• No results found

GOEDERENSOORTEN PER MODALITEIT

In document Vervoergegevens Regio Zuid-Holland (pagina 18-21)

In de tabellen 4 tot en met 6 is van het goederenvervoer van, naar en binnen Zuid-Holland de samenstelling in goederensoorten (NSTR-hoofdstukken) weergegeven. In de tabellen is per goederensoort een onderscheid gemaakt naar de modal split?.

In tabel 5 blijkt, dat in het totale goederenvervoer van 1992 met name het transport van de 'ruwe mineralen en -fabrikaten' (19% van de totale goederenstroom), 'ertsen en schroot' (13%), 'aardolie en -produkten' (13%), 'voedingsprodukten' (13%) en 'voertuigen + overig' (13%) sterk waren

vertegenwoordigd.

Per goederensoort blijkt de gebruikte vervoerswijze sterk te variëren: ongeveer de helft van de

vervoerde goederen werd over de weg vervoerd, maar de binnenvaart had een bijna even hoog aandeel in het totaal vervoerde tonnage. Met name het vervoer van massagoederen, zoals ertsen en schroot (voor 92% vervoerd per binnenschip), steenkool (94%) en aardolie (79%) speelde zich per

binnenschip af, terwijl het wegvervoer met name in aanmerking kwam voor landbouwprodukten en voedingsprodukten (77% en 69% per vrachtwagen), maar ook ijzer, staal en non-ferro (73%) en de omvangrijke categorie 'overig' (90%). Opvallend is overigens ook, dat tweederde van het chemische produktenvervoer over de weg plaatsvond. Het spoorvervoer had in alle opzichten een klein aandeel in deze totale goederenstromen van, naar en binnen Zuid-Holland. In absolute termen is met name het transport van chemische produkten voor het spoorvervoer van betekenis. In relatieve zin lijkt het spoorvervoer zich nog het meest toe te leggen op de categorieën meststoffen, ertsen en mineralen (getuige de aandelen in die categorieën).

Wat het containervervoer betreft: tabel 5 laat zien dat in 1992 zo'n 70% van de totaal vervoerde containers over de weg werden afgewikkeld. Hiermee bedroeg de containerisatiegraad voor het totale wegvervoer bijna 8%; in de binnenvaart lag dit percentage op ruim 2%. De containerisatiegraad^ komt in het spoorvervoer het hoogst uit; met ruim 22%.

Ontwikkeling 1986-1992

Tussen 1986 en 1992 is met name het vervoer van de categorie 'overig en voertuigen/machines' sterk toegenomen. Van de totale toename van de goederenstromen (16 miljoen ton) nam deze categorie ruim 60% voor zijn rekening (10 miljoen ton). Deze groei kwam bijna uitsluitend ten goede aan het wegvervoer. Opvallend genoeg is voor een aantal goederensoorten de vervoerde omvang afgenomen.

Dit geldt voor massagoederen als aardolie en -produkten (-13%), ruwe mineralen en fabrikaten (-5%), maar ook voor de voedings-produkten (-5%)9. Het zijn vooral de stromen over water, die sterk aan omvang hebben verloren; tegelijkertijd is in het wegvervoer voor alle goederensoorten een stijging in de vervoersomvang geconstateerd.

Aangezien de per spoor vervoerde hoeveelheid goederen stabiel is gebleven, is voor alle

goederensoorten de modal split verschoven in de richting van het wegvervoer. Vergeleken met 1986 steeg in 1992 het aandeel van het wegvervoer in de totale vervoersomvang met zeven procenten; dit komt neer op een toename van het goederenwegvervoer van ruim 27 miljoen ton. Het vervoer per

7 Het vervoer wordt hier beoordeeld op basis van tonnen vervoerd gewicht (fysieke goederenstromen). Con-sequentie hiervan is, dat het belang van de vervoerde massagoederen wordt uitvergroot, terwijl de meer hoogwaardige goederen relatief onderbelicht blijven. Uit de landelijke Vervoers-Economische Verkenningen (AVV, 1997, p. 24) blijkt, dat in 1996 de laagwaardige goederen een aandeel van 66% hadden in het vervoerde gewicht, en 12% in de vervoerde waarde.

Een weergave in vervoerde waarde zou uiteraard ook voor de modal split een ander beeld opleveren, doordat het wegvervoer een groter aandeel heeft in de hoogwaardige goederenstromen.

8 Zie voor een definitie van de containerisatiegraad p. 6.

9 Deze afname zou kunnen samenhangen met het feit, dat 1992 voor de overslag in de Rotterdamse haven een relatief slecht jaar was.

binnenschip nam in dezelfde periode af met ruim 10 miljoen ton (naar bijna 136 miljoen ton), terwijl het spoorvervoer een omvang behield van ruim 8 miljoen ton.

Voor de individuele modaliteiten kunnen tussen 1986 en 1992 de volgende verschillen worden

geconstateerd. In het wegvervoer groeide vooral het transport van ijzer, staal en non-ferro (+77%), net als het transport van landbouwprodukten (+35%) en chemische produkten (+31%). De groei in het vervoer van 'overige goederen' wordt voor het wegvervoer vertaald in een toename van 38% voor deze categorie. In het per binnenschip vervoerde goederenpakket neemt de hoeveelheid over een brede linie af: met name het vervoer van voedingsprodukten (-33%), ijzer, staal en non-ferro (-15%), en ruwe mineralen en fabrikaten (-13%) vallen op. Het vervoer van landbouwprodukten (+37%) en steenkool (+28%) en ook containers (+65%) is echter toegenomen. Voor het spoorvervoer zijn geen opvallende verschuivingen geconstateerd, hoewel het transport van aardolie en -produkten ten opzichte van 1986 ongeveer is gehalveerd.

Ook in het containervervoer deden zich wijzigingen voor; in 1986 was het aandeel van over de weg vervoerde containers nog 10% hoger dan in 1992. Mogelijk doen hier de registratieverschillen tussen

1986 en 1992 afbreuk aan het resultaat (zie ook pagina 6); uit de tabellen blijkt de totaal per container vervoerde hoeveelheid goederen in 1992 namelijk zo'n 1,6 miljoen ton lager te zijn dan in 1986. Deze afname strookt niet met de feitelijke groei van het containervervoer, zoals die in werkelijkheid

plaatsvindt. Frappant overigens is, dat de modelberekeningen tussen 1986 en 1992 wél een groei tonen van het containervervoer per binnenschip, met ruim 60%.

Vooruitblik 2015

Zoals in deel 2.1 reeds werd vermeld, wordt voor 2015 een aanzienlijke toename verwacht in de Zuid-Hollandse goederenstromen. Deze prognoses zijn gebaseerd op de situate van 1986. Met name de procentuele stijgingen in weg- en spoorvervoer vallen op, met meer dan een verdubbeling van het niveau uit 1986.

De groei van het wegvervoer wordt met name veroorzaakt door een sterke stijging in het transport van ijzer, staal en non-ferro; chemische produkten en produkten in de categorie 'overige'. Ook van het wegvervoer van aardolie en -produkten, en ertsen wordt een sterke toename verwacht.

In de binnenvaart wordt het vervoer van ijzer, staal en non-ferro als grootste stijger gezien, maar ook van steenkool en chemische produkten wordt een sterke toename verwacht. Opvallend is overigens dat de groeiverwachtingen van het goederenvervoer over water lijken te worden tegengesproken door de ontwikkelingen tot 1992.

Het spoorvervoer laat wat betreft de ontwikkelingen tot 2015 betreft een diffuus beeld zien, zeker met het oog op de soms tegenstrijdige ontwikkeling tot 1992. Met name de hoge groeiverwachtingen voor voedingsmiddelen, chemische produkten en voertuigen/overig zijn tussen 1986 en 1992 nog niet waargemaakt.

Voor het totaal van de vervoerde goederensoorten wordt uitgegaan van grote stijgingen in 2015 (90%

boven het niveau in 1986); hiervan worden in de ontwikkelingen tot 1992 alleen de groei van

vervoerde landbouwprodukten, steenkool, meststoffen en ruwe mineralen en -fabrikaten waargemaakt.

Van de voor 2015 ingeschatte stijgingen in het vervoer van chemische produkten en 'overige goederen' moet, op basis van de informatie over 1992, worden afgevraagd of ze niet te positief zijn ingeschat.

Voor het containervervoer wordt in 2015 een verviervoudiging verwacht van het container-tonnage uit 1986. Hiermee zal circa 14% van de totale goederenstromen in containers worden vervoerd. Het grootste deel van deze extra containers wordt toegerekend aan het wegvervoer, waar de

containerisatiegraad toeneemt naar 22%. In absolute termen wordt ook voor spoorvervoer en

binnenvaart een sterke stijging verwacht in de vervoerde hoeveelheid containers. Dit zal echter alleen bij het spoorvervoer resulteren in een grote toename van de containerisatiegraad, naar 37%.

Tabel 4 Aandeel modaliteiten per goederensoort (1986)

NSTR goederensoort

0 Landbouwprodukten 1 Andere voedingsprodukten 2 Vaste minerale brandstoffen 3 Aardolien en aardolieprodukten 4 Ertsen, metaalafval, geroost ijzerkies 5 Uzer, staal en non-ferrometalen 6 Ruwe mineralen en -fabrikaten 7 Meststoffen

8 Chemische produkten

9 Voertuigen, machines en overige TOTAAL

waarvan in containers

Wegvervoer (tonnen x 1,000)

Tabel 5 Aandeel modaliteiten per goederensoort (1992)

NSTR goederensoort

0 Landbouwprodukten 1 Andere voedingsprodukten 2 Vaste minerale brandstoffen 3 Aardolien en aardolieprodukten 4 Ertsen, metaalafval, geroost ijzerkies 5 Uzer, staal en non-ferrometalen 6 Ruwe mineralen en -fabrikaten 7 Meststoffen

8 Chemische produkten

9 Voertuigen, machines en overige TOTAAL

waarvan in containers

Wegvervoer (tonnen x 1,000)

Tabel 6 Aandeel modaliteiten per goederensoort (201 SER)

NSTR goederensoort

0 Landbouwprodukten 1 Andere voedingsprodukten 2 Vaste minerale brandstoffen 3 Aardolien en aardolieprodukten 4 Ertsen, metaalafval, geroost ijzerkies 5 Uzer, staal en non-ferrometalen 6 Ruwe mineralen en -fabrikaten 7 Meststoffen

8 Chemische produkten

9 Voertuigen, machines en overige TOTAAL

waarvan in containers

Wegvervoer (tonnen x 1,000)

In document Vervoergegevens Regio Zuid-Holland (pagina 18-21)