groente/groenten/groentes 14/57 groenteburger (etym.) 15/71
groep 80/90
groep, een - x die zat/zaten 14/81
groepje bomen kan 96/151 groepstaal 04/148, 203
groepstaal 91-4/3;7-8/10,15;10/6,7;11/17;
93/47-50,112 Groest 00/77 groet(en) 13/43 groet12/362
groetende wijs, de - 18-10/28 groetwoorden 97/31
grof taalgebruik papegaaien 20-11/10 grof/grove 08/129
grond 98/97, 148 grondelen 97/267
grondwet in eenvoudig Ned. 08/10
grondwet, Nederlands in - 10/109, 112, 168, 328, 349
grondwet, Nederlands in de - 07/220 grondwet, Nederlands niet in - 18-4/32
grondwet, Nederlands niet in de - 17-12/32 Gronings 05/250
Gronings 81/108; 97/171, 198; 01/140 Gronings, streektaalfunctionaris - 14/102 Groningse/Groninger13/281
groot (zo - als) 85/47,107 Groot Dictee 2020 20-12/9
Groot Dictee der Nederlandse taal 05/328, 355 Groot Dictee der Nederlandse Taal 18-12/15 Groot Dictee der Nederlandse Taal 19-1/14 Groot Dictee der Nederlandse Taal 19-10/13 Groot Dictee der Nederlandse Taal 19-12/7 Groot Dictee der NT2 07/308
Groot Dictee der NT2 08/70
Groot Dictee nieuwe stijl 18-12/15 Groot Dictee 04/54, 55
Groot Dictee 06/68 Groot Dictee 07/247, 292 Groot Dictee 08/254 Groot Dictee 09/176 Groot Dictee 10/256, 349 Groot Dictee 11/349
Groot Dictee 92/54-56; 93/37; 94/282,283;
99/60, 338, 341, 356; 00/348
Groot Dictee, einde - 17-6/33, 17-7/20 Groot Dictee, terugkeer van - 18-10/7 Groot Dictee12/332, 335, 345
Groot Dictee13/25, 212
Groot Dictee-test 98/325, 328 Groot retorisch woordenboek 15/90 grootbanken 10/340
grootheden/eenheden 00/311
grootouders, benamingen - 18-4/11 groots en meeslepend 03/173
gros 81/98,122
grote klok, iets aan de - hangen 03/23 Grote Staat 00/239
grote(-)stedenbeleid 96/47
groter als/dan 06/108 groter als/dan 11/283
groter als/dan 96/28; 00/222, 333; 01/137 groter dan mij/ik 95/197,315
groter dan/als 88/13
grotesk/grottesk 84/69 grove taal in Kamer 08/324 grove taal op tv 07/174
grove taal 96/226 Guangdong 08/267 Gucht, Fieke Van der 20-4/7 Guépin, J.P. 84/7
Guinees biggetje (etym.) 08/248 g-uitspraak 91-6/23;9/16
Guus (liedtekst)12/317 gym(m)en 08/234
gymp en gympie 08/104 gympen 07/173
H
H/hendrik, brave - 06/241 H/hij (voor ‘God’) 15/10 Haags dictee 98/46
Haags mondkapje 20-11/8 Haags 02/122, 205
Haags 09/34
haakjes en streepjes 15/342 haakjes, ev./mv. bij -13/331
haakjes/aanhalingstekens, tussen - 16-7/34 Haaksbergen 16-4/25
haar als meervoudsvorm 95/269 haar i.p.v. zijn 04/10
haar 87/131
haar, op een - na 96/337 haar/d'r 85/126
haar/zij 82/53,95
haar/zijn + iedereen 06/317 haar/zijn 82/87,100; 86/11 haar-er-zijn 81/25,110,132 haar-pijn 91-6/3;10/7 haarvaten 15/287 haar-ziekte 03/268 haar-ziekte 04/10 haar-ziekte 08/279, 340 haar-ziekte 87/61; 88/43 haatwoorden 17-6/15 haatzaaien/haat zaaien 11/317
had beter geweest 94/143,195,196 had daar maar eerder aan gedacht 82/112 had u … 18-9/10
Haeseryn, Walter 15/362 Haffmans, Hans13/308
hagelslag (etym.) 15/318 Hagen, prof. dr. A.M. 00/335 Hagois 86/70
Hagoort, Peter 05/ 05/212, 318 Hagoort, Peter 14/342
haha12/173 haintje 88/21
hairstylist 81/44 hakenkruis 81/15
hakkelen nieuwslezers 09/175 Halbertsma, Joast12/145 half 81/46
-half 83/84
halflandelijkheid 99/130 halfzeven, op - 15/48
hallo als afscheidsgroet 02/203, 268 halsreikend 06/341
halteren 10/273
halteren 81/25,63; 82/53; 89/136 halveren 81/63
Hamou, Ish Ait 19-12/18 hamsteren 18-2/18 hand 81/98; 82/34
Handboek Bedrijfscorrespondentie 94/153 Handboek Stijl 97/178
Handboek Verzorgd Nederlands 94/117 handdoek gooien, de - 08/258
handel(s)wijze 01/174 handel(s)wijze 02/307
Handelingen Tweede Kamer 11/224, 311 handenschudden met 81/133
hand-en-spandiensten 19-6/30 handhaven 10/150
handicap 06/148
handicaps in taal en spraak 05/242 handleidingen vertalen 92/66,156 handleidingen 91-6/21; 01/81, 136 hand-out 98/289; 99/10 handschrift scholieren 08/363 handschrift van kinderen13/140 handschrift, toekomst - 17-11/14 handschriften, oude - 17-11/18 handschriften, oude 11/106 handschriftfouten 96/86
handschriftonderwijs 09/58, 118, 119, 233 handschriftonderwijs, belang van - 19-2/33 handtastelijk 02/101, 217, 268
handvat(t)en 92/134,183 handvat(t)en13/30, 44 handwater 97/91
handwoordenboeken 93/15 hanenwaken 97/260, 306; 98/42 hangijzer, een heet - 16-12/8 Hanlo, Jan 15/213
Hannay, Mike 19-4/12 hanze-woorden 05/310 hapax 18-6/31 haperslaap13/262 haphappen 05/18
haplologie 89/18; 94/198,254 happy few 04/204
hapschaar 97/127, 170 hapscheer 85/124
harbalorifa 15/169, 232, 270 hard( )maken 09/191
hard/snel rijden 05/117
hardhorendheid 17-2/23 haren rijzen mij te berge, de - 05/211 Harer Majesteits 11/177, 230 haring (voor tent) 06/269 haring, namen van - 11/202, 283 hark 80/87,98
Harley-gevoel 05/ 05/210 harmonika (etym.) 92/173 Harrebomée, P.J. 05/234 hart onder de riem 99/61, 116 hart, aan het, - / ter harte 11/44 Hart, Maarten ’t 14/306
hart, uit mijn - gegrepen 15/363 hartelijk(e) dank 04/155
hartelijks 11/81, 319 Harteveld, Erik 15/129, 195, 232 hartstikke 83/146; 84/15,56,63 hashtags (#) 11/199
hashtags13/189
Haspelmath, Martin13/94 hassebassie 97/297
Hautekiet, radioprogramma - stopt 18-5/27, 18-7/8
haventaal 11/294 Havlíčkův Brod Plein 19-5/8 havo(-)/vwo-niveau 02/121 hazak 82/42
hbo-studenten, taalachterstand - 76 hè/hé 09/235; 16-5/8
headhunter 07/118, 190
Health, Safety and Environment (HSE) 19-2/8 Heartbreak Hotel (liedtekst) 14/249
Heb je nou je zin! (boek) 14/58 heb/ben vergeten 92/213 heb/heeft, die...ik... 81/121 hebban olla uogala ... 05/174, 268 hebban olla uogola 98/278 hebban olla vogala 06/270 hebben of zijn 17-5/25 hebben 17-2/29
hebben, kleding aan/om/op - 18-2/13 hebben/zijn + volt. dw. 18-5/13
hebben/zijn ingecheckt 14/235 hebben/zijn nagegaan 14/341 hebben/zijn 85/54,86,105,130 Hebreeuws 07/4, 81
hebt/heeft u 88/168; 89/96; 92/158,211; 99/272 hebt/heeft, u - 02/160
heden ik, morgen gij 04/263
heden ten dage 82/55
Hedendaagsch fetischisme12/129 Hedendaagse Van Dale 85/42,64,85 heeft gedaan/gedaan heeft 94/198 heeft gezien/gezien heeft 01/350 heeft/is opgetreden 03/223
heel aantal 07/287
heel de dag/de hele dag 06/341 heel en al, verschil - 02/129 Heel Holland bakt 15/309 heel soms 85/27
heel wat 07/303 heel X 08/258
heel/hele 81/112,127; 82/37,79; 96/23 -heem in namen 00/64
heen( )gaan 14/151 heen( )kijken 01/111 heer (heir) 80/70 HEER 01/110
heer!, dame! 14/142
HEER, de – (Bijbel) 20-10/7 Heere HEERE 99/334
Heerlens dialect 94/112,194 Heerlens Nederlands 03/206
Heerlijk helder-campagne 15/138 Heerlijk helder-campagne 17-7/21 Heestermans, H. 92/202,216 heibel 08/273
-heid, nieuwe woorden op - 98/162 -heid, nieuwe woorden op - 99/222, 332 heikele 81/96
Heineken Young Scientists Award voor ‘Humanities’
20-9/13
Heineken Young Scientists Awards 10/328, 348 heir (heer) 80/70
Hek, Youp van ‘t -, taal van - 08/336 helaasheid 99/222, 332
helder schrijven 17-7/21 helder taalgebruik 84/167 helder 01/121
helder 06/182
Heldring 86/110; 87/130 Heldring, afscheid - 98/235 Heldring, J.L.13/154
Heldringiana 90/138,230 helemaal goed 11/217
helic/kopterview 02/241 helikopter (etym.) 15/259 helikopteren12/108
heliotropist 89/105,152 Hell, Janet van 10/308, 348 Hellevoetsluis(s)e 93/99 help ons mee 19-9/15
help/hulp(scherm) 91-1/8;6/7;10/9 Helsen, Wim 17-9/10
hemel, de - te rijk zijn 91-10/9
hemelsnaam, in ('s)- 96/281 hemelvaartsdag 82/117
hen (sekseneutraal vnw.) 16-11/16 hen als ondervindend voorwerp 91-9/8
hen, Zweeds genderneutraal voornaamwoord 20-10/8
hen/hun de stuipen op het lijf jagen 11/201 hen/hun vergeven 03/43
hen/hun 04/290
hen/hun 86/11; 91-9/4-14;11/6 hen/hun, als ik - was 01/139
hen/hun-onderscheid afschaffen 18-9/32 hen/hun-regel 18-10/20
henne/hunne 88/16
hens, alle - aan dek (etym.) 18-10/35 her en der / hier en daar 17-2/10 her en der/hier en daar 09/347
her(ge)bruikt13/224
Heracles (uitspraak) 10/257, 304 herberg (etym.) 08/313
herbruiken 20-12/27 herdenken 99/119 herfst 80/105
herhaling, in - vallen 17-11/30
herhalingsangst in het Nederlands 19-4/30 herhalingswoorden 00/190, 218
herinneren 00/19 herkauwen 80/55,80,81 herkauwerbrok 80/56
herkennen, zich niet in het beeld - 15/276 herkennen, zich niet in het beeld - 16-1/7 herkennen, zich niet in het beeld - 17-11/33 Hermans, Toon 11/53, 119, 194
Hermans, W.F. (taalgebruik van -) 90/77,125;
91-4/22
Hermkens, dr. H.M. 99/268 hernemen 01/249
herportret 11/309 herprioriteren 04/342
herrie, elkaar verstaan bij - 10/120, 196, 199 hersenen, taal in de - 14/342
hersenen/hersens 11/228 herstel(d)melding 95/269
herstellen/genezen (bet.) 02/273 hertalen klassiekers 07/175
hertalen van literaire romans in eenvoudige taal 19-5/4
hertalen van oude boeken 00/74, 124 hertalingen voor afasiepatiënten 19-9/8 Herziene Woordenlijst 90/71,152,154,155; 94/144 herziene(n), e(n) na bijv. naamw. 95/69 hesje (etym.) 19-2/30
Hessenweg 98/31 Het (beatgroep)13/312
het (iem.) lastig maken 07/127
het (meervoudige verwijzing) 90/107
het als lijdend voorwerp15/68 het als verwijswoord 94/199 Het Beste 96/19
het document las 20-10/21
het document las 20-9/28, 20-10/21 Het filosofisch kwintet (tv-programma) 19-6/32 Het ga(at) je goed13/263
Het Groot Dicté der Nederlandsche Taal 20-11/24 het nieuwe … 11/293
het sop is de kool niet waard 19-5/12 het voetbal i.p.v. -ballen 02/310
het voor de-woorden 06/127 het, verdwijnen van - 11/318, 349 het, verdwijnen van -12/8, 60 het/de mavo 94/137,195 het/de 81/132
het-/dezelfde 94/105 hete herfst 85/55 heteroniemen 80/2
hetwelk doende, enz. 87/40 hetzij 94/136
heugen en meugen 95/126 heuvels in plaatsnamen 11/134 hiaat 93/81,131,162
hibernatie 16-5/23
Hiddema, Theo 17-5/15 hierbij in een brief 06/91 hiërogliefen 15/176 hiervoormaals 81/25,81 Hietbrink, W.B. 92/100
Hietbrink, Willem 95/188 hij i.p.v. zij 96/86,150,189,226 hij sekseneutraal? 91-4/9
hij voor vrouwelijke dieren 06/101 hij-, zij-, het-woorden 82/77
hij/hem, iemand als - 94/73 hij-instromer 15/292
himmelhoch jauch(z)end 00/19 Hindi 00/161
hindoe/Hindo(e)staan 94/239,282 Hindoestaans in Nederland 02/72 hindsight is twenty-twenty 20-4/31 hiphop-taal 18-9/32
hiphoptaal12/260-264 hippisch 80/119 hippisch/hippies 81/60 historicus of historica 19-11/33 historiserende wijs, de - 20-6/22 hit 81/73
Hittitisch 14/46, 336 hm/mmm 99/351
ho(o)ge bo(o)men 11/343 hoax 03/223, 299
hobby’s/hobbies 15/273 Hoboker heide 17-11/29 hocus/pocus 86/130
Hoe (liedtkest)13/209
hoe + hoe/des te 07/191 hoe … is dat? 18-6/11 hoe leuk is dat? 10/113 hoe( )ver 14/305 hoedenplank 07/316
hoek, om de - loeren 16-9/34 hoender 18-9/9
hoer 04/347 hoeslaken 15/68
Hoessein/Hussein 03/260, 329 hoestoet 08/259
hoeve (landmaat) 86/82
hoeveelheid in samenstellingen 06/346 hoeveelheid/aantal 06/127
hoeven/behoeven 83/140 hoeven/gehoefd 10/167 hoewel 99/23
hoftaal 04/45
hogedrukpan 18-7/25
hoger onderwijs Vlaanderen, voertaal 18-9/18 hoger onderwijs, voertaal 18-11/4
hoger onderwijs, voertaal 18-12/23
hoger onderwijs, voertaal 4/4, 6/10, 18-7/8, 18-9/8
hoger onderwijs, voertaal 6/14, 18, 33, 18-7/8
hoger onderwijs, voertaal 18-7/8
hoger onderwijs, voertaal 18-9/8, 18-12/23 hogere scores bij Nederlandstalige studie
psychologie dan bij Engelstalige 19-6/32 hogerhand, van - (etym.)13/331
hogerop dan 98/151 hogesnelheidstrein 88/54 hoi 85/61,86,142
holebi 16-1/18; 16-4/7
Holland of The Netherlands 19-11/33 Holland 08/331
Holland 80/84
Holland/Hollands 91-1/25,26;5/30 Holland/Nederland 84/36; 89/133 hollanditis 82/66; 83/44
Hollands/Nederlands 81/60 holocaust (uitspraak) 97/46, 114 Holokaust 00/349
holst van de nacht 03/223 hom/haring of kuit 04/83 Homerus 14/61, 230 homo(fiel/seksueel) 90/173
homo-erotisch woordenboek 90/118 homofilie 94/69
homofobie 05/119
homofonie/homofonen 81/32,60 homohuwelijk 08/38
homohuwelijk 08/151 homoniemen 08/103
homoniemen 83/6
homoseksuelen, namen voor - 96/258 homotaal 89/62
hond, zo ziek als een - 06/9 honde(n)weer 96/186,278 honden, de - blaffen 95/72
hondenontmoetingsplaats 14/34 honderdeneende/-eerste 99/119 hondsdolheid (etym.) 19-12/26 Hongaars (in het Nederlands) 88/102 Hongaars 14/118
Hongaars-Nederlands, woordenboek - 00/143, 218 hoofd-/koptelefoon 91-12/13
hoofdbreken(s) 85/149; 98/47 hoofdkaas 82/41
hoofdletter (na getal) 93/11
hoofdletter binnen haakjes aan begin van zin 00/185
hoofdletter in straatnaam 03/187 hoofdletter na cijfer 17-7/11 hoofdletter 83/154
hoofdletteradviezen 90/218
hoofdlettergebruik (sterrenbeelden) 04/13 hoofdlettergebruik 03/331
hoofdlettergebruik 87/43 HoofdLetterGebruik 94/215,281
hoofdletters (in spelling 2005) 05/297, 333 hoofdletters bij functies12/9
hoofdletters in namen feestdagen 06/133 hoofdletters in namen 05/233
hoofdletters in spelling 2005 06/133, 162 hoofdletters in symbolen voor eenheden
01/47, 107, 174
hoofdletters in titels van muzieknummers 17-12/31
hoofdletters in titulatuur 01/333 hoofdletters in wetsbenamingen 06/88 hoofdletters midden in woord 07/107, 155, 190, 262
hoofdletters uit respect 15/10 hoofdlijnen, in/op - 06/163 hoofdpijnklachten 07/298 Hoofdstad (plaatsnaam) 10/281 hoofdtelefoon (etym.) 18-7/35 hoofdtelefoon 92/67
hoog in zijn (…) zitten 17-9/26 hoog staan13/139
hoog( )lopend/hoog( )oplopend12/197 hoog-/laagopgeleid 16-9/31 Hoogduits 09/311
hoogdunpotig 14/91 hoogholtje 10/125 hoogt/ Hoogt 00/355 hoogtezon (etym.)13/157 hook in liedjes 93/12 hooker (etym.) 07/348
hooligans (etym.) 07/348 hoor 06/91
hoor, betekenissen van - 92/171; 93/6 hoorn des overvloeds 04/165
Hoorn/Horinees - 05/224 hopeloos 81/20
horeca (etym.) 08/312
horeca, Nederlands in de -13/213 horecaf 09/44
horen, zien en zwijgen 16-6/10 Horst, Joop van der - 08/234 Horst, Joop van der 14/276 Hos, Johan 15/133
hospes 80/92
hospice, taal in het - 16-2/23 hossen 80/92
host 80/92
hoteldebotel 07/232 Hotline Engels 92/141; 97/72 hotsen 80/92
hou je 91-4/7
hou/houd, ik - 04/191 houd(t) je bezig, wat - 15/11 houdbaar/bruikbaar 89/155,188 houdoe (etym.) 92/278; 93/35,94 houdoe 97/33, 113
hout(er)ig 99/61 houtedief! 00/25
houwen/houden 91-4/7 hubo13/122
huh?13/358
huh-onderzoek 15/290 huidhonger 20-7/30
huidskleur, aanduidingen voor - 4/19, 20, 18-6/10
huidskleur, aanduidingen voor - 18-6/10 huilen 81/30
Huis aan zee (liedtekst) 09/361 Huis aan Zee (liedtekst) 10/92
Huis der Nederlanden 97/264; 99/282 huis of thuis 20-12/15
huis te + riviernaam 08/175, 232
huisdierduo’s, namen van - 10/236, 304 huisdieren, namen van - 10/84, 170
huisdieren, praten met - 19-4/9 huisgemaakt 08/89
huisgemaakt 20-12/26 huishouden 81/53 huisnamen 11/8
huiveringwekkend 07/168 huizen in dorpsnamen 08/289 -huizen in dorpsnamen 09/20, 46 huldigen/inhuldigen13/80
hullie 85/21,52 hulp vs. help 18-5/10
hulptalen 98/75, 149, 122, 216
Hulshof, Hans 03/20 human mic12/29
humanitaire ramp 98/317 hummel13/235
humor over de coronacrisis 20-5/12 humus/hummus/houmous 15/81 hun (hebben) 88/82
hun als onderwerp 10/86, 348 hun als onderwerp 85/4,37;
89/94,168,208; 91-9/9; 00/90 hun baan/banen 20-5/15 hun en u 96/176
hun hebben 03/349 hun 84/172; 95/247 hun/hen 20-2/9
hun/hen 80/78; 82/58,137;
83/20,76,136,146; 91-9/4-14;11/6; 93/135,226 hun/hen, kennis/gebruik van - 91-9/6,12
hun/hen/ze 10/7 hun/ze hebben 06/141 hun/ze 03/151
Hunink, Vincent 15/235 Hunnenweg 99/203 hun-vrees 15/209
Hup daar is Willem! (liedtekst) 11/244
huppelen, (over) het dek op en neer - 99/335 huppelen, op en neer - 14/363
huppelkut 97/186, 242; 98/44
huppelwoorden in het Nederlands 20-1/24 husselen 80/92
hussen met ... 97/35
hussen met je neus ertussen 96/231 hutkaartje 17-11/33
hutkaartje 18-1/8 hutkom 16-7/4
hutseklus 80/92 hutspot 80/92
Huttenweg (etym.) 02/104, 155 huursubsidiebrochure 91-4/20
huwelijksbootje, in het - stappen 00/344 huwelijksjubilea, namen voor - 04/88
huwelijkskaartjes 92/256 huwelijksmetaforen 01/94 huwelijkstoespraken 92/249 hybridische woorden 89/219 hygiëne (uitspr.) 17-9/8 hygiëne, uitspraak van - 00/67 hypen (vervoeging) 16-11/10
hypercorrect taalgebruik 91-5/28;9/16;12/19 hypercorrectie (klemtoon) 94/266
hypercorrectie 86/59
hypercorrectie/hypercorrectheid 04/56 hyperoniemen 91-1/20
hyperventilatie 83/70,120 hypochonder 92/210 hyponiemen 91-1/20
Hyves-taal 09/40 I
-i (mv. inwonernaam) 99/307 i (uitspr.) 17-1/9
i als verlengingsteken 16-11/32
i en u, verwisseling van - 17-4/9, 17-6/8 I love afstand houden 06/77
i(’s), de puntjes op de - 05/227 i(i) in merknamen 10/10, 54, 92 i, de letter - 95/20
iaën 93/111
IBAN(-nummer) 14/328 iconiciteit 90/122 icoon 09/239
icoon, de/het - 08/73
identificatiebewijs 10/185 identiteit, taal en - 18-12/31 ideologie en taal 86/31 idiolect 80/58
idioom 06/202
ie (in Vlaanderen) 86/44 ie/i 84/140
ieder(e) mens 07/119
iedereen en zijn/haar/hun 17-10/11 iemand voor je innemen 20-5/31
iemand zitten van, met - 18-5/10 iemand 07/287
iemand, de - 00/9 iemand, een - 04/91
iemand/iets, een -12/253, 301 iepoes 20-11/8
-ier 82/59 Iers 06/142 iets van 05/30 iets van 15/180, 232 ietsje 83/83 ietsjes 14/178, 188 ie-ui-wisseling 99/280 Ig Nobelprijs 10/328 Ig Nobelprijs 15/290 Ig Nobelprijs 16-11/31
ig/elig/erig als achtervoegsel 16-1/17; 16-4/7 íííís goed 03/10, 92, 148, 221
ij één letter? 09/139, 188, 269 ij en y 20-2/12
ij en y 20-4/10
ij in alfabet? 95/140,205,206 ij, uitspraak - 10/293
ij/ei 03/130, 184, 185 ij/ei/ie 86/68,84,145 ij/ei/y 89/103 ij/i+j 87/5 IJ/ij/y 85/85,122 IJ/Y 86/68,94
ijle haring 96/175
ijs, door het - zakken 10/341 ijs, ijsje, ijsco 17-11/31 ijs, ijsje, ijsco 18-1/8 ijs, ijsje, ijsco 18-1/8 ijsbeer (etym.) 19-4/26 ijsei 20-1/23
IJsel/IJssel 07/119 ijselijk 80/83
ijsgeluiden 08/69 ijskast, in de - 17-5/31
ijskast/koelkast, in de - zetten 06/136 IJslands 11/278, 280
IJsselmeer 19-11/26, 19-12/8 IJsselmeerpolders 20-1/8
IJsselmeerpolders, Ned. in de - 91-11/17 ijzel 91-4/24
ijzen 80/83
ik (…) die dat vind(t)12/125 ik bedenk (me) 08/295 ik bedoel12/180
ik ben de enige die dat vind/vindt 19-5/12 ik denk niet dat 19-12/10
ik die (...) ben/is 94/260,261
Ik heb een meisje (liedtekst) 10/220 Ik heb mijn dag niet vandaag (liedtekst)13/279 ik in betogen 10/291
ik vind daar wat van 18-7/21 ik weet van niets 19-10/9 ik wil naar huis (gaan) 20-4/15 Ik zal jou eens … 13/188
ik zeg-zinnen 08/96 ik zie je 93/65,164 ik()zelf 18-4/12 ik, zei de gek12/275 ik...die...heb 82/4
Ikea, jij en jou bij - 99/333 Ikea, taalgebruik van - 11/281 iken/ikken 92/293
ik-gebruik Wouter Bos 06/99, 161, 243 ikik 01/158, 208
ikookje 14/357
illuster (uitspraak) 16-11/26 imago12/157, 267
imiteren, stemmen - 93/220,261 impact maken 19-1/9
imperatief + t 07/13, 322 imperatief 87/137 implementatie 80/82 impliceren 07/250 in dank afnemen 80/41 in de tuin/de tuin in 81/103 in de war zijn/zitten 09/232 in dit land 02/310
in één woord 91-1/16 in elkaar geslagen 07/358
in gedachte(n) 10/231 in plaats (van) dat12/197 in shock 07/322
in verband met 83/79 in 83/43
in( )lopen, de stad - 17-7/10 in( )lopen, de straat -13/151 in( )stand, hield - 96/337 in(-) en uit(-)lopen 09/235 in(’)s en/and out(’)s 05/7 in/op de Balkan 06/317 in/op de bres
in/op de stand 02/307
in/op een eiland 10/203
in/op water 09/47 in/op 81/47
in/over het algemeen 92/281 in/over x seconden12/180 in-/uitlachen 16-9/25 inbellen 06/104
inboeten 81/119 inbrei(d(dings))locatie 06/91 inbreiden 91-6/12 inbrekerstekens 05/220 inburgering en taal 10/44
inburgering nieuwkomers 98/96 inburgering 11/138, 176, 344, 349 inburgering, taalbeleid - 04/68
inburgering, taalcursussen -138
inburgeringscursus, voertaal - 17-1/33 inburgeringscursussen 02/145
inburgeringscursussen 03/48 inburgeringsexamen 07/210 inburgeringsexamen12/90, 191 inch 10/113
incluis als voorzetsel12/276 inclusief taalgebruik 97/322 inconvenient truth 08/252
inconvenient, an - truth 09/20, 84, 153 IND, taalanalyse - 05/54
indexatie 08/258 indexen/indices12/125 indiaan 20-7/33
indianenverhaal (etym.) 18-4/30 indien 02/311
indien/als van toepassing 11/201 indirecte schrijfstijl12/10
Indisch/Indiaas 83/104
Indisch-Nederlands 81/80,117; 82/44 Indo-Eur. woordenboek 00/70
Indo-Europees 04/32 Indo-Europees12/288 Indo-Germaans 01/220, 302 Indonesië (Ned. in -) 89/220 Indonesisch in het Ned. 95/286 Indonesisch Nederlands 09/154
Indonesisch 04/362 Indonesisch 84/94
Indringend lezen, onderwijsmethode - 18-12/22 indruisen 15/363
IND-taalanalyses 03/227 industrie 88/93
-industrie 93/100
Industry Award 2020 voor Frits Spits 20-11/11 infantiel taalgebruik 80/70
infinitief, vervangend - 96/96 infinitiefstapel 87/52,88 infinitieven (stapels -) 85/24 infinitieven 84/143
infinitievenreeks met zullen 20-5/10 infinitievenreeks 20-7/10
informalisering van het Nederlands 99/256, 334 informatica en taal 93/275
informaticatermen
90/64,132,133,165,175,176,183,224,229 informaticatermen 91-1/8;6/20;9/25 informatica-terminologie 85/10,11 informaticawoordenboek 90/18 informeel Nederlands 00/ 00/271 informele taal 06/176
informele taal 17-12/22 infuus 18-9/21
-ing (uitgang bij namen) 86/45 ingeroosterd 85/152
ingeslapen worden 14/142 ingeslikte woorden 06/326 ingezworen 04/90
ingezworen 09/23 Ingraham, Andrew 84/19 -ing-verdwijning 90/7,57 inheems en slaaf in museumtaal19-9/8 inhoudelijkheid 82/48
inhoudswoorden en functiewoorden 20-6/33 inhuldigen/huldigen 02/157
initialen bij verdachten 14/166 initialen 85/141
initieel 80/82
inkomensplaatje 82/65 inktkoelie 20-11/28 inktvisbot 03/314 inlay 95/219,313
inleiding van toespraken 04/318 inleunen 88/120
inleveren 83/36 inluizing 18-2/18 inmiddels 85/46; 94/179 innemen, voor zich - 06/163
inschatten 80/94; 81/96; 82/69,96 insectennamen (etym.) 18-7/26
inseinen 82/61
inspringen/inspelen 09/121 instaan voor 19-1/10
instaan voor 97/281
Instagram(-)account 18-10/12 instagram, Onze Taal op - 19-11/9 Instagram, Onze Taal op - 18-5/9 instelling, financiële - 09/46
institutionele termen 94/111
Instituut voor Doofblindheid 19-11/33 Instituut voor Nederlandse Lexicologie 86/122 instructies in beeldtaal 00/299, 302
integendeel 00/153 integratie, taal en - 10/44 integrerend 14/294 intellectuelentaal 96/67 intensieven 86/69
inter- 84/104,149
InterCom-congres 93/196 interesse in/voor 05/47 intereuropese voertaal 91-2/13 interface 01/306
interface 02/10 interjecties 84/171
Interlingua 95/46; 98/149, 216 interlinguïstiek 82/33,67
interlinie 96/48
Intern. Ver. voor Neerlandistiek 95/291 International Booker Prize 20-10/23 internationale studenten13/332
internationalisering van het onderwijs 18-11/4 internet en taal 02/58
internet (etym.) 15/35
internet, spelfouten op - 07/283 Internet, taal op - 96/85,102,122 Internet, taalgebruik op - 96/219 internet, taalhulp op - 10/132, 196 Internet, taalsites op - 96/222
Internet, taalvraagbaak op - 96/102 internet, zoeken op -12/126, 192 internetadres, punt na - 04/119 internetbankieren (volt. dw.) 10/56 internetnative 09/190, 284
internetschrijftaal13/55 internettaal 04/80 internettaal 06/166
internettekst lezen 99/188 internet-tellingen 06/166, 199 Internet-woorden 96/223 internetwoorden, oude -12/134 interpreteren van tekst 87/34
interpunctie in basisonderwijs 05/58, 151 interpunctie 85/133,156,163; 97/3; 98/250 interview, taal van het - op tv 16-10/4 intonatie op Twitter 20-4/28
intonatie van jongeren13/321 intonatie van vragen 04/220 intonatie 04/4, 81, 82, 118, 153 intransitief/werkwoord 82/3
intra-uterien 82/75 intraüterien 82/75 intrige (uitspraak)13/187
intrige, uitspraak van - 15/256, 303 intriges (uitspraak) 07/251 inventief 80/82
inversie in zinsvolgorde 09/156
invloed(en) op het Nederlands 00/40-61, 123 invloedrijke taalgebruikers 05/13, 48, 84, 120, 156
invloedrijkste taalgebruiker, verkiezing - 04/192, 232, 316
inwoner uit/van 08/366
inwonernamen 05/155, 189, 224, 264 inwonernamen 90/186,187
inwoners/bewoners 08/234
inwonersnamen op -i (Iraki) 91-1/26 inzetten op 11/142
inzweren 82/5 Iraki('s) 99/307
Irma-effect 20-7/11 ironieteken 01/81, 246 ironieteken 07/139, 189 irritatiezone13/281
irriteren, zich - 98/129
irriteren/ergeren 93/249 is is 06/277
is/heeft uit de school geklapt 97/85 -isch/-ies 81/32,37; 82/106 Isis als voornaam 16-1/20 islamist 03/95
islamitische leenwoorden 10/326 Islamitische Staat 16-1/21 islamofoob/-fobisch 15/304 ismen 82/111
isogramnamen 09/173, 249 iSomnia13/262
issue/item 80/60 Istanbul12/135
Italiaans 80/64,88 Italiaans (klemtoon) 94/228 Italiaans (uitspraak)13/211
Italiaans als taal van de muziek13/303 Italiaans in grondwet 07/138 Italiaans, namaak- 91-1/10 Italiaans, schelden in - 08/315
Italiaanse (culinaire) leenwoorden 91-7/5 Italianen (uitspr.) 17-1/20
itch 14/361
item (uitspraak) 00/253, 332 item/issue 80/60
i-uitgang inwonersnamen 91-1/26 -ius (achter namen) 85/88
IVN 95/291; 09/264