Datum:
School X heeft mij gevraagd onderzoek te doen naar hoe er een doorlopende leerlijn kan komen in de weektaken op school X. Daarnaast wil de directie dat leerlingen door het werken met de weektaak eigenaar worden van hun eigen leerproces worden en autonomie ontwikkelen.
Het eerste doel van dit interview is daarom het duidelijk krijgen van jouw behoeften voor de weektaak. Er zullen eerst wat achtergrond vragen worden gesteld. Daarna worden er vragen gesteld waarin je jouw menig kan delen. Dit zijn open vragen.
Het tweede doel van dit interview is het verkrijgen van inzicht in hoeverre je verwacht dat het werken met de weektaak kan bijdragen aan eigenaarschap en autonomie. Om dit duidelijk te krijgen zijn er vragen opgesteld over hoe eigenaarschap en autonomie volgens literatuur ontwikkeld kunnen worden en tot uiting komen bij kinderen. Deze heb je vooraf via de mail ontvangen. Tijdens dit interview krijg je de tijd om aan de hand van vragen jouw antwoorden toe te lichten.
Voor de betrouwbaarheid van het interview zullen er audio opnames gemaakt worden. In het onderzoeksverslag is de naam van de school geanonimiseerd. Ook zal jouw naam worden geanonimiseerd. Alleen ik als onderzoeker heb een sleuteldocument waarin het interview met jouw naam te verbinden is. Achteraf zal ik het transcript van het interview mailen. Dit kun je doorlezen. Als jouw woorden of mening niet zo verwoord zijn als dat je had gehoopt kun je binnen tien dagen reageren en zal dit worden aangepast.
1.2 Heb je de vragenlijst vooraf ingevuld? (Zo nee, wordt daar nu tijd voor gegeven) 1.3 Heb je vooraf de weektaken van deze school en van andere scholen bekeken? (Zo nee,
wordt daar nu tijd voor gegeven)
Informatie over de participant 2.1 Wat is jouw geslacht? 2.2 Wat is jouw leeftijd?
2.3 Hoeveel jaar werk je in het onderwijs? 2.4 Hoeveel jaren ben je werkzaam op school X? 2.5 Voor welke groep sta je?
2.6 Heb je andere functies behalve leerkracht?
2.7 (voor directie/ib) In hoeverre heb jij inzicht in hoe de klassen op de Boomgaard met de weektaak werken?
2.8 Heb je ervaring met het werken met een weektaak op een andere school? • Hoeveel jaren?
• In welke groepen?
• Wat was het onderwijsconcept op die school?
• Wat zou je van het werken met de weektaak op de andere school op school X terug willen zien?
Mening over de weektaak
3.1 Hoe ervaar je het werken met een weektaak? • Waarom ervaar je dat zo?
3.2 Wat zijn momenteel succes factoren van de weektaak? • Waarom zijn dit succesfactoren?
• Wanneer zie je deze succesfactoren? (Tijdens het werken met de weektaak/ instructie/ IPC/ etc.)
• Zijn dit succesfactoren voor alle kinderen? • Voor welke kinderen zijn dit succesfactoren? 3.3 Wat kan er volgens jou verbeteren aan de weektaak?
• Waarom kan dit verbeteren?
• Waaraan merk je dat dit nu nog niet goed genoeg gaat?
Voorbeeld weektaken
Begeleidende tekst: Ik heb weektaken van andere scholen mee. Deze zien er anders uit dan die van school X. Ik laat je steeds een weektaak zien, leg uit hoe hij werkt en dan stel ik de vraag:
4. Wat spreekt je aan deze weektaak? • Waarom spreekt dit je aan?
Vragen over de vragenlijst
1. In hoeverre krijgen leerlingen door het werken met de weektaak meer inzicht in hun eigen werktempo in de klas? (Vaardigheid voor werken met de weektaak volgens Wolthuis, Wisselink, Sanders, & Berends, 2006)
• Vind je het belangrijk dat leerlingen inzicht hebben in eigen werktempo? • Waarom?
2. In hoeverre krijgen leerlingen in jouw klas door het werken met de weektaak inzicht in hun zwakke en sterke punten? (Vaardigheid voor werken met de weektaak volgens Wolthuis, Wisselink, Sanders, & Berends, 2006)
• Wat zou er veranderd kunnen worden aan de weektaak om leerlingen meer inzicht te geven in hun zwakke en sterke punten door het werken met de weektaak?
• Vind je het belangrijk dat leerlingen dit leren?
3. In hoeverre leren de leerlingen in jouw klas keuzes maken door het werken met de weektaak? (Autonomie bevorderend volgens: Hospel & Galand, 2016; Ryan & Deci, 2000, eigenaarschap volgens Kumpulainen, Lipponen, Hilppö, en Mikko, 2014 en vaardigheid voor werken met de weektaak volgens Wolthuis, Wisselink, Sanders, & Berends, 2006)
• Leren alle leerlingen dit even goed? • Hoe verklaar je dit verschil?
• Wat voor soort keuzes leren kinderen maken?
• Wat zou er veranderd kunnen worden aan de weektaak om het maken van keuzes nog meer te stimuleren?
• Is deze aanpassing toepasbaar in de praktijk? • Vind je het belangrijk dat leerlingen dit leren?
4. In hoeverre leren leerlingen in jouw klas hun werk organiseren door middel van het werken met de weektaak? (Eigenaarschap volgens Zimmerman, 1990, vaardigheid voor werken met de weektaak volgens Wolthuis, Wisselink, Sanders, & Berends, 2006)
• Welke rol speelt de weektaak in dit leren organiseren? • Wat leren ze organiseren?
• Hoe leren ze dit organiseren?
• Wat zou er veranderd kunnen worden aan de weektaak om het organiseren van werk nog meer te stimuleren?
• Vind je het belangrijk dat leerlingen dit leren?
5. In hoeverre leren leerlingen in jouw klas plannen door middel van het werken met de weektaak? (Eigenaarschap volgens Zimmerman, 1990, vaardigheid voor werken met de weektaak volgens Wolthuis, Wisselink, Sanders, & Berends, 2006)
• Vind je het belangrijk dat leerlingen leren plannen? • Denk je dat leerlingen op de basisschool dit kunnen leren? • Vanaf welke leeftijd?
• Wat leren ze plannen?
• Wat zou er veranderd kunnen worden aan de weektaak om het plannen nog meer te stimuleren?
6. In hoeverre leren leerlingen toezicht houden op de uitvoering van hun planning door middel van het werken met de weektaak? (Eigenaarschap volgens Zimmerman, 1990, vaardigheid voor werken met de weektaak volgens Wolthuis, Wisselink, Sanders, & Berends, 2006)
• Op welke manier leren ze dit?
• Welke rol speelt de weektaak in dit leren?
• Wat zou er veranderd kunnen worden aan de weektaak om het monitoren van eigen resultaten nog meer te stimuleren?
• Vind je het belangrijk dat leerlingen dit leren?
7. In hoeverre leren leerlingen in jouw klas werken volgens een stappenplan (een strategie) door het werken met een weektaak? (Eigenaarschap volgens Zimmerman, 1990)
• Vind je het belangrijk dat leerlingen dit leren?
• Geef je instructie welke stappen leerlingen moeten nemen om met een weektaak te kunnen werken?
• Wat vertel je dan?
• Is de weektaak een goed middel om dit aan te leren?
8. In hoeverre draagt de weektaak eraan bij dat leerlingen feedback leren geven op hun eigen werk? (Eigenaarschap volgens Zimmerman, 1990 en Kumpulainen, Lipponen, Hilppö, en Mikko, 2014)
• Wat zou er veranderd kunnen worden aan de weektaak om het geven van feedback op eigen werk meer te stimuleren?
• Vind je het belangrijk dat leerlingen feedback leren geven op hun eigen werk? • Wat voor feedback? Gericht op het leerdoel? Op inzet? Op werkhouding? Op
netjes werken?
• Vind je de weektaak het juiste middel om dit aan leerlingen aan te leren? 9. In hoeverre draagt de weektaak eraan bij dat leerlingen aan een leerdoel werken?
(Autonomie volgens Reeve, 2006 en Eigenaarschap volgens Zimmerman, 1990) • Wat zou er veranderd kunnen worden aan de weektaak om het doel gericht
werken nog meer te stimuleren?
• Vind je het belangrijk dat leerlingen aan een leerdoel werken? 10. In hoeverre maak je gebruik van de weektaak bij het geven van feedback?
(Mouratidis, Lens, & Van Steenkiste, 2010)
• Zou je de weektaak hiervoor meer willen gebruiken? • Zou je de weektaak hiervoor meer kunnen gebruiken?
11. In hoeverre verwacht je dat het werken met een weektaak bijdraagt aan eigenaarschap?
• Waarom?
12. In hoeverre verwacht je dat het werken met een weektaak bijdraagt aan autonomie? • Waarom?