• No results found

Grootte stromen

In document Container deposits: three scenarios (pagina 32-36)

De berekeningen voor de milieu-impact en maatschappelijke kosten worden per scenario berekend door de gevonden getallen voor GWP-100, energieverbruik en kosten te vermenigvuldigen met de grootte van de stromen. Voor Nederland zijn slechts gegevens bekend van de verdeling van PET- flessen over de verschillende stromen in het scenario status quo. Doordat de verdeling van de andere twee scenario’s geschat zijn, kan een andere aanpak van dit gedeelte de resultaten sterk beïnvloeden. In het scenario “afschaffen statiegeld”, is de inleverrespons voor bronscheiding gebaseerd op schattingen die hoger zijn dan schattingen in andere bronnen. Doordat bronscheiding minder milieu-impact heeft dan de andere stromen in dat scenario, zou de milieu- impact van dit scenario hoger kunnen uitvallen. In het scenario “uitbreiden statiegeld” gebeurt het tegenovergestelde. Daarvoor zijn hogere schattingen voor de inleverrespons bij de statiegeldstroom dan die wij gebruikt hebben, waardoor de milieu-impact lager zou kunnen uitpakken.

Vervolgonderzoek

In een vervolgonderzoek zouden bovengenoemde zaken meegenomen kunnen worden om onze uitkomsten te controleren en eventueel verbeteren. Ook zou het uitbreiden van het statiegeld op plastic flessen gemaakt van ander materiaal dan PET of op blikjes, of het afschaffen van statiegeld op bierkratten en -flessen onderzocht kunnen worden.

33

Conclusie

In dit onderzoek zijn milieu-impact en maatschappelijke kosten van drie scenario’s voor statiegeld uitgerekend. Bij een afschaffing van het statiegeldsysteem wordt het meest kilogram CO2 equivalent uitgestoten. Dit komt doordat hier de meeste flessen verbrand worden en er het meeste virgin PET geproduceerd moet worden om weer tot een ton nieuwe PET-flessen te komen. Bij het huidige statiegeldsysteem gaan er minder flessen naar een AVI, en hoeft er minder virgin PET geproduceerd te worden om weer tot een ton nieuwe PET-flessen te komen. De hoeveelheid uitgestoten kilogram CO2 equivalent is hier dan ook lager dan wanneer het statiegeldsysteem wordt afgeschaft. Als het statiegeldsysteem wordt uitgebreid naar alle PET- flessen voor water en frisdrank is de hoeveelheid uitgestoten kilogram CO2 equivalent het laagst. In dit scenario worden de minste flessen verbrand en hoeft er het minst virgin PET geproduceerd te worden. Het blijkt dat de GWP in het geval van het afschaffen van statiegeld met 46% toeneemt, terwijl het in het geval van uitbreiden van statiegeld 30% afneemt.

De verschillen tussen de scenario’s is bij energie kleiner dan bij GWP-100: de toename in energie in het scenario afschaffen is 14%, voor uitbreiden is de afname 10%. Dit komt onder andere doordat het verbranden van PET energie oplevert. Zowel qua GWP-100 al qua energieverbruik blijkt een uitbreiding van het statiegeld het voordeligst.

Ook economisch gezien is de uitbreiding van het statiegeldsysteem het meest gunstige scenario. Hoewel voor afzonderlijke partijen de verhoudingen in kosten tussen de verschillende scenario’s sterk kunnen verschillen, zijn de maatschappelijke kosten in het geval van een uitbreiding van het statiegeldsysteem ongeveer vier keer zo laag als wanneer het statiegeldsysteem wordt afgeschaft. Dit komt doordat de PET-flessen hun waarde behouden in het statiegeldsysteem: het RPET- granulaat levert weer geld op. Ook hier is het een voordeel dat er minder virgin PET geproduceerd hoeft te worden. Ook neemt het zwerfvuil bij uitbreiding van statiegeld af, wat een groot financieel voordeel oplevert.

Staatsecretaris Mansveld zegt in haar brief aan de Tweede Kamer van 25 juni, 2014 (zie bijlage A) beleid te voeren op doelen, en niet op de aanpak om tot die doelen te komen. Hierom acht de staatssecretaris de afschaffing van het statiegeldsysteem verantwoord, mits het verpakkende bedrijfsleven bepaalde gestelde doelen voor verduurzaming bereikt hebben. Uit onze resultaten blijkt dit niet verstandig, zowel uit de milieuanalyse als uit de economische analyse volgt dat een

34

uitbreiding van het statiegeldsysteem het meest efficiënt en voordelig is. Derhalve is een besluit tot afschaffing van het huidige statiegeldsysteem een onverstandig besluit.

Literatuurlijst

Albers, R.A.W. & Ansems, A.M.M., 2014, Verschillenanalyse rapporten WUR en CE Delft over kosten statiegeldsysteem, TNO-rapport, juni 2014

Albrecht, A., Brodersen, J., Horst, D., Scherf, M., (2011). Reuse and Recycling Systems for Selected Beverage Backaging from a Sustainability Perspective.

Anderson, M.S., 2006, An introductory note on the environmental economics of the circular economy, Sustainability Science, Volume 2, issue 1, pp 133-140

Arena, U., Mastellone, M., & Perugini, F. (2003). Life cycle assessment of a plastic packaging

recycling system. The International Journal of Life Cycle Assessment, 8(2), 92-98.

doi:10.1007/BF02978432

Bergsma, G. C., Bijleveld, M. M., Krutwagen, B. T. J. M., & Otten, M. B. J. (2011). LCA: Recycling

van kunststof verpakkingsafval uit huishoudens. Delft,

Bergsma, G., et al (2001), Inzamel- en beloningssystemen ter vermindering van zwerfafval, drie concepten voor een aanpak, eindrapport, CE Delft, oktober 2001

Boustead, I. (2005). Eco-profiles of the european plastics industry: Polyethylene terephtalate (PET) (bottle

grade). (). Brussels: PlasticsEurope.

Boustead, I. (2005a). Eco-profile european of the plastics industry: Low density polyethylene (LDPE). ().

Brussels: PlasticsEurope.

Boustead, I. (2005b). Eco-profiles of the european plastics industry SODIUM HYDROXIDE . ().

Brussels: PlasticsEurope.

35

Brief aan de Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu (juni 2014). Opgevraagd van http://www.afvalfondsverpakkingen.nl/fileadmin/downloads/Aan_de_Vaste_Kamercommissie_ voor_Infrastructuur_en_Milieu.pdf, in januari 2015

Brief over besluitvorming statiegeld, Kamerstukken II 2014, 28694, 117

CBS. (2013). Hernieuwbare energie in Nederland 2012. (). Den Haag: Centraal Bureau voor de

Statistiek.

Deloitte (2010), Rapport kostenonderzoek zwerfafval Nederland, Den Haag, juni 2010

Detzel, A., & Krueger, M. (2006). Life cycle assessment of polylactide (PLA). A comparison of food

packaging made from NatureWorks PLA and alternative materials. (). Heidelberg, Germany: IFEU report.

DKR, 2009 Produktspezifikation, Fraktions-Nr. 328-1 Sortierfraktion: Misch – PET 90/10 Köln-

Porz-Eil : Deutsche Gesellschaft für Kreislaufwirtschaft und Rohstoffe mbH (DKR), 2009

Doka, G. (2007). Life cycle inventories of waste treatment services. Ecoinvent V2.0 Schlussbericht,

(13)

Echteheld. (z.d.). Kosten/baten: Opbrengsten. Geraadpleegd op 26 januari 2015, van http://echteheld.nl/kosten-baten/746/opbrengsten

Environmental product declarations of the european plastic manufacturers: Polypropylene (PP). (2008). ().PlasticsEurope.

factsheet november 2014

Feitenrapport nascheiding, Kamerstukken II 2014, 2012D12726

Gironi, F., & Piemonte, V. (2011). Life cycle assessment of polylactic acid and polyethylene

terephthalate bottles for drinking water. Environmental Progress & Sustainable Energy, 30(3),

459-468. doi:10.1002/ep.10490

Guinée, J. B., Gorree, M., Heijungs, R., Huppes, G., & Kleijn, R. (2002). Handbook on life cycle

36

Haynes,W.M., & Lide, D. R. (2010). CRC handbook of chemistry and physics: A ready-reference book of

chemical and physical data (6th ed.) Boca Raton, Fla: CRC.

Kennisinstituut duurzaam verpakken (2014) Sortering kunststof verpakkingsafval

KplusV. (2011). Evaluatie-onderzoek bron- en nascheiding kunststof verpakkingsafval . (). Arnhem:

KplusV.

Kunststof verpakkingsafval uit huishoudens in beeld inzameling, sorteringen en toepassing van plastic. (2011). Den-Haag: VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bodem en Afval

Nationaal. Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 170 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 171 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 172 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 173 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 175 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 176 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 177 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 178 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 179 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 180 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 181 Motie, Kamerstukken II 2014, 30827, 182

In document Container deposits: three scenarios (pagina 32-36)