• No results found

5.1 Conclusie

In dit onderzoek is het gevoel van Nederlands en Amsterdams zijn van hoogopgeleide jonge vrouwen in Amsterdam met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond onderzocht om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden: “Hoe identificeren hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders, zich met Amsterdam en Nederland?”.

Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden is eerst gekeken naar het beeld dat respondenten van de stad Amsterdam en haar inwoners hebben, en het beeld dat zij van Nederland en de Nederlanders hebben. De theorie over superdiversiteit beschrijft superdiverse steden zoals Amsterdam als steden met veel verschillende culturen waar één van twee mogelijk scenario’s zich zal ontwikkelen. Het eerste scenario is een stad waarin de verschillende culturen langs elkaar heen gaan leven en er weinig contact is tussen de etnische groepen, terwijl het tweede scenario een stad beschrijft waar de verschillende etniciteiten elkaar beïnvloeden en vormen, en er een sterkere verbondenheid met de stad ontstaat dan met de natiestaat.

Het beeld van Amsterdam bij hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders, is het beeld van een open en tolerante plek waar iedereen zichzelf kan zijn. Inwoners respecteren verschillen in normen en waarden, religie en cultuur. Er heerst een sfeer van respect en acceptatie waardoor er ruimte is voor deze verschillen. Amsterdammers staan ervoor open om nieuwe dingen uit te proberen en accepteren de verschillende gewoontes van inwoners met een migratieachtergrond. Per wijk zijn er wel verschillen in diversiteit, en hoewel uit de steekproef verder niet blijkt dat de tweede generatie zich in de minder diverse wijken niet thuis voelt, geeft dit wel aan dat er niet overal in Amsterdam even veel contact is tussen verschillende groepen. Het beeld van Amsterdam heeft veel overeenkomsten met met het hierboven beschreven eerste scenario van een superdiverse stad. Er is contact tussen de verschillende culturen, in sommige wijken meer dan in andere, en de inwoners accepteren deze verschillen of tolereren ze op zijn minst. Deze contacten laten culturen elkaar beïnvloeden.

Aangezien superdiversiteit ook beargumenteert dat de inwoners van een superdiverse stad zich steker identificeren met de stad dan met de natiestaat, is er gekozen om ook het beeld te onderzoeken dat de respondenten van Nederland en Nederlanders hebben. Hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders, beschrijven Nederland vooral in de Randstad als tolerant. De rest van Nederland zien zij als minder open en verwelkomend, ook omdat daar minder mensen met een migratieachtergrond zijn. Verder beschrijven zij Nederlanders als direct, nuchter en open. Dit laatste slaat vooral op de omgang tussen familieleden onderling en het bespreken van onderwerpen die in andere culturen als taboe gelden. Nederlanders associëren zij verder met het volgen van regels en het nakomen van afspraken.

Aan de hand van deze beelden van Amsterdam en Nederland is er gekeken naar de identificatie met zowel Amsterdam als Nederland. Aan de hand van sense of belonging, bestaand uit place-

belongingness & politics of belonging, is hierbij eerst gevraagd naar verschillende invloeden op het

gevoel van verbondenheid met Amsterdam. Hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders, voelen zich verbonden met Amsterdam. Herinneringen aan bepaalde ervaringen in Amsterdam zijn hierbij erg belangrijk. Ook de aanwezigheid van familie en vrienden dragen bij aan het gevoel van verbondenheid met Amsterdam. De jonge vrouwen met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond beschrijven Amsterdam als een mix van culturen waarin ook elementen van de Turkse en Marokkaanse culturen aanwezig zijn. Hierdoor vinden zij dat Amsterdammers ook het Turkse of Marokkaanse deel van hun identiteit accepteren. Dit versterkt hun gevoel van verbondenheid met Amsterdam. Het belang van de aanwezigheid van Turkse of Marokkaanse culturele elementen heeft te maken met herkenning. Bekende aspecten zien van hun cultuur en mensen die er hetzelfde uitzien, geven Amsterdam een vertrouwd gevoel. Voor sommigen is dit gevoel sterker op buurtniveau dan op stadsniveau, maar dat draagt weer bij aan een gevoel van verbondenheid met Amsterdam als geheel.

Dezelfde theorieën die als kader dienden voor de verbondenheid met Amsterdam zijn ook gebruikt om de identificatie met Nederland te onderzoeken. Hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders, ervaren een zwak gevoel van verbondenheid met Nederland, of voelen zich simpelweg niet verbonden met Nederland ondanks dat zij de Nederlandse nationaliteit hebben. Een paspoort is dus niet genoeg. Opgroeien in Nederland en door andere Nederlanders geaccepteerd worden wakkert het gevoel van Nederlands zijn aan. Familie speelt hierin over het algemeen geen of maar een kleine rol. Dit komt doordat er binnen de familie de nadruk ligt op de identiteit van het land van herkomst. Temidden van hun vrienden voelen de jongvolwassene dochters zich eerder Nederlands dan thuis met hun familie. Hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders vinden dat het mee kunnen draaien in de samenleving ook gevoelens van acceptatie en dus verbondenheid met Nederland versterkt. Toch is er niet altijd sprake van acceptatie. Hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders, ervaren processen van uitsluiting vooral in de context van Nederland, bijna nooit in de context van Amsterdam. Discriminatie en uitsluiting ondermijnen het gevoel van acceptatie dat juist bijdraagt aan het gevoel van Nederlands zijn. Ook situaties waarin geen discriminatie plaats vindt, maar mensen wel vragen waar iemand vandaan komt verzwakken de verbondenheid met Nederland. Dit komt vooral doordat het antwoord ‘ik ben Nederlands’ vaak niet voldoende blijkt te zijn. Hierdoor ervaart de tweede generatie het gevoel dat andere Nederlanders hen als niet-Nederlands zien. Dit ondermijnt hun persoonlijk gevoel van verbondenheid met Nederland en doet hen twijfelen aan onderdelen van hun eigen identiteit.

Hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders identificeren zich sterker met Amsterdam dan met Nederland, maar zien dit niet als identificaties die

elkaar uitsluiten. Sommigen gebruiken hun verbondenheid met Amsterdam ook om hun verbondenheid met Nederland te onderbouwen. De redenen om zich sterker verbonden te voelen met Amsterdam hebben te maken met de gevoelens van acceptatie in die open, tolerante omgeving, in combinatie met de goede ervaringen en herinneringen in Amsterdam en in mindere mate erbuiten. Vooral buiten de Randstad voelen zij zich in Nederland aanzienlijk minder thuis. Dit koppelen zij aan een gebrek van herkenning van soortgelijke mensen en culturele kenmerken. Dit komt overeen met de theorie over superdiverse steden dat de acceptatie van diverse afkomsten leidt tot een sterkere identificatie met de stedelijke identiteit dan met de nationale identiteit.

De omstandigheden van de afgelopen twee maanden hebben weinig invloed gehad op de gevoelens van verbondenheid van hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 jaar, met Turkse of Marokkaanse ouders. Het virus speelt namelijk op een hoger schaalniveau dan Nederland en Amsterdam, waardoor de omstandigheden weinig invloed hebben op de verbondenheid met de twee plekken. De manier waarop vragen over de invloed van het virus zijn gesteld hebben in deze uitkomst zeer waarschijnlijk ook een rol gespeeld. De vragen legden de nadruk op de speeches van Halsema en Rutte. Dit had als gevolg dat de interviews vooral bleven hangen op de vraag waarom deze specifieke speeches wel of geen invloed hadden op het gevoel van verbondenheid met Amsterdam en Nederland van de respondenten.

Hoogopgeleide Amsterdamse vrouwen tussen de 20 en 25 met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond identificeren zich sterker met de stad Amsterdam dan met Nederland, zoals de superdiverse theorie doet verwachten. Ook laten de respondenten meer dan eens blijken dat zij tussen het lokale en het nationale schaalniveau verbanden ervaren die elkaar beïnvloeden. Zij benoemen verschillen tussen Amsterdam en Nederland maar laten ook zien hoe Amsterdammer zijn kan bijdragen aan het gevoel van Nederlands zijn. Verder geven zij aan dat andere onderdelen van hun identiteit meespelen in hun gevoelens van verbondenheid. Religie en de acceptatie ervan speelt een belangrijke rol in hun identiteitsvorming. Aangezien er in het huidige politieke en maatschappelijke debat weinig tolerantie voor de Islam is, heeft dit als gevolg dat de hoogopgeleide jongvolwassene Amsterdamse vrouwen van Turkse of Marokkaanse afkomst die gelovig zijn zich minder met de Nederlandse identiteit identificeren, omdat daarbinnen blijkbaar weinig ruimte is voor hun geloof. In Amsterdam vinden zij hun religie veel meer geaccepteerd waardoor zij zich sterker verbonden voelen met Amsterdam. Ook speelt de media een rol in hun identiteitsvorming. De media verspreidt veel negatieve berichten over mensen van Turkse of Marokkaanse afkomst. Andere Nederlanders kunnen bevooroordeeld worden en zich negatiever gaan uitlaten over mensen van Turkse of Marokkaanse afkomst. De jongvolwassen vrouwen met Turkse of Marokkaanse ouders voelen zich hierdoor minder op hun plek in Nederland en identificeren zich ook minder met Nederland. In Amsterdam ervaren de jongvolwassen vrouwen dat hun afkomst wel geaccepteerd wordt en zij identificeren zich dan ook sterker met Amsterdam. Zij voelen zich op de eerste plaats Amsterdammer.

5.2 Aanbeveling

In de interviews kwam verder naar voren dat hoogopgeleide jongvolwassene Amsterdamse vrouwen met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond zichzelf niet als alleen Nederlands of alleen Turks of Marokkaans identificeren. Hun identiteit bestaat uit een combinatie van aspecten, waarbij het aspect identificatie met Amsterdam sterker aanwezig is dan identificatie met Nederland. Maar er spelen ook andere aspecten mee, zoals recent werkend, student, of moslima zijn. Dit zijn aspecten in verband kunnen staan met hun gevoelens van verbondenheid met Amsterdam en Nederland, maar die ook een groter onderdeel van hun identiteit uit kunnen maken dan deze gevoelens van verbondenheid. Verder onderzoek naar de identiteit van de kinderen van Turkse of Marokkaanse migranten zou er nog andere aspecten bij kunnen betrekken, zoals een andere leeftijdsgroep. Omdat onze identiteit gedurende ons leven blijft veranderen, zou het interessant zijn om te weten hoe mensen met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond op een latere leeftijd over hun identiteit denken. Ook is in dit onderzoek is alleen maar met vrouwen gesproken. Mannen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond hebben wellicht andere meningen en ervaringen. Ook dit zou in verder onderzoek naar identificatie meegenomen kunnen worden.

In dit onderzoek is geprobeerd om de omstandigheden met betrekking tot het coronavirus mee te nemen aangezien maatregelen zoals de lockdown grote gevolgen had voor de alledaagse ervaringen. Helaas is dit in de interviews niet goed uit de verf gekomen. De nadruk bleef te sterk liggen op de toespraken van politici. In een volgend onderzoek zou het wellicht beter zijn om eerst de pandemie- ervaringen aan te horen zonder die met de toespraken aan te sturen. Als afronding van het gesprek zouden de speeches dan op het eind kunnen dienen als concrete voorbeelden van veranderingen ten gevolge van de virusomstandigheden op nationaal en lokaal schaalniveau.

Literatuurlijst

Al Jazeera. (2020, 22 maart). Coronavirus pandemic triggers global rise in nationalism. Geraadpleegd van https://www.aljazeera.com/news/2020/03/coronavirus-pandemic- triggers-global-rise-nationalism-200322095501338.html

Antonsich, M. (2010). Searching for belonging–an analytical framework. Geography Compass,

4(6), 644-659.

Antonsich, M. (2016) The `everyday' of banal nationalism ordinary people's views on Italy and Italian. Political Geography, 54, pp. 32- 42.

Antonsich, M. (2018). Living in diversity: Going beyond the local/national divide. Political

geography, 63, 1-9.

Aptekar, S. (2019). Super-diversity as a methodological lens: re-centring power and inequality.

Ethnic and Racial Studies, 42(1), 53-70.

Back, L. (2015) “Losing Culture or Finding Super-Diversity?” Discover Society 20.

Bail, C. A., Argyle, L. P., Brown, T. W., Bumpus, J. P., Chen, H., Hunzaker, M. F., ... & Volfovsky, A. (2018). Exposure to opposing views on social media can increase political polarization.

Proceedings of the National Academy of Sciences, 115(37), 9216-9221.

Balci, Z., & Michielsen, J. (2013). De betovering van een thuisland: dynamieken van terugkeermigratie van tweede generatie Belgisch-Turkse jongeren.

Baumeister, R. F. and Leary, M. R. (1995). Need to belong: desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin 117 (3), pp. 497–529.

Billig, M. (1995). Banal Nationalism. London: Sage.

Blommaert, J. (2013) Citizenship, Language, and Superdiversity: Towards Complexity, Journal of Language, Identity & Education, 12:3, 193-196, DOI:

10.1080/15348458.2013.797276

Blunt, A. and Dowling, R. M. (2006). Home. London: Routledge.

Boxell, L., Gentzkow, M., & Shapiro, J. M. (2017). Is the internet causing political polarization? Evidence from demographics (No. w23258). National Bureau of Economic Research. Bryman, A. (2016). Social research methods. Oxford university press.

Buijink, J. S. (2013). De reconstructie van identiteit in de context van migratie: de taalkeuzes en identiteit van Griekse migranten in Nederland (Master's thesis).

Buonfino, A. and Thomson, L. (2007). Belonging in Contemporary Britain. London: Commission on Integration and Cohesion.

Carothers, T., & O'Donohue, A. (Eds.). (2019). Democracies divided: The global challenge of political polarization. Brookings Institution Press.

Cats R. (2015). Opvang vluchtelingen splijt het land. FD. Geraadpleegd april 2017, van https:// fd.nl/economie-politiek/1122082/opvang-vluchtelingen-splijt-het-land

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2018). Bevolking. Geraadpleegd op 2 maart 2020, van https:// www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2018/47/bevolking.

Centraal Bureau voor de Statistiek Statline. (2019, 9 augustus). Bevolking; leeftijd,

migratieachtergrond, geslacht en regio, 1 januari. https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/

nl/dataset/37713/table?fromstatweb

Clercq, A. L. (2020, 3 juni). Meer betogingen tegen racisme georganiseerd in heel Nederland. Geraadpleegd van https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/meer-betogingen-tegen- racisme-georganiseerd-in-heel-nederland~bc994fa4/

Crowley, J. (1999). The politics of belonging: some theoretical considerations. In: Geddes, A. and Favell, A. (eds) The Politics of Belonging: Migrants and Minorities in Contemporary

Europe. Aldershot: Ashgate, pp. 15–41.

Crul, M., Schneider, J., & Lelie, F. (2013). Superdiversiteit. Een nieuwe visie op integratie. van Dijke, V. A. S. (2017). Rechtvaardigheid en vluchtelingen acceptatie: een onderzoek naar het

verband tussen focus, perceptie van rechtvaardigheid en attitudes naar vluchtelingen in Nederland (Bachelor's thesis)

Dixon, J. and Durrheim, K. (2004). Dislocating identity: desegregation and the transformation of place. Journal of Environmental Psychology 24, pp. 455–473.

Edensor, T. (2002). National identity, popular culture and everyday life. Bloomsbury Publishing. Essers, C., & Benschop, Y. (2007). Enterprising identities: Female entrepreneurs of Moroccan or

Turkish origin in the Netherlands. Organization Studies, 28(1), 49-69.

Favell, A. 2010. Integration and Nations: the Nation-state and Research on Immigrants in Western Europe. Selected Studies in International Migration and Immigrant Incorporation, Vol. 1, 371–404.

Fleischmann, F. (2010). Integratie en religiositeit onder de Turkse tweede generatie in Berlijn en Amsterdam. Een analyse van jonge moslims in twee Europese hoofdsteden.

Migrantenstudies, 26(2), 199-219.

Flick, U., von Kardoff, E., & Steinke, I. (Eds.). (2004). A companion to qualitative research. Sage. Foner, N., Duyvendak, J. W., & Kasinitz, P. (2019). Introduction: Super-diversity in everyday life.

Ethnic and Racial Studies, 42(1), 1-16.

Geertz, C. (1963) The integrative revolution: primordial sentiments and civil politics in the new states. in C. Geertz (ed.) Old Societies and New States: The Quest for Modernity in Asia and Africa, New York: Free Press.

Grever, M., & Ribbens, K. (2007). Nationale identiteit en meervoudig verleden (Vol. 17). Amsterdam University Press.

Grzymala-Kazlowska, A., & Phillimore, J. (2018). Introduction: rethinking integration. New perspectives on adaptation and settlement in the era of super-diversity.

Hartog, T. D. (2020, 16 maart). Op vaderlijke toon vraagt Rutte om eenheid. https://www.parool.nl/ nederland/op-vaderlijke-toon-vraagt-rutte-om-eenheid~b84b6e05/

Haren, N. V., Wierstra, I., & van Meijl, A. H. M. (2019). The politicization of the immigration debate in the Netherlands boat refugees and the possible solution of border control. Hooks, B. (2009). Belonging: A Culture of Place. New York: Routledge.

Ignatieff, M. (1994). Blood and belonging: Journeys into the new nationalism. Macmillan. Jayaweera, H. and Choudhury, T. (2008). Immigration, Faith and Cohesion. Immigration and

Inclusion. York: Joseph Rowntree Foundation.

John Hopkins Coronavirus Research Center. (z.d.). COVID-19 Map. https://coronavirus.jhu.edu/ map.html.

Jones, R., & Merriman, P. (2009). Hot, banal and everyday nationalism: Bilingual road signs in Wales. Political Geography, 28(3), 164-173.

Krebbekx, W., Spronk, R., & M’charek, A. (2013). Categorieën als verschilmakers. Sociologie,

9(3), 345-366.

Lentin, R. (2007). Ireland: Racial state and crisis racism. Ethnic and Racial Studies, 30(4), 610-627. Lorwa, L. (2012). Het zijn net Nederlanders; Een onderzoek naar de identiteit van de tweede

generatie Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond (Master's thesis). Lynd, H.M. (1958) On shame and the search for identity. Routledge, New York

van Meeteren, M. M., & Van Oostendorp, L. L. (2019). Are Muslims in the Netherlands constructed as a ‘suspect community’? An analysis of Dutch political discourse on terrorism in

2004-2015. Crime, Law and Social Change, 71(5), 525-540.

Maliepaard, M., & Alba, R. (2016). Cultural integration in the Muslim second generation in the Netherlands: The case of gender ideology. International Migration Review, 50(1), 70-94. Meijer, R. (2020, 20 maart). Koning Willem-Alexander roept op tot ‘alertheid, solidariteit en

warmte’. Geraadpleegd van https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/koning-willem-

alexander-roept-op-tot-alertheid-solidariteit-en-warmte~bad794cf/

Meissner, F., & Vertovec, S. (2015). Comparing super-diversity. Ethnic and racial studies, 38(4), 541-555.

Ministerie van Algemene Zaken. (2020, 4 juni). Nederlandse aanpak en maatregelen tegen het

coronavirus. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-

covid-19/nederlandse-maatregelen-tegen-het-coronavirus

Morley, D. (2001). Belongings: place, space and identity in a mediated world. European Journal of

Cultural Studies 4 (4), pp. 425–448.

Ndhlovu, F. 2016. “A Decolonial Critique of Diaspora Identity Theories and the Notion of Super- Diversity.” Diaspora Studies 9 (1): 28–40. doi: 10.1080/09739572.2015.1088612

NOS. (2020, 12 juni). NOS - Ervaringen uit het dagelijks leven. Geraadpleegd van https://nos.nl/ collectie/13839-ervaringen-uit-het-dagelijks-leven.html

Penninx, R. (2019). Problems of and solutions for the study of immigrant integration. Comparative

van Pomeren, E. M. C. (2010). De Poldermoskee en de identiteitsvorming van moslimjongeren in Nederland (Bachelor's thesis).

Redactie Oost-online (2019, 15 juni). Een en al liefde voor en door de Indische Buurt op festival. Geraadpleegd van https://oost-online.nl/een-en-al-liefde-voor-en-door-de-indische-buurt- op-festival/

Schrover, M. L. J. C. (2010). Pillarization, multiculturalism and cultural freezing, Dutch migration history and the enforcement of essentialist ideas. BMGN: Low Countries Historical Review, 125.

Siebers, H. (2017). “Race” versus “ethnicity”? Critical race essentialism and the exclusion and oppression of migrants in the Netherlands. Ethnic and Racial Studies, 40(3), 369-387. Skey, M. (2009). The national in everyday life: A critical engagement with Michael Billig's thesis of

Banal Nationalism. The Sociological Review, 57(2), 331-346.

Sleegers, F. (2007). In debat over Nederland: Veranderingen in het discours over de multiculturele samenleving en nationale identiteit (Vol. 34). Amsterdam University Press.

Sondermeijer, V. (2020, 7 juni). Duizenden mensen bij Black Lives Matter-protest in Amsterdam

Zuidoost. Geraadpleegd op: https://www.nrc.nl/nieuws/2020/06/07/protestenblog-7-juni-

a4002063

Trudeau, D. (2006). Politics of belonging in the construction of landscapes: place-making, boundary-drawing and exclusion. Cultural Geographies 13, pp. 421–443.

Vertovec, S. (2007). Super-diversity and its implications. Ethnic and racial studies, 30(6), 1024-1054.

de Vries, M. (2009). 'Indisch is een gevoel': de tweede en derde generatie Indische Nederlanders. Amsterdam University Press.

van der Welle, I. C. (2011). Flexibele burgers? Amsterdamse jongvolwassenen over lokale en nationale identiteiten (Doctoral dissertation, Amsterdam: University of Amsterdam). Wilders, G. (2020, 1 februari). Geert Wilders on Twitter: “Bevolkingsgroei vraagt om het…” Geraadpleegd op: https://twitter.com/geertwilderspvv/status/1223493129510301696 Wright, S. (2020). Belonging. International Encyclopedia of Human Geography, 293–298.

Geraadpleegd op: https://doi.org/10.1016/b978-0-08-102295-5.10161-1 WRR (2007). Identificatie met Nederland (Vol. 79). Amsterdam University Press.

Yin, R. K. (2008). Case study methods, Design and Research Methods. Sage Publications. Yuval-Davis, N. (2006) Belonging and the politics of belonging. Patterns of Prejudice. 40:3,

197-214, DOI: 10.1080/00313220600769331

Yuval-Davis, N. and Kaptani, E. (2008). Identity, Performance and Social Action: Participatory Theatre Among Refugees. London: ‘Identities and social action’ ESRC.