• No results found

4.3 Verbondenheid en identificatie met Amsterdam

4.3.1 Herinneringen, contacten en een gemengde cultuur

Antonsich (2010) verdeelt het gevoel van verbondenheid met een plaats, place-belongingness, in vijf verschillende subcategorieën: autobiografische, relationele, culturele, economische en juridische factoren.

Negen van de elf respondenten noemen autobiografische factoren als een van de redenen dat zij zich met Amsterdam verbonden voelen of zich er thuis voelen. Zij noemen onder andere herinneringen aan hun eigen jeugd, familiegeschiedenis, of ervaringen op latere leeftijd als voorbeelden van autobiografische factoren. Zij beschrijven hoe deze ervaringen en herinneringen ervoor zorgen dat Amsterdam vertrouwd en veilig voelt. Hier herkennen zij veel plekken omdat zij er bepaalde gebeurtenissen hebben meegemaakt, wat bijdraagt aan het gevoel van thuis zijn in Amsterdam. De herinneringen staan voor een deel ook los van etniciteit, en zorgen eerder voor verbinding op basis van andere gedeelde aspecten zoals op dezelfde basisschool zitten of in dezelfde wijk buitenspelen. De respondenten zetten er wel de kanttekening bij dat deze herinneringen bijdragen omdat het bijna allemaal positieve herinneringen zijn. Şerife beschrijft bijvoorbeeld hoe herinneringen in haar opduiken als zij door Amsterdam loopt en Alia benadrukt dat juist de leuke herinneringen dat thuisgevoel in Amsterdam uitmaken:

“…hier in Amsterdam voelt het toch, als ik bijvoorbeeld over straat loop, dan denk ik van he

hier heb ik dit meegemaakt of hier heb ik vroeger gespeeld of dit was mijn basisschool en dat zijn wel leuke herinneringen die dan naar boven komen die bij een andere stad niet zou krijgen.” (Şerife, 22, Turkse achtergrond)

“Maar het is natuurlijk ook, je hebt natuurlijk heel veel herinneringen van je jeugd. En als je

een hele leuke jeugd hebt gehad op straat etc dan maakt dat een thuisgevoel ook. Voor mij dan.” (Alia, 24, Marokkaanse achtergrond)

Alle elf respondenten benoemen de aanwezigheid van familieleden en vrienden in Amsterdam als een relationele factor in het thuisvoelen in Amsterdam. De meningen zijn verdeeld over of familie of vrienden hierbij van groter belang zijn, of dat beiden even belangrijk zijn. Zowel bij vrienden als familie benoemen de respondenten dat zij zich met deze mensen op hun plek voelen, geaccepteerd

voelen en het idee hebben zichzelf te kunnen zijn. Omdat hun familie en voor het grootste deel ook hun vrienden in Amsterdam zijn dragen zij bij aan het gevoel van verbondenheid met Amsterdam.

“…ik voel me, in Amsterdam voel ik me echt op m’n plekje en eh ja, gewoon omdat familie

hier woont, en vrienden en ja. [] …ik zou het niet zo erg vinden als ik minder vrienden heb bijvoorbeeld in Amsterdam, dus op zich voor mij maakt het niet zo veel uit. Familie is belangrijker” (Halima, 19, Marokkaanse achtergrond)

“Ja vooral die vriendengroep denk ik. ja want zij zijn ook heel erg betrokken, die zijn ook met,

de meeste, Nederlandse mentaliteit opgevoed zijn, zoals ik, in mijn geval. En ik word ook gewoon heel erg warm geaccepteerd, er is gewoon een hechte band, en dat helpt ook mee.” (Emine, 23, Turkse achtergrond)

De belangrijkste culturele factor is taal (Buonfino & Thomson, 2007). Deze factor is echter door geen enkele respondent genoemd in de context van zich verbonden voelen met Amsterdam. Zeven respondenten gaven eerder aan dat zij zich op cultureel vlak verbonden voelde met een overkoepelende Amsterdamse cultuur waarbinnen ruimte is voor invloeden uit andere culturen, zoals Turkse en Marokkaanse culturele eigenschappen, normen en waarden. Zo benoemd Aicha dat culturele elementen uit Marokko in Amsterdam nagebootst kunnen worden, waardoor zij Marokko niet mist:

“…ik ben zoals ik zei Marokkaans, ik ben moslim. Ik ben hier wel geboren, maar ik kom

bijvoorbeeld mijn hele leven al in Marokko, een islamitisch land, en ik ben in heel veel andere islamitische landen ook geweest, en dat stukje achtergrond zeg maar, al die onderdelen van een bepaalde cultuur, die kunnen we hier gewoon heel makkelijk nabootsen eigenlijk, vandaar dat ik zei ik mis eigenlijk niks. En ik denk dat vele dat met mij zeggen.” (Aicha, 23,

Marokkaanse achtergrond)

“Ja, tenminste wat mij opvalt is dat het [de gemixte culturele invloeden] in Amsterdam wel

sterk aanwezig is. En dat er op basis daarvan weer een eigen cultuur is ontwikkeld in Amsterdam, die ik wel heel erg kan herkennen. Dat kan natuurlijk te maken hebben met dat ik hier gewoon woon en ben opgegroeid. Maar ik merk wel dat het, dat ondanks alle verschillen die er zijn hier in Amsterdam dat het wel weer een soort van overkoepelende cultuur is geworden.” (Fatma, 22, Marokkaanse achtergrond)

Twee respondenten geven aan dat zij de Amsterdamse cultuur verweven vinden met de Nederlandse cultuur en dat beide bijdragen aan het gevoel van Amsterdammer zijn. Zo beschrijft Elif waarom zij zich Amsterdammer voelt en vertelt hoe het ontwikkelen van dit aspect van identiteit een proces is geweest waarin de Nederlandse en de Amsterdamse cultuur van belang zijn:

“Maar dat is ook iets wat ik zelf met de tijd heb gevormd denk ik. Want ik begon op een

gegeven moment ook zelf interesse hebben denk ik. Ik benadruk dan meer de Nederlandse cultuur hier erbij. En Amsterdam komt daarbij ook kijken.” (Elif, 24, Turkse achtergrond)

Slechts drie respondenten benoemen economische factoren als bijdragen aan het thuisvoelen in Amsterdam. Wonen, werken en studeren benoemen de respondenten eerder in de context van functionele identificatie en autobiografische ervaringen. Alleen Aicha benadrukt het belang van banen en huisvesting voor zichzelf en haar familie, en geeft aan dat zij zelf daardoor meer geneigd is om voor een soortgelijke toekomst in Amsterdam te werken.

“Nou ik moet zeggen in mijn familie heeft iedereen zijn plekje wel heel goed kunnen vinden hier. Ook als het om banen, huisvesting en dat soort dingen gaat. Dus dat laat echt aan mij zien van het kan, en... Het kan gewoon dus... dan ga je daar denk ik ook aan werken, voor jezelf ook.” (Aicha, 23, Marokkaanse achtergrond)

De respondenten wijzen geen juridische factoren aan als een bijdrage aan hun gevoel van verbondenheid met Amsterdam, op één na. Rana geeft aan dat officiële documenten wel bijdragen aan haar gevoel van verbondenheid met Amsterdam omdat zij ze als fysiek bewijsstuk ziet dat zij in Amsterdam behoort:

“Het staat in mijn paspoort. Het staat op mijn cv. Het staat op mijn ID, op mijn rijbewijs, het

staat op alles. Ik identificeer me met Amsterdam.” (Rana, 25, Marokkaanse achtergrond)