• No results found

Gewelddadige conflicten

2.4 Governance van klimaatadaptatie

In veel landen is er weinig aandacht voor de mogelijkheden om het stedelijk gebied aan te passen aan (gevolgen van) klimaatverandering. Volgens het IPCC zijn hiervoor twee verklaringen. Zo ligt de initiële aandacht van stadsbestuurders vaak nog op mitigatie, terwijl klimaatadaptatie op landsniveau meestal is onder- gebracht bij de ministeries, die weinig betrokken zijn bij het stedelijk gebied. Het IPCC constateert dat regeringen en individuele steden in Europa zich wel steeds bewuster worden van de noodzaak om adaptatiemaatregelen te nemen. Juist in het stedelijk gebied, waar zoveel verschillende belangen op een kleine ruimte bij elkaar komen, moeten bestuurders over de juiste capaciteiten beschikken om succesvol op (de gevolgen van) klimaatverandering te kunnen inspelen. Zij moeten:

• kunnen omgaan met de onzekerheden van de verwachte (gevolgen van) klimaatverandering, vooral op lokaal en regionaal niveau, waar veel van de maatregelen moeten worden genomen;

• besluiten kunnen nemen met kennis die door veel onzekerheden is omgeven. Daarbij is wetenschappelijke kennis vaak gericht op de lange termijn (2050 en verder) en de mondiale schaal. Besluitvorming speelt meestal op de korte termijn en op lokale schaal;

• adaptatie in de bestaande procedures van besluitvorming kunnen integreren en te nemen maatregelen kunnen combineren met maatregelen voor adaptatie aan andere ontwikkelingen, zoals globalisering en vergrijzing;

• het adaptatiebeleid voor verschillende regio’s en sectoren, op verschillende schalen van besluitvorming en door verschillende actoren, kunnen integreren om conflicten te voorkomen en de kansen te benutten om maatregelen te combineren;

• de gevolgen van klimaatverandering en te nemen maatregelen eerlijk over de samenleving verdelen;

• barrières overwinnen, in wet- en regelgeving, bij te weinig middelen en politieke wil, enzovoort.

van het winterbed van rivieren kan bijdragen aan droogtebestrijding. Deze laatste maatregelen blijven bij het palet aan mogelijkheden echter vaak buiten beeld. Naast maatregelen voor meer aanbod is het ook belangrijk om de watervraag beter te beheersen en waar mogelijk te verminderen, zeker in Zuid-Europa. Dit kan door het watergebruik te beprijzen en, waar nodig, te rantsoeneren (in noodsituaties).

Natuur en biodiversiteit

Een adaptatiestrategie moet zich richten op het maximaal faciliteren van het

aanpassingsvermogen van de natuur. Dit kan door (1) de druk van andere stressfactoren te verlagen, (2) versnippering van leefgebieden tegen te gaan en deze met elkaar te verbinden, en (3) de genetische diversiteit te handhaven of te verhogen. In een aantal

TWEE

gebieden in de wereld is het zelfs een optie om planten- of diersoorten te verplaatsen die zelf niet snel genoeg met het veranderende klimaat meebewegen of waarvoor de migratieroute is geblokkeerd, bijvoorbeeld door verstedelijking.

Voedselvoorziening

Met de juiste adaptatiemaatregelen kan de land- en tuinbouwsector in de eerst- komende twintig tot dertig jaar goed omgaan met klimaatverandering. Een voorbeeld voor Europa is gegeven in figuur 2.8. Zo kunnen boeren zelf, door vroeger te zaaien en te oogsten en door andere gewasvariëteiten te verbouwen, hun graanopbrengsten verhogen. Andere mogelijke maatregelen zijn: het verbouwen van andere gewassen en/ of het verbouwen op andere percelen, een betere bemesting, irrigatie en/of drainage, het introduceren van meer genetische diversiteit en/of het planten/zaaien van soorten die een grotere tolerantie hebben voor hoge temperaturen, en meer spreiding in de activiteiten van boeren. Ook zouden boeren zich (meer) kunnen verzekeren tegen weergerelateerde rampen. Op de langere termijn (tweede helft van deze eeuw) zullen de gevolgen van klimaatverandering niet meer helemaal met adaptatiemaatregelen kunnen worden gecompenseerd.

Adaptatiemaatregelen ten gunste van de visserijsector zijn volgens het IPCC niet eenvoudig. Adaptatiestrategieën zouden zich kunnen richten op beheersmaatregelen en beleid om de veerkracht van de ecosystemen te vergroten. Hiernaast zouden ze zich kunnen richten op de mogelijkheden voor gemeenschappen die erg afhankelijk zijn van de visserij, om de kansen van klimaatverandering te benutten, en op mogelijkheden om hen minder afhankelijk te maken van één specifieke sector (zoals de visserij).

Energievoorziening

Voor de energievoorziening zijn er veel mogelijkheden om deze aan te passen aan de (gevolgen van) klimaatverandering. Aan de vraagkant bijvoorbeeld kunnen gebouwen beter worden geïsoleerd (tegen koude én hitte). Aan de aanbodkant zijn er verschillende technische mogelijkheden om de hoeveelheid koelwater voor elektriciteitscentrales (sterk) te beperken, zoals het hergebruik van proceswater en het koelen zonder de afgifte van stoom. Ook is er een trend ingezet om meer elektriciteitscentrales aan de kust te bouwen in plaats van langs de rivieren. In veel landen kan de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet worden vergroot door kabels niet langer boven maar onder de grond aan te leggen.

Boven: de toe- en afname van de opbrengst aan wintertarwe in Europa tussen 2000 en 2030 wanneer geen adaptatiemaatregelen zouden worden genomen. De modellen geven niet voor alle delen van Europa dezelfde voorspelling. Zo valt Nederland in de kaart linksboven in de range -5 tot +10 procent, maar in de kaart rechtsboven in de range -5 tot -20 procent. Onder: indien adaptatiemaatregelen worden genomen, laten de modellen een duidelijke verbetering zien ten opzichte van de kaarten zonder adaptatie. Voorbeelden zijn Polen, Duitsland, Frankrijk en ook Nederland.

TWEE

TWEE

Figuur 2.8

Effect van adaptatie op verandering opbrengst wintertarwe 2000 – 2030 bij middelhoge emissiepaden (A1B)

Bron: IPCC WG II 2014 Verandering opbrengst (%) 30 20 10 5 -5 -10 -20 -30 Zonder adaptatie ECHAM5 HadCM3 HadCM3 ECHAM5 Geen gegevens pbl.nl / knmi.nl pbl.nl / knmi.nl Met adaptatie pbl.nl / knmi.nl pbl.nl / knmi.nl

TWEE

Gezondheid

Voor de nabije toekomst leveren programma’s die gericht zijn op de basale volks- gezondheid, zoals schoon water, sanitatie en vaccinaties, op armoedebestrijding en op de voorbereiding op en de bestrijding van rampen, wereldwijd de meest effectieve adaptatiemaatregelen. Daarnaast wordt gewerkt aan waarschuwingssystemen specifiek gericht op de gevolgen van klimaatverandering. De extra hitte door het effect van het stedelijk hitte-eiland kan worden verminderd door meer oppervlakte in de stad te bedekken met warmtereflecterende materialen en door meer parken aan te leggen, zodat de bomen enerzijds schaduw brengen en anderzijds door verdamping hitte aan de stad onttrekken.

Bij de (her)inrichting van het stedelijk gebied moet er bij de aanleg van parken en water wel rekening mee worden gehouden dat hierdoor ook plaatsen ontstaan waar veroor- zakers van infectieziekten, zoals muggen en teken, zich kunnen vestigen.

2.5 Consequenties en adaptatiemogelijkheden voor