• No results found

4. De gevolgen van de aanpassingen van het Witteveenkader

4.3 Gevolgen voor de pensioenregeling

Wanneer het niet wijzigen van de pensioenovereenkomst ernstige financiële gevolgen heeft voor de werkgever heeft hij een zwaarwichtig belang bij de wijziging van deze overeenkomst. Hij kan de pensioenovereenkomst dan door middel van een beroep op het eenzijdig

wijzigingsbeding wijzigen. Wanneer er geen wijzigingsbeding in de pensioenovereenkomst (of arbeidsovereenkomst) is opgenomen of de werkgever geen zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging zal de werkgever de toestemming van de werknemer moeten krijgen voor de wijziging. Dit door de werknemer compensatie te bieden voor de vermindering van de pensioenopbouw. Door het tijdig doorvoeren van de wijziging kan de werkgever voorkomen

150 Artikel 20a lid 1 Wet op de loonbelasting.

29

dat er een naheffing opgelegd wordt aan de pensioenuitvoerder die vervolgens op de

werkgever verhaald zal worden. De pensioenovereenkomst wordt zo gewijzigd dat er boven de €100.000 geen pensioen meer opgebouwd kan worden. In deze paragraaf komen de gevolgen van de wijziging van de pensioenovereenkomst aan de orde. Wat betekent de aftopping voor de pensioenpremie? En hoe werkt de wijziging door in de pensioendriehoek?

4.3.1 Verlaging pensioenpremie

Wanneer er nog maar tot €100.000 pensioen opgebouwd kan worden houdt dit een verlaging van de pensioenopbouw voor inkomens boven deze grens in. Wanneer er een verlaging van de pensioenopbouw plaatsvindt zullen de kosten voor de opbouw ook evenredig dalen.151 De verlaging van de kosten voor de pensioenopbouw zal leiden tot een lagere pensioenpremie.152 De pensioenpremie bestaat uit een werkgeversdeel en een werknemersdeel. De werknemer heeft echter geen overeenkomst met de pensioenuitvoerder en is dus ook geen premie verschuldigd aan de uitvoerder. De werkgever kan echter een deel van de premie die hij verschuldigd is aan de pensioenuitvoerder verhalen op de werknemer, de

werknemerspremie.153 Dit moet dan wel vastgesteld zijn in de pensioenovereenkomst. Het werknemersdeel van de pensioenpremie wordt ingehouden op het brutoloon van de

werknemer.

Een verlaging van de pensioenpremie zal dus leiden tot een verlaging van de

werknemersbijdrage of de werkgeversbijdrage. Wanneer de werknemersbijdrage daalt zal dit leiden tot een hoger nettoloon.154 De hoogte van het loon wordt immers vastgesteld in de arbeidsovereenkomst. Hierdoor kan de werkgever het brutoloon niet zomaar wijzigen. Wanneer er minder werknemerspremie betaald hoeft te worden blijft er dus netto meer over. De totale loonruimte van de werkgever bestaat uit het brutoloon en de loonkosten. De

pensioenpremie valt onder de loonkosten. Wanneer men ervan uitgaat dat de totale loonruimte gelijk blijft en het werkgeversdeel van de premie omlaag gaat zal dit leiden tot een hoger brutoloon voor de werknemer.155 Wanneer het brutoloon niet stijgt zullen de loonkosten voor de werkgever lager worden. Uit de memorie van toelichting bij de Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 volgt dat lagere loonkosten op termijn ook zullen leiden

151 Kamerstukken II 2013/14, 33 847, nr, 3, p. 2 (MvT). 152 Kamerstukken II 2012/13, 33 610, nr, 3, p. 9 (MvT). 153 Lutjens 2013, p. 375 en 359. 154 Kamerstukken II 2013/14, 33 847, nr, 3, p. 2 (MvT). 155 Kamerstukken II 2013/14, 33 847, nr, 3, p. 2 (MvT). 30

tot hogere brutolonen.156 De vrijgevallen premie komt dus uiteindelijk altijd bij de werknemer terecht.

De werknemer is vrij om zelf te bepalen wat hij met de vrijgevallen premie wil doen. Zo kan hij ervoor kiezen om deel te nemen aan een nettopensioenregeling (de nettolijfrente) of kan hij ervoor kiezen om de vrijgevallen premie bij zijn loon te krijgen, een

nettoloonsverhoging.157 Wanneer de werknemer kiest voor de nettoloonsverhoging wordt de vrijgevallen premie bij het loon opgeteld en is de werknemer dus ook loonbelasting

verschuldigd.158

Wanneer de werknemer kiest om deel te gaan nemen aan een nettopensioenregeling wordt het vrijgevallen deel van de premie in een nettolijfrenteregeling gestort. De premie voor deze nettolijfrente is wel belast. De aanspraak is echter vrijgesteld voor box 3 en over de uitkering is ook geen belasting verschuldigd.159

Op de regeling van de nettolijfrente is de Pensioenwet van toepassing. De

pensioenovereenkomst moet uitgevoerd worden door een in de Pensioenwet genoemde pensioenuitvoerder.160 Wanneer de regeling ondergebracht wordt bij een pensioenfonds zijn er een aantal eisen aan verbonden. Zo moet de regeling aangeboden worden als een zuivere beschikbarepremieregeling (premie staat vast, uitkering niet). Ook geldt er een verplichting voor de werkgever om een bijdrage te leveren van minimaal 10% van de premie. Wanneer de werknemer ervoor kiest om niet deel te nemen aan de nettolijfrenteregeling zal de werkgever de bijdrage als loon moeten uitkeren.161

Het vrijgevallen deel van de pensioenpremie komt dus ten goede aan de werknemer.

4.3.2 Gevolgen voor de pensioendriehoek

Uit artikel 35 lid 1 Pensioenwet volgt dat het pensioenreglement in overeenstemming moet zijn met de uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement. De pensioenuitvoerder is verplicht om een pensioenovereenkomst uit te voeren op grond van een

uitvoeringsovereenkomst of uitvoeringsreglement.162 De uitvoeringsovereenkomst moet dus in overeenstemming zijn met de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement moet in overeenstemming zijn met de uitvoeringsovereenkomst. Wanneer er een wijziging in de

156 Kamerstukken II 2013/14, 33 847, nr, 3, p. 3(MvT). 157 Bollen-Vandenboorn e.a. 2014 deel 2, p. 226. 158 Artikel 9 Wet op de loonbelasting.

159 Zie paragraaf 3.2.2.

160 Artikel 23 lid 1 Pensioenwet.

161 Bollen-Vandenboorn e.a. 2014 deel 2, p. 227-228. 162 Artikel 32 Pensioenwet.

31

pensioenovereenkomst plaatsvindt moeten de uitvoeringsovereenkomst en het

pensioenreglement ook gewijzigd worden. Uit artikel 21 lid 2 Pensioenwet volgt dat de werkgever de pensioenuitvoerder moet informeren over de wijziging in de

pensioenovereenkomst en dat de pensioenuitvoerder vervolgens de werknemer informeert over de wijziging in het pensioenreglement. De uitvoeringsovereenkomst en het

pensioenreglement zullen los van elkaar gewijzigd moeten worden.163

De uitvoeringsovereenkomst kan gewijzigd worden door een afspraak tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder. Het pensioenreglement kan eenzijdig door de pensioenuitvoerder gewijzigd worden. Deze wordt immers ook eenzijdig door de pensioenuitvoerder vastgesteld (artikel 35 lid 1 Pensioenwet ).164

De uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement zullen dus zo gewijzigd moeten worden dat ze weer in overeenstemming zijn met de pensioenovereenkomst.

163 Lutjens 2013, p. 439-440. 164 Lutjens 2013, p. 443-444.

32