• No results found

Gods heilsgeschiedenis leest als een toneelstuk in vier bedrijven (en scènes). Bedrijf 1:

Schepping; bedrijf 2: de Val; bedrijf 3: de Verlossing en bedrijf 4: de Voltooiing.

We hebben er voor gekozen om niet de standaardteksten hiervoor te gebruiken, want de thema’s van een scheppend God, een gevallen schepping, een verlossende Koning en een God die een grote toekomst voor ogen heeft komen in heel de Bijbel voor.

Ook in deze reeks zit een opbouw, dus ook hier raden we aan om alle vier de studies te maken.

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 57

Psalm 104

1 Prijs de HEER, mijn ziel.

HEER, mijn God, hoe groot bent u.

Met glans en glorie bent u bekleed, 2 in een mantel van licht gehuld.

U spant de hemel uit als een tentdoek 3 en bouwt op de wateren uw hoge zalen,

u maakt van de wolken uw wagen en beweegt u op de vleugels van de wind,

4 u maakt van de winden uw boden, van vlammend vuur uw dienaren.

5 U hebt de aarde op pijlers vastgezet, tot in eeuwigheid wankelt zij niet.

6 De oerzee bedekte haar als een kleed, tot boven de bergen stonden de wateren.

7 Toen u dreigde, vluchtten zij weg, toen uw donderstem klonk, stoven zij heen:

8 naar hoog in de bergen, naar diep in de dalen, naar de plaatsen die u had bepaald.

9 U stelde een grens die zij niet overschrijden, nooit weer zullen zij de aarde bedekken.

10 U leidt het water van de bronnen door beken, tussen de bergen beweegt het zich voort.

11 Het drenkt alles wat leeft in het veld, de wilde ezels lessen er hun dorst.

12 Daarboven wonen de vogels van de hemel, uit het dichte groen klinkt hun gezang.

13 U bevloeit de bergen vanuit uw hoge zalen, de aarde wordt verzadigd en vruchtbaar:

14 gras laat u groeien voor het vee en gewassen die de mens moet verbouwen.

Zo zal hij brood winnen uit de aarde 15 en wijn die het mensenhart verheugt,

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 58

geurige olie die het gelaat doet stralen, ja, brood dat het mensenhart versterkt.

16 De bomen van de HEER zuigen zich vol, de ceders van de Libanon, door hemzelf geplant.

17 De vogels bouwen daar hun nesten, in hun kronen huizen de ooievaars.

18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken, in de kloven schuilen de klipdassen.

19 U hebt de maan gemaakt voor de tijden, de zon weet wanneer zij moet ondergaan.

20 Als u het duister spreidt, valt de nacht, en alles wat leeft in het woud gaat zich roeren.

21 De jonge leeuwen gaan uit op roof, brullend vragen zij God om voedsel.

22 Bij zonsopgang trekken zij zich terug en leggen zich neer in hun legers.

23 De mensen gaan aan het werk en arbeiden door tot de avond.

24 Hoe talrijk zijn uw werken, HEER.

Alles hebt u met wijsheid gemaakt, vol van uw schepselen is de aarde.

25 Zie hoe wijd de zee zich uitstrekt.

Daar wemelt het, zonder tal, van dieren, klein en groot.

26 Daar bewegen de schepen zich voort,

daar gaat Leviatan, door u gemaakt om ermee te spelen.

27 En allen zien ernaar uit dat u voedsel geeft, op de juiste tijd.

28 Geeft u het, dan doen zij zich te goed, opent zich uw hand, dan worden zij verzadigd.

29 Verberg uw gelaat en zij bezwijken van angst, ontneem hun de adem en het is met hen gedaan,

dan keren zij terug tot het stof dat zij waren.

30 Zend uw adem en zij worden geschapen,

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 59

zo geeft u de aarde een nieuw gelaat.

31 De luister van de HEER moge eeuwig duren, laat de HEER zich verheugen in zijn werken.

32 Hij richt zijn oog op de aarde en zij beeft, hij raakt de bergen aan en zij stoten rook uit.

33 Voor de HEER wil ik zingen zolang ik leef, een lied voor mijn God zolang ik besta.

34 Moge mijn lofzang de HEER behagen, zoals ik mijn vreugde vind in hem.

35 Zondaars zullen van de aardbodem verdwijnen, onrechtvaardigen zullen niet meer bestaan.

Prijs de HEER, mijn ziel.

Toelichting keuze Bijbeltekst en plaats in het jaarthema

In deze Psalm wordt God zeer beeldend weergegeven als schepper en als onderhouder van zijn schepping.

Daarenboven laat deze psalm ook zien dat Israëls poëtische, liturgische, literaire cultuur ingebed was in de bredere historische cultuur.

Kerngedachte/ centrale boodschap

Meditatie over Gods schepping (in het licht van Gen. 1-2) leidt tot aanbidding van de Schepper;

God die voorziet en onderhoudt.

Werkvormen en vragen voor de kringleider

Inleiding

• Bekijk deze twee video’s van de Bible Project over de Psalmen:

https://www.youtube.com/watch?v=j9phNEaPrv8&t=5s en https://www.youtube.com/watch?v=dpny22k_7uk

• Dit gedeelte is een reflectie op de schepping. Je kan de volgende zaken doen ter inleiding: 1) Kijk (een stuk van) de BBC reeks Planet Earth of een (stuk van een) documentaire gemaakt door Sir David Attenborough. 2) Bekijk (een stuk) uit de

‘scheppingsscène’ uit Tree of Life door Terrence Malik. (Te vinden op YouTube.) 3) Luister naar De Morgen van Edvard Grieg, naar (één van) de Vier seizoenen van Antonio Vivaldi, naar Die Schöpfung: Singt dem Herren alle Stemmen! van Joseph Haydn.

• de Psalm hardop

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 60

Lezen

• Lees deze Psalm hardop

• Welk genre is dit?

• Zoek naar herhalingen in dit stuk

• Zoek naar relaties tussen planten, dieren, mensen en God.

• Zoek naar beeldspraak en andere stijlfiguren

• God is zeer actief in dit stuk. Duid al zijn acties aan.

• Hoe wordt God omschreven in dit stuk?

• Welke emoties heeft de psalmist?

• Farao Echnaton was een farao in de 18de dynastie in het Oude Egypte die leefde in de 14de eeuw voor Christus. Hij werd geboren als Amenhotep IV (Amon is tevreden), maar veranderde zijn naam in Echnaton (Hij die Aton welgevallig is). Hij schafte niet slechts Amon af als hoofdgod ten gunste van de zonnegod Aton, hij schafte zelfs het polytheïsme van Egypte af ten voordele van Aton. Aton werd de enige te vereren godheid. Er zijn enkele liederen toegeschreven aan Echnaton, waaronder de Hymne aan Aton. Deze hymne vertoont vergaande gelijkenissen met psalm 104. Een versie vind je hier: https://www.kemet.nl/de-grote-atonhymne/ Wat zijn overeenkomsten en wat zijn verschillen?

Begrijpen

• Welk genre is dit? Hoe beïnvloedt dit het lezen en begrijpen van deze tekst?

• Welke zaken worden herhaald? Is hier een reden voor?

• Zoek naar relaties tussen planten, dieren, mensen en God.

• Wat zijn grote thema’s in deze psalm?

• Waarom heeft de psalmist deze Psalm geschreven denk je?

• Probeer deze Psalm eens samen te vatten in één kernachtige zin.

• Deze Psalm werd waarschijnlijk gebruikt in de liturgie, in de tempeldienst van het volk Israël. Wat zou een Israëliet hieruit hebben meegenomen? Voor zichzelf, voor zijn gezin, voor zijn volk?

• Opwekking 671 is deels gebaseerd op deze psalm (deels ook op een stuk uit Jesaja).

Leg de twee naast elkaar en zie welke gedeeltes ze hebben gebruikt en welke niet, probeer de beweegredenen te achterhalen. Vind je de muziekstijl passen bij de psalm?

Argumenteer Toepassen

• Neem tijd om na te denken of je genoeg met Gods schepping in contact komt om onder de indruk te komen. Zo niet, plan dan in hoe je dit gaat veranderen en deel dit met een kringlid.

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 61

• Ieder kringlid deelt vanuit zijn/haar studie (geneeskunde, informatica, wiskunde, taalkunde, theologie, architectuur ...) waar hij/zij de schoonheid van Gods schepping ziet. Deel dit samen om God loven en te danken.

• Neem tijd met je kring om er op uit te trekken naar een bos, een park, een natuurdomein. Ieder kringlid noteert twee à drie natuurfenomenen die hij/zij mooi vindt. Gebruik dit om God te danken.

• Gebruik deze psalm om zelf een psalm te schrijven die God eert voor zijn schepping en zijn trouw.

• Luister naar De Morgen van Edvard Grieg, naar (één van) de Vier seizoenen van Antonio Vivaldi, naar Die Schöpfung: Singt dem Herren alle Stemmen! van Joseph Haydn.

Verduidelijking moeilijke woorden/gedeeltes

Inleiding: achtergrondinfo

De Psalmen horen samen met Hooglied en enkele delen uit de profetische geschriften tot de poëtische literatuur van de Bijbel. Poëzie staat verder af van de alledaagse manier van spreken dan proza. Poëzie wordt gekenmerkt door een hoge dichtheid aan stijlfiguren. Twee belangrijke stijlfiguren in de oudtestamentische psalmen zijn het gebruik van parallellisme en het gebruik van metaforen/vergelijkingen.

Tegelijk zijn de psalmen de spiegel van de ziel. Iemand heeft eens gezegd dat het lezen van de psalmen als een geestelijke achtbaan is. De ene keer is de dichter op de top en de andere keer diep in het dal. Alle emoties zijn in de psalmen vertegenwoordigd, ook zeer rauwe en harde (zie bijv. Ps. 38). Zo geven ze ons een inkijk in het geloofsleven van onze broeders en zusters van het Oude Testament. Hoewel het persoonlijke devoties, gedichten, gebeden zijn, komt voornamelijk God in beeld en niet zozeer de mens; al Gods eigenschappen komen aan bod.

Hoewel velen de psalmen nu lezen in hun persoonlijke stille tijd, mogen we nooit vergeten dat deze psalmen gebruikt werden in een cultische of liturgische setting: in de tempeldienst en op weg naar de tempel. Dit blijkt onder andere uit de aanduidingen zoals ‘voor de koorleider’,

‘op de wijze van ’, enz.Dit waren de liederen van een volk, zelfs wanneer de psalmist ‘ik’

gebruikt, dan is het ‘wij’ van het volk geïmpliceerd. 37 Lezen en begrijpen achtergrondinfo VERZEN 1-4

De psalm begint en eindigt (stijlfiguur genaamd inclusio) de psalm met een zelfopdracht. Dan gaat hij verder met God te beschrijven. Gehuld of gekleed gaan in iets, geeft altijd iets weer van het karakter. Hij is in licht gehuld omdat hij licht is (1 Joh. 1:5) en omdat hij licht geeft (Gen. 1:3).38

37 J.A. Motyer, Psalms, New Bible Commentary (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1994), 486.

38 Ibid., 553

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 62

In de tijd dat deze psalm geschreven werd, geloofde men dat de hemel verschillende niveaus had, met vloeren, muren en plafonds.39 Dit past ook in het wereldbeeld van het Oude Nabije Oosten, waarbij de aarde een platte schijf is, met daarop aan de uiteinden pilaren waarop de hemel steunde.

De wolken en de wind zijn geen afzonderlijke goden, maar zaken die ter beschikking staan van God die ze gemaakt heeft. Ook dit past in de context van het Oude Nabije Oosten waarin hoofdgoden, zoals Baal, vaak rijdend op de wolken afgebeeld werden. Baal wordt ook vaak afgebeeld met bliksemschichten in zijn handen. De psalmist laat God hier soeverein zijn door titels en attributen van bekende goden uit naburige streken op de god van Israël toe te passen.4041

VERZEN 5-9

De referenties hier naar vloed en water die de aarde bedekken, kunnen verwijzen naar de zondvloed, zeker vers 9 doet dit vermoeden, maar dit is niet noodzakelijk. Het is veeleer weer een beeld van God die schept en orde bepaalt. Ook hier neemt God attributen van omliggende goden aan, het werd namelijk van de hoofdgod verwacht om de zee in toom te houden. Hierbij is het belangrijk te weten dat de zee een symbool was voor chaos en oerkrachten. God bedwingt de oerchaos en stelt orde in. Ook dit beeld, van de godheid die de oerchaos overwint, was een bekend beeld en thema in het Oude Nabije Oosten (cfr. In Openbaring lezen we dat er ‘geen zee’ meer zal zijn, m.a.w. is dit het einde van chaos en verderf).42 Verder in de psalm wordt hier nog op teruggekomen.

VERZEN 10-18

in deze verzen zien we niet slechts God scheppen, maar ook onderhouden en voorzien. Hij bepaalt de loop van rivieren, met water dat verderop belangrijk zal blijken voor allerlei soorten leven. ‘Alle dieren van het veld’ slaat op alle niet-gedomesticeerde dieren, waarvan een goed voorbeeld de wilde ezels zijn. De ‘hemelzalen’ van vers 13 passen weer in het wereldbeeld dat we al terugzagen in de eerste verzen. Niet enkel de dieren voorziet hij van voedsel en een plek om te wonen, hij zorgt ook dat de mens alles heeft wat hij nodig heeft: wijn, graan en olijven.

Dit is wat we in de archeologie ‘de mediterrane triade’ noemen en dit was een teken van overvloed. Het waren de producten van de Middellandse Zee. Merk op dat God niet slechts voorziet in een basisbehoefte als eten, maar ook in olijfolie dat hier beschreven wordt als iets binnen de sfeer van de lichaamsverzorging en in wijn ‘die het hart verblijdt.’ God voorziet niet enkel in zuiver functionele zaken.

Of de vernoemde dieren een specifieke betekenis hebben is niet zo duidelijk en misschien ook niet zo belangrijk. Het is wel duidelijk dat God ook veiligheid biedt voor dieren, door hoge bomen, hoge bergen en rotswanden te voorzien.

39 John H. Walton, Victor H. Matthews, and Mark W. Chavalas, The IVP Bible Background Commentary: Old Testament (Downers Grove, IL: IVP Academic, 2000).

40 Ibid.

42 Ibid.

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 63

VERZEN 19-23

Dit hele gedeelte gaat over hoe God orde en regelmaat instelt. Ten eerste geeft hij de maan en de zon voor dag en nacht, maar ook voor ‘de tijden.’ Dit is geschreven in de context van maan-maanden. Om de kalender samen te houden met het zonnejaar, werd er om de zoveel jaar enkele dagen toegevoegd, anders zouden de seizoenen en de feesten na verloop van tijd niet meer kloppen. Door de wisseling van dag en nacht zorgt God er ook voor dat mens en dier goed kunnen samenleven. Nachten worden nu nog steeds gezien als onveiliger, maar toen zeker. De leeuwen lopen ’s nachts rond, maar trekken zich terug tegen de ochtend, zodat de mens veiliger kan zijn in de dag.43Verzen 23-26: De psalmist kijkt rond en beseft hoe talrijk Gods werken zijn en dat ze met wijsheid gemaakt zijn. Van de uitgestrekte zee tot het kleinste diertje daarin; God heeft ook alles onder controle: de zee, de dieren in zijn schepping, de mens (schepen kunnen hier symbool staan voor de menselijke bedrijvigheid en handel) en zelfs over Leviathan.

Leviathan past ook weer perfect in de context van het Oude Nabije Oosten. Over Leviathan wordt ook op andere plekken in de Bijbel gesproken, bijv. Ps. 74:14, Jes. 27:1. In deze passages gaat het over een zeemonster (sommigen lezen hier een krokodil of een dinosaurus in, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk) dat door God verslagen wordt. De omliggende volkeren hadden verhalen waarin de god van de orde, van de vruchtbaarheid een oermonster, een zeemonster verslaat dat symbool stond voor de chaos.44Dit beeld past in onze psalm, maar het boeiende is dat Leviathan in deze psalm als het ware speelgoed is voor God.

VERZEN 27-30

De soevereine God geeft aan ieder wat hij nodig heeft. Maar hij is soeverein, het is aan hem.

Of hij nu geeft of weerhoudt. God beschikt ook over leven en dood en slechts door zijn wil, blijft de aarde zich vernieuwen en blijft er nieuw leven komen.

De open hand die beschreven wordt past ook in de context van het Oude Nabije Oosten. De Atonhymne, geschreven door farao Echnaton en de afbeeldingen van Aton uit het Oude Egypte laten de godheid ook zien met een geopende hand naar zijn schepselen toe.

VERZEN 31-35

De machtige schepping geeft Gods glorie weer. Mocht hij zijn glorie weerhouden, dan zou de schepping stoppen te bestaan. De ogenschijnlijk stabiele schepping, is fragiel in relatie tot Hem.45 Zo’n Schepper is onze aanbidding waard; het mag ons gebed zijn dat ons lied hem waardig is.

Hoewel de mensen toen wisten van vulkanische activiteit, was er weinig kans dat ze een uitbarsting meemaakten of erover hoorden in hun levensloop, zo ver weg waren de dichtstbijzijnde vulkanen.46

Wat doen zondaars en goddelozen ineens in deze psalm? Dit is geen weergave van de schepping zoals in Genesis. Dit is een reflectie op, een mediteren over de schepping zoals die

43 Motyer, Psalms, 554

44 Walton, Matthews, and Chavalas, Old Testament Background.

45 Motyer, Psalms, 554

46 Walton, Matthews, and Chavalas, Old Testament Background.

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 64

was ten tijde van de psalmist. Hij ziet dus ook mensen die God niet de eer geven die hem toekomt. Zij verheugen zich niet in Gods schepping, en voor hen zal er uiteindelijk geen plaats zijn in Gods schepping.

Na alles grondig bekeken te hebben en hierover te hebben nagedacht, kan de psalmist niets anders dan God prijzen en daar roept hij zijn ziel dan ook toe op, net zoals in het begin.

Toepassen

Zorg dat je als kring tot aanbidding komt. Als de bestudering van deze psalm niet leidt naar reflectie op Gods schepping en vandaar uit tot aanbidding, dan is er iets mis gelopen.

Van kringbundel naar kringvoorbereiding

Hoe begin je als kringleider nu aan je kringvoorbereiding m.b.v. de kringbundel? Stel je doel voor je kring vast: wat is de hoofdboodschap van de Bijbeltekst en van je kringopzet? Hoe link jij dit verantwoord aan het jaarthema? Heb je de Bijbeltekst grondig bestudeerd? Heb je de achtergrondinfo doorworstelt? Dan ben je nu klaar om te beginnen aan de voorbereiding van je werkvormen en vragen voor je kringstudie. We raden sterk aan om ‘lezen’, ‘begrijpen’ en

‘toepassen’ als hoofdstructuur te nemen voor je kringopbouw, want dat is een basisvoorwaarde voor een verantwoord gebruik van de Bijbel en het bereiken van je doel voor je kringstudie.

Het doel is dat je samen met je kring ziet dat God schepper en dat Hij zorgt voor zijn schepping.

Zie dat ze door een goede bestudering van dit gedeelte daarvan onder de indruk komen en zie dat je vormen vindt die passen bij je kring om God hiervoor te loven, te prijzen en te danken.

Kringenbundel ’20-’21 “...en ze leefden nog lang en gelukkig!” – 2020 © Ichtus Vlaanderen 65

Genesis 4:1-16

Bijbeltekst

1De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken aan een man!’

2Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd herder, Kaïn werd landbouwer.

3Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker.

De HEER vroeg hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen, maar jij moet sterker zijn dan zij. 8

Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn

Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn