• No results found

3.1.2 Producerende diensten 1 Waterproductie

3.1.4.1 Groene ruimte voor buitenactiviteiten Definitie

Deze dienst heeft betrekking op de niet-tastbare baten van groene ruimte doordat de groene ruimte gebruikt wordt voor buitenactiviteiten. Buitenactiviteiten in de groene ruimte zijn goed voor het fysieke, geestelijke en sociale welzijn van mensen (Verboom & Van Hezik, 2015; De Vries, 2016). Onder buitenactiviteiten vallen vrijwel alle activiteiten die buiten gebeuren, zoals de hond uitlaten, wandelen, fietsen, spelen en functionele verplaatsingen. Als indicator geldt het aanbod en (potentiële) gebruik van de groene ruimte (Simoens et al. 2014).

In kaart brengen

De groene ruimte biedt mensen een plaats om te bewegen en in contact te komen met de natuur. Mensen zoeken groene ruimte voor buitenactiviteiten in de buurt van hun eigen woning. Dit wordt ‘nabij groen’ genoemd. Maar ze hebben ook behoefte aan groene ruimte voor buitenactiviteiten elders. Dit wordt ‘recreatief groen’ genoemd. Het is vooral dit type van recreatief groen dat helpt om

inkomsten en banen te genereren. In Figuur 30 is de aanwezigheid van recreatief groen in Limburg te zien. Hieruit blijkt dat het algemene aanbod behoorlijk groot is, vooral in de Voerstreek en de

Kempen. In het stedelijk gebied rond Hasselt en langs de grote doorgaande wegen die de Limburgse steden met elkaar verbinden, is de aanwezigheid van recreatief groen opvallend minder. De grote groengebieden (m.n. Kempens Plateau en Voerstreek) zijn duidelijk herkenbaar. Hetzelfde geldt voor de stedelijke gebieden en de lintbebouwing langs de grote verbindingswegen tussen de steden. Daar komt juist weinig recreatief groen voor.

2

Een gemiddelde Belgische personenwagen reed 15 489 km in het jaar 2011

(http://mobilit.belgium.be/sites/default/files/downloads/p130603an_studie%20voertuigkilometersx.doc). Verder is uitgegaan van een uitstoot van 140 gram per km.

Figuur 30 Aanwezigheid recreatief groen. (Bron: INBO, datavisualisatie Wageningen UR).

In het boek ‘Hoge Kempen, hoge baten. De baten van het Nationaal Park Hoge Kempen in kaart gebracht’ (Bade et al., 2012) wordt onder meer de bijdrage van de natuur in het algemeen en het Nationaal Park Hoge Kempen in het bijzonder aan de regionale economie in kaart gebracht. De totale baten zijn volgens dit boek eenmalig 66 miljoen euro en jaarlijks 33 miljoen. Daarnaast levert het nationaal park 5100 banen op. Hierin is onder andere rekening gehouden met de omzet van het park (191 miljoen euro per jaar), met de kosten die het park maakt en met de hogere belastingopbrengsten die de overheid ontvangt door de hogere huizenprijzen. Ook zijn de baten van de ecosysteemdiensten, zuivering van water, CO2-opslag en fijn stofafvang meegenomen in de berekening.

Relevante sectoren

Sectoren die relevant zijn om jobs en toegevoegde waarde te creëren uit deze ecosysteemdienst zijn de recreatiesector, de sportsector, de gezondheidssector, de IT-sector en de technologische sectoren. 3.1.4.2 Nog enkele andere ecosysteemdiensten

Groene ruimte en de zorg

Door activiteiten te ondernemen in de groene ruimte worden heel wat gezondheidsproblemen

vermeden of behandeld. Doordat mensen in het groen recreëren, vermindert obesitas, krijgt men een beter immuunsysteem en vermindert stress (Simoens et al. 2014). Ook heeft groen een rustgevende werking en helpt bij herstel van ziekte, het helpt de bloeddruk verlagen en de slaap bevorderen. Ook voor kinderen zijn buitenactiviteiten in de groene ruimte belangrijk. Het helpt hen bij de motorische, cognitieve en zelfstandige ontwikkeling. Buitenactiviteiten in de groene ruimte dragen bij aan een beter zelfbeeld en een beter humeur. Het vergemakkelijkt buurtcontacten en is van invloed op de integratie in een wijk en het bevordert de veiligheid van de woonomgeving. De preventieve of curatieve werkzaamheid van natuur als therapie is nog niet bewezen volgens de medische

maatstaven. Wel komen er uit verschillende onderzoeken sterke aanwijzingen dat er een relatie is tussen natuur en gezondheid (Kouwen, 2013; Dijkshoorn-Dekker en Blaeij, 2015).

Om baten op te leveren, is het vooral belangrijk dat het groen bereikbaar is. Dat betekent dat het groen in de nabijheid van woningen gevonden zou moeten worden. De baten zijn voor verschillende sociale groepen anders. Zo hebben mensen die lager op de sociaaleconomische ladder staan proportioneel meer baten bij een groene leefomgeving, omdat deze groep van mensen meer gezondheidsproblemen zouden hebben (Steunpunt Armoedebestrijding).

De gezondheidsbaten zijn immaterieel. Dat maakt het moeilijk om deze baten uit te drukken in euro’s. In het verleden zijn enkele voorzichtige pogingen gedaan om niet de ultieme geldelijke waarde te laten zien, maar wel om natuur en gezondheid als beleidsthema verder te onderzoeken. Dergelijke studies roepen ook weerstand op, omdat men het causale verband tussen natuur en gezondheid nog niet bewezen heeft volgens de medische maatstaven. Er kan daarom niet zomaar uitgaan worden dat de maatschappelijke waarde van groene ruimte voor buitenactiviteiten de vermeden

gezondheidskosten zijn. Bestuiving

Om te zorgen voor landbouwproductie, en dan specifiek voor fruitteelt, is de ecosysteemdienst

bestuiving van erg groot belang. Gezien de betekenis van fruitteelt voor de Limburgse economie wordt hier nog even op ingegaan.

Bestuiving gebeurt onder meer door wilde bijen, hommels en zweefvliegen. Deze bestuivers leven op zonnige, kale hellingen wat betreft hun nesten. Verder leven ze in de buurt van bloemperken en bloemlandschappen om te voorzien in hun voeding. Ze hebben de voorkeur voor een kleinschalig en gevarieerd landschap met diversiteit aan bloemen en geen gebruik van insecticiden en herbiciden (Van Rooij et al. 2016). De bestuivers zijn te vinden in bossen waar oud hout te vinden is en boomsoorten die nectar en pollen afleveren. Naaldbossen hebben weinig waarde voor bestuivers. Ruigten en struwelen, heidegebieden, bloeiende moerasgebieden, graslanden met opgaande begroeiing en kleine landschapselementen in landbouwgebieden kunnen wel waarde hebben. Ook parken kunnen een goede habitat zijn voor bestuivers wanneer ze voorzien worden van veel ruige plekken, verwildering en struwelen. Een strak aangeharkt park is niet gunstig voor bestuivers. De bijdrage van bestuivers (alle bestuivers en wilde bestuivers) aan appel en blauwe bes is berekend door De Groot et al. (2015) op basis van metingen in 2013 en 2014. Ook voor peren en aardbeien is de bijdrage van bestuivers aan de productiewaarde en winst berekend (De Groot et al 2016). Alle gegevens komen weliswaar uit Nederland, maar kunnen als referentie gebruikt worden. De bijdrage van bestuivers aan de productiewaarde van appels (Elstar) is ongeveer 50% (ca. € 8000–€ 10.000 per ha). Die bestuivers zijn zowel wilde bestuivers als bestuivers die door de imker in het gebied gezet worden. Men schatte voor Nederland in dat van alle bestuivers ongeveer 13–49% wilde bestuivers waren.

De bijdrage van bestuivers aan de productiewaarde van blauwe bessen varieert van € 20.000– € 40.000 per ha, afhankelijk van het bessenras. Dat komt neer op 50–70% van de productiewaarde. Daarvan wordt 3–30% door wilde bestuivers geleverd. De bijdrage van alle bestuivers aan de productiewaarde van peren is 18%. Dat is ca. € 5000 per ha. 5–18% is toe te rekenen aan wilde bestuivers.

De bijdrage van alle bestuivers aan de productiewaarde van aardbeien is ca. € 12500 per ha. Dit is ongeveer 25% van de totale productiewaarde. 3–17% is toe te schrijven aan wilde bestuivers. Naast bestuiving zorgen de bijen ook voor honing. In België en Nederland worden zij vooral door hobbyimkers gehouden. Professionele imkers zijn een uitzondering. De in België geproduceerde honing vertegenwoordigt ongetwijfeld een economische waarde, maar hoe groot die, is zou verder moeten worden uitgezocht (Koninklijke Vlaamse Imkersbond: konvib.be).