• No results found

De geschillen

In document J A A R V E R S L A G 2 0 1 6 (pagina 15-20)

Totaal aantal geschillen 2016: 12

Ingetrokken 6

Ingetrokken na mediation 1

Uitspraken in 2016 5

Hangende geschillen op 31 december 2016 0

Mondelinge behandeling

Een geschil wordt ter zitting mondeling behandeld door een Commissie die bestaat uit drie personen: een voorzitter, een lid voorgedragen door de landelijke besturenorganisaties en een lid voorgedragen door de personeelsvakorganisaties en de ouder/leerlingenorganisaties.

In 2016 heeft de Commissie zes geschillen mondeling behandeld en in vijf geschillen

schriftelijk uitspraak gedaan. In één geschil heeft na de behandeling ter zitting mediation door de mediators van Onderwijsgeschillen plaatsgevonden. Dat geschil is geëindigd in een

vaststellingsovereenkomst. Na het bereiken van het akkoord is het geschil ingetrokken.

In drie gevallen ging het om een interpretatiegeschil, afkomstig uit het voortgezet onderwijs.

De andere geschillen waren adviesgeschillen, afkomstig uit het primair en het voortgezet onderwijs.

6

1 5

totaal aantal geschillen 2016

ingetrokken

ingetrokken na mediation uitspraken 2016

15 Het aantal ingediende en door de Commissie afgehandelde geschillen was in het verslagjaar

aanmerkelijk minder dan in voorgaande jaren.

Zowel bij instemmingsgeschillen (artikel 32 lid 3 Wms), reglementsgeschillen (artikel 33 lid 3 Wms) als bij adviesgeschillen (artikel 34 lid 3 Wms) kan de Commissie aan partijen een bemiddelingsvoorstel voorleggen.

Van deze formele en in de wet genoemde mogelijkheid heeft de LCG WMS in 2016 geen gebruik gemaakt. Wel stelt de Commissie tijdens de mondelinge behandeling van advies- en instemmingsgeschillen nagenoeg steeds aan de orde of de verschillen tussen partijen

overbrugbaar zijn door het voeren van nader overleg of door een bemiddelingsvoorstel.

Soorten geschillen

De Commissie was in het verslagjaar bevoegd de volgende soorten geschillen te behandelen (artikel 31 Wms):

instemmingsgeschillen

adviesgeschillen

geschillen over het onthouden van instemming aan het medezeggenschapsstatuut of het medezeggenschapsreglement

interpretatiegeschillen

overige geschillen voor zover het medezeggenschapreglement daarin voorziet

De 12 geschillen die in 2016 aanhangig waren, zijn naar soort als volgt verdeeld:

1 1 1 1

16 Uit het primair onderwijs: 1 instemmingsgeschil, 1 interpretatiegeschil, 1 adviesgeschil en 1

mediation. Uit het voortgezet onderwijs: 2 instemmingsgeschillen, 4 interpretatiegeschillen en 2 adviesgeschillen.

Interpretatiegeschillen zijn geschillen waarbij partijen van mening verschillen over een of meer bepalingen in de Wms, het medezeggenschapsstatuut of het

medezeggenschapsreglement.

Met het in werking treden van de wet Versterking bestuurskracht onderwijsinstellingen per 1 januari 2017 behoren interpretatiegeschillen tot het verleden.

Onderwerpen van de geschillen

Uit het primair onderwijs

Instemmingsgeschil tussen het bevoegd gezag en de MR over een scholenfusie (ingetrokken)

Interpretatiegeschil tussen de oudergeleding van de MR en het bevoegd gezag over de ouderbijdrage (ingetrokken)

Adviesgeschil tussen de GMR en het bevoegd gezag over de directiestructuur

Mediation (ingetrokken na mediation) over het schoolplan

Uit het voortgezet onderwijs

Instemmingsgeschil tussen bevoegd gezag en de MR over regeling overgangsnormen (ingetrokken)

Instemmingsgeschil tussen bevoegd gezag en de PMR over het formatieplan (ingetrokken)

Interpretatiegeschil tussen de PMR en het bevoegd gezag over de lessentabel

Interpretatiegeschil tussen de PMR en het bevoegd gezag over een wijziging van het meerjarig financieel beleid.

Interpretatiegeschil tussen de GMR en het bevoegd gezag over het instellen van een regiegroep (ingetrokken)

Interpretatiegeschil tussen de MR en het bevoegd gezag over de verkiesbaarheid tot lid van de MR

Adviesgeschil tussen de GMR en het bestuur over de plaatsingswijzer

Adviesgeschil tussen de MR en het bevoegd gezag over de aanstelling directie (ingetrokken)

17 Beroep bij de Ondernemingskamer tegen een uitspraak van de LCG WMS

Tegen de uitspraken van de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS staat beroep open bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam (OK). De Ondernemingskamer was in die beroepszaken alleen bevoegd te toetsen of de LCG WMS de wet juist had toegepast. Met de invoering van de Wet versterking bestuurskracht onderwijsinstellingen is deze beperking in de Wms weggevallen.

In het verslagjaar is tegen één uitspraak van de LCG WMS beroep ingesteld bij de Ondernemingskamer (LCG WMS d.d. 31 oktober 2016, zaaknummer 107381). In deze uitspraak heeft de LCG WMS geoordeeld dat het medezeggenschapsreglement niet mag bepalen dat de leden van de MR na drie zittingstermijnen een jaar niet herkiesbaar zijn.

De geschillencommissie overwoog dat een inperking in het medezeggenschapsreglement van het recht om in de MR te worden gekozen alleen is toegelaten als die mogelijkheid in de Wms is opgenomen.

De Ondernemingskamer heeft deze uitspraak bij beschikking van 22 februari 2017 vernietigd.

Volgens de Ondernemingskamer blijkt uit de parlementaire geschiedenis van de Wms en zijn voorgangers dat de wetgever zich bij de regulering van de medezeggenschap heeft willen beperken tot basisbepalingen. Het is aan het bevoegd gezag en het medezeggenschapsorgaan om die basisbepalingen verder uit te werken in het medezeggenschapsreglement.

De wetgever heeft de scholen daarmee flexibiliteit willen bieden. De Wms verzet zich niet tegen de desbetreffende beperking van het kiesrecht in het reglement. Het passief

medezeggenschapsrecht wordt daardoor voorts niet ontoelaatbaar geschaad, nu niemand categorisch wordt uitgesloten van het lidmaatschap van de MR; het aantal aaneengesloten zittingstermijnen wordt slechts gelimiteerd, aldus de Ondernemingskamer.

Ondernemingskamer gerechtshof te Amsterdam, 22 februari 2016, ECLI:NLGHAMS:2017:563

18

Enkele bepalende overwegingen en beslissingen in de uitspraken van de Commissie in 2016

1. Ook als de lessentabel voor het lopende schooljaar al is vastgesteld, hebben partijen, vanwege het cyclische karakter van de lessentabel, voldoende belang bij een uitspraak in een interpretatiegeschil over de bevoegdheid van de MR ten aanzien van de lessentabel.

10 mei 2016, 107152 - 16.02

2. Gelet op de verwevenheid van onderwijskundige visie en lessentabel is een voorgenomen besluit tot vaststelling van de lessentabel aan te merken als de vaststelling van ‘het schoolplan dan wel het leerplan of de onderwijs- en examenregeling.’

10 mei 2016,107152 - 16.02

3. Het besluit van het bevoegd gezag om de premie van een aanvullende invaliditeitsregeling voor rekening van de werknemers te laten komen, is aan te merken als een besluit met betrekking tot de aangelegenheid ‘wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de school’, ten aanzien waarvan de MR adviesrecht heeft (artikel 11, lid 1, aanhef en onder b Wms).

22 augustus 2016, 107249 - 16.03

4. Ook al is er voldoende financieel en organisatorisch belang voor een besluit over de toekomstige directiestructuur, dan kan dit adviesplichtig besluit toch niet in stand blijven als er gering draagvlak bij ouders en personeel voor was, wat de kwaliteit van het onderwijs raakt, en het bevoegd gezag onvoldoende gewicht heeft toegekend aan dit belang van draagvlak (artikel 11, lid 1, aanhef en onder f Wms).

11 oktober 2016, 107337 -16.04

5. De Wms biedt geen ruimte om in het medezeggenschapsreglement de verkiesbaarheid tot lid van de MR verder te beperken dan in de Wms is bepaald.

31 oktober 2016, 107381 -16.05

19

In document J A A R V E R S L A G 2 0 1 6 (pagina 15-20)