• No results found

Handleiding beheerdatabank

In document Dendrometrische gegevens bestanden (pagina 159-164)

Nota

Aan : Gebruiker beheerdatabank

Van : Filip Waumans

Datum : 1 juni 2009

Betreft : Handleiding beheerdatabank Haskoning

1. Systeemvereisten

De databank is ontwikkeld voor Microsoft Office Access 2002 en latere versies.

2. Installatie GIS-viewer

De databank maakt gebruik van een GIS-viewer. Om deze binnen Access te gebruiken moet een installatieprocedure doorlopen worden:

-Unzip het bestand ‘Install.zip’ in de directory vanwaar uit u de databank wil gebruiken.

-Dubbelklik op het bestand ‘Install_GIS.bat’. Druk op een toets wanneer het batch-bestand beëindigd is.

-Open het installatiebestand ‘MapWinGIS42OCXOnly.exe’. Doorloop de installatieprocedure en start uw computer opnieuw op.

Shape-bestanden

In het bestand ‘Install.zip’ bevindt er zich een directory met de naam ‘GISBESTANDEN’. Zorg ervoor dat deze directory met de bijhorende shapes zich bevindt in de directory waar de access databank zich bevindt. Binnen deze directory bevindt zich het shape-bestand beheereenheden.shp. Nu bent u klaar om het Access-bestand te openen. Wanneer u de databank opent in Access 2003 krijgt u een ‘security warning’. Klik op ‘open’.

3. Hoofdmenu

Wanneer u de databank opent ziet u het hoofdmenu (zie Illustratie 1). Hieronder wordt iedere knop van het hoofdmenu toegelicht.

3.1 Fiches beheereenheden

-Onder ‘zoek beheereenheid’ kunt u een beheereenheid selecteren waarna de gegevens van de desbetreffende eenheid getoond worden.

-Met de pijltjes -toetsen kunt u doorheen de eenheden scrollen.

-Met de knop ‘Alle BE-fiches opvragen’ kunt u een rapport opvragen die alle beheereenheidfiches weergeven.

-De beheereenheidkenmerken die zich bevinden op de tab ‘Algemene kenmerken’ kunt u aanpassen door eerst op de knop ‘BE-kenmerken wijzigen‘ te klikken.

-Op de tab beheer- en monitoringsmaatregelen kunt enkel beheermaatregelen toevoegen en wissen. Bestaande beheermaatregelen aanpassen kan enkel binnen de module ‘registratie en wijzigen van beheermaatregelen’. Let op : beheermaatregelen die gedefinieerd zijn binnen het goedgekeurde beheerplan kunnen niet gewist worden. Het veld ‘oorspronkelijke maatregel’ geeft dit aan. Indien het veld ‘oorpronkelijke maatregel’ staat aangevinkt betekent dit dat de maatregel behoort tot het oorspronkelijk beheerplan. Bij een nadien toegevoegde maatregel staat dit veld automatisch uitgevinkt. De gebruiker kan dit niet zelf af- en uitvinken.

-In de tab beheer- en monitoringsmaatregelen worden ook de criteria-afhankelijk maatregelen getoond.

Illustratie 1: Openingscherm databank

3.2 Beheerplanning opvragen

Met deze module kan u de beheerplanning opvragen. Dit kan op drie verschillende manieren:

-Meerdere criteria

U kan de beheerplanning bevragen door een combinatie te maken van beheereenheden, type beheermaatregelen, beheermaatregelen en jaar. Dit doet u door in de keuzelijsten telkens één of meerdere beheereenheden, types, beheermaatregelen en jaren te selecteren. Meerdere waarden binnen een keuzelijst selecteren kanu met de Shift of de Ctrl-toets.

Daarna klikt u op de toets ‘opvragen beheerplanning’. De databank haalt dan alle gegevens op die voldoen aan uw zoekcriteria.

U heeft ook de mogelijkheid om beheereenheden ruimtelijk te selecteren via de GIS-viewer. Klik daartoe op de knop ‘selectie via kaart’. U komt in de GIS-viewer terecht. Selecteer één of meerdere beheereenheden en klik daarna op de knop ‘Gebruik selectie’. De geselecteerde beheereenheden zijn zichtbaar in de keuzelijst met beheereenheden. Voor uitleg over het gebruik van de GIS-viewer wordt u doorverwezen naar hoofdstuk 4.

-Overzicht voor één jaar

Via de keuzelijst met jaren kunt u een overzicht opvragen van alle beheermaatregelen in een bepaald jaar. De status van de maatregelen worden weergegeven (zie legende).

-Overzicht voor één maatregel

Via de keuzelijst met maatregelen kunt u opvragen in welke jaren bepaalde maatregelen gepland zijn. De status van de maatregelen worden weergegeven (zie legende).

Wanneer u een selectie gemaakt heeft krijgt u een overzichtstabel.

-U kunt de beheereenheden visueel weergeven door op de knop ‘Toon op kaart’ te klikken. Op die manier komt u in de GIS-viewer terecht.

-Omdat het technisch niet altijd mogelijk is om van die overzichtstabellen een rapport te maken binnen Access heeft u de mogelijkheid om de tabel te exporteren naar een excelbestand. Klik daartoe op de knop ‘Naar Excel’.

3.3 Registratie en wijzigen van beheerplanning

Via deze module moet u registreren of bestaande maatregelen zijn uitgevoerd. De enige velden die u hier kunt aanpassen zijn de status en de argumentatie. Het wissen van maatregelen is hier niet mogelijk. Wanneer u de status van een maatregel op niet uitgevoerd zet krijgt u de vraag om een maatregel naar een later jaar te verplaatsen. Indien u ja klikt kunt u een maatregel toevoegen. In het argumentatieveld wordt automatisch commentaar toegevoegd die erop wijst dat het om een toegevoegde maatregel gaat. Maatregelen wissen en toevoegen kunt u via de module beheereenheden. U kunt beheermaatregelen van toekomstige jaren niet wijzigen.

4. GIS-viewer

De GIS-viewer werkt op basis van ESRI - shapes. Via de viewer kunnen bestanden die bekomen worden via het bevragen van de databank gevisualiseerd worden. Anderzijds kan de GIS-viewer gebruikt worden om bestanden te selecteren en te gebruiken in bevragingen (zie hoger).

Functies binnen de GIS-viewer:

-kaart toevoegen: Via kaart toevoegen kan u een laag toevoegen. Dit kunnen shapes of tiff bestanden zijn. Let op: zware tiff-bestanden zoals topografische kaarten kunnen de applicatie vertragen.

Inzoomen Uitzoomen Schuiven

Selectietool: gebruik de shiftknop om meerdere beheereenheden te selecteren.

Inzoomen Uitzoomen Zoom op laag

Deze knop kunt u gebruiken indien u via een selectieformulier in de GIS-viewer terechtkomt. Na selectie van

beheereenheden, klikt u op deze knop en zijn de bestanden

geselecteerd in de keuzelijst.

Deselecteren van geselecteerde bestanden.

Kleur van de actieve laag

Dikte van de grens van polygonen, lijnen of punten van de actieve laag

Hiermee bepaalt u de transparantie van de actieve laag.

Hiermee verplaatst u de positie van een laag

Hiermee kunt u lagen wissen of deactiveren door uit te vinken

Door op de knop te klikken kunt u een afbeelding maken en opslaan van de getoonde kaart.

In document Dendrometrische gegevens bestanden (pagina 159-164)