• No results found

– Hardheidsclausule bindend studieadvies

In bijzondere gevallen, kan de decaan, gehoord de commissie studieadvies eerste jaar, besluiten aan een negatief advies (nog) geen bindende afwijzing te verbinden.

- 10 - Paragraaf 5 – Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29 – Honours Programma en Honours Academy

Excellente bachelorstudenten van de letterenfaculteit kunnen deelnemen aan het interdisciplinaire Honours Programma of de disciplinaire programma’s van de Radboud Honours Academy.

Artikel 30 – Bekendmaking

De onderwijsdirecteur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling en van wijzigingen hierin.

Artikel 31 – Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 september 2015.

Aldus vastgesteld bij besluit van de decaan van de Faculteit der Letteren op 31 juli 2015.

- 11 -

Deel 2: Opleidingsspecifiek

Paragraaf 6 – Algemene bepalingen

Artikel 32 – Toepasselijkheid algemeen deel

Op deze bacheloropleiding is het bepaalde in het Algemeen Deel van dit reglement van toepassing voor zover daarvan in de navolgende bepalingen niet wordt afgeweken.

Artikel 33 – Specifieke eindtermen

Conform het bepaalde in artikel 4 beoogt de opleiding de student kennis, vaardigheden en inzicht bij te brengen op het gebied van de Duitse Taal en Cultuur, zodat deze na voltooiing van de opleiding beschikt over een adequate academische vorming, voorbereid is op een maatschappelijke functie in het verlengde van de opleiding en op een verdere studieloopbaan met het recht op toegang tot de

masteropleiding Europese Studies, specialisatie Nederland-Duitsland-Studies (Deze master kent een toelatingsprocedure) of specialisaties van de masteropleidingen Letterkunde en Taalwetenschappen zoals genoemd in de betreffende OER-en.

Artikel 34 – Taal

1. De opleiding wordt in beginsel verzorgd in de Duitse taal

2. Voor deelname aan het onderwijs en tentamens is een voldoende beheersing van de Duitse taal in woord en geschrift gewenst. Hieraan is in ieder geval voldaan wanneer de student:

- in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs met als examenvak Duits; of

- het Duits beheerst op het niveau van tenminste B2 volgens het CEFR

3. Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens in het Nederlands is een voldoende beheersing van het Nederlands vereist. Aan deze eis is voldaan indien de student ofwel:

a. in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, behaald aan een Nederlandstalige instelling van voortgezet onderwijs binnen of buiten Nederland, ofwel

b. in het bezit is van een diploma hoger beroepsonderwijs van een dergelijke instelling, ofwel

c. in het bezit is van een toelatingsverklaring tot het wetenschappelijk onderwijs in Nederland, ofwel

d. In het bezit is van een van de hierna te noemen diploma’s of certificaten:

i. het diploma van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2-II)

ii. het RU-certifcaat Nederlands als tweede taal (RU-NT2);

iii. het Certificaat Nederlands als vreemde taal, profiel Academische Taalvaardigheid óf profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs;

iv. International Baccalaureate: Nederlands als Language A of Language B (Higher Level);

v. Europees Baccalaureaat: Nederlands als tweede taal;

vi. Verenigd Koninkrijk: Nederlands op GCE A-level (vanaf 1998);

vii. International GCSE First Language;

viii. Duitsland: Zeugnis der Allgemeinen Hochschulreife met Nederlands als Leistungs- of Grundkurs;

- 12 -

ix. Suriname: Vwo-diploma, propedeuse Anton de Kom universiteit;

x. België: Diploma van Secundair Onderwijs (ASO), of

xi. Overzeese gebiedsdelen: vwo-diploma met Nederlands als eindexamenvak dan wel een diploma hoger onderwijs.

4. Voor deelname aan het onderwijs en tentamens in het Engels is een voldoende beheersing van die taal vereist. Aan deze eis is in ieder geval voldaan wanneer de student:

- in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; of

- in het bezit is van een diploma van voortgezet onderwijs, behaald aan een Engelstalige instelling van voortgezet onderwijs binnen of buiten Nederland; of

- in het bezit is van een diploma hoger beroepsonderwijs, of - een van de onderstaande toetsen heeft afgelegd:

a. de Test of English as a Foreign Language (TOEFL) met een score van 550 punten of hoger (paper based), 213 punten of hoger (computer based) of 79 punten of hoger (internet based);

b. de International English Language Testing System( IELTS) met een score van 6.0 of hoger,

c. Cambridge Certificate of Advanced English of Cambridge Certificate of Proficiency in English minimum level B2,

Artikel 35 – Toelating op grond van hbo-propedeusediploma

1. Bezitters van een hbo-propedeuse diploma worden desgevraagd vrijgesteld van de

vooropleidingseis bedoeld in artikel 7.24 WHW, mits zij aantonen te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden om de opleiding met goed gevolg af te ronden.

2. Aan de in lid 1 bedoelde eis is in ieder geval voldaan indien:

a. - de hbo-propedeuse binnen een jaar is behaald, en - het gemiddelde behaalde cijfer minimaal een zeven is

b. zij door middel van een deelcertificaat aantonen te beschikken over voldoende kennis van de volgende vakken op het niveau van het vwo-eindexamen:

- Nederlands - Duits Artikel 36 – Minoren

1. De bachelor omvat twee minoren van 15 ec elk, door de student te kiezen uit het onderwijsaanbod van de faculteit of daarbuiten45. Met betrekking tot de tijdvakken, frequentie en mogelijke vormen van tentaminering, fraude en plagiaat, de vaststelling en bekendmaking van de tentamenuitslag, de geldigheidsduur, het inzagerecht en vrijstellingen geldt voor het minoronderwijs hetgeen in deel 1 van deze Onderwijs- en Examenregeling is vastgelegd. Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de minorgids van de faculteit:

studiegids.science.ru.nl/2015/arts/prospectus/minorgids/. Voor cursussen die buiten de opleiding gevolgd worden, bijvoorbeeld in het kader van een vrije minor, geldt met betrekking tot de tentaminering etc. hetgeen bepaald is door de examencommissie van de opleiding die het onderwijs verzorgt.

2. Het totale minorpakket van een student mag niet meer dan 15 ec aan propedeusecursussen bevatten.

4 Studenten die vóór 1 september 2014 met de propedeuse van de opleiding zijn begonnen, volgen drie minoren van ieder 15 ec. Studenten die voor 1 september 2011 met de propedeuse van deze opleiding zijn begonnen volgen drie minoren van ieder 20 ec.

5 Voor de studenten die tussen 1 september 2011 en 1 september 2014 met de opleiding begonnen zijn, geldt de verplichting dat één minor in een Duitstalig land ingevuld dient te worden (zogenaamde Buitenlandminor)

- 13 -

3. De student heeft de mogelijkheid om maximaal één minor zelf samen te stellen uit het onderwijsaanbod van de faculteit of daarbuiten. Een zogeheten „vrije minor‟ vereist de

goedkeuring van de examencommissie6. Een verzoek tot goedkeuring van een door de student zelf samengestelde minor wordt door de student ten minste twee maanden voor het afleggen van het eerste onderdeel bij de examencommissie ingediend. In bijzondere gevallen kan de

examencommissie afwijken van de genoemde termijn.

4. Een besluit goedkeuring van de in lid 3 bedoelde minor te onthouden wordt door de

examencommissie gemotiveerd genomen, nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.

5. Ten aanzien van de in lid 3 bedoelde minor beslist de examencommissie binnen vier weken na ontvangst van het verzoek of, indien het verzoek is ingediend binnen een academische vakantie, binnen vier weken na afloop daarvan. De examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste zin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student.

6. Indien een student in de in lid 3 bedoelde minor wijzigingen wenst aan te brengen in de keuze van de onderdelen waarover reeds goedkeuring is verkregen, kan hij een verzoek daartoe indienen bij de examencommissie. De criteria die in dit artikel worden genoemd, zijn ook van toepassing op de gewenste wijzigingen.

Artikel 37 – Core Curriculum

1. Alle studenten die vanaf 1 september 2011 voor het eerst in de propedeuse staan ingeschreven, volgen gedurende hun studie een core curriculum van 15 ec. Dit core curriculum bestaat uit de volgende onderdelen:

- Wijsgerige reflectie: Geschiedenis van het denken (5 ec.) - Kennis en inzichten in de humaniora (5 ec.)

Keuze uit (onder voorbehoud):

- Theories of interpretation: understanding and explanation in the Humanities - Intellectuele geschiedenis van het Christendom

- De oudheid en haar voortleven in de Europese cultuur

- Ways of seeing. From mimesis to hyperrealism in the visual arts - Van Beowulf tot Brecht: Meesterwerken uit de Europese letterkunde - Jodendom, christendom, islam: Oorsprong, conflict, en dialoog - De taal van literatuur

- De academicus voor de klas

- Geesteswetenschappen en samenleving (5 ec.)

2. Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de studiegids van de opleiding:

studiegids.science.ru.nl/2015/arts/

6 Studenten die vóór 1 september 2014 met de propedeuse van de opleiding zijn begonnen, mogen maximaal twee vrije minoren in hun programma opnemen.

- 14 - Paragraaf 7 – Propedeuse

Artikel 38 – Samenstelling propedeuse

1. De propedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in ec7. Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de studiegids van de opleiding:

studiegids.science.ru.nl/2015/arts/:

Mentoraat8 0

Sprachpraxis Deutsch9 5

Kommunikation in Kultur und Wirtschaft 5

Wie liest man Literatur? 5

Sprachwissenschaft 1: Phonetik und Phonologie 5

Sprachwissenschaft 2: Syntax und Tekstlinguistik 5

Pendelbus: Begegnung mit dem Ruhrgebiet 5

Geschichte der deutschen Literatur 10

Lyrik, Poesie, Poetry 5

Wendepunkte der deutschen Geschichte 5

Grundlagen der deutschen Grammatik 5

Core Curriculum: Geschiedenis van het denken 5

2. a. Bij colleges wordt van de studenten verwacht dat zij 100 % aanwezig en voorbereid zijn. Mocht hij/zij niet aanwezig kunnen zijn (bv. als gevolg van ziekte), dan neemt de student tijdig, maar in elk geval voorafgaand aan het college contact op met de docent.

b. Ten aanzien van onderstaande cursussen geldt dat wanneer een student minder dan 100% maar meer dan 80% aanwezig is geweest, de docent van de cursus kan besluiten dat extra opdrachten gemaakt dienen te worden. Bij een aanwezigheid van minder dan 80% kan deze niet worden gecompenseerd en kan de cursus in het betreffende collegejaar niet worden afgesloten. Deze cursus dient derhalve in het volgende collegejaar opnieuw gevolgd te worden.

- Mentoraat

- Sprachpraxis Deutsch

- Pendelbus: Begegnung mit dem Ruhrgebiet Artikel 39 – Praktische oefeningen in de propedeuse

1. De volgende propedeuseonderdelen, als genoemd in art. 38, omvatten, eventueel naast het onderwijs in de vorm van hoor-, werk- of instructiecolleges, praktische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm:

- Kommunikation in Kultur und Wirtschaft (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten) - Wie liest man Literatur? (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten)

- Pendelbus: Begegnung mit dem Ruhrgebiet (werkwijze: schriftelijke opdrachten)

7 Voor studenten die in 2014 met de opleiding DTC zijn begonnen: Mentoraat (0), Sprachpraxis Deutsch (5), Kommunikation in Kultur und Wirtschaft (5), Wie liest man Literatur (5), Sprachwissenschaft 1: Phonetik und Phonologie (5), Sprachwissenschaft 2: Syntax und Textlinguistik (5), Pendelbus: Begegnung mit dem Ruhrgebiet (5), Geschichte der deutschen Literatur (5), Lyrik, Poesie, Poetry (5), Inleiding Literatuurwetenschap deel 1: internationale literatuurgeschiedenis (5), Wendepunkte der deutschen Geschichte (5), Grundlagen der deutschen Grammatik (5), Core curriculum: Wijsgereige refelctie: Geschiedenis van het denken (5).

Voor studenten die in 2013 met de opleiding DTC begonnen zijn: Mentoraat (0), Sprachpraxis Deutsch (5), Kommunikation in Kultur und Wirtschaft (5), Wie liest man Literatur? (5), Sprachwissenschaft 1: Phonetik, Phonologie, Morphologie (5), Sprachwissenschaft 2: Syntax und Textanalyse (5), Pendelbus: Vorbereitung und Seminar (5), Geschichte der deutschen Literatur (5), Lyrik, Poesie, Poetry (5), Inleiding Literatuurwetenschap deel 1: internationale literatuurgeschiedenis (5), Wendepunkte der deutschen Geschichte (5), Sprachlernen in Theorie und Praxis (5), Core curriculum: Geschiedenis van het denken (5).

Programma’s van vóór 1 september 2013 staan vermeld in de OER van het betreffende jaar.

8 Daartoe behoort ook de Berlijnreis

9 Daartoe behoort ook de “Intensivkurs”. Studenten met Duits als moedertaal kunnen een vrijstelling voor deze cursus aanvragen bij de examencommissie. Indien een vrijstelling wordt verleend, kan een vervangend onderdeel worden vastgesteld.

- 15 -

- Geschichte der deutschen Literatur (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten) - Lyrik, Poesie, Poetry (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten)

- Sprachpraxis Deutsch (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten) - Grundlagen der deutschen Grammatik (werkwijze: schriftelijke opdrachten)

2. Het tentamen van een onderdeel genoemd in het eerste lid van dit artikel, kan niet worden

afgelegd dan nadat de desbetreffende praktische oefeningen met voldoende resultaat zijn afgelegd:

3. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de praktische oefening als het behalen van het des betreffende tentamen:

- Pendelbus: Begegnung mit dem Ruhrgebiet

Paragraaf 8 – De postpropedeutische fase van de opleiding

Artikel 40 – Samenstelling postpropedeuse

1. De postpropedeuse omvat voor studenten die na 1 september 2014 met de opleiding zijn begonnen de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in ec.10 Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de studiegids van de opleiding: studiegids.science.ru.nl/2015/arts/

Textgestaltung aus interkultureller Perspektive 5

Geschichte des Deutschen: historische Linguistik 5

Sprachlernen in Theorie und Praxis 5

Unterhaltungsformen populärer Kultur 5

Kommunikation Niederlande-Deutschland 5

Fragen des 21. Jahrhunderts 5

Grammatiken: Sprachtheorie und Unterricht (Didaktik) 5

Forschungsmethoden 5

Buitenlandverblijf 15

Ältere Deutsche Literatur und Kultur (Mittelalter bis 1800) 5 Forschung und Didaktik DaF (Deutsch als Fremdsprache) 5

Auto und Werk 5

Core Curriculum 10

Minoren 30

Bachelorwerkstuk en -tutorial 10

2. Bij colleges wordt van de studenten verwacht dat zij 100 % aanwezig en voorbereid zijn. Mocht hij/zij niet aanwezig kunnen zijn (bv. als gevolg van ziekte), dan neemt de student tijdig, maar in elk geval voorafgaand aan het college contact op met de docent.

3. a. Het programma van het buitenlandverblijf wordt door de student in overleg met de

buitenlandcoördinator van de opleiding opgesteld en dient door de (deel)examencommissie te worden goedgekeurd.

b. Er kunnen in het kader van het buitenlandverblijf en een eventuele buitenlandminor alleen cursussen worden ingebracht waarvoor een cijfer behaald is. Zogeheten “Teilnahmescheine”

(“unbenotete Scheine”) worden niet erkend.

c. Voor de omrekening van in Duitsland behaalde cijfers geldt bij de opleiding DTC het onderstaande model:

10 Studenten die in de collegejaren 2012-2013 en 2013-2014 zijn begonnen volgden in plaats van Sprachlernen in Theorie und Praxis het vak Sprachwissenschaft 3: Semantik und Pragmatik als onderdeel van de postpropedeuse. Voor deze cohorten geldt dat de cursus Sprachlernen in Theorie und Praxis onderdeel vormt van het propedeutische programma. In plaats van Einleitung Interkulturelle Kommunikation

Niederlande-Deutschland volgden deze studenten het vak Intercultureel onderzoek: eWom en Taalintensiteit en in plaats van Textgestaltung aus interkultureller Perspektive het vak Textgestaltung als interkulturelle Aufgabe.

Programma’s van vóór 1 september 2012 staan vermeld in de OER van het betreffende jaar.

- 16 -

Artikel 41 – Praktische oefeningen in de postpropedeuse

1. De volgende onderdelen van de postpropedeutische fase, als genoemd in artikel 40, omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoor-, werk- of instructiecolleges, praktische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm:

- Textgestaltung aus interkultureller Perspektive (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten)

- Unterhaltungsformen populärer Kultur (werkwijze: logboek en actieve deelname aan het opzetten en uitvoeren van een eigen populair cultuurproduct)

- Fragen des 21. Jahrhunderts (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten) - Grammatiken: Sprachtheorie und Unterricht (werkwijze: presentaties)

- Forschungsmethoden (werkwijze: wekelijkse opdrachten)

- Ältere deutsche Literatur und Kultur (Mittelalter bis 1800) (werkwijze: mondelinge en/of schriftelijke opdrachten)

- Forschung und Didaktik DaF (Deutsch als Fremdsprache) (mondelinge en schriftelijke opdrachten)

- Autor und Werk (mondelinge en/of schriftelijke opdrachten)

- Bachelorwerkstuk (werkwijze: schriftelijke opdracht en gesprek en/of presentatie. Tijdens het gesprek/de presentatie zal de mondelinge taalvaardigheid worden getoetst)

2. Het tentamen van een onderdeel genoemd in dit lid kan niet worden afgelegd dan nadat de desbetreffende praktische oefeningen met voldoende resultaat zijn gevolgd.

3. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de desbetreffende praktische oefening zoals vermeld als het behalen van het tentamen:

- Forschungsmethoden (dossier met wekelijkse opdrachten)

Paragraaf 9 – Tentamens en examens van de opleiding

Artikel 42 – Volgorde van de tentamens (‘volgtijdelijkheid’)

1. Aan de tentamens en de daarbij behorende praktische oefeningen van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald:

a. propedeuse:

- onderdeel Sprachwissenschaft 2 na Grundlagen der deutschen Grammatik b. postpropedeuse:

- onderdeel Sprachlernen in Theorie und Praxis na Sprachpraxis Deutsch

- onderdeel Grammatiken: Sprachtheorie und Unterricht (Didaktik) na Grundlagen der deutschen Grammatik

- onderdeel Forschung und Didaktik: DaF na Grammatiken: Sprachtheorie und Unterricht (Didaktik)

- 17 -

- onderdeel Autor und Werk na afronding propedeuse

- onderdeel Bachelorwerkstuk (incl. bachelortutorial) nadat de student tenminste 120 ec heeft behaald, waaronder in ieder geval de propedeuse en het majorprogramma B211 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie toestaan dat op verzoek van de student wordt

afgeweken van de volgorde zoals boven vermeld.

3. Indien er bij een cursus door middel van meerdere deeltentamens getoetst wordt, geldt, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven in de studiegids en/of studiehandleiding, dat alle deeltentamens voldoende (tenminste 5,5) dienen te zijn.

4. Aan het eind van de bacheloropleiding dient de student het Duits op niveau C2 volgens het CEFR te beheersen. Dit wordt getoetst aan de hand van het bachelorwerkstuk (schriftelijke

taalbeheersing) en het gesprek dan wel de presentatie naar aanleiding van het bachelorwerkstuk (mondelinge taalbeheersing).

5. Ten aanzien van een tentamen dat niet is genoemd in het eerste lid, omdat het betrekking heeft op een vak dat niet in het programma van de opleiding voorkomt, geldt wat daarover in de voor dat onderdeel geldende Onderwijs- en Examenregeling is bepaald.

Artikel 43 – Beperking geldigheidsduur behaalde studiepunten

In afwijking van het bepaalde in artikel 12.1a gelden, onverminderd het bepaalde in de leden 12.1b en 12.2, voor behaalde studieresultaten de hierna te noemen beperkingen:

Niet van toepassing Artikel 44 – Weging

Bij het toekennen van het judicium gaat de examencommissie uit van een gewogen gemiddelde, waarbij cijfers van vakken meetellen in verhouding tot de ec-waardering verbonden aan deze vakken.

11 Tot de majorvakken uit het B2-jaar behoren de volgende onderdelen (zie art. 40, lid1): Textgestaltung aus interkultureller Perspektive;

Geschichte des Deutschen: historische Linguistik; Sprachlernen in Theorie und Praxis; Unterhaltungsformen populärer Kultur; Einleitung Interkulturelle Kommunikation Niederlande-Deutschland; Fragen des 21. Jahrhunderts; Grammatiken: Sprachtheorie und Unterricht;

Forschungsmethoden; buitenlandverblijf. Dit overzicht geldt met de in artikel 40 genoemde voorbehouden ten aanzien van studenten die voor 1 september 2014 met de opleiding zijn begonnen.