• No results found

GODS DOEL: MIJN DOEL

"En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt "hervormd" door de 'vernieuwing van u denken', opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is - het goede, welgevallige en volkomene" (Rom.12:2).

"Vertrouw op de Here en doe het goede, woon in het land en betracht 'getrouwheid'; 'verlustig u in de Here'; dan zal Hij u geven de 'wensen van uw hart'. Wentel uw weg op de Here en 'vertrouw op Hem', en Hij zal het maken; Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht, en uw recht als de middag" (Psm.37:3-6).

Als wij, christenen, het over het doel hebben wat God met Zijn schepping (= de wereld en alles wat daarop is) voorheeft, dan moeten wij meteen beseffen; dat het grootste gedeelte van de mensheid, volgens mij, geen enkele notie heeft van wat Gods Plan is met de 'hemel en de wereld'. En vooral met de mens die Hij geschapen heeft; naar 'Zijn beeld' (Genesis 1:26,27).

Ja, mijns inziens, zijn er ook veel christenen die geen flauw idee hebben wat Gods plan/doel is met hun leven. Er zijn ook heel wat christenen die evenals een groot deel van deze wereld geen 'levensdoel' hebben. Ik geloof dat dit een appél mag zijn voor die christenen die menen wél te weten waarop het aankomt. Die wél weten wat het doel van God is met de mens. God stelt ons christenen bijzonder in de gelegenheid, om prioriteiten te stellen, ten aanzien van onze voornemens het doel te bereiken, dit om te zetten in daden. God werkt er aan. God heeft een daad gesteld; door middel van Jezus Christus: De Verlosser der mensheid. Hij heeft Zijn beeld al in den beginne in ons gelegd, maar dat beeld kwam niet te voorschijn vanwege de zonde, die plaatsvond in het Paradijs. Door en in Jezus Christus is dat beeld van God 'geopenbaard'. Jezus, heeft het 'Beeld van God' weer tevoorschijn gebracht.En als Jezus Christus in ons woont, dan is dat beeld van God, de Vader ook in ons, en omgekeerd: wij zijn in het beeld van God.

Alleen dan zal het 'gestalte' in ons krijgen en gerealiseerd kunnen worden.

Ik kan mij voorstellen dat er mensen zijn die zeggen:"Is de mens een beeld van God?"

"Hoe moet God er dan wel niet uitzien?" Eerlijkheidshalve moet ik zeggen; dat de christenen, door alle eeuwen heen, ook vaak een 'vertekend' beeld van God hebben gegeven. Nu weet ik wel dat de ongelovige extra vertroebeld naar de dingen kijkt, door invloed van de boze. Toch mogen we ons dit wel aantrekken, want wij zijn die christenen die zeggen dat het beeld van God in ons is, en dat God een plan met ons leven heeft, wat hier op aarde begint, vanuit een 'nieuwe schepping'(=nieuwe mens:beelddrager Gods).

Doel

Er staat: "Opdat zij heersen...." (Gen.1:26).

Dit wil zeggen: Opdat zij heerschappij uitoefenen (= regeren) vanuit de gemeenschap

met de Schepper of onder leiding van Zijn "Super-visie". Daarbij moeten wij bedenken dat God geen "stof" is. God is: "Geest!" (= Leven!). Van dit Levenblies God "levensadem" in de mens.

"Toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem en 'blies de levensadem in zijn neus'; alzo werd de mens een levend wezen" (Gen.2:7).

Hierdoor ontving de mens 'kwaliteitsleven: een 'levensgeest' van goddelijke 'origine'. De mens ontving 'creativiteit van de Goddelijke Geest', van de Schepper, om geestelijk te kunnen ontwikkelennaar een 'volwaardig Beeld van God'.

David zei het al:

"Toch hebt Gij de mens bijna goddelijk gemaakt en hem met "heerlijkheid" en "luister"

gekroond" (Psm.8:6).

Dit betekent dus: Het "beeld" zat er in, maar het moest nog 'groeien' of 'ontwikkelen' tot hetzelfde 'niveau' als God. Ook in de Efeziërsbrief lezen we wat het doel van God met de mens inhoudt.

"...Ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede 'levend gemaakt in Christus, door genade zijt gij behouden, 'en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten', in Christus Jezus, om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom Zijner genade te tonen naar (zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit u zelf: 'het is een gave van God'; niet uit werken, opdat niemand roeme. Want Zijn maaksel zijn wij, In Christus Jezus geschapen om 'goede werken te doen', die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen"

(Efeziërs 2:5-10).

God heeft van meet af aan gewild dat de mens een 'plaats' zou innemen in de hemel, waar God troont. God wilde Zichzelf 'openbaren' door de mens heen. God wil "wonen" en "tronen" in de mens. We mogen hieruit ook concluderen: als de mens (=Adam en Eva) was blijven 'regeren' op aarde zoals God gezegd had, was zij ook gelijkmatig geestelijk ontwikkeld tot een 'volwaardig beeld van God.

Het doel van God, Zijnbeeld te openbaren, gaat niet vanzelf. We hebben daar geloof voor nodig.

En dat geloof wil God ons schenken via Zijn Geest.

"...maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem 'ernstig zoeken' (Hebr.11:6).

Dit geldt niet alleen voor het aannemen tot kind van God, maar ook voor het 'ernstig zoeken' naar Gods wil en doel voor het persoonlijke leven, waarin God Zijn 'beeld' wil uitdragen: Het goede, welgevallige en volkomene. Volgens de inleidende tekst(Rom.12:2).

"Want gij hebt volharding nodig, om, 'de wil van God doende', te verkrijgen hetgeen beloofd is"

(Hebr.10:36).

"De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, bevestige u in 'alle goed', 'om Zijn wil te doen', terwijl Hij aan ons doe, wat in Zijn ogen welbehaaglijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen" (Hebr.13:20-21).

"Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, 'want de dagen zijn kwaad'. Weest daarom niet onverstandig, "maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is" (Efeziërs 5:15-17).

De tekst in Rom.12:2 begint met "En wordt niet "gelijkvormig" aan deze wereld".

Dit wil zeggen: Als men gelijkvormig aan deze wereld wordt, dan komt het 'Beeld van God' op de achtergrond en wordt zodanig 'vertekend', dat het niet meer te 'onderscheiden' is. De wereld denkt het wel buiten God te kunnen stellen.

Het vervolg van de tekst is: "maar wordt 'hervormd' door 'vernieuwing van uw denken'.

Deze vernieuwing wordt bewerkt onder leiding van de Heilige Geest.

"Maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de 'nieuwe staat des Geestes' en niet in de oude staat der letter" (Rom.7:6).

"Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, 'die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest' (Rom.8:5).

"Zo is dan wie in Christus is een 'nieuwe schepping': het oude is voorbij gegaan, zie, het 'nieuwe is gekomen' (2 Kor.5:17).

"Hij heeft niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar Zijn ontferming ons 'gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest,.."(Titus 3:5).

"Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt 'andere mensen', met een 'nieuwe visie'. Dan zijt gij in staat om uit te maken 'wat God van u wil, en wat goed is, wat zéér goed is en volmaakt" (Rom.12:2 - Willibrord Vertaling).

In deze 'vernieuwing' of 'verandering' van denken staan Gods gedachten centraal: Gods doel: mijn doel: Het beeld Gods gestalte geven. Het goede, welgevallige en het volkomene uitwerken.

Wij mogen onszelf de vraag wel eens stellen:

Waar leef ik eigenlijk voor? Om welke dingen gaat het in mijn leven?

Wij mogen dit soort vragen heel consequent aan onszelf stellen.

Draait het alles om een - goede baan?

- een partner?

- gezin of huwelijk?

- maatschappelijke positie? etc;?

Zonder een verder of hoger "levensdoel"?

Willen we bij al deze, opzichzelf, goede doelen een duidelijke 'visie' hebben op het "doel van ons leven", dan moeten we beginnen er achter zien te komen, wat wij eigenlijk het belangrijkste vinden.

Prioriteit

Durven wij 'prioriteiten' te stellen waarin God de eerste is in ons leven: Hij eerst, daarna al het andere? Als God de leiding heeft, komt het zeker met al die andere belangrijke dingen best goed.

Er zijn dingen in het leven die ons in de weg kunnen staan bij het ontplooien van ons "levensdoel"

en tevens "Gods doel". Dat is negatief denken.

Negatief-denken heeft een zeer slechte invloed op onze ontwikkeling. Dit soort denken veroorzaakt weer: nervositeit - vervlakking - leegheid en depressies.

- de weg van de minste weerstand nemen. (Naar beneden rollen gaat vanzelf).

- het sluit af, het verblindt voor de kansen die het leven biedt - zwakheid in de verdediging

Angst is ook een vijand van de mens. Angst is niet van God, maar van de tegenstander.

"Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde" (1 Joh.4:18).

God wil dat wij zullen 'heersen' (= regeren) over de dingen die ons leven negatief willen beïnvloeden. Er is een geneesmiddel voor iedere negatieve werking.

Maar dat werkt pas als we daar mee willen breken, en waar we dit niet in het geheim blijven voeden. We moeten de bronnen hiervan vermijden, niet toelaten. We moeten 'weigeren' negativiteit, angst en duisternis plaats te geven.

God Zelf is het 'geneesmiddel' in Christus Jezus. Jezus, Christus is de "Bevrijder" van alles wat ons tegenhoudt het 'beeld Gods' te openbaren. Als we ons daar op richten dan komt Hij ons tegemoet met 'positieve gedachten' die betrekking hebben op het gestelde doel, wat God Zich in ons heeft voorgenomen.

Positief

God is altijd positief. En zo wil Hij dat wij ook worden. Ook al is alles om ons heen negatief.

Wij mogen in Hem, met Hem daar over 'heersen' ( niet over mensen).

Wij kunnen van Hem 'levenskracht' ontvangen daarvoor. We mogen door de Heilige Geest in ons leven toe te laten ons laten vervullen met Zijn Geest, waardoor er ruimte komt voor het 'beeld Gods' in ons leven. Gods doel: mijn doel.

Wij worden van Godswege in staat gesteld om: om te schakelen. Leren denken zoals Hij denkt.

Als wij 'positief' ingesteld zijn, dan zijn we op God gericht; geloven we aan Zijn 'uitredding' en 'bevrijding' en aan Zijn mogelijkheden.

Zoals een vlag in de wind, zo mogen wij wapperen in Gods kracht. Het doel van mijn leven is, dat Hij in mij "gestalte" krijgt. Dat Hij met mij kan doen, wat de wind doet met de 'wapperende' vlag.

Zo mogen we ook Psm.37:3-6 ons eigen maken. Het gaat bij God om het 'goede' en om de 'verlustiging' daarin. Dan zal Hij ons geven de 'wensen van ons hart'.

"Wentel uw weg op de Here en 'vertrouw op Hem', en Hij zal het maken".

Hij doet het in ons, als wij ons richten op en naar Zijn Woord, ons wentelen op Zijn weg; ook onze weg (= gaan en doen wat Hij zegt).

"Hij zal uw 'gerechtigheid' doen opgaan als het licht". Deze gerechtigheid is datgene waar wij 'recht' op hebben. Het zal niet uitblijven. Onze gerechtigheid is Gods gerechtigheid: Hij heeft

"recht op ons". Zijn 'beeld' is in ons. Hij heeft ons 'gekocht' en 'betaald'. Wij zijn Zijn "wettige eigendom"! Zouden wij zulk een God en Vader niet liefhebben met geheel ons hart, en ons volkomen richten op wat Hij ons te bieden heeft?

Zijn doel: mijn doel.

Als dit de wensen van uw hart zijn, dan zal de God des vredes met u en in u zijn.

Aangehaalde teksten

1 God zoekt woning Pag.

03: - 1 Pet.2:4,5/Joh.14:23/Gen.1:1/Gen.1:26/Gen.3:1-24/

04: - Luc.23:43/Openb.2:7/Gen.1:31/Gen.3:1-7/Gen.3:1/ Psm.8:6 05: - Jac.1:17/Efeze 2:22/Hebr.1:14/2.Kor.11:3/1.Tim.2:11/ Judas:6 06: - Openb.12:29/Luc.10:18/Hebr.6:4-8/Gen.2:20/ Gen.3:6/Gen.3:7 07: - Gen.2:17/Gen.2:23/Gen.2:9-13

08: - Ezechiël 34:16/ Luc.19:10/Joh.3:16

09: - Openb.21:5/Coll.2:9/Joh.14:2/Rom.5:8/Rom.5:5/ Hebr.3:6 10: - 1.Kor.6:19,20/1 Pet.2:5/Rom.14:17,18/Openb. 21:3-5.

2 Gods volmaakt plan heeft als doel:

Totaal 'herstel' voor mens en schepping 11: - Gen.1:26/Jes.25:1/Jes.46:10/Jac.1:17,18/Job.42:3/Fil.1:6

12: - 1. Kor.6:3/Hebr.1:14/Marc.3:29/Luc.12:10/1 Joh.5:16/Openb.12:12/ Joh.14:9 13: - Joh.16:8/Gen.3:1/ Gen.3:17/1. Kor.10:13/1.Kor.14:20/1.Kor.3:11

14: Gen.3:14-16/1Pet.1:121/Kor.2:8/Joh.1:14/1.Kor.3:9/2.Kor.6:1/2.Kor.5:20/2 Gen. 3:1-7/1.Thess.3:2/ Psm.8:6

15: - Joh.1:14.

16: - Col. 2:9/Joh.14:9/Joh.8:29/Joh.3:16/Opb.21:5/Rom.12:2/Marc.1:15

17: - Joh.6:44/Joh.10:9,10/1.Petr.1:23/Joh.7;38,39/Joh.14:23/Hand.1:8/2.Tim.3:17 Opb.21:4

18: - Joh.7;37/Opb.22:17/Opb.21:

3 Toekomst-verwachting

19: - 2 Pet.3:11-14/2 Pet.1:3-4/Hand.3:21/ Jac.3:18/Rom.12:18 20: - Filipp.3:14/2Pet.1:3/Jes.65:17-19.

21: - Luc.9:62/Matth.6:34/ Hebr.13:8/2 Pet.3:8/1 Kor.15:28/Openb.1:8.

22: - Filipp.3:14/ Efeze.4:13

23: - Matth.8:13/ Joh.7:38/ Hebr.6:1-3/Jes.65:17/1 Pet.2:5

4 Het Koninkrijk Gods is nabij gekomen (Het Hemels-paradijs is in zicht) 24: - Matth.10:7-8/Marc.1:5/Rom.14:17/Rom.5:1-3/ Matth.10:7-8 25: - Filipp.4:7/1 Tim.3:15/Hebr.7:16/Filipp.4:4

26: -1 Pet.1:23/Coll.2:9-10/Joh.14:9/ Hebr.6:1-3

27: - Openb.2:7/Openb.22:2/Openb.22:14/ Joh.7:38/Openb.3:14-18.

28: - Matth.12:28/Matth.25:34/Luc.22:29/ Jac.2:5/Luc.17:21/1 Kor.4:20/Rom.12:2/Openb.12:5.

5 Gods doel: mijn doel 29: - Rom.12:2/Psm.37:3-6/Gen.1:26/Gen.2:7/

30: - Psm.8:6/Efeze.2:5-10/Hebr.11:6/Rom.12:2/Hebr.10:36- Hebr.13:20-21/Rom.7:6/Rom.8:5 31:- 2 Kor.5:17/Tit.3:5/Efeze 5:15-17/ Rom.12:2 (Willibrord vertaling.) 1 Joh.4:18/ Psm.37: