• No results found

Het formuleren van een ontwerphouding

In document Gront (pagina 35-44)

Formuleren maatschappelijk standpunt

Zoals in de inleiding vermeldt staat, is het doel van dit onderzoek het formuleren van een gegronde ontwerphouding. Vanuit de geschiedenis is te concluderen dat een succesvolle ontwerphouding moet aansluiten op de ontwikkelingen in de maatschappij. Alvorens een ontwerphouding voor de maatschappij van nu en de toekomst te kunnen formuleren, moet ik eerst belangrijke ontwikkelingen in de huidige maatschappij benoemen. Dit is mogelijk vanuit de bespreking van de twee invalhoeken in het hedendaagse ontwerp. Hierbij concentreer ik mij op twee kernpunten die, vanuit de bespreking van het grafische ontwerp van nu, zeer van belang zijn gebleken in onze maatschappij en daarmee twee algemene ontwerphoudingen teweeg hebben gebracht. De vooruitgang van de techniek en het belang van individuele identiteit. Vanuit een bespreking zal ik hierover een mening vormen die ik later kan gebruiken om een persoonlijke, algemene ontwerphouding te formuleren. Belangrijk is het te onderstrepen dat het hier om een persoonlijke visie gaat.

De rol van techniek in onze maatschappij

De vooruitgang van de techniek is naar mijn mening zeer bepalend voor de huidige maatschappij. Sinds de Tweede Industriële revolutie is de techniek steeds bepalender voor onze leefomgeving. Dit is met name het geval sinds de Derde Industriële revolutie; de komst van de computer. Naast de toepassing in fabrieken en bedrijven is de Personal Computer nu ook sterk aanwezig in ons privé-leven. De vooruitgang van de techniek heeft veel voor de mensheid gedaan en is daardoor eenvoudigweg niet meer weg te denken. Het wordt sinds het begin van de vorige eeuw gezien als de oplossing voor problemen in de maatschappij. Ons gereedschap, dat bedacht is door onze intelligentie, is uiteindelijk ook hetgeen dat ons van dieren onderscheid. Volgens mij is het niet gek om te zeggen dat de techniek ons nieuwe geloof is. Mensen lijken tegenwoordig net zo afhankelijk van de techniek, als dat ze waren van God een eeuw geleden.

Naast het houvast en de goede ontwikkelingen die de techniek ons gegeven heeft, zijn er echter ook genoeg nutteloze producten op de markt gekomen. En deze markt is daar ook voor verantwoordelijk. De commerciële toepassing van de techniek maakt de vooruitgang mogelijk

en verbetert onze welvaart. Keerzijde daarvan is dat mensen het nut van producten uit het oog verliezen, puur en alleen om geld te verdienen. Vaak wordt vraag gewoon gecreëerd. De commercie blijkt ontzettend succesvol in het aanpraten van apparaten die we eigenlijk iet nodig hebben. Tien jaar geleden had niemand een mobiele telefoon nodig, nu heeft iedereen er een. Gemak lijkt hierbij het sleutelwoord. De mens hoeft steeds minder te doen, sinds de komst van de machine.

Naast nutteloze producten zijn er natuurlijk nog veel meer redenen aan te geven, waarom de mens niet heilig moet geloven in de huidige techniek. Onze levenbron, de natuur, heeft het vooral te ontgelden door onze techniek. Uitlaatgassen, houtkap, bedreiging van diersoorten, we kennen de onderwerpen maar al te goed.

Er worden dan ook oplossingen voor ontwikkeld, wind-, en zonne-energie, zuinigere auto’s, maar toch lijkt die ontwikkeling een stuk langzamer te gaan dan mogelijk is. Er zijn blijkbaar nog te veel mensen die goed verdienen aan de oude manieren van doen, om het zomaar op te geven. Het is aan de mens om er voldoende aandacht op te vestigen. Op het moment lijkt de grootste groep mensen echter materialistisch in plaats van socialistisch te zijn.

Waar gaat deze technologische vooruitgang naartoe? Wordt onze omgeving één grote computer en hoeven we straks ons huis niet meer uit omdat alles via de afstandsbediening kan? Ik ben van mening dat de mens het niet zo ver zal laten komen. Ik denk dat juist doordat de computer steeds aanweziger wordt in alle facetten van het leven, er juist weer aandacht komt voor alles wat geen machine is. Steeds meer mensen moeten overdag werken achter een computer. In hun vrije tijd blijven mensen de natuur mooi vinden, het staat lijnrecht tegenover het koude, machinale uiterlijk waar we steeds vaker mee te maken hebben. We zijn zelf géén machines. En laten we eerlijk zijn, we zijn afhankelijker van de natuur dan van de technologie. Ik denk dat steeds meer mensen dat gaan inzien. In plaats van de technische vooruitgang, denk ik dat er meer aandacht gaat komen van wat ons echt mens maakt, onze natuur.

Het belang van het individu

Vanaf de jaren zestig hebben wij ons losgemaakt van het idee dat we als mensen één groep zijn. We zijn tot het inzicht gekomen dat wij allemaal onze eigen verschillen hebben en hebben de vrijheid verkregen om onze eigen keuzes te maken. In deze tijd echter is dit individugericht denken te extreem geworden en merken wij de nadelen van dit uitgangspunt. Er zijn mijns inziens twee algemene redenen voor het nog steeds groeiende belang van eigen individuele identiteit te benoemen. Ten eerste de invloed van de consumptiemaatschappij. Het commerciële denken van de consumptiemaatschappij is gericht op concurrentie; het recht van de sterkste. Dit betekent geen medelijden hebben met je concurrent en oog voor je eigen welzijn. Er ligt dus een sterk egoïsme aan ten grondslag. Ten tweede het toenemende multiculturalisme. Bevolkingsgroepen en culturen mengen steeds meer binnen één land. Het gevolg daarvan is dat iedereen bang is zijn eigen cultuur of identiteit te verliezen. Waardoor iedereen halsstarrig laat zien welke cultuur hij/zij aanhangt. Dit is ook weer een vorm van concurrentie. Deze twee oorzaken zorgen voor negatieve gevolgen binnen de huidige maatschappij.

Uit concurrentie binnen de consumptiemaatschappij blijkt dat iedereen gericht is op eigen welvaart. Dit lijkt voor sommige mensen het enige doel in het leven. Hetgeen niet slecht te begrijpen is, dit is de huidige manier van overleven in onze commerciële wereld. Je moet werken om geld te verdienen en een plaats te hebben waar je kunt slapen. Je bent het grootste deel van je leven aan het werken, om in je vrije tijd te consumeren. Wanneer de eigen welvaart bewerkstelligd is, gaat het echter vooral om nog meer consumeren. Wat we nogal eens vergeten, is dat wij de welvaart nu wel hebben, maar het grootste deel van de wereld nog lang niet. Door de onafhankelijkheid lijken mensen een echt doel te missen, behalve eigen welvaart. Dit is ook hetgeen dat de commerciële boodschap voor ogen heeft. De reclame roept op tot consumeren om gelukkig te zijn. Dit perfecte beeld wat geschetst wordt is niet reëel, maar dat wordt vaak vergeten door de mens, die zich onzeker laat praten over de eigen situatie. Dit kun je zien in de toenemende plastische chirurgie. De mens wil zo onnatuurlijk perfect zijn als in de reclame. Hierdoor vergeten we dat de mens eenvoudigweg niet perfect is.

De verschillende culturele identiteiten binnen een samenleving zorgen nog al eens voor conflicten. Dit ligt volgens mij aan een gebrek aan inzicht. De meeste mensen zijn zo druk bezig met eigen welvaart en identiteit, dat ze niet weten hoe het er in andere culturen aan toe gaat.

Het enige wat we weten is dat met onze huidige vrijheid, alles mogelijk is. Maar doordat wij niet weten waar iedereen zich mee bezig houdt, worden we bang voor al het onbekende. Dat is de reden waarom er nu een moeilijke relatie ontstaat tussen Islamieten en een groot deel van de rest van de bevolking. Wij gaan af op informatie uit de media, zonder te vragen hoe het er echt aan toegaat en we lijken van mening dat de uitwassen typerend zijn voor de gehele cultuur. Verbazingwekkend genoeg zijn wij nogal gericht op de verschillen van mens tot mens, terwijl we eigenlijk onze overeenkomsten als uitgangspunt zouden moeten nemen. Verschillen als uitgangspunt is in werking gezet in de jaren zestig, maar dit was wel bedoeld vanuit een sociale bedoeling, hetgeen nu verdwenen lijkt te zijn.

Een extreem individu gerichte samenleving is niet de oplossing, ontdekken we langzamerhand. Mensen moeten weer één samenleving gaan vormen. Deze plannen worden ook gesmeed in de huidige politiek. Niet alleen Europa moet verenigen, in het binnenland is dat ook noodzakelijk. Dit was in Nederland ook de leus na de moord op Theo van Gogh. Het andere uiterste: één bevolking, een ‘Wij’ zonder verschillen, werkt echter ook niet. Dit is uit de naoorlogse geschiedenis op te maken, uniformiteit zorgt voor onvrede. De uitdaging voor de maatschappij ligt dus in een eenheid vormen, met respect voor verschillen.

Mijn ontwerphouding

In deze tijd waarin de meeste mensen geen duidelijke doelen meer stellen, behalve de eigen welvaart, vind ik het des te belangrijker om dit wel te doen binnen het grafische ontwerp. In welvarende landen lijkt de samenleving in een consumerende slaap te zijn gevallen, terwijl er toch nog genoeg te verbeteren valt. Is het niet in eigen land, dan wel in de rest van de wereld. Om de mens wakker te schudden en weer socialer te laten denken, lijkt het me ten eerste nodig om kritischer te zijn op onze consumptiemaatschappij. Door bijvoorbeeld meer aandacht te besteden aan de negatieve gevolgen van het commerciële denken. Wat is het nut van een nog grotere TV, wanneer het geld dat je daarvoor uitgeeft, in andere landen veel beter gebruikt kan worden. Ik wil niet de hele welvaart afschaffen, maar ik ben van mening dat het in ieder geval af en toe sociaal nuttig besteden van geld voor veel intenser persoonlijk geluk kan zorgen.

Hoe vertaal je deze kritiek in het grafische ontwerp? Het belangrijkste lijkt mij het om als grafisch ontwerper kritisch te zijn op de manier waarop je grafisch ontwerp toepast. In het verleden hebben grafisch ontwerpers talloze bedrijven geholpen, die later bezig bleken te zijn met mensonterende zaken. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de kinderarbeid in oosterse landen, waar fabrikanten als Nike gretig gebruik van maakten. Naast deze kritische houding tegenover hetgeen je communiceert, vind ik dat die kritiek ook terug mag komen in het vormgebruik. De machinale, zakelijke vormgeving van het Modernisme lijkt mij dus niet geschikt. Zoals eerder besproken verwacht ik een herwaardering van de natuurlijke vormen door de mens in zijn steeds technischere omgeving. Het toepassen van een menselijke of natuurlijke imperfectie in ontwerp lijkt mij een goed streven in een ontwerphouding en ik verwacht dat het in de toekomst gewaardeerd zal worden in de maatschappij. Deze imperfectie kan bereikt worden door het integreren van handwerk. Het is echter niet de bedoeling om de techniek volledig af te zweren. De techniek heeft ook binnen het grafisch ontwerp voor goede ontwikkelingen gezorgd, het moet het grafisch ontwerp echter niet bepalen, net zoals in de maatschappij. De techniek moet een gereedschap blijven, niet ons werk dicteren.

Dit gebruik van handwerk in bijvoorbeeld handgemaakte illustraties en letters heeft naar mijn mening nog een voordeel.

Ondoordacht ontwerp beschikt, door de PC, over de mogelijkheid om zich een Modernistisch uiterlijk aan te meten. Het goede idee is dan het enige dat onderscheidt van het slechte ontwerp, omdat de machinale perfectie in vorm voor elke hobbyvormgever bereikbaar is. Zo kan het in ieder geval

door de doorsnee kijker als professioneel gezien worden. Meer handwerk lijkt me dus een goede manier om het goede van het slechte ontwerp te onderscheiden. Het kan een soort handtekening van goed, kritisch ontwerp worden.

Daarmee laat het ook zien dat het door een ontwerper gemaakt is, dus toont het een duidelijke subjectiviteit. Objectieve communicatie is naar mijn mening namelijk onmogelijk. Wanneer communicatie ontworpen wordt, wordt dat naar de mening van de ontwerper gedaan. Objectief ontwerp is volgens mij dus alleen maar schijn, het is net zo goed een stijlkeuze. Laten zien dat het ontworpen is, is volgens mij de enige manier om de waarheid te communiceren. De boodschap moet duidelijk zijn, maar de brenger van die boodschap ook. Er bestaan altijd meerdere waarheden, afhankelijk van diegene die het vertelt. Dit is ook een manier om de wereld een eerlijk uiterlijk te geven, in plaats van de mooimakerij die reclame heet.

Het goed combineren van handwerk en techniek heeft nog een voordeel binnen het grafische ontwerp. Het kan ook een oplossing zijn om ontwerpers te verenigen, zonder ze in een uniform uiterlijk te dwingen. Wanneer je het aspect handwerk als enige stijlovereenkomst gebruikt, creëer je een zekere uniformiteit met behoud van individuele identiteit. Het is allemaal handwerk, maar geen handwerk is hetzelfde. Dit is de reden waarom het van goed ontwerp zal getuigen. Het is niet na te maken, hetgeen niet snel het geval is bij een digitale vormentaal. Doordat iedereen de beschikking heeft over dezelfde computerprogramma’s.

Ik betwijfel echter of deze sociale, idealistische ontwerphouding het zal overleven in de huidige commerciële wereld. Daarvoor zijn genoeg redenen te vinden in de geschiedenis. Wanneer de commercie zijn intrede doet is er weinig ruimte meer voor sociale expressiviteit. Handgemaakt werk kan zijn duidelijkheid verliezen en niet functioneel blijken en wanneer het ontwerp alleen mooi is en niet werkt, zal het niet snel voor commerciële toepassing geschikt zijn. Daarom wil ik duidelijk vermelden dat het alleen om kritiek gaat op de techniek en consumptiemaatschappij, niet het afzweren daarvan. Door alleen van de computer gebruik te maken als gereedschap om het ontwerp duidelijk te maken, lijkt het mij mogelijk de stijlovereenkomst handwerk functioneel toe te passen. De menselijke imperfectie kan, naar mijn mening, heel subtiel gebruikt worden.

Toch blijft het de vraag of commerciële bedrijven zo’n

ontwerphouding willen gebruiken en dat is nodig wanneer je het boven het subcultuurniveau wilt tillen en de ambitie hebt de vormgeving van onze

maatschappij te bepalen. De oplossing lijkt mij te liggen in het verenigen van ontwerpers onder een label. Wanneer je als ‘vereniging’ hard kunt maken dat jij wél ethisch verantwoord ontwerp aflevert, kun je volgens mij vraag creëren bij de doelgroep en daarmee bij commerciële instellingen. Misschien wordt de mensheid uiteindelijk zelf kritischer op de reclame, dat zou in ieder geval gunstig zijn voor deze ‘ontwerpstroming’. Misschien dat mensen uiteindelijk niet meer gevoelig zijn voor het perfecte beeld dat geschetst wordt door reclame en uiteindelijk meer geïnteresseerd raken in de harde realiteit, de imperfecte realiteit.

Kort samengevat streef ik in deze ontwerphouding naar directe eerlijkheid in communicatie en natuurlijke imperfectie in vorm. Die ontwerphouding moet zo als het ware één gezamenlijk doel scheppen. Volgens mij zou dit een goede verbetering zijn in het uiterlijk van de wereld. Dit is naar mijn mening geen nieuwe ontwerphouding, deze sociale, kritische insteek bestaat al sinds de jaren zestig. Het is alleen nog nooit gelukt om de overhand te krijgen, doordat de consumptiemaatschappij alleen maar gegroeid is, ondanks de protesten ertegen. Deze

ontwerphouding kan naar mijn mening succesvol zijn, ervan uitgaand dat de mens het machinaal perfecte uiterlijk van de wereld beu wordt en kritischer wordt op de consumptiemaatschappij en zijn perfecte reclame. Waardoor deze ontwerphouding voor commerciële doeleinden toegepast kan gaan worden. Zelfs wanneer dit echt gebeurd is het geen garantie voor succes, dat realiseer ik mij ten zeerste. Het hangt volledig af van de heersende mentaliteit in de maatschappij. Toch ben ik ervan overtuigd dat dit goede, gegronde uitgangspunten zijn voor een beginnend grafisch ontwerper in de steeds verder overheersende consumptiemaatschappij.

Bronnenlijst

Boeken

- ‘Graphic Design for the 21st Century’

Charlotte & Peter Fiell, Taschen 2003 - ‘Graphic Design 20th Century’

Alston W. Purvis en Martijn F. Le Coultre, BIS 2003 - ‘Dictionary for Graphic Design and Designers’

Thames and Hudson 2003

- ‘Een Eeuw Grafische Vormgeving in Nederland’

Kees Broos en Paul Hefting, derde druk Atrium 2001 - ‘A Century of Posters’

Martijn F. Le Coultre en Alston Purvis, V+K Publishing 2002 - ‘Copyproof; a new method of design education’

Hugh Boekraat, 010 Publishers Rotterdam, 2000 - ‘Sagmeister’

Peter Hall, Booth-Clibborm Editions, 2001

Teksten

- ‘Tijdschrift Forum, leesoefeningen tussen de regels’

Ewan Lentjes

- ‘Lezing grafische navigatie en oriëntatie’

Ewan Lentjes januari-februari 2004 - ‘Ontwerpers zijn geen denkers’

Ewan Lentjes - ‘Type-Typografie’

Jan Vermeulen

Websites

In document Gront (pagina 35-44)