• No results found

2. Humanistisch raadswerk

3.3 Bert Hellinger en de systemische benadering

3.3.4 Het geweten

Het geweten bewaakt het evenwicht van onze intermenselijke relaties. Het dient ertoe om het individu het met zijn familie te verbinden. Het geweten zoals het in het systemisch werk van Hellinger naar voren komt heeft vrijwel niets te maken met goed en kwaad: de ergste gruwel- daden worden vaak met een zuiver geweten begaan (Hellinger 2001a, 21). Zo is uitsluiting van wie anders is vaak in overeenstemming met het persoonlijk geweten68. Hoe het geweten deze werking kan hebben, zal hieronder worden toegelicht.

Hellinger onderscheidt in zijn werk het persoonlijke, het systemische en het transcen- dente geweten. Het geweten is zeer bepalend voor hoe wij de werkelijkheid waarnemen: ‘Onze banden en ergens deel van zijn, zo noodzakelijk voor onze overleving en ons welzijn, schrijven ons ook voor wat we mogen waarnemen, geloven en weten (ibid., 25).’

Het persoonlijke geweten

Het persoonlijk geweten kennen we als de gevoelens van schuld en onschuld die we bewust ervaren. Dit geweten kent veel verschillende maatstaven: één voor elke groep of relatie waarvan we deel uitmaken. In al onze relaties zijn de primaire relationele behoeften op een complexe manier van invloed op elkaar. De drie behoeften zijn een noodzakelijk gegeven en worden ook als zodanig ervaren. Ze beperken en binden het individu aan doelen die vaak in strijd zijn met persoonlijke verlangens. Tegelijkertijd maken deze behoeften relaties met anderen ook juist mogelijk en garanderen ze het evenwicht in deze relaties. Er is een innerlijk orgaan dat voort- durend onderscheid maakt tussen wat onze relaties schaadt en sterkt, hetgeen resulteert in gevoelens van schuld of onschuld. Onze gevoelens van schuld en onschuld maken ons volgens Hellinger vaak blind voor het onderscheid tussen goed en kwaad, zo noodzakelijk zijn ze voor ons overleven en welzijn (Hellinger 2001a, 25).

Het systemische of collectieve geweten

Naast de gevoelens van schuld en onschuld die wij bewust ervaren in dienst van onze bindingen, het evenwicht van geven en nemen, en sociale conventies, is er in onze relaties ook een verborgen geweten werkzaam dat wij niet voelen. Het is een

68 ‘Het geweten dat het horen bij de groep beschermt, vormt een beletsel voor het kwaad binnen de groep, maar heft dit beletsel op met betrekking tot degenen die buiten de groep staan. Aldus doen wij met een zuiver geweten anderen aan wat het geweten ons verbiedt om de leden van onze eigen groep aan te doen (Hellinger 2001a, 27).’

systemisch geweten dat voorrang heeft op onze persoonlijke gevoelens van schuld en onschuld, en ten dienste staat van een andere orde (Hellinger 2001a, 43).

Het systemisch of collectief geweten komt volgens Hellinger niet tot uiting in gevoelens. De werking ervan is in ons dagelijks leven onbewust. Het systemisch geweten waakt over het gehele (familie)systeem. Het is een archaïsch geweten dat is ontstaan voordat het persoonlijk geweten tot ontwikkeling kwam. Dit geweten gaat voor op het persoonlijke geweten. Hoewel de werking van dit geweten zelf niet zichtbaar of voelbaar is, zijn de gevolgen wel waarneem- baar. Wat in een familiesysteem onverwerkt is, wordt door dit geweten in een nieuwe generatie opnieuw naar voren gebracht. Onverwerkte thema’s uit het systemisch geheugen herhalen zich en komen tot uitdrukking in verstrikkingen van een nieuw lid uit het familiesysteem met het lot van iemand uit een eerdere generatie.

Well, my definition of tragedy is a clash between right and right.

Amos Oz

Tegengestelde bewegingen van beide gewetens

Veel ongeluk en tragiek komt volgens Hellinger voort uit de tegenstelling tussen het persoonlijke en het systemische geweten (Hellinger 2002b, 278).

Een moeder heeft tegen haar zoontje gezegd dat hij zichzelf een uur alleen moet vermaken, omdat hij een van de regels in het gezin overtreden heeft. Als ze hem had toegestaan om het hele uur op zijn kamer te blijven, zou dat de behoefte van de sociale orde hebben gediend. Echter, hij zou zich dan terecht eenzaam hebben gevoeld, omdat de behoeften aan liefde en het erbij horen niet gediend zouden zijn. Om deze reden ontsloeg zijn moeder, zoals veel ouders, haar kind van een deel van de straf. Hoewel ze niet voldeed aan alle eisen van de sociale orde en in dat opzicht schuldig was, diende ze met onschuld de liefde (Hellinger 2001a, 24).

Het schema op de volgende pagina toont het persoonlijk en systemisch geweten in relatie tot de primaire relationele behoeften. De beschrijving van de werking van beide gewetens en de verschillende relationele behoeften laat zien hoe deze een tegengesteld beroep op ons kunnen doen.

Het volgende schema laat zien hoe de verschillende relationele beoeften een rol speelden in de casus van Cohen die in paragraaf 3.3.1 werd besproken. De positie vóór de opstelling en tijdens de opstelling worden vanuit het systemisch geweten beschreven.

Het transcendente of spirituele geweten

Met het transcendente geweten duidt Hellinger de grotere verbanden en meta-systemen aan waar we als mens deel uitmaken69. Het transcendente of spirituele geweten is volgens Hellinger onuitsprekelijk en mysterieus. Het onstijgt aan de wetten van het systemische en het persoon- lijke geweten en we hebben geen toegang tot de principes die hier wel gelden (Hellinger 2001a, 192). Hellinger doet in zijn werk dan ook verder weinig uitspraken over de aard of de werking van dit geweten, hoewel hij er een belangrijke waarde aan toekent.

Het transcendente geweten is verbonden met een houding van deemoed. Deemoed wordt door Hellinger beschreven als een instemmen met de wereld zoals deze is, waarbij niet getracht wordt de krachten van het toeval te doorgronden of deze te compenseren. Deemoed geeft de mens volgens Hellinger eerlijkheid en diepte. Het stelt in staat een ander daadwerkelijk te zien en te achten, met inbegrip van diens situatie en mogelijk ongeluk dat hem heeft getroffen.