• No results found

Herkomst-bestemmingsmatrices

De herkomst-bestemmingsmatrices zijn afgeleid uit het provinciaal verkeersmodel Oost-Vlaanderen. Uit het provinciaal verkeersmodel werden voor een gemiddelde werkdag de uurmatrices van 8u-9u (voor de ochtendspits) en 17u-18u (voor de avondspits) geëxporteerd.

Het beschouwde snelwegennetwerk is volledig uitgerust met dubbele lussen op de op- en afritten en op de doorgaande richtingen in de complexen en knooppunten. Het gedeelte van de R4 tussen de B402 en de B403 is voor het grootste gedeelte niet uitgerust met dubbele lussen waardoor de microsimulatie op dat deel minder nauwkeurig is. Aan de hand van de telgegevens is een representatieve dag geselecteerd: dit is een ‘normale’

werkdag, waarop het filebeeld overeenkomt met dat van een gemiddelde werkdag en er dus geen (groot) ongeval gebeurde. Deze referentiedag is voor de ochtendspits dinsdag 16 juni 2015 en voor de avondspits vrijdag 12 juni 2015. Om de volledige opbouw en afbouw van de file in het volledige netwerk te kunnen weergeven, wordt de ochtendspits gesimuleerd van 7u tot 10u en de avondspits van 15u tot 19u30.

Aan de hand van de uurmatrix en de verkeerstellingen worden 5-minuten-matrices opgesteld voor drie voertuigcategorieën: personenwagens, lichte vrachtwagens en zware vrachtwagens.

De voertuigcategorie ‘personenwagens’ is verder onderverdeeld in drie subcategorieën: trage auto’s, gewone auto’s en snelle auto’s naargelang het gedrag (volggedrag en invoeggedrag) en de voertuigeigenschappen (gewenste snelheid, acceleratievermogen), iets meer of minder bedragen dan de gemiddelde waarden voor deze parameters.

3 EVALUATIE MICROSIMULATIEMODEL HOOFDWEGENNET GENT (BASISJAAR 2015): METHODIEK

In het volgende hoofdstuk worden de resultaten besproken van het microsimulatiemodel hoofdwegennet Gent (basisjaar 2015) respectievelijk voor de ochtendspits en de avondspits. Hieronder wordt eerst toegelicht op basis van welke methodiek het microsimulatiemodel beoordeeld wordt.

De resultaten worden weergegeven per snelweg:

• E40 tussen het complex Drongen en het complex Wetteren in beide rijrichtingen

• E17 tussen het knooppunt Destelbergen en het complex De Pinte in beide rijrichtingen

• Parallelbaan van de E17 tussen knooppunt Gent-Centrum en knooppunt Zwijnaarde richting Kortrijk

• R4 tussen de B403 en het knooppunt Destelbergen in beide rijrichtingen

De resultaten van de microsimulatie worden beschreven aan de hand van XT-plots, intensiteiten, reistijden en voertuigverliesuren.

XT-plots

De resultaten worden geëvalueerd op basis van figuren (XT-plots) waarin de snelheid (kleur) wordt weergegeven in functie van de tijd (x-as) en de plaats (y-as). Op deze manier zijn de knelpunten zichtbaar, zowel begroot in tijd, plaats als amplitude. Groene kleuren duiden op hoge snelheden terwijl lage snelheden met rood-paars-zwarte kleuren worden aangegeven. De voertuigen rijden van linksonder in de figuur schuin naar rechtsboven. File ontstaat op een bepaalde locatie en groeit vervolgens stroomopwaarts aan, tegen de rijrichting in (van linksboven schuin naar rechtsonder).

Het waargenomen verkeersbeeld wordt telkens links weergegeven en het verkeersbeeld uit de microsimulatie rechts. Een voorbeeld van dergelijke XT-plots is terug te vinden in onderstaande figuur.

Figuur 2: voorbeeld van een XT-plot

In de microsimulatie wordt om de 500m een meetpunt aangebracht zodat om de 500m de snelheid bemeten wordt. In de geobserveerde situatie zijn er meestal slechts meetpunten ter hoogte van de complexen en knooppunten. Daarom wordt de snelheid in de geobserveerde toestand geïnterpoleerd tussen de verschillende meetpunten. Hierdoor krijgt de XT-plot van de geobserveerde situatie een veel meer uitgemiddeld beeld dan een XT-plot van de simulatie.

Bovendien is er een verschil in de manier waarop de gemiddelde snelheden berekend worden. In de geobserveerde toestand wordt de gemiddelde snelheid berekend als het harmonisch gemiddelde, waardoor er

Wetteren Merelbeke Zwijnaarde Sint-Denijs-Westrem Drongen

700 715 730 745 800 815 830 845 900 915 930 945

E40 richting Oostende

700 715 730 745 800 815 830 845 900 915 930 945

E40 richting Oostende

meer belang gehecht wordt aan de lagere snelheden. In de microsimulatie wordt gebruik gemaakt van het rekenkundig gemiddelde om de gemiddelde snelheid te bepalen. Hieruit volgt dat de resultaten weergegeven in de observaties steeds lagere snelheden zullen weergeven dan deze berekend in de simulatie (waarbij het verschil toeneemt naarmate er grotere snelheidsfluctuaties zijn binnenin het 5 minuten interval waarover de snelheden uitgemiddeld worden). Het gaat dan echter enkel om een verschillende verwerking van de resultaten, niet (noodzakelijk) om de resultaten zelf. Hier dient rekening mee gehouden te worden bij de evaluatie van de resultaten.

Intensiteiten

Naast XT-plots is ook voor alle wegvakken een vergelijking van de intensiteiten op 5 minuutbasis in de simulatie ten opzichte van de geobserveerde toestand gemaakt. Een voorbeeld (op het wegvak op de E40 richting Brussel ter hoogte van het complex Drongen) is terug te vinden in onderstaande grafiek.

Grafiek 1: voorbeeld van een vergelijking van intensiteiten tussen telling en simulatie op E40 richting Brussel ter hoogte van het complex Drongen

Reistijden

Verder wordt ook telkens een overzicht gegeven van de reistijden en worden deze vergeleken met geobserveerde reistijden. De geobserveerde reistijden worden bepaald uit de gemeten snelheden aan de hand van dubbele lussen. De reistijden uit de simulatie zijn een gevolg van de verkeersafwikkeling die zelf een gevolg is van de verkeersdrukte en parameterinstellingen. Deze resultaten dienen louter ter validatie van de simulatie.

Onderstaande figuur geeft een voorbeeld weer van de reistijdresultaten. In het blauw worden de waargenomen reistijden weergegeven en in het oranje de overeenkomstige waarde uit de microsimulatie.

Grafiek 2: voorbeeld van een vergelijking van de waargenomen reistijden en de simulatie

Voertuigverliesuren

Ten slotte worden ook nog de voertuigverliesuren op de verschillende trajecten weergegeven. Hiermee wordt bepaald hoeveel tijd er ingevolge vertraagd verkeer of file (snelheid lager dan 90% van de toegelaten snelheid in de bestaande toestand) wordt verloren door alle voertuigen samen. Hiermee wordt zowel de lengte als de duur van de files in rekening gebracht, alsook het aantal betrokken voertuigen en hun snelheid in de file.

Deze resultaten worden enkel weergegeven ter informatie voor de vergelijking met toekomstige scenario’s.

Grafiek 3: voorbeeld van voorstelling voertuigverliesuren

De reistijden en voertuigverliesuren worden voorgesteld voor volgende trajecten:

• = Drongen ↔ Zwijnaarde in beide richtingen

• = Zwijnaarde ↔ Wetteren in beide richtingen

• = De Pinte ↔ Zwijnaarde in beide richtingen

• = Zwijnaarde ↔ Destelbergen in beide richtingen

• = U.Z. Gent → Zwijnaarde op de parallelweg

• = Ledeberg → Zwijnaarde op de B401 en de parallelweg

• = Merelbeke ↔ Destelbergen in beide richtingen

Figuur 3: beschouwde trajecten voor de reistijden en voertuigverliesuren

4 EVALUATIE MICROSIMULATIEMODEL HOOFDWEGENNET

GENT (BASISJAAR 2015): RESULTATEN