• No results found

Ons huisperceel, thans de Engel genaamd, vroeger het Huysstuck, is één van de hoger gelegen plaatsen in de Betuwe waar al lang voor de bedijking bewoning plaatsvond. Het hoogste punt hiervan is 1.40 tot 1.60 meter hoger dan de omgeving. De eerste

aanzet tot een agrarisch bedrijf was wellicht in de dertiende eeuw, hopelijk is er in de waterschapsarchieven nog iets van te vinden.

Het Catharina Gasthuis bestond reeds aan het begin van de dertiende eeuw als Armenhospitaal. In 1246 verleende Otto van Holland, bisschop van Utrecht,

een vergunning om een kapel te bouwen en een kerkhof aan te leggen. Dit Gasthuis, later onderdeel van De Drie Gasthuizen, was door de eeuwen heen eigenaar van de bezittingen in Slijk-Ewijk. Gestaag is aan uitbreiding gewerkt. In de negentiende en twintigste eeuw bestond het bezit van de Gasthuizen in Slijk-Ewijk uit 60 tot 65 hectare.

Een jaarrekening uit 1396 vermeldt "Johan van Zallant, onse bouman tot Ewijc" als pachtbetaler. Verder speurwerk om de namen en bijzonderheden van pachters te achterhalen is wenselijk. In de achttiende en negentiende eeuw is waarschijnlijk langdurig een familie Theunissen pachter geweest. De weduwe Theunissen werd als pachter opgevolgd door Pernot (1866- 1896).

In 1896 kwamen Gerrit van Leeuwen en Maria van Woudenbergh met zeven kinderen, plus hun paarden en het rundvee per boot van Jutphaas naar Slijk-Ewijk. De familie had vele decennia geboerd op de kasteelboerderij van Jhr. de heer van Oudegein. Rond de eeuwwisseling werd het gezin nog met twee dochters uitgebreid.

Gedurende de eerste 25 jaren van de 20ste eeuw kwamen diverse Zeeuwse en Zuid-Hollandse boeren naar de Over-Betuwe. Namen: Mol, Geluk, Hage, Paardekooper, Scherpenisse, Gorzeman, Emmerzaal.

In 1911 werd een boomgaard geplant naast het Huysstuck en een nieuwe veestal gebouwd met verstelbare standen, al naar gelang de omvang van de koe. Enkele jaren eerder werden de twee 6-roedige bergen vervangen. Eén berg was eigendom van de familie Theunissen en

werd door De Drie Gasthuizen overgenomen ter gelegenheid van de pachterswisseling Theunissen-Pernot. De bergen zijn voor de 2de Wereldoorlog verdwenen. De veestalling is door mij tot ca. 1980 gebruikt. De in 1911 geplante boomgaard is in 1967 gerooid. Een groot deel van het voorhuis, de daaraan verbonden veestalling en een veeschuur aan de westzijde gingen op 10 oktober 1944 verloren door onvoorzichtigheid met vuur van de Engelse militairen.

Tussen 1945 en 1950 is een woonhuis aan de zuidzijde van de veeschuur uit 1911 gebouwd, benevens een kapschuur. De overdekte mestput, waar op de foto uit 1902 een schaapherder met kudde voor staat, is in 1950 allereerst omgebouwd tot paardenstal en berging. In 1974 is dit gebouw aangepast tot aardappel- en uienberging en sorteerruimte. Sinds 1996 is deze schuur alleen als machineberging in gebruik. Thans overwegen we deze af te breken.

Van het gezin van opa Gerrit van Leeuwen emigreerden in de jaren 1915-1925 drie zoons en een dochter naar de VS. De dochter trouwde met een tapijtfabrikant uit Chemnitz Duitsland.

De emigranten streken aanvankelijk vooral in Nd. Dakota neer. Later, veel slechte ervaringen rijker, gingen ze naar Oregon en Washington. Ze boerden tijdens de crisis rond 1930 op gemengde bedrijven van 50-70 hectare. Er werden kalkoenen gemest om een bestemming voor het graan te hebben! De Tweede Wereldoorlog betekende agrarische vooruitgang, ook hebben diverse achterneefjes in het Amerikaanse leger in Nieuw Guinea, de Filippijnen en Japan gediend o. a. als vlieger. Een Duitse neef diende in 1944 in de Luftwaffe als jachtvlieger. Het gemengde karakter van de bedrijven is allang verdwenen, in de Willamette Vally in Oregon heeft men thans zeer grote graszaadbedrijven (1000- 3000ha).

De bedrijfsontwikkeling in Slijk-Ewijk ging ook door. Een mestput werd bijgebouwd aan de Oosterhoutsestraat. In 1929 is de exploitatie van het bezit van Catharina Gasthuis gesplitst. In de Koeweide werd een moderne boerderij gebouwd, vele excursies uit binnen- en buitenland hebben tussen 1930 en 1940 deze boerderij (die op de monumentenlijst geplaatst werd) bezocht. Ook werd een stuk grond (de Wis) van 3 ha verkocht t.b.v. de Landarbeiderswet (1928).

Oom Marinus en vader Wouter van Leeuwen hebben onafhankelijk van elkaar hier geboerd. Rond 1960 hielp ik op beide boerderijen en in 1968 exploiteerden we beide boerderijen weer als één geheel. Het areaal fruit, destijds 10-12 ha, werd teruggebracht en in 1977 werd gestopt met melken. In de jaren 60 werd de ruilverkaveling Over-Betuwe doorgevoerd, de eeuwenoude perceelsstructuur werd op tal van plaatsen ingrijpend gewijzigd. Ook werden hoofdtransportleidingen voor aardgas door het bedrijf gelegd (in 1964 en 1968). De aanleg van Rijksweg 15 leidde eveneens tot zware ingrepen met o.a. een zandwinning van ca. 80 ha. De jaren 1940-46 waren turbulente jaren: bezetting, Russische krijgsgevangenen, evacués overal

vandaan, zelf vluchten en geëvacueerd worden naar Tilburg en Maas en Waal, inundatie en Manneneiland.

En niet te vergeten de ruïne die we 15 mei 1945 aantroffen terug van evacuatie, alles verwoest en geplunderd. Tot op heden wordt niet ontplofte munitie gevonden. Ook de

nachtelijke bombardementsvluchten naar het Roergebied en de vele brandende vliegtuigen, de luchtlandingen op 17 september in Oosterbeek zijn in de herinnering gegrift. Voor een jongen uit 1935 zijn het indrukken waar je een boek over zou kunnen schrijven.

Onze drie kinderen (geboren in 1963, 1965 en 1966) voltooiden in de jaren ’80 hun middelbaar en agrarisch onderwijs, inclusief stages in de VS en Israël. In 1980 was de boerderij aan de Oosterhoutsestraat door ons gekocht van de Gasthuizen, de ondergrond in erfpacht. In 1988 trouwden zoon Wouter en dochter Ine en rondde zoon Jan zijn diensttijd

af. Een maatschap werd opgericht in 1988 en het bedrijf in exploitatie werd aanmerkelijk vergroot naar meer dan 105 ha. Grootschalige aardappelen- en uienteelt leidden tot de bouw van een grote loods in 1995. In 1992 kochten Wouter en Jan de boerderij met ondergrond en erf aan de Valburgsestraat. Op 15 februari 1996 brandde die boerderij goeddeels af, herbouw vond plaats in 1998. Zoon Wouter was eigenaar van het nieuwe woonhuis. Wouter en Jan hadden samen de loodsen. Dochter Ine trouwde met Willy Weys van boerderij de Vogelenzang aan de Akkerstraat. De melkveehouderij werd daar ingrijpend vernieuwd, o.a. een nieuwe

ligboxenstal in 1992.

In 1996 werd een nieuwe Waalbrug en doortrekking van de A73 aangekondigd (prinsjesdag 2003 weer op termijn gezet). Voor de dochter en haar gezin van vier kinderen aanleiding om in maart 1997 naar Ontario te vertrekken. In 1998 werd door diverse overheden met grote stelligheid het MTC (Multi Modaal Transportcentrum) gelanceerd. In februari/maart 1998 gonsde de streek van grond aankopen en geruchten daarover door speculanten tegen enorme prijzen.

Ook ons perceel de Rietkamp (10 ha) werd door de Gasthuizen verkocht. Voorts kwam grootschalige ontzanding in Herveld in beeld. Al met al zakte de bodem weg onder het ambitieuze bedrijfsplan met nieuwbouw, waar met 4 à 5 personen aan gewerkt zou worden. Uiteindelijk vertrokken Wouter en José met hun 2 kinderen in maart 2001 ook naar Ontario. Zoon Jan boert hier verder op basis van een eenvoudiger bouwplan, zonder aardappelen en uien, zonder winkeltje en minicamping. Voorlopig gaat hij door met grootschalige teelt van zaaigranen en suikerbieten. De nieuwe boerderij staat nu al 3 jaar te koop.

Toekomst? Is er perspectief voor agrarische bedrijven in de Over-Betuwe? Zojuist is een aanval op de ruimte afgeslagen, het MTC is gesneuveld. Hebben we hiermee de oorlog gewonnen of slechts een slag? Uitbreiding van de dorpen en Nijmegen Noord vergen veel grond. Of claims op dit gebied gevestigd worden hangt af van ontwikkelingen op Europees en wereldniveau. Voedsel zal schaarser worden, andere welvaartsverdeling op langere termijn is zeker. Agrarische producten en diensten, regionaal geïntegreerd, bieden wellicht hier enige mogelijkheden.

Waar na de Tweede Wereldoorlog, de Betuwe als een van de eerste gebieden in Nederland, door Lingekanalisatie en ruilverkaveling geoptimaliseerd wordt, hebben recente ontwikkelingen als Betuwespoorlijn, veel verstoord. Nieuwe mogelijkheden voor tuinbouw- vestiging en fruitteelt maken wederom een totaalplan voor vestigingsplaatsen en water aan en afvoer nodig.

Boerderij de Steeg, hoezo dynamisch??