. Ze wilde zelf, naar die ontdekkingstuin.. Ze vindt proefjes gewoon heel leuk. Ze is in een wetenschappelijke fase. Dus ik dacht, nou dan is NEMO heel erg leuk, dus een beetje een combinatie van eh, gewoon samen bedacht.”

Kristien en Michelle zijn niet de enigen die hun kind hebben laten kiezen. De meeste ouders laten hun kind kiezen uit twee locaties buiten de deur – een kwestie waarop ik straks terug zal komen.

Het lijkt dus dat de ouders hun kinderen de keuze willen geven, om het zo leuk mogelijk te maken voor het kind, maar zelf bepalen waaruit de kinderen kunnen kiezen. Vaak worden er twee opties geboden waarvan wordt gedacht dat deze verantwoord genoeg zijn voor het kind. Niet iedereen laat zijn kind de doorslaggevende keuze maken. Anne (moeder, hoogopgeleid, tweeverdienergezin, zoon van 7) kwam met een optie waar haar zoon het volgens haar ‘gelukkig mee eens was’. Anne vindt het belangrijk dat een feestje verantwoordelijk is (op cultureel kapitaal en ‘verantwoordelijke feestjes’ wordt zo nog teruggekomen) en wilde daarom zelf de laatste zijn die iets over het feestje te zeggen had.

“Roos: Wat zou u hebben gedaan als Vos het niet eens was geweest met uw keuze voor NEMO, want eigenlijk kunnen we zeggen dat u de doorslaggevende keuzemaker was, toch?

Anne: Ja, dat was ik wel. Ik wil wel wat te zeggen hebben over het feestje. Ik vind het belangrijk dat dat een verantwoordelijk feestje is. Ik denk dat ik dan iets anders zou hebben voorgesteld, maar iets wat nog steeds verantwoordelijk is. Ik lijk wel een verantwoordelijkheids-freak zo he, haha?”

Bij Patricia (moeder uit gemiddeld opgeleid tweeverdienergezin, uit Amsterdam) lag het anders. Zij vond haar zoon (7 jaar) te jong om een definitieve keuze te maken.

Voordat er een doorslaggevende keuze kon worden gemaakt diende er natuurlijk eerst informatie worden vergaard over de verschillende opties. Hoe kwamen de ouders dan aan hun informatie over het kinderfeestje in NEMO? In het onderzoek van McKendrick et al. (2000b) kwamen de respondenten vooral via vrienden aan informatie. In mijn onderzoek lijkt het vooral het internet te zijn. Michelle (moeder in hoogopgeleid tweeverdienergezin uit Hoofddorp, zoon van 8) kwam wel aan de informatie via vrienden.

“Roos: hoe zijn jullie op NEMO gekomen?

Michelle: we hebben het gehoord van vrienden. Die zeiden dat hun kind met een vriendje naar NEMO was gegaan voor een feestje en toen dachten wij dat het ook wel leuk kon zijn voor onze zoon.”

Veel gezinnen zijn al eens met de kinderen in NEMO geweest en vroegen zich af of NEMO dan ook kinderfeestjes aanbiedt. Zij zochten op het internet en vonden daar de gewenste informatie. Jannie (geen betaald werk, laag opgeleid uit Wieringerwerf, moeder van tweeling van 9) doorliep dit keuze-traject.

Roos: Kunt u mij vertellen hoe de keuze voor het verjaardagspartijtje in NEMO tot stand is gekomen?

Jannie: De kinderen waren al eens eerder in NEMO geweest, ja, dat was erg leuk. Ik vond het zo leuk dat de kinderen er gewoon lekker op knopjes konden drukken en lekker aanrommelen. De kinderen zijn natuurlijk een tweeling dus ik wou het lekker in een keer doen, en NEMO is voor meisjes en jongens geschikt dus ik vond dit een goede optie. Dus toen ging ik op internet kijken en toen zag ik dat ze in NEMO inderdaad kinderfeestjes hebben. Dat vond ik leuk dus toen heb ik alles via internet geregeld.

Ook Remke (moeder uit hoogopgeleid tweeverdienergezin uit Amsterdam, moeder van dochter van 7) vond haar informatie via het internet na een eerder bezoek aan NEMO, net als Kristien.

“Remke: Nou, dat is altijd een lange zoektocht naar activiteiten, we wilden voor de eerste keer een keer graag buitenshuis iets doen. Mijn dochter werd 7 in januari en tot die tijd hadden we altijd wat in huis gedaan. Wel eens buitenshuis, maar dan in de tuin. We wilden iets buitenshuis maar wel binnen. Het was natuurlijk winter dus het risico op slecht weer was te groot. Dus ik dacht ja, wat is aardig, ik had op dat moment, ik had eerst nog een optie pottenbakken, maar dat was vol, in Noord. Toen ben ik uiteindelijk bij NEMO uit gekomen. Door zelf na te denken en googlen, daar heb je natuurlijk ook wel

wat van die verjaardagssites. Misschien dat ik er zo op ben gekomen, maar dat weet ik eigenlijk niet precies.”

Remke heeft haar informatie van ‘die verjaardagssites’. Er zijn sites waarop ouders informatie kunnen vinden over de mogelijkheden tot het vieren van een kinderfeestje in Amsterdam, maar ook in andere steden. www.wegmetdekids.nl is hier een voorbeeld van.

Samenvattend

Een mogelijkheid is dat de ouders met hun voorgeschotelde keuze al hebben bepaald welke locaties geschikt zijn voor de socialisatie van hun kinderen en geschikt zijn voor eventuele distinctie van andere ouders. Dit is ook precies wat Otnes, Nelson & McGrath in 1995 schreven. Deze ouders zien wel in dat hun kind ook specifieke wensen heeft en dus meer en meer als consument op de markt gezien kan worden (McNeal, 1992).

Twee ouders hebben zelf de definitieve keuze gemaakt, waarmee we kunnen stellen dat zij hun zoons nog te jong vonden om als volwaardige consument op de markt te zien. McNeal (1992) stelde dat kinderen als consument op de markt worden gezien: McNeal’s bevindingen komen in dit geval niet overeen met deze bevindingen.

In de studie van McKendrick (2000b) verkregen veel ouders hun informatie via vrienden. In die tijd was het internet nog niet zo belangrijk als nu. Nu vergaart een zeer groot deel van de ouders hun informatie over de kinderfeestjes op internet: er zijn zelfs ‘verjaardagssites’, zoals Remke al aankaartte. Deze sites zien waarschijnlijk ook in dat het kind steeds meer invloed heeft op de gezinsconsumptie (McNeal, 1992).

6.4 Motieven

In het theorie-hoofdstuk zette ik drie mogelijke motieven voor een feestje in NEMO uiteen: Gemakzucht, de overdracht van cultureel kapitaal en distinctie van andere ouders. Deze blijken vrijwel allemaal terug te komen in de interviews. Geld lijkt niet echt uit te maken voor ouders in dit onderzoek: ze behoren vrijwel allemaal tot de middenklasse (te zien aan hun inkomens en

opleidingsniveau, zie het methodenhoofdstuk). Dit is juist een teken dat een kinderfeestje in een museum toch vrij duur is en dat mensen uit lage inkomensklassen het niet makkelijk kunnen betalen. Dit is ook te zien aan de run op de Stadspas-aanbieding die NEMO een tijd geleden had: mensen met lage inkomens willen wel een feestje in een museum vieren, maar kunnen dit niet in verband met geldzaken. Bourdieu (1989, 1999) stelt dat mensen met een hogere opleiding, dus vaak een betere baan, graag cultureel kapitaal willen overbrengen op hun kinderen. Deze

mensen zouden dus eerder voor een feestje in NEMO kiezen. Het feestje is voor lagere inkomens blijkbaar ook heel populair. De rol van de overdracht van cultureel kapitaal wordt hierbij

onduidelijk door de monetaire interveniërende variabele. 6.4.1 Gemak

De meest dominante motivatie voor een feestje in een museum lijkt gemak te zijn. Veel ouders hebben geen zin in de stress die bij het organiseren van het kinderfeestje hoort. Het werkende leven is voor veel ouders te zwaar om naast het werk nog een feestje thuis te organiseren. Zij besteden het feestje daarom liever uit. Michelle beschrijft dit eigenlijk het best:

“Roos: waarom hebben jullie niet zelf een feestje georganiseerd?

Michelle: dat hebben we de afgelopen jaren wel gedaan maar JJ krijgt steeds meer vriendjes en vriendinnetjes dus is het lastig om voor zo’n grote groep in ons klein huisje iets te organiseren. Bovendien ben ik laatst weer begonnen met werken dus ik had er geen tijd voor. “

Michelle zegt dat ze geen tijd had om een feestje te organiseren omdat ze net weer is begonnen met werken. Haar man werkt ook. Ze stelt ook dat ze het lastig vindt om wat te organiseren voor veel kinderen in hun kleine huis, waardoor ze hebben gekozen voor een feestje in een faciliteit buiten het huis.

Anneke (alleenstaande moeder van 1 zoon, hoog opgeleid, Amsterdam) vindt het ook fijner om de organisatie van het feestje uit te besteden. Als alleenstaande moeder heeft zij geen tijd om

“Roos: OK, maar zat een feestje elders, of thuis, niet in de overweging?

Anneke: Nee eigenlijk niet. Kijk, thuis wordt ‘m sowieso niet. Ik ben een alleenstaande moeder en ik vind het prettig de invulling van een feestje uit te kunnen besteden en dit te kunnen vieren op een leuke locatie met een aansprekend programma voor kinderen. Ik heb gewoon echt geen tijd om naast mijn werk en zorg voor m’n zoon iets aan een feestje te doen, snap je?”

Niet iedereen besteedt de organisatie van het kinderfeestje uit vanwege tijdsproblemen. Kristien (moeder uit hoogopgeleid tweeverdienergezin, Amsterdam) zegt dat ze gewoonweg geen zin had om een feestje voor haar dochter te organiseren, ondanks dat ze dat wel voorgaande jaren heeft gedaan.

“Ja, dat heb ik wel gedaan de afgelopen paar jaar, dat vond ik ook heel erg leuk, maar het is gewoon heel veel organisatie. Dus ik heb de vijfde verjaardag van Lente had ik een prinsessenfeestje, een vriendin van mij die is actrice, die lag als koningin verkleed bij ons op de bank te slapen, dan moesten ze heel stil zijn. De koningin was in de tuin gevonden, die was daarheen getoverd door een heks en dan moesten ze haar tas gaan vinden thuis met een speurtocht en als ze de tas hadden gevonden konden ze de lakei bellen die kon hem dan ophalen om terug naar Moldavie te gaan. Dus ik doe het ook, voor mij moet er ook echt iets gebeuren. Vorig jaar heb ik een karaokefeest gegeven, heel groot, met karaokeset en lampen en zo, maar dat is gewoon heel veel werk, en daar had ik niet heel veel zin in.”

Het is voor haar geen kwestie van tijdsproblemen, maar puur van gemak. Zij had gewoonweg geen zin meer om echt iets te organiseren, in tegenstelling tot eerdere jaren, en daarom was het makkelijker voor haar om de organisatie uit te besteden aan NEMO. Jannie (geen betaald werk, laagopgeleid, uit Wieringerwerf) had niet veel zin om wat te organiseren voor haar kroost.

“Jannie: Ik hou helemaal niet van verjaardagen en heb dus ook helemaal geen zin om een feestje voor tien kinderen te organiseren. Ik vind het wel leuk dat de kinderen kunnen

genieten van hun eigen feestje dus daarom heb ik voor deze optie gekozen, buiten de deur. En best wel goedkoop ook.”

Jannie heeft geen betaald werk en zit dus niet met Hochschild’s (2003) time bind. In dit opzicht zouden van haar juist denken dat zij een feestje thuis zou organiseren, omdat ze geen betaald werk heeft, maar omdat zij niet van verjaardagen houdt heeft zij ervoor gekozen het feestje uit te besteden.

Patricia (moeder uit gemiddeld opgeleid tweeverdienergezin, uit Amsterdam) stelt twee belangrijke punten aan de kaak: het feit dat mannen het feestje lijken uit te besteden aan hun vrouw, en het feit dat de woonruimte (of eigenlijk het gebrek eraan) het niet toelaat om een groot aantal kinderen te ontvangen, net als Michelle.

“Roos: Was het geen optie voor jullie om wat thuis te organiseren last minute dan? Waarom per se buiten de deur?

Patricia: we hebben een niet heel groot huis, dus daarom. Buitenshuis is gewoon veel fijner, daar hebben we geen rommel van de kinderen en hoeven we het dus niet op te ruimen dat is echt zo lekker. Ik vind het ook echt lastig om kinderen van een jaar of 6 of 7 thuis te vermaken, dat kan ik thuis echt niet, dan moet ik het hele huis op stelten gaan zetten en dat is gewoon niet zo fijn. Bovendien heb ik echt niet zoveel tijd in mijn leven want ik en mijn man werken allebei. Hij besteedt het organiseren van een

verjaardagspartijtje altijd uit aan mij en ik besteed het weer uit aan een organisatie, haha!”

Samenvattend

Het feit dat bijna alle ouders het feestje uitbesteden in verband met tijdsproblemen is in

overeenstemming met Hochschild’s time bind (2003). Deze ouders hebben naast hun werk geen tijd om ook nog een feestje te organiseren. De ‘gemaks-zaak’ van Jannie is echter anders. Zij heeft geen betaald werk en zou dan tijd hebben om een feestje te organiseren. Zij houdt echter

dat sommige moeders geen zin hebben in de stress die bij het organiseren van het kinderfeestje hoort en het daarom uitbesteden. Ook kiezen veel ouders ervoor om de organisatie van het kinderfeestje uit te besteden omdat een feestje thuis veel afval en rommel zou opleveren, ‘het feestje zou het huis op stelten zetten’. Bij een feestje in een faciliteit buiten de deur zou dit probleem niet voorkomen. In Clarke’s (2007) onderzoek was dit ook een veel voorkomende reden om het feestje uit te besteden.

6.4.2 Cultureel kapitaal

In hoeverre vinden ouders het dan belangrijk dat hun kinderen wat leren van het feestje? Ondanks het feit dat ze ervoor kozen het feestje van hun kind te vieren in een museum, was dit niet expliciet omdat ze cultureel kapitaal wilden overbrengen op hun kind. De meeste ouders vonden het voornamelijk belangrijk dat hun kind zich vermaakte tijdens het feestje. Patricia (moeder uit gemiddeld opgeleid tweeverdienergezin, uit Amsterdam) is in mijn onderzoek boegbeeld van dit standpunt:

“Roos: Is het belangrijk voor u als een feestje iets educatiefs heeft? Patricia: Nee, niet echt eigenlijk.

Roos: Kunt u me daar wat meer over uitleggen?

Patricia: Nou, het is toch een feestje? Dan is het de bedoeling dat er gewoon gefeest kan worden, ik bedoel, voor die kinderen niet met alcohol natuurlijk, haha, maar het moet onbezorgd en lekker leuk zijn, dan heb je toch geen zin in hele lessen?”

Voor Patricia is het kinderfeestje voornamelijk een manier voor kinderen om plezier te hebben met hun vriendjes en vriendinnetjes. Ze staat zelfs vrij negatief tegenover educatieve elementen in het feestje en ziet NEMO hier meer als een vermakelijke optie, in plaats van een educatieve optie.

Naast Patricia zijn er ook ouders voor wie het educatieve element wel een leuke bijkomstigheid is van het feestje in NEMO, maar voor wie het geen expliciete voorwaarde was bij het kiezen voor NEMO. Deze ouders maken eigenlijk de meerderheid uit.

Anneke vierde het feestje van haar zoon voor de tweede keer in NEMO. Voor haar was het geen harde voorwaarde dat het feestje een educatief tintje bevat, maar het is echter wel een goede bijkomstigheid.

“Roos: u zegt dat het feestje ook leerzaam was. Is dat belangrijk voor u?

Anneke: Niet per se hoor. Voor mij is dat niet echt een voorwaarde bij het kiezen van een locatie, maar het is altijd mooi meegenomen.”

Kristien zag dat haar dochter in een ‘wetenschappelijke fase’ zat, en gaf haar dochter daarom twee keuzes: NEMO en een Ontdekkingsspeeltuin. Zij vindt het wel leuk als een feestje iets extra’s meegeeft.

“Roos: Maar het is niet van het, dat jullie uit principe haar, zeg maar, haar mee naar een museum meenemen, omdat jullie het belangrijk vinden dat ze er wat leert.

Kristien: Ja, maar het moet wel aansluiten bij wat zij wil. Dus ik zal haar niet tegen haar zin meenemen naar een postzegelmuseum of zo. Maar als ik merk dat zij heel erg ergens mee bezig is, dan neem ik haar mee. Ik merk op dit moment dat ze heel erg bezig is met hoe de aarde in elkaar steekt, echt letterlijk wat NEMO doet, dus gewoon hoe de wereld in elkaar zit, en dan vind ik het heel erg leuk om daar op in te spelen. Dus daarom is het nu belangrijk voor mij. Met haar zusje zal ik dat nu nog niet doen, gewoon omdat die er nog helemaal niet mee bezig is.

Roos: Maar, samenvattend op het educatieve: het is wel belangrijk voor jullie als ouders? Kristien: Ja. Het is extra leuk, het is leuk als je kind dat zelf aangeeft. Ik dring het niet op.”

Kristien en Anneke zijn niet de enige ouders die dit standpunt hebben. Zo is er Jannie die het volgende zegt:

“Roos: Is dat leerzame heel belangrijk geweest in jullie keuze voor NEMO?

Jannie: Nee dat niet maar het is wel heel leuk dat je die twee elementen in NEMO wel hebt. Het is leuk om te doen en tegelijk leerzaam. We willen zeker als gezin nog een keer gaan om alles lekker op ons dooie gemakje nog een keer te bekijken.”

Er is ook de keuze voor NEMO puur omdat het leerzaam is. We hebben het geval van Anne al gezien, die het belangrijk vond dat het feestje iets ‘verantwoordelijks’ had. Ook Iris (moeder uit hoogopgeleid tweeverdienergezin uit Purmerend, moeder van dochter van 8) was op zoek naar een nuttig en leerzaam feest voor haar kind.

“Roos: Kunt u vertellen hoe de keuze voor een verjaardagspartijtje in NEMO tot stand is gekomen?

Iris: Nou, zo ongeveer 2 maanden van tevoren bedachten we ons dat Lisa bijna jarig was en dat ze een feestje moest geven, want dat lijkt wel een soort van verplichting te zijn tegenwoordig. Lisa is echt heel leergierig en daarom wilden we een nuttige en leerzame tijdsbesteding. NEMO is met de bus vanuit Purmerend heel goed bereikbaar, dus was de keuze snel gemaakt. Lisa zei meteen volmondig ja toen we NEMO als optie gaven, ze was er ook al wel eens geweest. Informatie over de kosten en zo hebben we toen via de website gevonden, wat best wel een opgave was trouwens, dat was best lastig.”