• No results found

H2130B Grijze duinen (kalkarm)

6.14 H1903 Groenknolorchis

7.2.4 H2130B Grijze duinen (kalkarm)

Solleveld

De kalkarme grijze duinen in Solleveld kennen ondanks het begrazingsbeheer een afname in kwaliteit door toenemende vergrassing. Mogelijk kan optimalisatie van het begrazingsbeheer, het creëren van verstuiving of het maaien/plaggen/chopperen van de vegetatie leiden tot verbe- tering van de kwaliteit. Het aanbrengen van stuifkuilen is maar beperkt mogelijk vanwege de archeologische waarden. Er is op dit moment te weinig inzicht in de omvang van het probleem en de benodigde maatregelen. Daarom wordt voor de tweede beheerplanperiode ingezet op optimalisatie van de begrazing met bijbehorende monitoring. Daarnaast wordt kleinschalig extra gemaaid, om de effectiviteit van deze alternatieve maatregel te kunnen bepalen. Op basis van de monitoring wordt in het volgende beheerplan bepaald welke maatregelen nodig zijn om in de derde beheerplanperiode de kwaliteitsverbetering in het gebied te kunnen realiseren.

Slaperdijk-Noord

Uit de eindevaluatie blijkt dat de kwaliteit van het habitattype ‘slecht’ is door het ontbreken van typische soorten waarschijnlijk mede als gevolg van het intensieve maaibeheer als mitigerende maatregel voor de effecten van het huidige gebruik als honden losloopgebied (zie ook hoofd- stuk 8). Daarbij zijn er ontwikkelingen in de samenstelling van de vegetatie die wijzen op toe- nemende betreding, bij de ingangen en ook verder in het gebied is sprake van plekken met ruig- tes. Daarnaast is er lokaal ook sprake van verdichting van de graszode, als gevolg van het in- tensieve maaibeheer. Dit laat weinig ruimte voor de ontwikkeling van kenmerkende soorten van het kalkarme grijze duin.

Als gevolg van het algehele gebruik van het gebied zullen de mogelijkheden voor kwaliteitsver- betering echter beperkt zijn. Op de voormalige camping de Molenslag zijn tijdens de eerste be- heerplanperiode maatregelen getroffen voor de uitbreiding van circa 4 ha kalkarm grijs duin, om zo de kwaliteitsverbetering die voor Slaperdijk Noord niet haalbaar is elders over een oppervlak- te van circa 4 ha alsnog te realiseren. Nadere (mitigerende) maatregelen bestaan uit optimalisa- tie van het maaibeheer of vervangende maatregelen voor verbetering van de kwaliteit (zie ook 8.7.3).

Tabel 7.3 Overzicht instandhoudingsmaatregelen ten behoeve van H2130B Grijze duinen kalkarm

Deelgebied Maatregelen omvang frequentie Beheerplan

periode

Solleveld Optimaliseren begrazingsbeheer

Pilot maaien 9,4 ha Nader te bepalen jaarlijks nader te bepalen 2 2 Slaperdijk- Noord - - - -

7.2.5 H2150 Duinheiden met struikhei

Solleveld

Continuering van het beheer is vereist voor behoud van de kwaliteit. Hierbij is een goede balans van belang tussen niet te intensieve begrazing wat ten koste gaat van de ontwikkeling van korstmossen en een niet te extensieve begrazing, omdat de heidevegetatie gevoelig is voor vergrassing. Lokaal worden delen gemaaid ten behoeve van verjonging van de heide in het ka- der van regulier beheer. In het terrein wordt de (reguliere) opslag van bomen en struiken, waar- onder amerikaanse vogelkers verwijderd in het kader van regulier beheer. Buiten het regulier beheer zijn er geen aanvullende instandhoudingsmaatregelen nodig.

Ockenrode

De situatie van de heideterreinen in Ockenrode is vergelijkbaar met de heideterreinen van Sol- leveld. Buiten het regulier beheer zijn er geen aanvullende instandhoudingsmaatregelen nodig. Tabel 7.4 Overzicht instandhoudingsmaatregelen ten behoeve van H2150 Duinheiden met struikhei

Deelgebied Maatregelen omvang frequentie Beheerplan periode

Solleveld - - - -

Ockenrode - - - -

7.2.6 H2160 Duindoornstruwelen

Zeereep Solleveld

De oppervlakte aan duindoorn is toegenomen ten koste van kalkrijke grijze duinen. Door maat- regelen voor behoud van het areaal van kalkrijk grijs duin wordt deze uitbreiding deels weer tenietgedaan. Behoud van oppervlakte van de duindoornstruwelen is in dit kader niet in het ge- ding, mede gezien de in de doelstelling opgenomen toegestane afname ‘ten gunste van’ kalkrijk grijs duin. De kwaliteit van de resterende duindoornstruwelen wordt geborgd door verwijderen van exoten. De maatregelen zijn eenmalig en worden gespreid over de tweede en derde be- heerplanperiode.

Solleveld

De struwelen in het gebied zijn over het algemeen goed ontwikkeld. Continuering van het huidi- ge beheer van begrazing en reguliere verwijdering van exoten is voldoende voor behoud van oppervlakte en kwaliteit in dit deelgebied.

Zeereep Ter Heijde-Vlugtenburg

De oppervlakte aan duindoorn is toegenomen ten koste van kalkrijke grijze duinen. Door maat- regelen voor behoud van het areaal van kalkrijk grijs duin wordt deze uitbreiding deels weer tenietgedaan. Behoud van oppervlakte van de duindoornstruwelen is in dit kader niet in het ge- ding, mede gezien de in de doelstelling opgenomen toegestane afname ‘ten gunste van’ kalkrijk grijs duin. De kwaliteit in de resterende duindoornstruwelen wordt geborgd door verwijderen van exoten. De maatregelen zijn eenmalig en worden gespreid over de tweede en derde beheer- planperiode.

Van Dixhoorndriehoek

In het gebied is in de eerste beheerplanperiode in de buitenduinen duindoornstruweel verwij- derd over een oppervlakte van circa 20 ha ten gunste van de ontwikkeling van kalkrijke grijze duinen. Het oorspronkelijke hoge aandeel van struweel in de buitenduinen Van Dixhoorndrie- hoek week sterk af van de landschappelijke streefbeeldreferentie (zie hoofdstuk 5). Door de herinrichting is een nieuwe uitgangssituatie gecreëerd die meer recht doet aan een natuurlijke zonering van duingebieden. In de resterende meer landinwaarts gelegen struwelen wordt de kwaliteit verbeterd door verwijdering van gebiedsvreemde soorten, waaronder wilg, populier, esdoorn en amerikaanse vogelkers. De maatregelen zijn eenmalig en worden gespreid over de tweede en derde beheerplanperiode.

Vinetaduin

In het gebied duin zijn soortenrijke struwelen aanwezig. Op het terreindeel van Defensie (gron- den van Defensie buiten de geëxclaveerde Favamil camping) bevinden zich veel gebieds- vreemde soorten, waaronder wilg, populier, esdoorn en amerikaanse vogelkers. In dit deel vindt nu geen beheer plaats. Om de kwaliteit van de struwelen hier te behouden is actieve verwijde- ring van exoten noodzakelijk. De maatregelen zijn eenmalig en worden gespreid over de twee- de en derde beheerplanperiode.

Hoekse bosjes

In het gebied komt het habitattype maar in beperkte oppervlakte voor (1,2 ha). Daarbij is er sprake van sterke verruiging mede door de open structuur. Voor behoud van de kwaliteit is hier een actieve verwijdering van ruigtes noodzakelijk, waardoor het struweel zich beter kan ontwik- kelen. De maatregelen zijn eenmalig en worden gespreid over de tweede en derde beheerplan- periode.

Tabel 7.5 Overzicht instandhoudingsmaatregelen ten behoeve van H2160 duindoorn- struweel

Deelgebied Maatregelen Omvang

(cursief = bruto) frequentie Beheerplanperiode Zeereep Solle- veld Verwijdering gebiedsvreemde soorten 25,4 ha eenmalig 2+3 Zeereep Ter Heijde- Vlugtenburg Verwijdering gebiedsvreemde soorten 26,3 ha eenmalig 2+3 Van Dixhoorn- driehoek Verwijdering gebiedsvreemde soorten 65,2 ha eenmalig 2+3 Vinetaduin Verwijdering gebiedsvreemde soorten 4,7 ha eenmalig 2+3

Hoekse bosjes Verwijdering gebiedsvreemde

soorten/ruigte

1,2 ha eenmalig 2+3